Bijdrage Marina Slot
zondag 4 december 2011

 
 


Voorgangers: Marina Slot en Yvonne van der Velde
Thema: De kracht van liefde - Wij zijn de mensen die 't lef hebben te strijden

Eerste lezing Johannes 17: 6-26
Tweede lezing: Gedicht van Jogchum Dijkstra uit de bundel De Veerman

De kracht van liefde - Wij zijn de mensen die 't lef hebben te strijden

“ ... Wij zijn de mensen die het lef hebben te strijden.
Als je de liefde omarmt, betekent het ook dat je ervoor durft te vechten.
Dat je grenzen durft te stellen aan honger en armoe,
aan geweld en verraad. En dat doe je met heel je hart ...”

Welkom
Welkom ben je in de Duif op deze 2e Adventszondag!
Welkom aan de kleinen en welkom aan de groten, want we verwachten voor ons allen een speciale gast, een gast met 2 helpers en dat past bij de Duif want we willen elkaars helper zijn, wij geloven in de kracht van de liefde, liefde om te zeggen en om te doen.
Ik wil Marian naar voren vragen en alle kinderen met hun ouders als ze dat willen of omdat het fijn is als papa en mama, en wie je maar wilt met je meegaan.

Inleiding
Na alle emoties van dit bijzondere bezoek richten wij ons op een uur voor onszelf, een uur met elkaar en met God.
Wij zijn bij de 2e Adventszondag aangekomen, de tijd van verwachting, dichter bij de komst van dat bijzondere goddelijke mensenkind dat 2000 jaar geleden voor een omwenteling zorgde en dat nog steeds doet.
Een mensenkind die ons brengt bij de kracht van liefde,
bij wat we te doen hebben in de wereld,
bij de andere kracht, de tegenkracht tegen consumptie en uitputting van mens en aarde.
En dat gaat niet zonder slag of stoot weten wij.
Wij steken de 2e adventskaars aan en komen even in de stilte bij onszelf en hoe we hier gekomen zijn,
laat je gedachten binnenkomen en verwelkom ze,
laat je zorgen er zijn, ontvang ze in je hart en
deel ze met de Eeuwige,
straal van de vreugde  die in je is en verwarm de wereld met jouw zon, met jouw licht.

Aansteken van de 2e Adventskaars

Gedicht van Jogchum Dijkstra - uit de bundel 'De Veerman'
De wereld
heeft geen deuren noch vensters
geen grenzen noch einde

de wereld
is al wat er is

de wereld
is heel en volmaakt
zij danst zichzelf tot leven
zij danst zichzelf kapot
de wereld
is de vreugde van de liefde
en de pijn van de verandering
in mijn lichaam straalt haar bewustheid
in mijn geest ziet zij zichzel
f

Overweging
Vreemd om in de Adventstijd een Bijbelgedeelte te lezen wat in tijd vlak voor Jezus’ Hemelvaart valt. We lezen het omdat het veel zegt over de verhouding van Jezus en de mens in de wereld. En daar gaat het om vandaag.
De mens die openstaat voor de kracht van de liefde en het leven in de hectische, hedendaags wereld, hoe combineer je dat??
Deze zomer was ik in Noorwegen vlak na de bomaanslag in Oslo en de moordpartij op het eiland Utoya. Ik was verbaasd over de reactie van de leiders van Noorwegen, de premier, de koning en kroonprins. Ze spraken geen woorden van haat en vergelding, maar riepen de mensen op om naast elkaar te staan, om open te blijven voor de mens die naast je is, om elkaar te troosten. En de bevolking van Noorwegen was open, was vol liefde en droeg elkaar in die moeilijke tijd waarin elke regio in dat uitgestrekte land wel een aantal jongeren verloren had. En iedereen in de wereld zag het.
Die beweging, die als een stroom van liefde door de wereld gaat.
Dat is mijn beeld bij het thema van vandaag:

Wij zijn de mensen die het lef hebben te strijden.
Als je de liefde omarmt, betekent het ook dat je ervoor durft te vechten.
Dat je grenzen durft te stellen aan honger en armoe, aan geweld en verraad.
En dat doe je met heel je hart.

Dat is niet wat ik vroeger in de kerk hoorde naar aanleiding van ons en de wereld, dat was dat  je een soort van heilig boontje moest zijn en dat je vooral de wereld en de wereldsheid moest verachten, je er niet mee inlaten.
Nu, vandaag zijn het woorden als aannemen, weten, in de wereld blijven, één zijn, de waarheid, de liefde van God die in ons is en daarmee het goddelijke in ons. Dat klinkt heel anders. Als je daarin gelooft, durf je de tegenstroom te zijn, de tegenkracht van haat en oorlog, van geldzucht en consumptie, van honger en armoede.  Dan durf je te strijden voor de liefde ook al lijkt dat een contradictie te zijn, alsof strijd en liefde in tegenspraak te zijn met elkaar.
We hoeven niet allemaal leiders naar de liefde en in de kracht van de liefde te zijn, maar we kunnen ons wel verbinden met hen die dat zijn. We worden elke dag in ons leven uitgedaagd om de andere kant van de wereld te zien en te laten zien in onze omgeving.
Niet gemakkelijk, je zo bewust te zijn van alles als je volop in de wereld staat en soms gewoon meegesleept wordt in die heftige bovenstroom die we allemaal kennen uit krant en van tv en soms uit onze eigen omgeving.  
En toch kan het, dat is misschien wel de strijd, de strijd in jezelf hoe het anders kan, hoe het anders moet in de buitenwereld en ook in de binnenwereld.
Want ook als je partner ziek wordt en je leven naast ziek zijn en lijden komt te staan, heb je het maar aan te nemen. Of als je zelf ziek wordt, dan is dát jouw leven en wat doe je dan?? Blijf je in de liefde, blijf je open en strijd je ervoor of haak je af.
En het is lang niet gemakkelijk om in die strijd, de liefde te blijven omarmen. Om niet te verharden, buiten jezelf te gaan staan en boos te zijn, kwaad te spreken. Ik leer elke dag bij daarover. In de strijd in verbinding blijven met je medemens en met je doel. En dat doel is liefde en de weg is liefde, dus dat ziet er anders uit dan een gevecht om land, om geld en goed, om macht en rijkdom.
De strijd om de liefde is vastbesloten en zacht, is van een grootheid die geen grenzen kent. Bij die strijd horen woorden als geven, beginnen met geven en doorgaan, doorgaan en niet wachten tot jezelf wat krijgt. Woorden als ‘liefdevolle grenzen, openheid en oprecht’ tonen aan waar wij uit de bocht vliegen in de wereld. We kennen en gebruiken het woord duivel niet zo in de Duif, het is ook niet meer zo van deze tijd, alleen zijn er wel duivels enge ontwikkelingen die gestopt moeten worden. En dat kan gepaard gaan met veel geweld zoals in Gaza waar medevoorganger Jan dikwijls werkt voor en met de slachtoffers van de oorlog in Palestina.
Maar het kan ook doodgewoon lijken op democratie, democratie die mensen en kinderen de mogelijkheid afpakt om hun eigen leven te leven.
Hun eigen leven  met een béétje meer geld en wat voorzieningen om zelfstandig te blijven, met onderwijs wat echt past en niet kunstmatig passend gemaakt wordt omdat we moeten bezuinigen, met aangepast vervoer voor ouderen en minder validen om niet in een isolement te komen.
Dat is namelijk heel anders gevaarlijk als een gestoorde gek die iedereen uitmoord, zoals een overlevende van Utoya zei : ze is blij is dat de man met de wapens, de man wiens naam zo min mogelijk wordt genoemd, een zwaar gestoord mens is. Want je moet er toch niet aan denken dat hij iemand is zoals jij en ik.
Dat nette, dat fatsoenlijke, volgens de regels werken tegen de liefde voor mensen is veel moeilijker te onderscheiden, en toch is daar ook strijd om liefde nodig, je bewust zijn van onderhuidse en verborgen verstoringen.

‘De wereld is heel en volmaakt,  zij danst zich tot leven en intussen danst zij zichzelf kapot.’
Zonder dat je er erg in hebt. Dat bewustzijn zit in je lichaam, dat waarschuwt vaak genoeg als wijzelf of onze omgeving uitglijden. En onze geest is haar spiegel om steeds om te draaien en niet in de groef te glijden van oude ingesleten gedachten, van oude bozigheid en moppers.
Ik ben mezelf aan het oefenen in omkeren, open te staan voor andere beelden, meningen en soms voel ik hoe moeilijk het is, omdat ik al heel lang zo gedacht heb. Maar ik weet dat niets hetzelfde is in het leven, ook al lijkt het op elkaar, mensen zijn altijd anders dan degenen die je al kende, situaties lijken net zo en toch zijn ze het niet. Ik kan véél beter anders handelen dan toen want anders roep ik eerder op wat er ooit was, oude angst, oude achterdocht, oude blokkades in mijzelf die allang op de schroothoop kunnen. En als het lukt voelt het als een bevrijding, want oude beelden houden ons gevangen, belemmeren ons zicht op de werkelijkheid, verduisteren ons zien van de ander.
Als Jezus zegt dat zijn grootheid en liefde in ons zichtbaar wordt, dan hebben we nog wel ff werk om ons dat eigen te maken. Dan mogen wij in onze eigen spiegel kijken en zien en voelen waar die grootheid en die liefde naar buiten komt of mag komen.
Dan is die strijd ook niet zo moeilijk meer.
Dan weet ieder van ons dat de kracht van de liefde in ons is en dat we alleen lef nodig hebben om te zien en te voelen hoe groots en hoe liefdevol we eigenlijk wel zijn. Met een beetje hulp van andere mensen in de wereld en van die Ene die altijd bij ons is, moet dat lukken. Moge het zo zijn.

Gebeden
Barmhartige,
Dat wij durven strijden tegenover elkaar,
staan om de dingen met elkaar uit te vechten,
maar dat we niet vergeten om hart tegen hart te staan.
Dat onze harten elkaar raken,
Waardoor we weer naast elkaar staan.
Samen de toekomst in.

Nodiging
Ooit eens was er een maaltijd van Jezus met zijn vrienden, zij vierden het leven samen en stonden op de grens van liefde en onoprechtheid, gemeenschap en verraad. Zij deelden het leven in een wereld die anders was dan de onze, maar in zijn en in de gevoelens en gedachten die mensen hebben over zichzelf is nog niet zoveel veranderd. Wij delen elke viering in de Duif brood en wijn omdat wij met elkaar het leven willen delen.
Brood en wijn, tekenen van leven en van samen.
En in de Duif is iedereen welkom, welkom zoals je bent, welkom aan de tafel om mee te delen als je je verbonden weet met die sterke onderstroom van krachtige liefde die de wereld continue verandert.
De Duif is een open gemeenschap van zoekers en zieners, van zeggers en zangers die op weg zijn naar een nieuwe geboorte.
Wil je die weg met ons delen, kom dan want alles staat klaar.

Wegzending en zegen
Moge de weg je zeggen: Volg me maar.
Moge de ster je zeggen: Richt je op mij.
Moge de grond je zeggen: Bezaai me.
Moge het water je zeggen: Drink me.
Moge het vuur je zeggen: Ik warm je.
Moge de boom je zeggen: Schuil in mijn schaduw.
Moge de vrucht je zeggen: Pluk me, eet me.

En als je de weg kwijtraakt, geen vaste grond meer vind en dreigt te verdrinken,
als het vuur gedoofd is en je kou lijdt
in een nacht zonder sterren,
als de bomen kaal zijn
en je honger en dorst hebt,
dan moge de Stem je zeggen:
Wees niet bang. Ik zal er zijn.

Moge het zo zijn.

 
       
 

Archief alle overwegingen 2011 en de voorgaande jaren

 
 

FV/RG 2011-12-05 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl