Bijdrage Bert van der Meer
zondag 18 december 2011

 
 


Voorganger: Bert van der Meer
Lector: Fréderique
van Deursen
Thema: De kracht van liefde - Wij zijn de mensen die aanraken en helen


Eerste lezing:Handelingen 8, 9-24
Tweede lezing: Matteus 19, 13-15

De kracht van liefde - Wij zijn de mensen die angsitig durven zijn

“ ... Handoplegging is dus niet zomaar iets.
De gever geeft met toewijding, oefening en aandacht.
De ontvanger ondergaat de handoplegging in een
louterende leegte van de geest,
we stellen ons open voor vriendelijkheid en vriendschap,
naar onszelf en anderen ...”

Openingstekst
Raak me aan en ik zeg je wie ik ben
Raak me aan en ik vertel je waar ik heen ga,
Mijn dromen en mijn wanen.
Raak me aan en ik beken je mijn geheimen.
Raak me aan en ik ga met je mee.
Raak me aan.


Welkom en inleiding
Vandaag is het de vierde zondag van de advent.
Dat vond ik altijd de meest feestelijke zondag in de adventstijd. Het vierde kaarsje gaat aan op de adventskrans, er worden in de kerk vaak al voorzichtig wat kerstliederen gezongen, de lucht is zwanger van het kerstkind.
Gisteren vertelde ik een kennis dat ik het vandaag ga hebben over aanraken en helen. Zijn reactie was: 'Jij durft, twee dagen na het verschijnen van het rapport-Deetman over misstanden in de katholieke kerk, waaruit blijkt dat ambtsdragers zich in tienduizenden gevallen schuldig hebben gemaakt aan ongewenste sexuele handelingen bij kinderen."
Nu kan ik natuurlijk gemakkelijk zeggen dat dat een hele andere kerk is, de katholieke, waarin hierarchie een belangrijke rol speel, dat het een schande is en dat is allemaal waar. En het is ook een illustratie van wat ik vandaag aan u vertel: aanraken is een levensbehoefte.
Op 2 oktober heeft Jan Andrae op deze plaats opgeroepen om verwijtloos te leven, ons open moeten stellen voor de zachte krachten van de liefde. Te beginnen bij ons eigen lichaam.
Het lichaam van nu is niet meer gewend om aangeraakt te worden, de liefde te voelen.
We moeten elkaar opnieuw gaan aanraken, respectvol maar veel; dagelijks.

De vierde zondag van de advent is de laatste in de voorbereidingsperiode naar kerst, in het thema De Kracht van de Liefde als antwoord op de ellende die we in de wereld van 2011 tegenkomen. En ik sta nu hier om u, als laatste in de rij, mijn verhaal te vertellen over aanraken en helen.
Dat geeft me een rijk gevoel en maakt me dankbaar. Ik wil daar straks in de overweging verder met u over nadenken.
Ik ga u ook vragen om iets te doen, aan het einde van deze viering. Ik ga u vragen om uw buurvrouw of buurman aan te raken, een hand te geven of een hand op de schouder te leggen, als teken van onze verbondenheid in liefde. Ik zeg u dat nu, zodat u zich straks, aan het einde van de viering, niet overvallen voelt. U kunt zich het komende uur prepareren op het ontvangen van de hand van uw naaste.
Ik wens ons een goede dienst.

Overweging
Gisteren vertelde ik onze Lisa dat ik het ging hebben over aanraken en helen.
Ze vroeg wat dat was.
Aanraken was makkelijk uit te leggen. En helen, zei ik, is iemand helpen als hij pijn heeft, bijvoorbeeld een kusje op je knie als je gevallen bent. En dat helpt, dat weet elke ouder. “Ja papa” zei Lisa “maar soms heb je een wondje op je been en dan doet het juist pijn als het nat wordt, dan helpt een kusje juist niet”. Tja, toen was ik even sprakeloos.

Het bewijs is overstelpend, dat aanraken een helende werking heeft. Te vroeg geboren baby’s groeien veel sneller als ze worden geknuffeld. Baby’s stoppen met groeien en gaan zelfs dood als ze niet worden aangeraakt. Ouderen die weinig worden aangeraakt worden levenslustiger als ze worden gemasseerd. Datzelfde geldt voor ouderen die zelf kinderen masseren. Op sommige scholen, dat is begonnen in Zweden, wordt onderlinge kindermassage toegepast. Uit onderzoek en ervaringen blijkt dat dit het lichaam verlevendigt, de doorbloeding bevordert, het immuunsysteem versterkt, groepsvorming in de hand werkt, agressie vermindert, pestgedrag doet afnemen en het leervermogen verbetert.
Dus ja, het is echt zo. Aanraken staat dichtbij ons en het werkt. Hoe komt dat dan?
De zintuigelijke waarneming van de huid gebeurt in de hersenstam, het evolutionair oudste gedeelte van onze hersenen. Daar hoef je dus letterlijk niet over na te denken, dat bestaat al langer dan we kunnen nadenken.

Laten we eens zien hoe de lezingen daarin passen. In de handelingen lezen we over een zekere Simon die magie bedreven had en de bevolking versteld had doen staan. Hij bekeert zich tot het geloof en ziet enkele apostelen wondertekenen verrichten met handoplegging. Dat wil hij ook en hij biedt zelfs geld om dat ‘trucje’ te leren. Hij heeft er natuurlijk vertrouwen in dat hij dat ook kan, hij is immers een magier! Het lijkt op een oude variant van Hans Klok, die ook zijn trucs inkoopt bij andere magiers. Hij wordt terechtgewezen door de apostelen.

