Bijdrage Henk Kemper
zondag 20 mei 2012

 
 


Voorgangers: Henk Kemper, Jeanne Krebbers

Thema: Ga zó door
!

Eerste lezing: Handelingen 1, 4-11
Tweede lezing: Lucas 24, 40-53
Derde lezing: Handelingen 6, 1-7

... Hemelvaartsdag maakt ons duidelijk
dat Jezus ons kennelijk waardig en vaardig vond
om zijn werk voort te zetten.
Het is aan ons om verder te gaan;
alles is verteld, alles is geleerd, alles is besproken.
Ik kan nu gaan ...

Welkom en inleiding
Goedemorgen, mede namens Jeanne, hartelijk welkom in deze viering van schrift en tafel. We vinden vandaag ons onderkomen in deze Amstelkerk, omdat onze eigen vertrouwde Duif verhuurd is.

Bekende, vertrouwde gezichten zien we én we zien gezichten van mensen die ik voor het eerst mag begroeten: voel je allemaal, stuk voor stuk welkom, dit uur. We hopen dat we je een uur van bezinning en rust kunnen bieden. Laat de muziek en de woorden je overspoelen en misschien wel (aan)raken. Jeanne gaat vandaag voor het eerst mee voor en dat vind ik heel plezierig, want zij gaat heel mooi lezen voor ons.

Het thema van vandaag luidt: “Ga zó door.” We zien voorop het boekje een eigenwijze, trotse duif die over het water vliegt. ‘Ga zo door’ is dan een mooie aansporing voor zo’n diertje, maar ik wil vandaag een andere kant uit. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat de afbeelding aanvankelijk ook nog een arkje op het water toonde. Maar dat vond ik erg associëren met de ark van Noach dus, hup, met een paar muisklikken pas je tegenwoordig een afbeelding aan zodat die je beter uitkomt. Op de banner op onze website zag Fred kans om het water te laten bestaan en de ark weg te poetsen.

We leven in deze periode in de tijd tussen Pasen en Pinksteren. Pasen ligt achter ons en Pinksteren voor ons; feesten die we op zondagen vieren. Hemelvaart valt op een doordeweekse dag en floept er wat tussendoor. Zonder al te veel aandacht er voor genieten we van een lang weekend. Heeft hemelvaart zijn glans verloren en betekent het ons nog iets? Heeft het waarde? Roept het een gevoel op? Zijn we niet meer gericht op zo’n ‘tussendoor-dag?’
Ik koos er vandaag voor om twee fragmenten te belichten uit het boek Handelingen der Apostelen, en wel fragmenten die gaan over de begintijd. De tijd dat Jezus juist was verdwenen en de leerlingen in verwarring achterbleven, zich waarschijnlijk afvragend wat hun te doen stond. Het is boeiend om die verhalen te lezen, omdat ze de worsteling laten zien van mensen die aanvankelijk ook niet weten wat ze aanmoeten met de situatie. Omdat wij weten dat er ook een keer Pinksteren komt en een Heilige Geest, beluisteren we de verhalen anders dan de apostelen. Hopelijk hebben de verhalen ons nog wel inspiratie te bieden en stof tot nadenken.

Laten we nu eerst ons hoofd leegmaken in stilte om ons te richten op een uur van bezinning en rust

Overweging
We bevinden ons in de tijd tussen Pasen en Pinksteren. Jaarlijks trekt het leven van Jezus van Nazareth in een soort van rollercoastersnelheid aan ons voorbij: De adventstijd vindt haar bekroning in het feest van Kerstmis. Jezus’ geboorte wordt dan uitbundig gevierd tot de oliebollen het feest komen verstoren. Na een tijdje van het ons weer ontdoen van de bijgekomen kilo’s bezinnen we ons op de belangrijke zaken in het leven en voor je het weet daagt Pasen in de verte. Jezus’ geboorteverhaal ruw verdringend tot het eeuwenoude verhaal van moord en vernedering. Nu bevinden wij ons in de periode die volgt na Pasen en die vooruitloopt op Pinksteren. Er is een spreekwoord dat zegt: “Als Pasen en Pinksteren op één dag vallen.” Daarmee wordt doorgaans bedoeld dat dat wat je graag wilt, er nooit van zal komen.

In de liturgie wordt deze ‘tussentijd’ tussen Pasen en Pinksteren gekenmerkt door verhalen over het verschijnen en verdwijnen van Jezus. Een verwarrende tijd voor zijn achtergebleven leerlingen. In de dagen na Pasen verschijnt Jezus enkele malen, maar telkens vertrekt hij ook weer. Als je je verplaatst in zijn volgelingen die opgeleid werden door Hem zelf, moet dat komen en gaan verwarrend zijn. Vorige week, tijdens de dienst waarin Catrinus voorging stond het verhaal van het vangen van de vissen in een scheurend net centraal. Er werd verhaald dat Jezus aanvankelijk niet herkend werd; pas in tweede instantie. Dat is een kenmerk van de meeste verhalen. Pas in tweede instantie wordt Jezus herkend in zijn doen en laten, soms in het breken en delen van brood, vissen en wijn. Catrinus hield ons voor dat het ons duidelijk maken kan dat de boodschap van Jezus gaat over hoe je de wereld vorm kunt geven en kunt delen van wat je bezit.

Afgelopen donderdag was het Hemelvaartsdag. De allereerste Hemelvaartsdag staat beschreven in het verhaal dat we lazen. We lazen het eigenlijk twee keer met verschillende nuances: Eén maal opgetekend in het boek Handelingen en één maal, zoals het werd opgetekend door Lucas. We horen in Handelingen der apostelen in het eerste hoofdstuk, dat Jezus weer een keer bij zijn volgelingen is en voorspelt dat hij zal gaan. Net als vóór zijn kruisiging stellen omstanders hem een politieke vraag: “Heer, gaat u dan binnen afzienbare tijd het koningschap over Israël herstellen,” vragen zij. Maar Jezus zegt hen dat het niet aan hen is om te weten wat het tijd en het ogenblik is dat God heeft vastgesteld. Hij stelt hen een Helper in het vooruitzicht. De Heilige Geest die hen zal helpen tot het einde der aarde: universeel en voor iedereen. Na die voorspelling ontstijgt hij de aarde.

Lucas beschrijft dezelfde gebeurtenis, maar net even anders. Hij schrijft dat Jezus zei: "Blijf in de stad tot jullie met kracht uit de hemel zijn bekleed. Dit gezegd hebbend zien zij Jezus omhoog geheven worden tot een wolk hem aan hun zicht onttrekt.” Dat gebeurt volgens het verhaal op de Olijfberg, een berg die op een sabbatsreis afstand ligt van Jeruzalem. De afstand van een sabbatsreis is 2000 el, zeg maar 1200 meter. In beide fragmenten keren de leerlingen en hun aanhang terug naar Jeruzalem, nádat zij door mannen in witte gewaden aangesproken zijn: “Gallileeërs, wat staan jullie naar de hemel te kijken.”
Ik dacht van de week: wat zou er gebeuren als ik vanmiddag midden op de Dam ook eens een kwartiertje naar boven zou gaan staan kijken. Er zouden vast wel mensen zijn die ook naar boven gingen kijken. Maar in dit geval is de vraag “wat sta je naar de hemel te kijken” een vrijwel onbeantwoordbare. Stel je voor, je bent in gezelschap van iemand, Jezus in dit geval en die stijgt op naar de hemel. Dat alleen kun je al niet bevatten en dan wordt er ook nog gezegd: “Wat sta je naar de hemel te kijken.” Je onderkaak ligt dan toch op de keien? Als ik op de Dam zou antwoorden: “Ik sta te kijken of Jezus weer terugkomt,” zou ik direct door mannen in witte jassen worden afgevoerd, denk ik.

In Handelingen staat vrij nauwkeurig beschreven wie deel uitmaakten van het gezelschap dat aanwezig was bij Jezus’ hemelvaart. Opvallend is dat in Handelingen ook de aanwezigheid van de vrouwen uitdrukkelijk benoemd staat. Mooi zo!

In de liturgievergadering vroegen we ons af wat de betekenis is van hemelvaart. Wat doet het ons en roept het een gevoel op of een beleving. Helaas, ik moet jullie enigszins teleurstellen. Ik stelde de vraag: wat betekent Hemelvaartsdag vandaag de dag. En iemand antwoordde: “Lekker een vrije dag!” Het lijkt er daarmee op dat Hemelvaartsdag niet wordt ervaren als een belangrijke stap in het leven van en de verhalen over Jezus van Nazareth.

Na Jezus’ hemelvaart kwam het moment dat sprake is van het opbouwen van een gemeenschap. Daarover kunnen we lezen in het zesde hoofdstuk van handelingen der apostelen. Toen ik dat las voelde ik eerlijk gezegd op onderdelen een parallel met de Duifgemeenschap. Ook wij funderen ons op democratische principes en beogen er voor elkaar te zijn. Ook wij vinden dat we naar vermogen moeten delen. Precies de waarden waar we vandaag over lezen. We lezen over de worsteling van de jonge gemeenschap om de taken gelijk te verdelen en we lezen dat de jonge gemeenschap tot de conclusie komt dat meer menskracht nodig is om het werk goed te doen. Daarom kiezen zij uit hun midden mensen die zich moeten gaan inzetten voor het welzijn van de gemeenschap. De 12 apostelen roepen de voltallige gemeenschap van leerlingen bij elkaar om het probleem gezamenlijk te bespreken. Met iedereen, dus: de apostelen én alle volgelingen/leerlingen. Wij noemen zo’n bijeenkomst de Vergadering van Aangeslotenen, de VA.
Ze benoemen een aantal dienaren voor de zorgtaak. We lezen dat deze maatregel wordt genomen opdat de apostelen zich kunnen bezighouden met gebed en de verspreiding van het geloof. Dus: er worden mensen uit de gemeenschap gekozen voor het vervullen van het dagelijkse werk, zoals het met name genoemde zorgen voor de weduwen en de maaltijden. Zij moeten in brede zin zorgen voor het aardse welzijn van de mensen, zodat de apostelen zich kunnen blijven wijden aan gebed en verkondiging. Gut, waar heb ik dat gevoel vaker gekregen dat een speciale, zichzelf benoemende groep zich wijdt aan de exclusieve uitleg van de woorden van God. Zo’n club die het echte werk van welzijn voor de mens, overlaat aan de gewone man. Er lijkt niet veel veranderd. Alleen dat we in onze gemeenschap onze voorgangers kiezen, net als weleer, maar dat van onze voorgangers ook de uitvoering van het nederige werk wordt verlangd. Is dat voortschrijdend inzicht?? Bij ons wel, zal ik maar zeggen; en daar laat ik het maar even bij.

Hemelvaart: Roept dit bij ons slechts de gedachte aan een vrije dag op. Nee, niet helemaal waar, want in de liturgievergadering werd ook gezegd, dat het verhaal ons vertelt over Jezus die ons een woning voorbereidt. Ook vertelde iemand over de associatie die zij heeft: God, de Heer, stijgt op. Een majesteitelijk beeld dat duidelijk maakt dat er sprake is van iets heel erg bijzonders. Daar sluit ik me bij aan: Hemelvaartsdag maakt ons duidelijk dat Jezus ons kennelijk waardig en vaardig vond om zijn werk voort te zetten. Het is aan ons om verder te gaan; alles is verteld, alles is geleerd, alles is besproken. Ik kan nu gaan. Sterker: ik móet nu gaan want anders komen jullie niet zelf tot daden, maar blijven jullie verwachten dat ik het doe.

Ik vertelde al dat de afbeelding van het boekje oorspronkelijk ook een arkje op het water toonde. Dat heeft Fred er op mijn verzoek vakkundig vanaf geknipt. Maar achteraf, sorry Fred, had dat arkje er toch wel op mogen blijven staan om het beeld op die manier helemaal mooi rond te maken. Ik bedoel: God die zijn trouwe Noach, heel erg lang geleden zo wil het verhaal, een ark liet bouwen en die daarmee met Noach een verbond aanging. Jezus die op aarde komt om dat verbond opnieuw te belichten, toe te lichten, uit te leggen en te bespreken. Hij die ons God laat zien als een liefhebbende vertrouwenwekkende God. Die ons doen en laten met belangstelling volgt en er zal zijn. Die is: de ondervangende adelaarsvleugels die ons opvangen als we krijsend dreigen te vallen. Het is die Jezus die ons ook weer alleen laat in het vertrouwen dat we het kunnen. Met een gerust hart laat hij Zijn werk aan ons. Misschien zegt hij daarmee tegen ons: “Ik moet gaan, maar tegen jullie zeg ik: Ga zó door.”

 
       
 

Archief alle overwegingen 2011 en voorgaande jaren | Archief overwegingen 2012

 
 

FV/RG 2012-05-29 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl