Bijdrage: Henk Kemper
zondag 20 januari 2013

 
 


Voorganger: Henk Kemper
Lectoren: doopouders Wencke en Michael

Thema: Aannemen en doorgeven

Eerste lezing: Lucas 3, 15-16, 21-22
Tweede lezing: Een scheppingsverhaal,
Derde lezing: uit De Profeet, Over kinderen - Kahlil Gibran

Aannemen en doorgeven

... Geluk ervaren en geluk brengen aan anderen;
het is ingebakken in onszelf.
Je moet er alleen oog voor hebben.
Het is een cadeau in jezelf, bestemd voor jezelf en ook voor de ander.
Je kunt er van geven en je kunt er van krijgen ...


Inleiding en welkom

Goedemorgen, hartelijk welkom in deze viering van schrift en tafel.
Iedereen die we vaak zien, wees weer welkom. En wie nu en dan komt binnenlopen of er vandaag voor de eerste keer is: voel je welkom in deze gemeenschap van mensen die zoeken naar hoe God de wereld heeft bedoeld.
Je valt vandaag met je neus in de boter, want het is feest. We gaan vandaag Noa dopen, dochter van Wencke en Michael. Jullie komen al enige tijd met regelmaat naar onze vieringen en jullie hebben ons gevraagd of Noa hier gedoopt kan worden.
Ik herinner me nog dat ik jullie vertelde dat de Duif een kerk is die, om het maar zo te zeggen, op eigen wieken vliegt. Een kerk die niet onder de verantwoordelijkheid van het bisdom functioneert. Maar wel een kerk van mensen die bevlogen zijn en die geïnspireerd worden door oude en nieuwe teksten uit verschillende tradities. Zoekend, vindend, vallend, maar ook vierend. En dat sluit nu net precies aan bij wat jullie zelf zoeken en als positief ervaren in onze gemeenschap.
Ja, ik zeg dit maar even, want jullie hebben veel vrienden en familie meegenomen en je kunt nu nog naar buiten. Broers, zussen, ouders, grootouders en zelfs over-grootouders hebben jullie meegebracht. Mooi: dat er hier maar liefst vier generaties aanwezig zijn om de doopviering van Noa mee te maken. Noa van nóg geen 1 jaar oud en haar overgrootouders van rond de negentig! Een zichtbaar beeld van het idee dat het verhaal dat ooit begon, doorgaat en doorgaat, áls mensen er tenminste over blijven vertellen. Daarop kom ik straks in de overweging terug.
In elk geval: wees welkom allemaal !

Ik denk nog even terug aan onze Kerstnachtviering. Toen hadden we in de viering een verhaal opgenomen van Willem Wilmink. Dat verhaal ging over onstuimige voetbalsupporters die in hun dronken roes tot de conclusie kwamen dat er meer is dan alleen voetbal en drank en het creatief verbouwen van bushokjes. Wencke en Michael hadden toen al met mij afgesproken dat ik vandaag zou voorgaan.
Wilmink schreef:

“en min of meer tegen onze wil
liepen we mee met die zwervende ster
en Japie zei nog: ik zie al van ver
waar of dat die ster heengaat:
'Tweede Jan Steenstraat.' “
Ik had daar toen plezier om, want ik dacht: ik weet wie er is geboren in de Tweede Jan Steenstraat. Ik weet zelfs het huisnummer J.

Hoe het ook zij: vandaag gaan we Noa dopen. Noa: Japans voor “uit liefde” en “rust” in het Hebreeuws. Maar vóór alles jullie dochter waarvan iemand tegen jullie zei: “dit kan niet het werk zijn van jullie twee alleen.” Nou ja… in biologische zin lijkt het me toch aannemelijk dat….
Maar in de zin waarin we er vandaag tegenaan willen kijken zou de uitspraak kunnen opgaan.

Nog eens: welkom ! Dompel je onder in de warmte die we elkaar te bieden hebben en voel je welkom en gezien. Wij zijn er nu en hier voor elkaar onder het oog van de Eeuwige.

Nog een enkel woord over de muziekkeuze: hopelijk ervaar je dat de teksten van de muziek een bijdrage zijn aan dat wat we je vandaag graag willen meegeven: God zit diep in onszelf; God wordt weerspiegeld in onze ogen, maar meer nog in onze gedragingen.

Ik wens ons een heel warme en inspirerende viering. Laten we eerst stil worden om ons te richten op openheid en liefde.


Tweede lezing: Een scheppingsverhaal - nn

Toen de goden de wereld hadden gemaakt met de planten, de dieren en de mensen erin, zaten ze samen aan een feestmaal.

Een van de goden zei: “Wij zijn nog niets vergeten, we moeten het geluk nog ergens planten”. Hij stelde voor om het op een hoge berg of in een diepe zee te verstoppen, zodat de mensheid er veel voor zou moeten doen. Een andere god stelde voor om het geluk in materiële zaken zoals goud en huizen te steken of gewoon altijd aan de andere kant van de heuvel.

Toen stond de oudste god op en zei: “Laten we het geluk diep in de mensen zelf steken. Daar gaan ze het vast niet zoeken."

Overweging

Het is geen toeval dat we vandaag de lezing over de doop van Jezus hebben gelezen. Deze lezing wordt in deze tijd van het jaar gelezen. Het toeval wil dat we vandaag ook in onze gemeenschap een doopviering hebben. Maar… is dat toeval? Bestaat dat ? Er zijn mensen die zeggen dat toeval niet bestaat.
Bij de voorbereiding van deze viering sprak ik, op derde kerstdag, met Wencke en Michael. Als je het hebt over toeval: hoe toevallig is het dat zij tweeën hier vandaag met hun Noa zijn? Je zou kunnen zeggen dat er een toevalselement is dat zij hier nu zijn. De Duif hebben zij aanvankelijk leren kennen omdat zij hun huwelijk wilden vieren in een kerk. Lopend langs de gracht stapten ze hier binnen en streken even neer. Tevergeefs klopten zij eerder aan bij een kerk waar de opvatting is dat je alleen een huwelijksviering kunt houden als je allebei deel uitmaakt van de gemeenschap en graag ook hetzelfde geloof hebt. Tja, dat bestaat ook.
Even een anekdote: ik sprak met Loes van Harris die mij uit ervaring kon zeggen dat bijvoorbeeld Luthers en katholiek uitstekend samen gaan.

Bij de voorbereiding van deze viering spraken we over het verhaal van de doop van Jezus. Hij werd gedoopt door zijn neef, die volgens het verhaal aangeeft dat hij zich zelf nog te min vindt om de riemen van Jezus’ sandalen los te maken. Het is een bekend verhaal van een zich openende hemel en een neerdalende duif. En een stem die spreekt: “In jou vind ik vreugde.”
We spraken over de symboliek die er in de neerdalende duif zit. De duif die vaak geassocieerd wordt met vrede. En ook de duif die Noach uitstuurde om te zien of het vernietigende water al was gezakt.
Maar we spraken het langst over de symboliek van de doop met water. Iemand vertelde dat zij ervaart dat er een vorm van inspiratie over je kan komen. Iets dat meekomt met de doop. Zoiets als een schoongewassen geweten; een zuiver hart en de bereidheid er voor de ander te zijn.
Water associeert ook met een bron. De bron waaruit alles ontspringt. Een bron die je ook God zou kunnen noemen en die, wat je noemt, inspiratiebron is voor de dingen die je in je leven wilt ondernemen. De bron die alle mensen heeft geschapen naar zijn beeld en gelijkenis. Die aan mensen hun talenten en krachten meegeeft. De bron die jouw leven stuurt en begeleidt. Tenminste… als je daar voor open staat.

Onze kleine Noa staat nog aan het begin van haar leven en ik stelde haar ouders de vraag waarom zij het belangrijk vinden om Noa te dopen. Zij antwoordden dat zij hun dochter alles zouden willen meegeven dat leidt tot levensgeluk. Een thuis, geborgenheid, veiligheid en voorbereiding op zelfstandig leven in een wereld waarin je je gelukkig kunt voelen. Niet lopen over platgetreden paden, maar zoeken naar de kunst van het leven: Zó kun je leven. Zó is het goed voor jou zelf. Zó is het goed voor alle mensen. Zó is het bedoeld.

Het tweede verhaal vertelt ons vandaag over de vindplaats van geluk. Toen de Goden van dit verhaal klaar waren met hun schepping ontdekten ze dat ze vergeten waren het geluk ergens te planten. En ze overleggen onderling over de plaats waar geluk verstopt moet worden. Verstopt staat er; het mag niet gemakkelijk gevonden worden. Ze besluiten dat geluk diep in mensen gestoken moet worden. Omdat ze het daar vast niet zoeken. Een briljante verstopplaats. Ik bedoel maar: waar verstop je een ei. Het antwoord is: in een mand met eieren. Op de meest voor de hand liggende plek; daar zoek je niet. Mensen zoeken hun geluk soms ook niet op de meest voor de hand liggende plek.
Wij hebben soms de neiging om hun leven lang op zoek te zijn naar geluk. “Op mijn levenslange reizen, twijfel, donker achtervolgt mij. Liefde, blind, holt voor mij uit.” Op die manier vergeet je op je levensreis oog te hebben voor al het moois om je heen.
Dit verhaal leert ons dat geluk in ons zelf zit; je hoeft er alleen maar oog voor te hebben. Misschien een kunst op zichzelf. Een kunst die de moeite van het zoeken waard is. Zoals in het lied dat we straks zullen zingen staat: Dieper dan de brandhaard in het vuur is, dieper dan de zielen in mijn lichaam en dieper in mij dan mijn diepste zelf, dáár zat jij, dichter bij mij dan ik, ik ben. Voor mij gaat dat over de relatie van ons met onze Schepper. De schepper die niet anders wil dan ons welzijn en geluk. Die schepper zit in ons zelf ingebakken. Het maakt daarmee ons tot schepper van geluk. Tot weldoener voor de ander.

