Bijdrage: Bert van der Meer
zondag 28 april 2013

 
 


Voorganger: Bert van der Meer
Lector: Carolien Maris
Thema: Wat geef je ze mee?

1e Lezing: Deuteronomium 6:1-9
2e Lezing: Johannes 13:31-35 - Jezus gaat naar de Vader

Wat geef je ze mee?

... Je best doen om een ander te begrijpen,
door koffie met hem te drinken,
door je in die ander te verplaatsen, zijn boeken te lezen,
zijn oproep tot gebed te leren kennen,
dat leidt ertoe dat we elkaar met respect bejegenen ...
Want het gaat haast nooit om wat die ander doet of nalaat,
maar wat jouw antwoord is ...

Welkom

Doe Maar bezong veel jaren geleden al waar we in eerste instantie aan denken bij “opvoeden”: de normen en waarden. Dat is datgene dat je nodig hebt om je makkelijk te kunnen bewegen in onze maatschappij. 
Er is alleen natuurlijk nog veel meer nodig, om je te vormen als mens. Dat zit dieper, in je overtuigingen. Welke overtuiging wil jij doorgeven aan je kinderen? Waar geloof jij in? Is dat liefde, respect voor anderen, nieuwsgierigheid voor de wereld om je heen, bieden van geborgenheid of samen zijn als gezin, familie, groep of vereniging? Daarover hebben we het vandaag.
Welkom allemaal in deze viering! Welkom als je hier voor het eerst bent, welkom als je hier vaker komt, welkom als je je hier wekelijks voedt met wat wij hier brengen. En dat is vandaag een heleboel, want we bespreken het thema “wat geef je ze mee”. En daarbij doel ik erop wat je meegeeft, doorgeeft aan de volgende generatie.
Carolien Maris en ik gaan vandaag samen voor in deze viering. De voorbereiding hebben we ook echt samen gedaan: liturgie-avond, teksten doorgenomen, liederen gevonden. We hebben vandaag geen koor en dat is jammer vanwege het missen van een vertrouwd geluid. (Daarover heb ik het op 14 februari op deze plek al eens gehad, een vertrouwd geluid). Maar wat een keuze hebben we dan! Normaal hebben we twee mappen met liederen waar we uit kunnen kiezen, nu hebben we alle muziekbibiliotheken van de hele wereld. Uit al dat aanbod hebben we een aantal Nederlandse liederen gezocht die wij heel mooi bij het thema vinden passen. Ik zal u aangeven waarom we ze gekozen hebben en we hopen dat u, bij het horen van de liederen, kunt meevoelen in onze intentie. En Carolien is de DJ.
Vandaag bespreek ik dus “wat geef je ze mee?” uitwerken. Ik bedoel daarmee: wat wil je als ouder, als opvoeder, leraar, leermeester meegeven aan je kinderen, je leerlingen, je kleinkinderen, je buurtkinderen, je neefjes en nichtjes? Ik vind dat een van de belangrijkste opdrachten die we hebben. Omdat het de volgende generatie is die deze aarde bevolkt. Omdat in hen tot uitdrukking komt wat er overblijft van al onze gedachten geoelens, gebeden, voornemens en acties. En omdat je het alleen maar kunt overdragen als je het zelf ook leeft.
In het leesrooster van vandaag komen niet de makkelijkste teksten voor. Ik wil u vragen om ze te beschouwen alsof het gaat om vakken op de basisschool. Dus als er staat “laten zij spreken van uw machtige werken” dan denkt u: “O, geschiedenis”. En als we lezen “Dit zijn de geboden, wetten en regels die ik u in opdracht van de HEER, uw God, moet leren en die u moet naleven in het land aan de overkant, dat u in bezit zult nemen. “ dan denkt u “O, de schoolregels”. Dan blijven we vandaag een beetje weg van de godvruchtigheid, de aanbidding, de verheerlijking en de majesteit, want daar wil ik het graag een andere keer met u over hebben.

Het thema ‘wat geef je ze mee’ laat een moeder natuurlijk niet onberoerd. En Carolien is moeder en begaan met het thema. Ze wil dat graag met ons delen. Daarom is nu eerst het woord aan haar.


Overweging

“Aan jullie liefde voor elkaar zal iedereen zien dat jullie mijn kinderen zijn”. Zie je het voor je? Dat ik dat zo tegen mijn kinderen zeg?
Dus: wat geef je ze mee eindigt niet met het ze vertellen. Je wilt ook dat ze het oppikken, begrijpen, overnemen en integreren in hun eigen leven. Dat begint al heel vroeg; als je als opvoeder je kind vraagt om zijn spullen op te ruimen, dan zal het dat de eerste keer doen. De tweede keer zal het willen zien hoe belangrijk het voor jou is. Dat is wanneer kinderen geweldige spiegels voor ons zijn. De derde keer zal je kind zich afvragen of het voor hem ook zo belangrijk is als voor jou. Dat zijn de jaren van puberteit en adolescentie. En de vierde keer doet je kind het alleen als het voor hem ook belangrijk is. Dan is je kind volwassen.

Nu wil ik hiermee niet aangeven dat bij ons de kamers maar vier keer per leven worden opgeruimd, maar je begrijpt wat ik bedoel.

Als kind heb ik me nooit een voorstelling gemaakt van hoe ik zou zijn als ouder. Ik heb, zodra ik vader was van één, later twee en drie kinderen, me laten meevoeren in de wonderlijke ontdekkingswereld waarin kinderen rondlopen. En vanuit die wereld waarin ik alles opnieuw zie, met nieuwe ogen, ben ik me gaan afvragen wat ik zo belangrijk vind dat ik het wil doorgeven aan mijn kinderen. En dan kom ik uit op drie dingen: liefde, respect, nieuwsgierigheid en samen zijn. Die wil ik in vier tableaus uitwerken en ik geef er steeds een lijntje bij naar de lezingen van vandaag en de liederen.En ik hoop dat ik uw aandacht kan vasthouden, want alleen dan slaag ik erin het ook over te brengen.

Nieuwsgierigheid
Handenarbeid was niet mijn vak en ik had een vrij traditionele opvatting over kunst toen we in 1984 met mijn leraar handenarbeid op excursie naar Rotterdam gingen. Museum Boymans van Beuningen. En daar hing groots en theatraal in een van de eerste zalen een schilderij, moderne kunst. Het leek op een blik verf dat zo, in één keer, tegen het doek was gegooid. De verf was droog en het was opgehangen. Zo leek het. En dat zei ik ook zo tegen mijn leraar handenarbeid, Van Westen. Dat ik het niets vond en niet begreep waarom het in een museum hing. Hij was het met me eens, zei hij , dat het ook niet de kunst was die hij in zijn woonkamer wilde hebben hangen. En dat het erop leek alsof er een blik verf tegen het doek was opgespat. Toen keek hij even naar me. Ik wachtte in spanning af wat zou komen. Toen zei hij: “maar heb je wel eens gekeken hoe hij dat gemaakt heeft” en toen liepen we samen naar het schilderij toe. En toen pas zag ik het schilderdoek en alle verf. En laagjes jute en linnen dat de kunstenaar had opgebracht, laagje voor laagje, om de suggestie te wekken dat er een blik verf tegenaan was gespat. Toen begreep ik beter waarom het schilderij daar hing, dat het niet alleen gaat om de streling van het oog, maar dat het ook gaat om de ervaring die je hebt bij het zien van een schilderij.
Het lied ‘Anne’ van Herman van Veen, dat we zo direct laten horen, maakt mij nieuwsgierig, omdat gezongen wordt dat het leven niet mooi is, maar zij wel en dat het leven heel snel gaat. En dat je dus moeite moet doen om het niet te missen.
In het Johannes Evangelie zegt Jezus “Waar ik heen ga, daar kunnen jullie niet komen.“ Raadselachtig! Bedoelde hij  “daar kunnen jullie in je huidige gedaante niet heen?” Deze zin komt later terug.

Respect
In Deuteronomium staat “U moet voor de Heer, uw God, ontzag tonen door u te houden aan zijn wetten en geboden”. In de taal van zoveel duizend jaar geleden staat daar “u doet er goed aan u te houden aan de leefregels die uw voorvaderen hebben opgeschreven, want dan zal het u goed gaan.” Ontzag kan een bron zijn van respect. Inleving kan dat ook zijn.
We waren in Westerbork, het doorgangskamp van waaruit de Nederlandse joden in de tweede wereldoorlog, waaronder Anne Frank, werden weggevoerd naar Polen om te worden vermoord. We hadden de tentoonstelling gezien rond een jongetje, Leo, van 6-7 jaar oud, wiens vader een aantal jaren arts was geweest in Westerbork en ik was aardig onder de indruk, aangeslagen zelfs. We stonden nog even in de museumwinkel en Abel vroeg of hij het Dagboek van Anne Frank mocht kopen. Natuurlijk mocht dat! Ik vroeg hem even of hij t zeker wist, omdat in Anne Frank lang niet zoveel gebeurt als in de Harry Potter, die hij daarvoor las, maar dat wist hij zeker.
In de week erna sprak ik Abel bij het naar bed brengen. Abel vertelde dat hij zich helemaal kon voorstellen hoe Anne was, dat ze schreef, op haar kamertje in het Achterhuis in Amsterdam. Ik zei hem: “Ja Abel, en als je dat dan leest, dan kun je je ook voorstellen dat jij het zou zijn geweest die daar zat, en dat jou dat allemaal overkwam.” Hij keek me aan met grote ogen en zei "papa, ik geloof dat dat nu gebeurt, nu jij dit zegt. Tot nu toe was het alleen een verhaal”.
Dat je je best doet om een ander te begrijpen, door koffie met hem te drinken, door je in die ander te verplaatsen, zijn boeken te lezen, zijn oproep tot gebed te leren kennen (zoals we vorige week deden in de dienst van Jan Andreae), dat leidt ertoe dat we elkaar met respect bejegenen. En elkaar niet naar het leven staan. Want het gaat haast nooit om wat die ander doet of nalaat, maar wat jouw antwoord is.
En als liefde het antwoord is, zijn alle vragen overbodig.

Liefde
Dat is een mooi bruggetje naar de liefde. Ik wilde eigenlijk eindigen met de liefde, maar een overweging is als het leven zelf, je hebt het niet helemaal in de hand.
De liefde, ach de liefde. De liefde maakt alles mooier, intenser, lekkerder, warmer, harmonieuzer, klankvoller, levender.

Toon Hermans dichtte al en Jan Andreae heeft hier eerder gezongen:
Mijn liefdesliedje is gemaakt
Van kleine stukjes zoen
En van papieren vliegers,
Kinderstemmen in het groen
Van bladeren van september
En een sterrennacht in mei
En van de appels op de tafelsprei

Liefde voor het koken maakt het eten lekkerder. Liefde voor muziek maakt dat je liederen beluistert met andere oren, de klanken tot je laat doordringen, de akkoorden gaat voelen, de woorden gaat proeven. Ik heb een schilderij, een houtskoolschets, van Picasso, waarop Don Quichotte is afgebeeld, met lans, op zijn paard. Sancho Panchos daar schuin achter, in het grijs. Niet op de voorgrond, maar altijd aanwezig. En aan de horizon de molens waar Don Quichotte tegen streed en een zon met scheve streepjes. Liefde voor dat schilderij maakt dat ik de lijnen ga volgen en me afvraag welke mooie gedachte Picasso had bij een vloeiende lijn die een bolling maakt. En wat hem bewoog bij een bibberende lijn. En dat komt allemaal terug bij de volgende keer dat ik dat schilderij zie.
Liefde voor elkaar maakt dat je je verheugt op je thuiskomst, kopjes thee maakt voor elkaar, elkaar koestert. En liefde voor jezelf is misschien nog wel belangrijker, want dat maakt dat je het leven liefhebt en door die liefde anderen uitnodigt datzelfde te doen. Jezus zegt: “Aan jullie liefde voor elkaar zal iedereen zien dat jullie mijn leerlingen zijn”. Klinkt die zin nu geloofwaardiger dan toen ik de overweging begon?
Zo direct luisteren we naar Huib van der Lubbe die zingt “Totdat jij mijn liefde voelt”. Ik heb het gisteren nog gehoord op een verjaardag in de Harmonie, in Edam. En nu is het hier, in Amsterdam, in deze viering, voor u.

Samen zijn
Als we de liefde hebben genoemd, dan is samenzijn niet ver weg. Ik vraag mijn kinderen wel eens “wat heb je vandaag voor ons gedaan?” om aan te geven dat we bouwen aan ons gezin om het leuk te maken. Dat tafeldekken niet alleen een klusje is dat je weghoudt van de computer, maar ook een bijdrage is aan ons. Ik kwam een hoop jaren geleden bij een notaris van Meijer, hier twee grachten verderop, om de aktes te laten opstellen waarmee we jullie giften voor De Duif konden verdubbelen, terwijl je het jezelf evenveel kostte. Hij vroeg me waarom ik dit deed, in het bestuur van de Duif zat en ik legde hem dat uit. Hij zei: ik heb mijn zoon gezegd “vraag jij je wel eens af hoe dat handdoekje op het toilet komt? Dat dat niet vanzelfsprekend is? Dat iemand dat heeft gewassen en opgehangen zodat jij je handen daar kunt drogen?”
En zo werkt het, we dragen allemaal bij, in onze gezinnen, in onze banen, in onze clubs, verenigingen, om samen een gemeenschap te maken die goed voor ons is. En als dat zo is, zijn onze bijdragen daaraan een kleinigheid. En als dat niet zo is, dan praten we met elkaar hoe het anders kan en geven we meer.

“Adios Nonino” van Piazzolla is een lied dat heel erg gaat over samen. Dat  horen we straks. En het Johannes Evangelie is ervan doordrenkt. Wie is Jezus zonder zijn leerlingen? Dan is het iemand met een goed idee. Zijn leerlingen maken de gemeenschap waarin zijn woorden aarden en aan wie zijn daden bekend worden.

Besluit
En als we nieuwsgierig zijn, respect en liefde hebben voor elkaar, dan kunnen we gemeenschap maken door te delen met elkaar. Onze tijd, onze spullen, ons geld, ons brood en wijn. Moge het zo zijn.

 
       
 

Archief alle overwegingen 2011 en voorgaande jaren | Archief 2012 | Archief 2013

 
 

FV 2013-04-29 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl