Voorgangers: Jan Andreae en Jotika Hermsen
Piano: Henk Mak van Dijk
Eerste lezing: Psalm 131 - Uit: Psalmen Vrij, Huub Oosterhuis
Tweede lezing: 1 Korintiërs 13; 12
Derde lezing: Sequentia
Orde van dienst als pdf
“ ...
Een zingende vogel in de woestijn.
Er zijn geen woorden meer nodig,
wel een hart dat verstaat, dat begrijpt, dat weet.
Geen afwezigheid van mensen meer nodig,
wel aanwezigheid van God
of puur gewaar zijn, vrede ...”
Welkom
Goedemorgen, heel hartelijk welkom in deze gemeenschap die al meer dan 35 jaar zichzelf
De Duif noemt.
Een gemeenschap van mensen die bevlogen zoeken naar verbinding met elkaar en met de wereld.
Een gemeenschap van mensen die uitreikt naar andere mensen.
Een gemeenschap van mensen die iedere week zeggen: wij zijn elkaars handen en voeten.
Vandaag hebben we als thema Stilte.
Een tijdje terug las ik een artikel over stilte in de bijlage van het Financieel Dagblad: over stilte momenten, stiltebegeleiders.
Ik las over stiltecentra in publieke ruimten, stilte reizen en stiltegebieden als therapie en de mogelijkheid om te ontsnappen aan herrie, drukte, lawaai en geluid.
Echter in de voorbereiding op dit uur werd door veel mensen gezegd: als we ontsnappen uit de drukte en als we stil worden, dan wordt het herrie in ons hoofd, dan gaan we malen.
In deze ochtend doen we een zoektocht naar de stilte. Het gaat om het vinden van de stilte in onszelf.
Op andere momenten noemen we dit ook wel: het vinden van God. De stilte die zich manifesteert bij het doorbreken van onze gedachtestroom; in een pauze van niet-denken waarin we alert zijn; op een moment van aandacht en aanwezigheid waarin onze wijsheid en intelligentie beschikbaar komt.
De franse hedendaagse filosoof Luc Ferry wijst ons op de noodzaak van verruimd denken en dat deze tijd de wijsheid van de liefde zo broodnodig heeft. Die ‘moet’ bij ieder van ons ontwikkeld worden, vooral in stilte.
Laten we een moment stil zijn om aan te kunnen komen bij onszelf en dit moment.
Ik voel me dankbaar omringd met mensen die deze stilteviering mee dragen.
Als eerste wil ik aan U voorstellen aan mijn lerares, later collega en bondgenoot, Jotika Hermsen met wie ik over de wereld heb mogen reizen.
Jotika werd geboren in 1932. Ze wist al heel vroeg dat ze het klooster in wilde en op haar 21ste was het zover: ze werd franciscanes in Denekamp.
24 Jaar leefde Jotika als katholiek non, studeerde theologie en maatschappelijk werk, leidde 16 jaar een internationale counseling organisatie en doceerde 12 jaar aan het Instituut voor Agogische Beroepsopleiding in Amsterdam.
In 1986 ontmoette Jotika de Thaise monnik Mettavihari. Puurheid, mededogen en wijsheid waren de begrippen die haar het meest troffen. De gelukkige uitstraling van de monnik deed haar besluiten zijn leerling te worden. Ze werd upasika, dat wil zeggen boeddhiste met acht leefregels.
Jotika Hermsen heeft de “Outstanding Woman in Budhism award” ontvangen uit handen van de Verenigde Naties voor haar jarenlange inzet voor stilte, vrede en mededogen op allerlei plekken in de wereld .
Vandaag zal zij ons voorgaan in de stilte-meditatie.
Om in de stilte te kunnen komen zal mijn goede vriend Henk Mak van Dijk ons op verschillende momenten aan de vleugel meenemen.
Deze veelzijdige en klassiek opgeleide pianist zal als het ware achter de vleugel gaan zitten, en hoewel zijn vingers de toetsen aan raken zal hij niet spelen; hij zal met ons luisteren naar de stilte.
En tenslotte stel ik u voor aan mijn collega yogi Regilio Sedoc. Regilio is dansmaker, choreograaf en docent.
Samen liggen wij vaak op een mat 90 minuten oefeningen te doen waarbij we onszelf trainen om niet te oordelen, we trainen onszelf in concentratie, in stilte, om onze eigen obstakels te overwinnen.
Regilio danst al zijn hele leven, vanaf zijn derde jaar in een klein geel broekje op het Surinaamse erf op de muziek van zijn peetoom.
Voor stilte is overgave nodig.
We beginnen dit uur met een lied dat gaat over overgave, dat gaat over vallen en opgevangen worden.
We hebben het samen bewegend bidden genoemd.
Wij wensen je een inspirerend, aanraakbaar en bewogen uur.
Eerste lezing Psalm 131 - uit: Psalmen Vrij, Huub Oosterhuis
Gij
ik waan mij niet wijzer
ik weet mij niet meer dan een mens
keer mij niet af van mijn naaste
droom geen hoogdravende dromen
ik heb mijn bestemming erkend
mijn ziel is tot rust gekomen
een kind dat gedronken heeft
en rust aan de borst van zijn moeder
zo is mijn ziel in mij.
Ik wacht op U, ik wacht
van nu af tot in eeuwigheid
omdat Uw naam verluidt
Ik-zal-er-zijn.
Derde lezing: Sequentia
Kom, Heilige Geest
en zend uit de hemel
een straal van Uw licht.
Kom, vader der armen,
kom, gever aller gaven,
kom, licht der harten;
Allerbeste Vertrooster,
zoete gast der ziel,
zoete verkwikking;
Bij vermoeidheid schenkt Gij rust,
bij hitte verkoeling,
bij tranen troost.
O allerzaligste licht,
vervul het diepst van het hart
uwer gelovigen.
Zonder Uw goddelijke hulp
is er niets in de mens,
niets dat vrij is van schuld.
Reinig wat bevuild is,
besproei wat verdord is,
genees wat gewond is.
Buig wat weerspannig is,
verwarm wat koud is geworden,
geleid wat verdoolde.
Geef Uw gelovigen,
die op U vertrouwen
Uw zevenvoudige gaven.
Geef de verdiensten van de deugd,
geef een zalig sterven,
geef de eeuwige vreugde.
Overweging door Jotika Hermsen
Vandaag gaat het over stilte.
Ooit fietste ik op een klein fietsje naast mijn vader, op weg naar het veertigurengebed met Pinksteren.
Een klinkerweg, een zengende zon en stilte.
Het veertigurengebed was een stil gebed, bij knisperende kaarsen en klaprozen.
Rode klaprozen langs de weg geplukt.
Later werden het pioenen uit de tuin meegebracht, maar altijd was de kleur rood en warm. Pinksteren.
Ooit liep ik in de Sinaï, de woestijn tussen Israël en Egypte.
Verzengende zon en stilte.
Het brandende braambos. Ik dacht een paar daagjes woestijn te pakken, maar wat gebeurde er? De woestijn pakte mij. Ik had niets meer te zeggen.
Rondom stilte, naaktheid, zand in golfjes, zoals op de bodem van de zee.
Ooit bezocht ik een klooster, hoog aan de rotsen hangend, in de buurt van Jericho.
Er woonden koptische monniken. Enkel de gastenbroeder sprak met ons.
Hij opende een venster in de rotswand en daar lag een dal overgoten met zon en stilte. Een vogel tjilpte..
Vandaag heb ik wat mijmeringen over woestijn, over stilte, vuur en vrede.
Er zijn twee soorten van stilte te onderscheiden.
De eerste heet uiterlijke stilte. De tweede innerlijke.
Ze zijn niet hetzelfde, ze zijn verschillend, maar ondersteunen elkaar.
Uiterlijke stilte is afwezigheid van lawaai, van mensen, van verplichtingen, misschien ook van verantwoordelijkheden.
Innerlijke stilte kenmerkt zich door vrede in je hoofd en je hart. Soms is het van buiten stil, maar wordt er binnen een veldslag geleverd.
Het mooiste meditatiecentrum, of het mooiste vakantieplekje midden in de bossen, in de duinen of op het strand garandeert niet automatisch rust.
Kloosters kennen uiterlijke stilte, tijden van gebed en uren van stilzwijgen, maar als nonnen en monniken geen innerlijke stilte kennen, dan is hun leven vol lawaai.
Ooit vond ik een boekje getiteld: ‘The desert in the city.’ van Carlo Caretti. De woestijn in de stad.
Nu is de woestijn, naar mijn gevoel, bij uitstek een symbool van stilte. Als je de woestijn in gaat dan ga je in de stilte.
In de Bijbel gaat Jezus de woestijn in, 40 dagen voordat zijn missie begint.
De Boeddha ging met de andere asceten ‘in de wildernis’ voordat hij verlichting bereikte.
Gaan in de wildernis, in de woestenij, in de woestijn betekent de stilte in gaan.
Iemand sprak over een ‘vision quest’ waarin mensen naar verafgelegen oorden en plaatsen vertrekken om in balans te komen.
Maar ‘the desert in the city’ suggereert dat je niet naar de fysieke woestijn hoeft te gaan, maar dat je die midden in de stad kunt vinden.
Midden tussen de mensen, midden in je werk.
Terug naar het boekje, waarin een zin stond die ik me na 30 jaar nog herinner:
The desert does not mean the absence of men, it means the presence of God.
De betekenis van stille is niet de afwezigheid van mensen, maar de aanwezigheid van God.
Intuïtief wist ik: dit is waar: stilte wordt niet gedefinieerd door de afwezigheid van mensen, maar door de aanwezigheid van God.
Toen ik dit wilde opschrijven om het hier voor te lezen vandaag had ik veel meer tijd nodig.
Ik begon met stilte, is niet de afwezigheid van mensen. En kijk waar ik terecht kwam.
Afwezigheid van mensen is uiterlijke stilte. Maar uiterlijke stilte, daar zijn we vaak bang voor.
Een weekend alleen thuis? Terwijl je niets georganiseerd hebt? Ik moet er niet aan denken.
Gedachten aan eenzaamheid en verveling beginnen te spoken.
We zeggen dat moet je aan kunnen.
Hoe lang kun je alleen zijn zonder je eenzaam te voelen of rusteloos.
In de trein zit bijna niemand meer zonder een stem of geluid in het oor, of beeld en kleur in het oog.
Onze zintuigen zijn doorlopend actief. Onze hersenen dus ook. Neen, afwezigheid van mensen, lees prikkels, stimulans is niet hetzelfde als stilte. Wat moet je ermee aan?
Het tweede gedeelte van de zin luidt: stilte is aanwezigheid van God.
Misschien schrikt U van het woord God, maar U mag het voor mij vertalen met gewaarzijn, het hoogste, essentie, balans of eenheid.
Waar gewaar zijn is of het hoogste, daar is aandacht, daar is volheid, voldaanheid, daar is het tegenovergestelde van verveling.
Daar is: Welkom thuis, je mag er zijn. Daar is: Heb je gegeten? Daar is wederkerigheid, vervulling, daar is: Ik hou van je.
Deze stilte is waar we naar verlangen, for sure, we geven het wellicht andere namen zoals vet cool of …
Waar vinden we deze stilte?
Er is maar één antwoord: in onszelf ? Hoe kunnen we die stilte bereiken?
Ik nodig u uit, rustig en ontspannen te gaan zitten. U kunt de ogen sluiten en de woorden laten resoneren.
U hoeft geen moeite te doen om ze te begrijpen.
Mediteren gaat over naar binnen kijken. Pauzeren.
Letterlijk op adem komen.
Ademen, je buik voelen, troost voelen, maar misschien ook onrust of stress en dan weten: het geeft niet, het is oke. Het mag er zijn.
Geen oordeel, geen veroordeling, enkel aanwezigheid.
Even laten we de boel de boel, we gaan van de verander-modus, de doe-houding naar de zijnsmodus.
We gaan van drukte, naar kalmte, van inspanning naar ontspanning, we keren in, in onszelf, dieper, voorbij de woorden, voorbij het denken.
We komen daar waar we stilte ervaren, misschien mogen we wel zeggen: waar we stilte zijn.
We hoeven de stilte niet te maken, we hoeven niets te maken, we kunnen alles laten zijn zoals het wil zijn. Daar waar geen oordeel is, geen commentaar, geen denken of reageren, daar is stilte. Daar is aandacht, gewaarzijn.
Volg de beweging van de buik, het uitzetten en inkrimpen, het komen en gaan.
Voel de pijn als die opkomt. Probeer niet te veranderen, blijf stil zitten met vriendelijke aandacht voor wat er ook maar opkomt. Ervaar hoe het is om de dingen te laten zij zoals ze willen zijn.
Ook de pijn?
Ook het verdriet en de kwaadheid die opkomt? Ja.
Ook de rusteloosheid en de herrie? Ja, alles. Het prettige en het onprettige. Meditatie gaat niet alleen over prettig voelen.
Het gewaarzijn kan zijn met wat er is, zonder te reageren.
Het voelt de pijn, ziet de pijn en hoeft niet meteen van houding te veranderen.
We hoeven niet meteen te reageren met afkeer, zoals we gewoonlijk doen.
We hoeven ons ook niet meteen vast te klampen aan dat wat we prettig vinden.
We zijn met vriendelijke aandacht aanwezig.
Want alles wil gezien worden voordat het kan gaan. Niet ik laat dan los, maar het laat zich los.
We zien dat er een proces gaande is, een proces van komen en gaan.
Verschijnen en verdwijnen, geboren worden en sterven.
Dit is wat er is. In eindeloze formatie.
Langzaam wordt het meer puur en stiller van binnen.
Een zingende vogel in de woestijn.
Er zijn geen woorden meer nodig, wel een hart dat verstaat, dat begrijpt, dat weet.
Geen afwezigheid van mensen meer nodig, wel aanwezigheid van God of puur gewaar zijn, vrede.
|