Bijdrage: Marina Slot | Yvon van der Meer
zondag 11 november 2012

 
 


Voorganger: Marina Slot
Gastvoorganger: Yvon van der Meer

Thema: Het is te doen
Viering Sint Maarten

Eerste lezing Deuteronomium 30: 11-14
Tweede lezing: Lucas 11: 33-36

... In ieders leven zijn er periodes
dat het licht het even niet doet....
Vertrouw erop dat als je uit je schulp kruipt
en een beetje licht kunt verdragen en kunt toelaten
er altijd mensen zijn die er voor je willen zijn.
Durf te vragen ...


Inleiding

Zoals jullie weten is Marina een vasthoudend type. Ze heeft me uitgenodigd om de overweging te houden.

Ik neem jullie mee naar de tijd van Sint Maarten in de derde eeuw na Christus. Aan de hand van een lezing uit Deuteronomium en Lukas maken we een vertaalslag naar de dag van vandaag. Hoe kunnen wij, naast de maandelijkse collectes en de inzamelactie voor de Voedselbank vandaag er voor de ander zijn. Is het te doen?


Overweging

Vandaag vieren we Sint Maarten. Ik denk dat een aantal mensen misschien wel iets extra’s in huis heeft gehaald, want misschien komen er wel wat kinderen aan de deur hun Sint Maarten liedje zingen. En niemand wil een rijke man of vrouw zijn, die niks missen kan, toch?
Wie is nu die man die heilig verklaard is en tot op de dag van vandaag nog steeds herdacht wordt met lichtjes en bedelversjes. Als je op internet gaat zoeken vind je dat Maarten rond 316 na Christus geboren zou zijn in Hongarije en dat hij Romeinse ouders had. Romeinse  ouders en dan geboren worden in Hongarije? Dat zal komen doordat het Romeinse rijk het gebied rond de Middellandse zee tot aan Ierland bestreek en het gebied van het huidige Hongarije hoorde daar ook bij. In die tijd was het heel gebruikelijk dat jongens zo rond hun 15e levensjaar het leger ingingen om als soldaat te dienen. Soldaten werden ingezet om het volk te beschermen en zo nodig land te veroveren.  Zo nam ook Maarten deel aan het leger. Hij trok naar Gallië en liefhebbers van de stripverhalen over Asterix en Obelix herkennen dat ogenblikkelijk als het gebied van Frankrijk. Bij een stadspoort van Amiens ontmoette Maarten een bedelaar, aan wie hij de helft van zijn mantel gaf. Toen hij 19 jaar was zou hij duivel uitdrijver geweest zijn. Ook leefde hij enige tijd op het Italiaanse eiland Gallinaria, bij Genua, als kluizenaar. Het eerste klooster in Frankrijk bij Poitiers zou door hem gesticht zijn. Maarten heeft niet stil gezeten en ik hoop voor hem dat hij niet alleen heeft gereisd.

Op zijn 55e werd Maarten door de bevolking van Tours gekozen tot bisschop. Hij vond zichzelf hier niet waardig genoeg voor en verstopte zich in een ganzen- en zwanenhok. Maar toen zijn aanhangers hem gingen zoeken, gingen de ganzen, zoals het ganzen betaamt, vreselijk te keer en werd zijn schuilplaats ontdekt. Zo kwam het dat hij alsnog tot bisschop van Tours gewijd kon worden.

In de tijd dat Maarten leefde werd er in de moeilijke wintermaanden veel gebedeld. Wij kunnen het hele jaar door naar winkels om te kopen wat we nodig hebben. En de grote winkelketens doen erg hun best om ons naar hun winkels te lokken door aanbiedingen, bonussen en tegenwoordig ook langloop-bonussen aan te bieden. Een duurdere keten gaat zelfs uit dozen verkopen om zo hun image wat op te poetsen. Er minder door duur te lijken. In de derde eeuw was dat vast anders. Bij mij roept het beelden op van plaatselijke markten waar ieder kan verkopen waar hij zelf voldoende van heeft. Als je geen levensmiddelen, dieren of geweven stof ‘over’ had, ja wat moet je dan doen in de winter. Bedelen hoorde bij het leven. Ook kinderen werden erop uitgestuurd om bij mensen waarvan men dacht dat die wel iets konden missen, te vragen iets aan hen weg te geven.
Vandaag is de dag dat we hier in De Duif tassen gevuld met levensmiddelen verzamelen. Eigenlijk is het een triest verhaal dat dat anno 2012 nodig is. Het zal je maar gebeuren. Je raakt je baan kwijt, er is geen werk te vinden en je kunt jezelf en/of je gezin niet meer geven wat nodig is. En als je dan zover gekomen  bent, doen zich vaak ook nog meer problemen voor. Ik weet uit ervaring met mijn werk dat mensen zich schamen, dat ouders de kinderen liever de kleding geven die zorgen dat ze ‘er bij horen’. Daar hoort dan liefst ook een mobiele telefoon bij. Wellis waar zonder beltegoed, maar dan kan het kind wel gebeld worden. Liever dan eten en drinken mee te geven naar school of een sportclub te betalen. Er is een gezin waar de kinderen broodmager zijn en liefst de hele dag hun jas aanhouden zodat ze zich toch een beetje warm en veilig voelen. Veel mensen hebben ook met schuldsanering te maken. Menig ouder kwam mij met zwaar gemoed vertellen dat men in de schuldsanering zat en echt de reiskosten niet kon betalen om hun zoon of dochter naar stage te laten reizen. Ik heb zelf wel eens een jongen geld geleend. En echt, toen hij van school ging heb ik van hem het geld terug gekregen.

De voedselbank is een organisatie die zich ten doel stelt dat mensen, het liefst op eigen kracht, met enige ondersteuning, uit hun problemen komen en weer grip krijgen op hun leven. ‘Tijdelijk’ en ‘op eigen kracht’ zijn dan ook de sleutelbegrippen die in het werk van de voedselbank centraal staan.

Hoe verhouden de lezingen van vandaag zich nu met het gegeven dat er nog steeds mensen zijn die ondersteuning nodig hebben. In Deuteronomium staat geschreven dat de geboden heel dichtbij zijn, we ze in ons kunnen opnemen, ze ons eigen maken. Kortom: het is te doen. Het doet een appel op ons om er samen voor te gaan. Ja, ik hoor menigeen denken: dat is makkelijk gezegd. Hoe kan ik nu iemand helpen.

Lucas zet ons op weg met: ‘Wie een lamp aansteekt, zet hem niet weg in een donkere nis, maar plaatst hem op de standaard, zodat degenen die binnenkomen het licht kunnen zien’.
Het oog merkt licht op. Het oog ziet wat er is. Het oog is verbonden met ons hart. Ieder van ons heeft mensen om zich heen die er voor jou willen zijn. Tijdens de voorbereiding van deze viering op maandagavond hebben we gesproken over wie er voor jou klaar staan en op welke manier dan. Wat ik heel mooi vind aan de reacties is dat we eigenlijk best goed weten wat we nodig hebben. Waar we ons gesteund door voelen. Eigenlijk ook is er besef van wie we steun willen ontvangen. Er is ook naar voren gekomen dat er vaak een wederkerigheid is in wat je voor de ander zeg maar: ‘terug kunt doen’. Het is geen voorwaarde om een ander te ondersteunen, maar kan wel gebeuren.