Dat deed mij erg denken aan “het wonderlijke verhaal van Hendrik Meier”, een verhaal van Roald Dahl. Dit gaat over een hebberige jongen die een boek in handen krijgt van een Indische magier. Daarin is beschreven hoe je door diepe concentratie het vermogen kunt ontwikkelen om door dingen heen te kijken. En dan kun je dus geblinddoekt koorddansen of, zoals Hendrik zich inbeeldt, door kaarten heenkijken, zodat je alle kaartspelletjes kunt winnen en heel rijk kunt worden. Dat is zijn motivatie om te gaan oefenen.
In het begin kan hij zich vijf seconden concentreren voor hij denkt aan de bergen geld die hij gaat winnen hiermee, dat loopt op tot vijf minuten en langer en op zeker moment kan hij heel vlot door kaarten heenkijken. In het boek is echter ook beschreven dat je dat vermogen niet mag aanwenden om er zelf rijk van te worden. Hendrik negeert dat bericht, terwijl is beschreven dat een andere magier is omgekomen toen hij hiermee zijn brood ging verdienen.
Hendrik vergaat het anders. Tegen de tijd dat hij door kaarten kan heenkijken en grote sommen geld wint in het casino, is zijn lust om dat allemaal voor zichzelf te hebben, volledig weg. Hij geeft het geld weg aan weeshuizen en voorkomt zo dat de vloek hem treft.

Waarom vertel ik dit allemaal? Natuurlijk omdat het verhaal me inspireerde. En omdat het me brengt bij de uitleg die de apostelen geven aan de wijze waarop zij de handen opleggen. Wat zij doen is door toewijding, oefening, dagelijks bidden en aandacht voor de medemens zich geestkrachtiger maken zodat ze hun intentie, de Heilige Geest, middels handoplegging kunnen overdragen. Dat vraagt dus iets van binnenuit, aandacht, toewijding en oefening. En niet iets van buitenaf (het geld dat Simon biedt). Dat is het onderscheid dat ze maken.

Dan het evangelie, Matteus. Kinderen worden naar Jezus toegebracht, Jezus staat dat toe, berispt zelfs deapostelen die de kinderen tegenhouden en legt de kinderen de handen op. Daaruit destilleer ik een aantal zaken: - Het was gebruikelijk om kinderen te laten zegenen middels handoplegging - Jezus had het vermogen om kinderen middels handoplegging te inspireren - Mensen hadden het vertrouwen in Jezus dat hij dat kon En Jezus zegt nog iets heel belangrijks: “het koninkrijk van de hemel behoort toe aan wie zijn zoals de kinderen”. Daarbij heeft hij het niet over de intellectuele vermogens en over levenservaring. Het gaat om het ontvangen van de Geest door zijn handen. Kennelijk staan kinderen daar meer voor open dan volwassenen.

In die uitspraak zit ook een belofte verscholen: als wij in staat zijn om te ontvangen zoals een kind, zonder onze maskers, normen en waarden, patronen en conditioneringen, in het nu te zijn en te ervaren, dan komt de Geest ons ook toe. Handoplegging is dus niet zomaar iets. De gever geeft met toewijding, oefening en aandacht. De ontvanger ondergaat de handoplegging in een louterende leegte van de geest, we stellen ons open voor vriendelijkheid en vriendschap, naar onszelf en anderen.
Handoplegging wordt dus beschreven als een intense vorm van aanraking. In het dagelijkse verkeer ligt het iets anders. Daarin zijn we niet echt gewend om elkaar hartelijk aan te raken. Toon Hermans maakte daar al een liedje over, het koude Hollandse Handje.
Over het ongemak zich lichamelijk in hartelijkheid uit te drukken zingt hij “Het woelt al vele jaren diep in mij” en zo voel ik dat ook. Hij zingt:
Vandaag, vandaag doorbreek ik de barričre / Dat handje is alleen maar zuinigheid / Ik heb vandaag dat revolutionaire / Ik wil voorgoed dat Hollands handje kwijt / Ik ben het zat, ‘k kan ’t niet meer verkroppen / Waarom niet eindelijk eens een joyeus gebaar / ’t Is altijd maar: hoe gaat het nou / En dan maar schudden met die mouw / Dat doen we nou al zevenhonderd jaar ...

Het mooie is dat je dat je zelf kunt beginnen om je intentie in een aanraking te laten voelen. Daar heb je dus geen ander voor nodig. En wat levert ons dat dan op?
Ik las op het station een tuimeltekst “hoe minder mij raakt, hoe meer ik mis”.
Ik ervaar een groot gevoel van verbondenheid als ik me openstel voor een gebaar, aanraking en mezelf daar ook in uitdruk. En dat weten we ook. Hoe krachtig is het beeld dat je iemand vasthoudt met beide handen en hem of haar dan aankijkt. Energie, stromende energie.

Stel je open en druk je uit. Maak contact. Respectvol en veel.
Wees aanwezig met lijf en aandacht.
Dan ervaar je de kracht van de liefde:
Moge het zo zijn.

Nodiging
Jezus deelde het leven met zijn vrienden.
En met iedereen die zijn vrienden konden worden.
Dat was dus iedereen.
Wij zijn geraakt door het vuur van zijn geest en nodigen je uit aan onze tafel.
Komt dan, want alles is gereed.

Slotlied
In de inleiding had ik aangegeven dat we het slotlied gaan zingen in verbondenheid.
Dat gaan we nu doen. Ik wil u vragen de hand te pakken van uw linker- en rechter buur of een hand op de schouder te leggen van uw voor- of achterbuur. Daarmee drukken we onze verbondenheid uit in deze dienst die gaat over aanraking en heling. En het is een mooie opmaat naar de kerst, die gaat over de kracht van de liefde.

 
       
 

Archief alle overwegingen 2011 en de voorgaande jaren

 
 

FV/RG 2011-12-19 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl