|
||||
Bijdrage:
Diana Vernooij |
||||
Eerste lezing: Lucas 3:21-22, 4:1-14 “ ... Als je altijd maar druk bezig bent Inleiding Goede morgen, welkom lieve mensen op deze laatste zondag in de zomer van Noord-Holland. “We leven in een geweldige tijd. De vrijheid die we hebben. Wat we allemaal weten en kunnen. Hoe we met elkaar verbonden zijn. We leven in een tijd waarin iedereen kan bijdragen … Elke handeling, hoe klein ook, zet iets in beweging. Samen maken we van klein het nieuwe groot.” Vanuit dit zelfde besef, dit besef dat we in een geweldige tijd leven, hebben wij als voorgangers het zomerthema neergezet: “Stilstaan bij wat er is, in de rijkdom van de zomer” . Het regende ja, maar we hebben een rijke zomer, een zomer met vriendschap, met kleur, met deining en nieuwe ruimte. We werkten samen met mensen van buiten de Duif. Een imam reciteerde voor ons, er waren meerdere prachtige zangeressen, zelfs vorige week een danseres. “Stilstaan bij wat er is, in de rijkdom van de zomer” – We sluiten dit thema af met “de rijkdom van alleen zijn”. Wat mij betreft is de kunst van alleen te zijn de alfa en de omega van alle rijkdom, het startpunt en de finish. Kun je het goed vinden in het gezelschap van jezelf, dan ben je een rijkdom voor een ander. Dat er verschillende kanten aan het alleen zijn zitten, dat zullen we straks uitpluizen. Carolien en ik hebben er mooie muziek bij gezocht. Leonard Cohen, die pas nog een concert gaf in het Olympisch Stadion bezingt het besef van alles wat er is, de kostbaarheid van het bestaan. Hij is alleen en hij luistert, zo hard dat het pijn doet. We luisteren naar Charlie Winston over alleen zijn, die hem altijd laat zijn zoals hij is. Carolien en ik wensen ons allen een goede viering.Overweging Charlie Winston zingt in het lied dat we net hoorden: “Zelfs al nodig ik je niet uit (en ‘je’ is dan het alleen zijn), Zelfs al nodig ik je niet uit, en is je aanwezigheid pijnlijk, je laat me altijd precies degene zijn, die ik ben.” Dat is nog eens in de spiegel kijken: je alleen zijn laat je zijn die je bent. Want heb je het goed met jezelf? Kun je jezelf troosten als je het zwaar hebt. Kun je jezelf oppeppen als je wat energie nodig hebt? Kun je jezelf in slaap wiegen als je verdriet hebt? Het is al weer een tijd geleden dat ik besefte dat er altijd een gesprek in mij gaande is, in mij maar eigenlijk in alle mensen. Er is altijd een gesprek gaande in ons hoofd. Er is een stem die commentaar geeft, die bij het verleden blijft hangen en alles herhaalt was er is gebeurd. Een stem die vooruitschiet naar de toekomst en zich beelden en verwachtingen schept. Een stem die mijn boosheid versterkt, mijn angst versterkt, die mij in paniek kan doen schieten. Keurt de stem af wat je doet? Of zegt de stem dat je er niets aan kan doen omdat anderen het voor jou erg moeilijk maken? Is die stem vaak boos, verontwaardigd, of is die juist angstig of verdrietig? Wat zegt die stem over wie jij bent en wat jij doet? Weet jij wat de stem van jouw geest jou zoal influistert? Ben jij in harmonie met die stem, of vecht je voortdurend in je hoofd? Zijn er meerdere stemmen die elkaar afmatten? Reageer je onmiddellijk op wat de stem in jezelf je influistert, of tel je eerst tot tien voordat je ook iets naar buiten brengt? Mens-zijn is een herberg, altijd weer een nieuw bezoek, schrijft Rumi, de Perzische wijze uit de Middeleeuwen. Onverwachte gasten zijn het: een vreugde, een depressie, een flits van inzicht. Ongenode gasten zijn het, want wie nodigt zulke ongezellige bezoekers uit? Er is een verhaal over een man die één zoon heeft en één paard. Zijn paard ontsnapt en gaat ervan door. De buren zeggen: ach, ach, wat vreselijk – nu ben je je enige paard kwijt. Ach ja, zegt de man, het is zoals het is. Dan komt zijn paard terug met in zijn kielzog een wilde merrie. Oh, oh, zeggen de buren, wat een geluksvogel – nu heb je twee paarden. Ja, zegt de man, het komt zoals het komt. Dan gaat zijn zoon de wilde merrie temmen en valt van het paard en wordt mank. Ach, ach, wat vreselijk zeggen de buren, je enige zoon mank. Tja, zegt de man, het is zoals het is. Dan breekt er oorlog uit en moeten alle jonge mannen naar het front. Alleen de zoon van de man hoeft niet in dienst, omdat hij mank loopt. Oh, oh, roepen de buren, wat heb jij een geluk! Wat heeft deze man nu, wat zijn buren niet hebben? Je kunt het denk ik het beste gelijkmoedigheid noemen, hij maakt zich net zo min druk over het nare dat hem overkomt als over het goede. Hij is niet onverschillig, hij kent ook zijn verdriet en vreugde. Maar hij neemt het leven zoals het komt en maakt er het beste van. Gelijkmoedigheid heet dat, en dat is heel wat anders dan onverschilligheid. Onverschillig is gevoelloos, het maakt je allemaal niet uit. Maar gelijkmoedigheid is geen onverschilligheid. Gelijkmoedig ben je, als je in staat bent om al die bezoekers binnen te laten en gastvrij te onthalen. En dan maakt het niet uit of de bezoekers in het werkelijke leven voor je deur staan, zoals het paard en de mannen die zonen op komen halen voor de oorloog. Het kunnen ook de gedachten en oordelen in je eigen hoofd zijn – of de emoties: de vreugde en het verdriet, de donkere gedachte en de flits van inzicht. Als Jezus de woestijn intrekt krijgt hij duivelse ingevingen. Ook zijn geest is bezet en laat hem niet met rust. Het is vreemd dat het verhaal vertelt dat hij vervuld van de Heilige Geest de woestijn intrekt en geleid door de Geest 40 dagen rondzwierf. En het verhaal eindigt dat hij gesterkt door de Geest terugging. Je zou verwachten dat de duivel tevoorschijn komt als de Heilige Geest is verdwenen, maar nee. Het lijkt erop dat de duivel juist tevoorschijn komt omdat Jezus door de Heilige Geest is vervuld. Omdat de Geest er is, kan de duivel tevoorschijn komen en worden overwonnen. Dit is de ware spirit van alleen zijn: dankzij de kracht van de geest is ieder mens in staat om wat er in haar geest tevoorschijn springt aan emoties en oordelen en verlangens en afkeer te verdragen en om te vormen. We hoeven niet achter van alles aan te rennen om vast te grijpen of weg te rennen om van ons af te houden. Het mag er allemaal zijn, we kunnen het onder ogen zien. De duivel brengt drie verzoekingen naar Jezus, de verzoekingen van de macht. En Jezus weet deze verzoekingen te weerstaan, hij zal geen verlosser worden vanuit menselijke macht. Voor Jezus zijn de verzoekingen van de duivel belangrijk. Hij voelde dat hij nog niet klaar was om als messias leerlingen te gaan werven. Er was nog iets dat hij aan moest gaan. Dankzij de kracht van de geest daagt hij de duivel uit en overwint zo zijn aardse ambities. Wel degelijk kun je de duivel een raadgever noemen, een “blessing in disguise”. Hij is geen raadgever die je vleit en naar de mond praat. Hij is een harde heelmeester. Gesterkt door de Geest kon Jezus hem ontvangen, en hij behandelde hem met respect. Drie keer wordt hij verleid tot macht over mensen en stof. Drie keer wijst hij de verleiding af met de woorden: “Er staat geschreven …”, drie keer komen de schriften tot leven voor hem. Het zijn geen vrome teksten meer maar nu heeft hij er voor gekozen, volledig, hij heeft de woorden van God aangenomen en geleefd! En alle machtsverlangen is nu uitgeblust. Kun je je gasten ontvangen, en met eerbied behandelen? Durf je een te zijn met de wereld, met jezelf, ook met de schaduwzijden, met wat zich allemaal aandient in je bestaan? Durf je gelijkmoedig te verwelkomen wat er op je pad komt? Nodiging Voorbeden Laat ons hart zijn bij de mensen die ons na staan, Laat ons bidden voor mensen die ziek zijn of wanhopig, Zegenbede |
||||
Archief alle overwegingen 2011 en voorgaande jaren | Archief overwegingen 2012 |
||||
|
||||
FV/RG 2012-09-05 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl |
||||