Geluk is niet uit te drukken in geld en mooie dingen. Niet in een mooi huis, een interessante baan, alleen bij de ander en al helemaal niet in de Bijenkorf.
Echt geluk zit in de ervaringen die je hebt; het gevoel dat over je komt. Bijvoorbeeld bij de geboorte van een kind. Of het gevoel dat je bekruipt als je weet dat je voor een ander echt iets hebt weten te betekenen. Geluk is ook gezondheid. Of, zoals mijn buurman van de week in een e-mail schreef: gewoon even bij elkaar aanbellen en met een glas wijn kletsen over goede dingen in plaats van mee-denderen in de 24-uurseconomie. Het is maar waar je oog voor hebt. En het lijkt wel of je pas bij geluk komt, als je niet eens zoekt. Maar we zijn soms te druk met andere zaken.
Het geluk komt domweg naar je toe, als je je ogen er maar voor open hebt.

We hadden het op ’t Hemeltje over de vraag hoe je kunt weten hoe je een ander geluk kunt brengen. Iemand zei dat je misschien naar je zelf moet kijken: wat jou geluk schenkt kan ook voor een ander gelden. En iemand anders zei: “als je geeft uit je hart, dan kan het haast niet anders dan dat je een ander geluk brengt.”
Geluk ervaren en geluk brengen aan anderen; het is ingebakken in onszelf. Je moet er alleen oog voor hebben. Het is een cadeau in jezelf, bestemd voor jezelf en ook voor de ander. Je kunt er van geven en je kunt er van krijgen. Maar al weer: je moet het kunnen zien. Zoals die mevrouw, die dagelijks eten krijgt van “Tafeltje Dek je.” Die mevrouw die het eten dat in grote hoeveelheden wordt klaargemaakt met minder gunstige effecten op de culinaire ladder, telkens zegt: “Dit is het lekkerste eten dat ik ooit heb gegeten.”

Binnen deze context en binnen de context van de levenslessen van Jezus van Nazareth die het ons allemaal voordeed, kunnen we proberen deze wereld er beter uit te laten zien. Zo staan ook Wencke en Michael daar in als de ouders van Noa. Dat kostbare geschenk dat zij kregen en dat zij mogen helpen de wereld te verkennen.
Aannemen en doorgeven kozen we als thema. De dichter Gibran schrijft daarover als het gaat over je kinderen. Ze behoren je niet toe en jij bent zelf als de boog die de pijl wegschiet. Een onmisbaar werktuig dat deel uitmaakt van de eeuwigheid en de eeuwige tocht der mensen. De boog die gespannen wordt door de boogschutter. Wie zou de boogschutter zijn? Is het “de energie,” is het “liefde,” “voorzienigheid,” “God?” Of zijn dat synoniemen voor hetzelfde. We weten het niet.
Wel weten we dat we, in navolging van Jezus van Nazareth, kunnen nadenken over hoe je in het leven wilt staan. De man die ons leerde dat God diep in ons verborgen zit en dat wij op deze aarde zijn handen zijn.

Er zijn voor elkaar en elkaar geluk schenken. Dat hebben we van Jezus aangenomen; zijn lessen geven we door aan elkaar. Het is een mooie opdracht om ook Noa daarover te vertellen en haar het goede te laten ervaren. Dan kan zij later weer op haar beurt haar talenten inzetten.


Gebeden uit de gemeenschap

Bij de voorbereiding van de viering schreven veel aanwezigen een wens voor Noa. Een wens die haar mag vergezellen op haar levenspad. Die wensen bevestigde ik in een boompje. Dat gaat straks met haar mee naar huis. Haar eerste kamerplant, voorzien van heel persoonlijke wensen. Ik lees er enkele voor:

Dat zij gezond, krachtig en liefdevol
op zoek gaat naar haar eigen geluk

Dankbaar om met zoveel lieve mensen dit
voor Noa te kunnen doen

Je kinderen zijn je kinderen niet.
Een waar gegeven.
Maar zolang ze nog klein zijn
en aan onze zorgen toevertrouwd
mag je ze opvoeden en genieten
met de hulp van boven.
En je mag de hoop uitspreken
dat hel heel goed mag gaan.

Draag je naam Noa
niet als een ballast
maar als een bron van vreugde

“If God is a DJ
and life is a playground
you are the Music

Lieve Noa,
dank je wel dat je gekomen bent
en voor jouw stralende aanwezigheid.
We wensen je een zonnig leven,
verbonden met de bron.

 
       
 

Archief alle overwegingen 2011 en voorgaande jaren | Archief 2012 | Archief 2013

 
 

FV/RG 2013-01-23 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl