|
Voorganger: Bert van der Meer
Lector: Yvon van der Meer
Thema: Vertel het door
Eerste lezing: Micha 4:1-5 “Het koningschap van de HEER”
Tweede lezing: 1 Johannes:1-7
Derde lezing: Johannes 21:15-25
“ ...
Ben jij volledig aanwezig bij wat je beleeft?
Ervaar je nu het geluid in deze ruimte,
de aanwezigheid van de mensen,
de bloemen op de tafel, je billen op de stoel, je voeten op de grond?
En weet je dan, vanuit de boodschap van licht,
wat jouw verhaal is in deze wereld?
Ervaar het, leef het en deel het! ...”
Welkom en inleiding
Welkom allemaal op zondag 22 april 2012.
Wat ben ik blij dat je er bent. Als je hier voor t eerst bent, als je onregelmatig komt, als je regelmatig komt, als je hier niet bent weg te slaan, je bent hier van harte welkom. Yvon gaat met mij voor en dat is leuk! Welkom Evelina aan de vleugel, zij vervangt onze vaste pianist Irina, die met zwangerschapsverlof is, welkom Duifkoor met Henk ervoor!
We lezen vandaag uit Micha, de helaas te vroeg overleden profeet uit het Oude testament. De bijbelvasten onder ons zullen elementen van het kerstlezing van Jesaja herkennen (lam en de wolf) in de lezing van Micha. Hij schildert een visioen van vrede.
We lezen ook uit de brief van Johannes waar we het thema van deze viering aan ontlenen: vertel het door, het verhaal van licht. Wij mensen zijn verhalenvertellers. We vertellen over wat we beleven, over onze angsten, onze dromen en wanen, over wat gebeurt en wat ons zal overkomen. En dat doen we al sinds de oertijd.
En we lezen uit het evangelie van Johannes, dat evangelie dat begint met "in den beginne was het woord", ook een verwijzing naar het verhaal dat verteld wordt sinds het begin van alle tijden.
Ik wil even aandacht vragen voor de prachtige voorkant van dit boekje. Fred heeft het plaatje gevonden en daar deze voorkant van gemaakt. Niet alleen is het een plaatje dat past bij het thema, het plaatje opent een wereld. Aan de stand van het hoofd en de ogen is te zien dat de boodschap errug interessant is… wat zou daar verteld worden?
Ik ben blij dat u er bent vandaag, dan hebben Yvon en ik luisteraars voor t verhaal dat wij graag doorvertellen.
Overweging
“Vertel het door, het verhaal van licht” is het thema van vandaag. Maar waarom vertellen wij mensen eigenlijk verhalen. En welke verhalen vertellen we vandaag? Is de oproep van Johannes en de opdracht aan Petrus ook een oproep voor ons? En wat is eigenlijk jouw verhaal in deze wereld?
Over deze vragen wil ik het met u hebben vandaag.
Eerst: waarom we verhalen vertellen
Verhalen vertellen doen we al sinds het begin der tijden. Ik heb me afgevraagd waarom we dat doen en ik denk dat dat is omdat we ons aan de ene kant bewust zijn van onze nietigheid en anderzijds ons deel voelen van een groter geheel. Om Kant te parafraseren “Hoe kan het toch, dat ons bestaan even majesteitelijk als belachelijk klinkt?”
In ons leven ervaren we soms zelfs dat we deel uitmaken van het grotere geheel. Tijn Touber, een leraar in verlichting, noemt dat het ‘Zero point field’. Dat is de plek waar onze inspiratie vandaan komt. En dat weten we allemaal: inspiratie bestaat, alleen kunnen we niet precies aanwijzen waar het vandaan komt. We vinden het meestal niet door hard te werken, maar in een moment van leegte. Onder de douche, in de bus of in de file.
De tweede vraag: welke verhalen vertellen we vandaag?
De lezing van Micha heeft veel overeenkomsten met Jesaja 2, 2-4. Sterker nog: als je de eerste drie verzen van Micha hiernaast zet, zijn ze identiek. En Jesaja was eerder. In onze tijd zou dat plagiaat heten en als hij president van Hongarije was had hij vast moeten aftreden.
Een reden voor het bijna woordelijk herhalen van een tekst is dat de woorden gaan resoneren. Woorden krijgen meer kracht en daardoor onthouden we het beter.
De profeet Micha schildert een droom, een wereld waarin “geen volk meer het zwaard trekt tegen een ander volk, geen mens meer zal weten wat oorlog is, ieder zal zitten onder zijn wijnrank of vijgeboom door niemand opgeschrikt”. Dat is een wereld zonder angst, waarin de liefde regeert. Bijzonder in deze passage is het einde: “Laat andere volken hun eigen goden volgen” bijzonder ruimdenkend. Die houden we even vast.
In de brief van Johannes herkennen we de auteur van het Johannes Evangelie. Dat begint met “In den beginne was het woord. En het woord was bij God en het woord was God. Dit was in het begin bij God. Er trad een mens op, een gezondene van God en zijn naam was Johannes. Niet hij was het licht, maar hij moest getuigen van het licht. Het ware licht, dat iedere mens verlicht, kwam in de wereld. Het was in de wereld, maar de wereld aanvaardde hem niet. Het licht scheen in de duisternis, maar de duisternis nam het niet aan”. Mythische, profetische woorden. Ook in deze lezing gebruikt hij ze. “Het Woord dat leven is”, ”wat wij gezien en gehoord hebben, verkondigen wij ook aan u, opdat ook u met ons verbonden bent” “onze vreugde volkomen te maken”. Woorden die we niet echt begrijpen, maar wel het vermoeden aanduiden dat we iets bijzonders op het spoor zijn. Profetische woorden. Ook in bijvoorbeeld Harry Potter is er een profetie, die zich op een geheime plek bevindt en zich alleen openbaart aan degene voor wie het bestemd is, niet aan iedereen.
Hmm… een in mythische woorden gehulde boodschap, die iets uitdrukt van ons lot of, zo je wilt, onze bestemming. Bijzondere woorden, bijzondere omstandigheden. Die gebruiken we voor bijzondere verhalen.
En dan het evangelie. Wat wordt Petrus op de proef gesteld en wat is Jezus in deze passage onsympathiek. Dat was wat mij opviel toen ik deze tekst las en dat heb ik ook in de voorbereiding, afgelopen maandag, aangegeven. Toen zijn wij gaan kaderen en schriftverklaren en ik ga u nu vertellen wat daaruit is gekomen:
1. Om te beginnen is het redetwisten, zoals we dat Jezus en Petrus zien doen, een lange joodse traditie, die erop gericht is om verbanden te leggen in teksten en tussen teksten om dichterbij de ware bedoeling van de woorden te komen. Het is er niet op gericht om elkaar onderuit te halen. Een mooi voorbeeld van die traditie zien we in het boek "de uitverkorene" van Chaim Potok, waarin geredetwist wordt over bijbelse teksten, op het scherpst van de snede.
2. Behalve een scherpzinnige zoektocht is het ook een vraag- en antwoordspel en om dat te begrijpen moeten we preciezer naar de tekst kijken. Jezus spreekt Simon aan, zoals zijn moeder hem noemde, niet met de naam die hij als apostel kreeg, "Petrus"(wat rots betekent). En stelt achtereenvolgens driemaal bijna dezelfde vragen. Simon geeft drie keer hetzelfde antwoord. Hij toont zich daarin dus standvastig, al is hij de derde keer in tranen omdat hij meent dat Jezus zijn woorden in twijfel trekt. En Jezus geeft hem drie keer een andere opdracht. Weid mijn lammeren zegt hij de eerste keer, oftewel: aan volgelingen die zich pas kortgeleden hebben aangesloten: voed ze, leer ze, onderricht ze. De tweede: hoed mijn schapen", dat betekent: leid mijn volgelingen, bescherm ze. De derde: weid mijn schapen. Kortom: voed en onderricht alle volgelingen.
Een belangrijke opdracht geeft hij Simon hier mee!
3. Jezus geeft hem ook een voorspelling: wanneer je oud bent zal een ander je handen grijpen, je je gordel omdoen en je brengen waar je niet naartoe wilt. In de voorbereiding op maandag avond, waar zoals u weet de gemiddelde leeftijd nogal hoog ligt, hebben we hierover wat gegrinnikt, want iemand zag hierin de voorspelling van de gang naar het bejaardenhuis.
4. In de laatste verzen staat de evangelist in het zoeklicht. Simon vraagt zich af of de evangelist hetzelfde lot zal treffen. Dat is niet aan hem, geeft Jezus hem te verstaan. De schrijver getuigt en dat is zijn rol, zijn bestemming.
De derde vraag: is de oproep van Johannes de opdracht aan Petrus ook een oproep voor ons?
Petrus krijgt in drievoud, een bijbels getal, een opdracht. “Weid mijn lammeren, hoed mijn schapen, weid mijn schapen”. En: “Volg mij”. Hij krijgt de opdracht het verhaal door te vertellen. In de brief van Johannes staat het letterlijk: “Het leven is verschenen, wij hebben het gezien en getuigen ervan”. En dat past natuurlijk prachtig in deze tijd tussen Pasen, de opstanding van Jezus, en Pinksteren, de opdracht om erop uit te trekken in de wereld.
Interessant daarbij is dat in de brief van Johannes nergens staat “overtuigen”, “moeten”, “het enige geloof”. Nu word ik daar zelf ook altijd een beetje kriebelig van. En ga twijfelen over de motieven van de verkondiger. Dus ik ben blij dat Johannes die woorden niet gebruikt. We herinneren ons ook de woorden in het laatste vers van Micha: “Laat andere volken hun eigen goden volgen, wij vertrouwen op de Eeuwige”.
Het is een uitnodiging, en het is aan de ander om daarop te antwoorden. Je krijgt een boodschap er niet in door erop te hameren, gras groeit niet harder door eraan te trekken.
De vierde vraag: wat is jouw verhaal in deze wereld
Een man kwam op zijn sterfbed tot de ontdekking, dat hij eigenlijk maar een paar dagen op aarde was geweest. Hij was bijna zeventig toen hij stierf, maar had – naar eigen zeggen – slechts een paar dagen echt geleefd.
Die paar dagen op aarde waren prachtig geweest, dat wel. Ze trokken aan hem voorbij. Hij zag die ene avond met zijn beste vriend in de kroeg, toen hij nog barstensvol idealen zat en zeker wist dat hij de wereld mooier ging maken. Hij zag de dag waarop hij zijn toekomstige vrouw ontmoette en zeker wist dat liefde bestond. Hij zag zichzelf te midden van zijn gezin, toen hij nog voelde dat het zijn gezin was en voelde dat hij onderdeel was van iets wat groter was dan hemzelf. Hij zag zichzelf voetballen met zijn zoontje en dacht: wat is geluk toch eenvoudig.
Was het leven altijd maar zo eenvoudig gebleven. Of liever: was hij altijd maar zo eenvoudig gebleven. Was hij maar altijd zo volledig aanwezig geweest bij alles wat hij had meegemaakt – zonder reserves, zonder angst, zonder voorbedachten rade, zonder agenda’s, zonder zorgen, zonder standpunten, zonder maskers, zonder meer” (Tijn Touber, spoedcursus verlichting p.241)
Ben jij volledig aanwezig bij wat je beleeft? Ervaar je nu het geluid in deze ruimte, de aanwezigheid van de mensen, de bloemen op de tafel, je billen op de stoel, je voeten op de grond?
En weet je dan, vanuit de boodschap van licht, wat jouw verhaal is in deze wereld?
Ervaar het, leef het en deel het!
Ik besluit met een aantal zinnen uit het lied dat we zongen voor de eerste lezing.
We zongen al “Maar met iets in hun hoofd dat stroomt en licht geeft.” Leef geïnspireerd.
We zongen “en schaamteloos wagen zij alles.” Leef zonder angst, met liefde. En lef.
We zongen “Hun stoet is zonder einde en getal. Tel maar de sterren” Leef samen, en: vertel het door, deze boodschap van licht.
Dat wens ik je toe. Vandaag en alle dagen van je leven. Amen!
Nodiging
We delen brood, we delen wijn, met iedereen die hier dit uur bij ons is. We gedenken hem die zijn leerlingen opdroeg het verhaal van het licht, het verhaal van leven, door te vertellen.
Wij doen als hij, we delen het verhaal, we vertellen het door. |
|