|
||||
Bijdrage:
Diana Vernooij |
||||
Eerste lezing: Genesis 1: 1-5 “ ... Met een opgeruimd gemoed Inleiding Goede morgen lieve mensen, van harte welkom in onze Duif, op deze 3e adventszondag. Fijn dat jullie er zijn. Hoe ruim en open is je geest? Is er nog plek, nog leegte waar iets nieuws kan ontstaan? Want er ontstaat niets nieuws als het leven is volgepropt. Tijd om op te ruimen! Fred en ik wensen ons allen een heel verhelderende viering toe! We steken daartoe de 3e adventskaars aan.Overweging Een vriendin van mij volgde een opruimcursus. Ze bezat vele schatten in haar huis, maar het was wat onoverzichtelijk geworden allemaal. Zo langzamerhand wist ze ook niet meer wat ze had en waar het was, de stapels groeiden haar boven het hoofd. Daarom volgde ze die opruimcursus. Orde scheppen in de chaos, ruimte maken voor leegte – het is een basiskunst in het bestaan. Het begint al in het scheppingsverhaal, het allereerste verhaal dat in de Bijbel staat. God schiep de hemel en de aarde, maar de aarde was nog woest en ledig. De grond voor de schepping, de aarde, wachtte op het woord dat het tot een eerste ordening bracht: “Er zij licht”. God scheidde het licht van de duisternis, en bracht een eerste begin van orde, er kon een dag en een nacht ontstaan. Op internet zag ik een aanbod van een opruimcursus, met de wonderschone naam: “Ruimte in je hoofd”. Je omgeving is een afspiegeling is van je innerlijk, staat er in de aankondiging. En ik vrees, als ik naar mijn volgepropte laatjes en kasten thuis kijk, dat het waar is. Tijd om op te ruimen! Ook onze geest heeft ordening nodig. Als je je bewust wordt van alle gedachten in je hoofd, de zorgen die je je maakt – en hoe vaak je die zorgelijke gedachten herhaalt in jezelf, dan is dat even schrikken. Je gedachten bewandelen maar al te vaak dezelfde koeienpaadjes en je geest is regelmatig bevangen. Bevangen door zich herhalende gedachten: “als dat gebeurt, dan red ik het niet meer” of: “zie je wel dat ik dat niet kan”, of “dit moet opgelost worden, nu” of “zo zit ik nu eenmaal in elkaar”. Of je herhaalt voortdurend hetzelfde verhaal in je hoofd. Zo’n mooi helder hoofd met ruimte voor nieuwe dingen noemt mijn oude studiegenoot en praktisch filosoof Dries Boele: een opgeruimd gemoed. Hij geeft er filosofiecursussen over. Ik houd van die benaming: een opgeruimd gemoed. Het is een prachtige ouderwetse term. Het doet me aan voorjaarsschoonmaak denken. Je bovenkamer is opgeruimd, het is er helder en vrij, de ramen staan open. Er kan frisse lucht binnenkomen, ja alles mag binnenkomen wat voor de poort staat te trappelen. Zelfs piekergedachten mogen binnenkomen, verdrietige gedachten, uitbundigheid, alles. Zolang de openheid blijft en de bevangenheid geen kans krijgt. Met een opgeruimd gemoed kan ik met volle aandacht doen wat ik doe, ben ik ontvankelijk voor wat er gebeurt in het hier en nu. Bekende muziek kan me verrassen als ik er voor open sta. Zonder aandacht gaat het aan me voorbij. Hetzelfde geldt voor verwondering en creativiteit – vragen ze niet om een ongehinderde ontvankelijkheid? Misschien is dat wel wijsheid: alles toelaten en nergens door bevangen worden. Verdriet, vreugde, paniek, angst, enthousiasme, verwondering – alles komt en gaat, niets gaat in een hoek van je bovenkamer op een stapeltje stoffig zitten te worden. De prachtige tekst uit Spreuken die we lazen vertelt dat de Eeuwige de wijsheid schiep voordat ZHij al het andere schiep. Zelfs nog voor licht en donker, nog voor de aarde en de hemel was geschapen – verwierf de Eeuwige zich de Wijsheid. De tekst laat de Wijsheid daar zelf over zeggen: “Ik was zijn lieveling, een bron van vreugde, elke dag opnieuw. Ik was altijd verheugd in zijn aanwezigheid, vond vreugde in zijn hele aarde en was blij met alle mensen.” Wijsheid beaamde dat het goed was wat God schiep. Joyce vertelde op de voorbereidingsavond van deze viering, dat zij voor Sinterklaas wekenlang allerlei spullen op straat verzamelde om een prachtige gekke surprise mee te kunnen maken. Allerlei vondsten sloten prachtig op elkaar aan, de verzameling werd steeds mooier. Tot het moment dat ze besloot wat het moest gaan worden en ze bedacht wat ze nog nodig had. Toen vond ze niets meer dat erbij paste. De openheid was eruit –het werkte niet meer. De wijsheid was eruit – het was geen scheppen meer maar werd een gefixeerd plan – het werd fabriceren. Tot ze dat plan weer kon loslaten en er van maakte wat wel kon. Laten we ons deze levenskunst eigen maken. Laten we de openheid bewaren terwijl we ons leven scheppen. Niets fixeren en geen kastjes en laatjes meer volproppen voor je-weet-maar-nooit. Laten we erop vertrouwen dat de leegte van ons opgeruimd gemoed vol is van mogelijkheden, maar nog woest en ongetemd. We gooien de ramen open, heffen onze kin omhoog en glimlachen, nieuwsgierig naar wat er komen gaat. – dat het zo moge zijn. Gebeden uit de gemeenschap God, Wij bidden u voor religieuze gemeenschappen in de wijken Nodiging Weet je dan genodigd om hier met elkaar brood te breken en wijn te drinken, als het teken dat wij onze geestkracht zullen versterken en ons opgeruimd gemoed aan elkaar zullen schenken. De wereld heeft het nodig, helderheid en openheid en ruimte om iets nieuws te laten ontstaan. Zegenbede Moge de Krachtige en Tedere dicht bij ons zijn de komende dagen |
||||
Archief alle overwegingen 2011 en voorgaande jaren | Archief overwegingen 2012 |
||||
|
||||
FV/RG 2012-12-17 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl |
||||