Voorganger: Henk Kemper
Lector: Thea van Deijl
Thema: Zeggen of doen
1e lezing: Ezechiël 18, 25-32
2e lezing: Filippenzen 2, 1-5 en 12-13
3e lezing: Mattheus 21, 23-32
“...
Jezus legt uit dat het niet gaat
over wat je weet of wat je in aanleg kunt,
maar dat alles uiteindelijk gaat om wat je doet.
Daarom vertelt hij die mooie vergelijking
die zo dicht op de huid zit.
Het is zo herkenbaar ...”
Welkom en inleiding
Goedemorgen, hartelijk welkom in deze viering van schrift en tafel. Bekende, vertrouwde gezichten zien we én we zien gezichten van mensen die ik voor het eerst mag begroeten: voel je allemaal, stuk voor stuk welkom, dit uur. We hopen dat we je een uur van bezinning en rust kunnen bieden. Laat de muziek en de woorden je overspoelen en misschien wel aanraken.
Voorop het boekje staat als thema “Zeggen of Doen,” een verwijzing naar de perikoop van het Evangelie van Mattheus die we vandaag lezen.
Voor de kaft van het boekje vond ik een afbeelding die het stuk schriftlezing visualiseert wat we zojuist hebben gelezen: Het ziet er uit als Jezus die in de synagoge leest uit een boekrol. Nou ja, leest hij ? Of kijkt hij om het maar zo te zeggen “in de lens?” Kijkt hij naar ons? Of kijkt hij naar zijn toehoorders ? Hoe kijken die toehoorders eigenlijk. In mijn ogen kijken ze een beetje wantrouwend. Ze zijn er wel, maar dan met een kritische houding. Of is het een waakzame blik om te zien wat er gebeuren gaat. Jezus in de tempel leidde niet zelden tot discussie.
Wat me opvalt is dat de tempel niet al te vol zit. Ik weet niet of jullie recent op de site van de Duif hebben gekeken, maar Fred heeft deze afbeelding als “banner” gebruikt. Ook hij vond volgens mij de tempel wat leeg en hij photoshopte de kerk vol.
Conclusie: We moeten bij Fred zijn om de kerk vol te krijgen.
Het gaat vandaag over je daden. Kom je in actie of zeg je alleen in actie te komen, maar doe je stiekem niets. Daar kunnen we keuzes in maken. De lezingen van vandaag zetten ons op weg.
Daarover voor nu even genoeg. Ook de muziek drukt vandaag uit dat het gaat om hoe wij met elkaar leven. Of we er willen en kunnen zijn voor de ander.
Daarmee komen we aan de essentie van het thema: Zeggen of doen.
Laten we eerst ons hoofd rust geven en leegmaken. Om zo open te staan voor een uur van bezinning en overpeinzing.
Overweging
De lezingen staan vandaag bijna in een mooie chronologische volgorde. Het oudste deel is van de hand van Ezechiël. Het is geschreven in een tijd dat het volk Israël in Babylonische gevangenschap leefde. Als je de tekst tegen die achtergrond leest, dan begrijp je al snel dat hier sprake is van een aanmoediging. Een tekst die de mensen bij de les houdt en die ze richt op de toekomst. Zo van: de gevangenschap zal ooit ten einde komen. Maar, daar is wel een rechtvaardige houding van de mensen voor nodig. In de tijd van de schrijver was het immers gebruikelijk om tegenslag te zien als straf. Straf die je overkwam omdat jijzelf of je ouders hadden gezondigd. Een aanmoediging om rechtvaardig te blijven was dus niet zo vreemd; dat voorkwam straf.
Bij de voorbereiding van deze dienst zochten we naar aanknopingspunten naar onze tijd. We kwamen er achter dat er, als het gaat om rechtvaardigheid en onrechtvaardigheid nog veel mis is in de wereld. Het ene volk pakt land van het andere af. Geld en goederen worden niet evenwichtig verdeeld en hedendaagse beknotting van mensen en martelpraktijken zijn, al dan niet zichtbaar, aan de orde van de dag. Er is dus wel een parallel te trekken tussen de woorden van Ezechiël en de dag van vandaag.
Onze blik is intussen wel veranderd. Werd in de tijd van Ezechiël onheil beleefd als straf van de hand van God, tegenwoordig zijn we toch gewend te kijken naar ons eigen handelen. Wat hebben we zelf gedaan of nagelaten dat we in een bepaalde situatie zijn terechtgekomen. Dat lukt ons niet altijd, want het is o zo verleidelijk om de schuld bij anderen neer te leggen. Te zeggen: “het is zijn schuld.”
En kijk, daar is de parallel met Ezechiël: zeggen dat de wegen van de Heer onrechtvaardig zijn en niet kijken naar je eigen handelen.
‘De wegen van de Heer zijn ondoorgrondelijk’ hoor je wel eens zeggen. Ik vraag me af of dat zo is eigenlijk. Natuurlijk, wat mensen doen is wellicht niet altijd wat God zou willen dat we doen. Maar is Hij daarmee ondoorgrondelijk of zijn wij het die even de oren en ogen dicht houden. Hebben we oog en oor voor de noden in de wereld. En zijn we bereid daar iets aan te doen?
De afgelopen week was het Vredesweek. Maar zeg eens eerlijk, wat heb je er van gemerkt? Welke oorlog is even gestaakt? Waar zijn vredesbesprekingen vruchtbaar afgerond? Volgens mij werd de hele vredesweek in Nederland overschaduwd door de presentatie van de Miljoenennota en over elkaar heen buitelende politici die stuk voor stuk de wijsheid in pacht menen te hebben en de ander een sukkel vinden…. of een poedel! En na de Miljoenennota hadden we de Eurocrisis nog.
Hoezo vredesweek en eensgezindheid en denken aan eerlijke verdeling van geld en goederen. Het gaat over macht en zeggenschap. Onwillekeurig dacht ik van de week aan dat reclamespotje waarin de tegenstellingen van het gebruik van geld in beelden langstrekken: “geld wordt pas fout of goed door wat je er samen mee doet.”
“De wegen van de heer zijn onrechtvaardig” staat er in de eerste lezing. Als ik het afzet tegen de afgelopen week dan is God in redelijkheid niet aansprakelijk te stellen voor onze daden. Wij immers moeten de aarde bewoonbaar maken. Het stratenplan ligt er al, maar wij moeten de wereld begaanbaar maken. Dat moeten we doen aan de hand van de grondbeginselen die Godgegeven zijn. Die bedoeling moeten we interpreteren en vormgeven. Dat kan op veel fronten:
Zorg voor de natuur, fout of goed hout aanschaffen, zorg voor het milieu, je medemens, de samenleving, je gezin en de buren. Het is eigenlijk zo eenvoudig: pas toe wat rechtvaardigheid inhoudt en zie om naar elkaar.
Paulus had dat begrepen. In zijn brief aan de inwoners van Filippi lijkt hij wel antwoord te geven op Ezechiël. Hij zegt: kijk naar je eigen gedrag en doe dat met respect. Wees kritisch op jezelf en beoordeel waar je goed zit of fout. Vaak loopt het mis als het gaat om onze zorg voor de ander. En jezelf wegcijferen is ook niet het eenvoudigst. Je wilt heus iets voor de ander betekenen, maar…. ho, ho, ik ben er zelf ook nog.
En daarom verzanden we soms in het oneindige proberen. Proberen de wereld te verbeteren, want waarom niet meteen alles groots aanpakken. Proberen !
Proberen voor een ander te zorgen. Proberen ligt ons in de mond bestorven en geeft ons een grote mate van vrijblijvendheid. Het is een voornemen; het kán lukken….. of niet….. nou ja…. Het is als proberen te stoppen met roken. Proberen is niet hetzelfde als slagen in je poging. Het is slechts een aanzet. Wel voorwaardelijk om je poging te verwezenlijken.
Paulus schreef zijn brief om contact te behouden met een jonge gemeenschap terwijl hij zelf waarschijnlijk in gevangenschap zat, hetzij in Rome of Efeze. Hij schreef de brief ook om de gemeenschap te danken voor hem toegezonden geld. Filippi lag in Macedonië, in het noorden van Griekenland. Toen was er blijkbaar, in tegenstelling tot nu, nog geld in Griekenland.
De bedoeling van zijn brief lijkt duidelijk: houd vol, tegen de verdrukking in. Vergeet niet waar het allemaal om begonnen is: welzijn en rechtvaardigheid voor alle mensen. Die boodschap kunnen ook wij ons aantrekken. Net als Paulus zijn wij navolgers van Jezus van Nazareth. Zijn leer, zijn gedachtegoed willen we in praktijk brengen. Ik had bijna gezegd proberen we in praktijk te brengen, maar daar ga je al weer als je niet oppast. Het is aan ons om de woorden in praktijk te brengen. Daar hebben we geen instituut en geen bisschop voor nodig. Integendeel zou ik denken: ons gezond verstand en wilskracht moeten genoeg zijn.
Dat brengt me op de derde lezing van vandaag.
Jezus wist wel hoe je vrienden maken moest. Het is bijna een soort van “welkom in de quiz voor cryptogrammen.” De lezing vandaag beschrijft weer eens een incident dat zich ontwikkelt tussen de hogepriesters en de schriftgeleerden. De vonken spatten er af. Doorlopend werd Jezus uitgedaagd om zich te verdedigen en, zoals vandaag, zijn autorisatie te bewijzen. Jezus lijkt een spel te spelen met de hogepriesters. Een krachtmeting die gaat over macht, die voor de hogepriesters kennelijk belangrijker is dan praten over goed en kwaad, handelen en stilzitten, de een voor de ander.
Ze worden gedreven door angsten. De angst voor het volk en de angst van hun ivoren toren te vallen. Hoe herkenbaar… toentertijd en nog altijd.
Jezus legt uit dat het niet gaat over wat je weet of wat je in aanleg kunt, maar dat alles uiteindelijk gaat om wat je doet. Daarom vertelt hij die mooie vergelijking die zo dicht op de huid zit. Het is zo herkenbaar.
We staan allemaal wel eens op die kruispunten van keuzes. Dan word je iets gevraagd en dan zeg je daar ja of nee tegen.
In de lezing van vandaag gaat het over een zoon die klip en klaar “nee, ik doe dat niet” zegt, maar die achteraf toch doet wat zijn vader hem vroeg.
De tweede zoon zegt braaf “ja, dat zal ik doen,” maar hij gaat zijn eigen gang en laat zijn vader barsten. Net als de hogepriesters voelen ook wij aan wie nu uiteindelijk uitvoering gaf aan de vraag. Wie dat willens en wetens negeert kan rekenen op Jezus’ afkeuring. Hij zegt: je kiest er voor om niet te zien wat goed is of fout.
Hij veegt de vloer aan met de hogepriesters. Zegt dat tollenaars en hoeren eerder toegang zullen krijgen tot Gods Koninkrijk. Gewoon omdat zij uitvoering willen geven aan wat gevraagd wordt: te zorgen voor elkaar.
Uiteindelijk gaat het allemaal om wat we doen. Zeggen is geen kunst; dat is slechts mooie praat. Doen is: in actie komen, keuzes maken.
Niet de schone schijn ophouden en met uiterlijk vertoon de boel maskeren, maar handelen in het belang van mensen. Zoals de hoeren en tollenaars dat doen in dit verhaal. Nu hoeven we niet meteen allemaal tollenaar te worden, of hoer, maar de boodschap komt aan: Aan de vruchten kent men de boom; uit je daden blijkt je inzet
Er staat voorop het boekje Zeggen of Doen. Misschien is Zeggen én Doen een nog betere optie.
Mogen we dat, in Gods Naam, gestalte geven.
|