Lida gaf aan dat ze haar dochter in vele opzichten heeft kunnen ondersteunen en dat een schoonzoon dan bijvoorbeeld een klus in huis deed waar Lida weer niet zo goed in is.
Eigen ervaringen maken het voor mensen om je heen soms eenvoudiger om een beroep op je te doen en voor de ‘gever’ is het erkenning van wat er ervaren is met pijn en verdriet. Hortense heeft een nicht van haar ondersteund toen zij haar man verloor. Je eigen verdriet kan plaats en ruimte maken om de ander te kunnen geven wat nodig is. Je kunt goed begrijpen wat de ander voelt.
Harry zet zich in voor Stichting De Regenboog, een organisatie die daklozen ondersteunt. De mensen die een beroep op de organisatie doen wordt gevraagd een taak op zich te nemen in de organisatie. En een bijdrage leveren aan is eigenlijk ook een wederkerigheid en maakt het mogelijk blij te kunnen zijn met wat je doet. Overigens heeft Harry te kennen gegeven dat er behoefte is aan ondergoed en sokken. Bij deze vraag ik jullie dan ook om thuis is even te kijken of er sokken en ondergoed ligt dat je kunt missen. Je mantel mag je heel houden, maar de inhoud van je kast…

Zo maken we met elkaar dat de geboden uit Deuteronomium niet te zwaar zijn voor ons. Ze liggen voor ons en niet buiten ons bereik. Ieder van ons heeft kwaliteiten die een ander kunnen ondersteunen. Vandaag zijn we bij elkaar in De Duif. We hebben de kans om in natura een ander te ondersteunen, namelijk iemand die heeft aangeklopt bij de Voedselbank. Er zijn mensen die dit geïnitieerd hebben, tassen verzorgd en die zorgen dat de gevulde tassen bij de Voedselbank aankomen. Dat is mooi. Een initiatief dat eerst alleen iedere maand een financieel beroep ons deed. Nu met een andere insteek. We ondersteunen mensen die weer op eigen kracht moeten komen. We kennen hen niet, maar ik vertrouw erop dat die mensen er weer kunnen zijn voor mensen in hun omgeving.
Wat doen jullie met overbodige spullen? Denk eens aan een kringloopwinkel. De spullen die je daar inlevert of die bij jou thuis kunnen worden opgehaald, worden voor weinig verkocht. De kracht daarvan zit in het feit dat je spullen niet hoeft weg te gooien maar een ander die het minder heeft de mogelijkheid geeft het huishouden draaiend te houden of te krijgen. Er werken mensen die werkervaring opdoen. Een voorbereiding om deel te kunnen gaan nemen aan het arbeidsproces, onder de mensen te zijn en sociale contacten te leggen. Structuur geven aan een leven dat doelloos kan aanvoelen.

Ik weet niet hoe het jullie vergaat, maar gelukkig heb ik heel veel vrienden en vriendinnen. Met de een deel ik heel andere dingen dan met de ander. En andersom vraagt de een wel om ondersteuning of feedback en weet ik dat ik een ander er naar zal moeten vragen. Allebei is goed. Zelf vragen om een aai over je bol of een schouder om even op uit te huilen of gewoon even niet alleen te hoeven zijn of samen te zijn zonder iets te hoeven zeggen kan moeilijk zijn. Gebruik de ogen als lamp om de situatie te verlichten en zie wat er is.

In ieders leven zijn er periodes dat het licht het even niet doet, dat je even genoeg hebt aan jezelf. Dat je ondersteuning (nog) niet kunt ontvangen. Dat je het liefst wegkruipt onder de dekens met je verdriet. Vertrouw erop dat als je uit je schulp kruipt en een beetje licht kunt verdragen en kunt toelaten er altijd mensen zijn die er voor je willen zijn. Durf te vragen, stel je open, neem je verantwoordelijkheid want dan kunnen we voor elkaar het licht zijn.
Als je hele lichaam verlicht is, zonder dat ook maar een deel in duisternis verkeert, dan is het zo licht als wanneer een lamp je met zijn stralen verlicht.

We hebben een opdracht om anderen die steun te geven die ze nodig hebben. Straks bij de koffie of thee is het al mogelijk er voor een ander te zijn door bijvoorbeeld te vragen hoe het met de ander gaat of aan te geven dat je de ander even nodig hebt.
Dan kunnen we voor elkaar een stukje van God zijn. De handen en voeten van de Eeuwige.
Het is te doen!

 
       
 

Archief alle overwegingen 2011 en voorgaande jaren | Archief overwegingen 2012

 
 

FV/RG 2012-11-12 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl