Bijdrage: Bert van der Meer
zondag 14 juli 2013

 
 


Voorganger: Bert van der Meer
Lector: Francine Plaisir
Thema: Wat brengt je de reis

Eerste lezing: Brief van Paulus aan de Christenen van Kolosse
Tweede lezing: Lucas - Het verhaal van de barmhartige Samaritaan

... ’s-Nachts aankomen bij een hotel na een lange reis, afgemat.
Je neergelegd in een donkere kamer.
En ’s-ochtends ontdekken dat je in een kasteel wakker wordt
met een uitzicht over een vallei,
met een omgang rond een binnenplaats.
Warm worden van het zonlicht waar je tegenin kijkt.
En dan ineens de armen van je geliefde om je heen.
“Volgens mij kan ik best goed kaartlezen” zei ze.
En je draaide je om ...

Welkom

Welkom in deze viering. Welkom als je hier met vakantie bent, als je toevallig bent komen aanwaaien, als je hier vaak komt. Francine Plaisir en ik gaan voor in deze viering en Vera Borisovskaja speelt voor ons gitaar. Het thema van deze zomerserie, die Marc vorige week is begonnen, is de reisgids:

Dank dat u gekozen hebt om deze zomer met ons op reis te gaan! Wij gidsen u
deze zomer door... Op de adem van de geest reizen we over onbekende wegen,
naar onbereikbare bestemmingen, langs onverwachte openbaringen van
bloemrijke valleien en door onvoorspelbare watervallen van moeilijkheden. We
praten in vreemde talen, gaan over grenzen heen en keren eind augustus terug
als herboren. Wie heeft het over komkommertijd?

En vandaag hebben we het over de reis. Wat brengt je de reis. Vandaag begint letterlijk mijn vakantie. Gisteren heb ik mijn laatste werk gedaan, auto schoongemaakt, kampeerspullen gepakt, spullen ingepakt... dus u kunt zich voorstellen dat ik hier heerlijk ontspannen sta aan het begin van mijn vakantie. Ahum. Terwijl ik, als ik de reis ontspannen start, opensta voor de meest onverwachte ontmoetingen die ik me mijn leven lang zal herinneren.

Want daar wil ik het met u over hebben vandaag. Wat brengt je de reis, hoe bereid je je daarop voor en wat ervaar je dan.

We hebben daarvoor de stemmen van Francine en mij, het gitaarspel van Vera en drie teksten uit de Bijbel: Deuteronomium vertelt dat je de geboden makkelijk mee op reis neemt. Ze zijn niet te zwaar of moeilijk te dragen.

Dan een Brief van Paulus aan de Christenen van Kolosse.
Dit is een brief aan de eerste Christengemeenschappen. Ik stel me zo voor dat deze Christenen een klein groepje vormden temidden van een vijandige wereld. Dat het heel spannend was om daarin ervaringen uit te wisselen, brieven te krijgen en die ‘s-zondags voor te lezen in de ruimte waar ze samenkwamen. Dat je gesterkt werd door woorden die je bemoedigde en inspireerde. Dat je met het lezen van de brief de schrijver (Paulus) tot leven ziet komen, zoals die in een eerder bezoek aan die gemeenschap inspireerde.

Lucas - Het verhaal van de barmhartige Samaritaan
Dit is een mooi reisverhaal. Het vertelt van gevaren onderweg, van een bijzondere en onverwachte ontmoeting, van het overwinnen van je angst om in contact te treden met een andere mens, van compassie van mens tot mens.

Ik wens ons een goede viering.


Overweging  
Wat brengt je de reis wil ik bespreken in drie stukken: voorbereiding van de reis, tijdens de reis en na afloop.
Hoe bereid jij je voor als je op reis gaat? Denk je goed na, maak je lijstjes, ben je weken aan het plannen of pak je een rugzakje in met een paar onderbroeken, je zwembroek, een tandenborstel en een paspoort? Hoe je je voorbereidt zegt veel over wie je bent. Hoe je jezelf vertrouwt, of je opziet tegen de reis of er met vertrouwen naar toe leeft.
En het maakt uit of je met een aantal mensen gaat of alleen. En of je met kinderen reist of met volwassenen. Een paar jaar geleden was ik voor mijn huis in Edam de auto aan het inpakken. Om de auto heen stonden allerlei spullen. De auto was al overvol en er moest nog meer bij. Een oudere man schuifelde wat rond de auto, zag me bezig en zei “heb je je huis verkocht?”.
In de voorbereiding op deze viering bespraken we hoe je je voorbereidt. En iemand zei: ik vind het helemaal niet leuk om in te pakken. Ik vroeg: “is dat omdat je niet weet wat voor weer het zal zijn, of omdat je niet weet hoe je je voelt? En welke kleding daar dan bij hoort?” Iemand anders zei: “of heb je misschien geen zin om te gaan?”
“Ja, dat is het, helemaal” was het antwoord!
Op reis gaan vraagt om te beginnen van ons dat we iets loslaten van onze zekerheden. Ons huis, onze spullen, de plantjes in de vensterbank, de beesten in en om het huis, de aangebroken pakken in de koelkast...Dat wat we als vanzelfsprekend ervaren is dat voor de komende periode niet meer. Loslaten.
Ik zei al dat hoe je je voorbereidt veel over jezelf zegt. Wat is je reactie als je ontdekt dat je iets vergeten bent, of toch de verkeerde kleren mee hebt genomen? Straf je jezelf omdat je het vergeten bent, of vindt dat je dat had kunnen voorzien? Of gun je jezelf het voordeel van de twijfel? Dat je de belangrijkste dingen wel hebt meegenomen. En dat je een boek hebt ingepakt in plaats van een trui, waardoor je nu, als het kouder blijkt dan je dacht, de warmte van een restaurant moet opzoeken om je boek lekker te kunnen lezen. Of dat je een creatieve oplossing moet vinden om warm te worden. De plaid uit je auto halen, een foto maken en op Facebook zetten: Vakantie 2013. De Tour de France kijken in het café in het restaurant op de camping. Opwarmen bij een kopje thee en een taartje bij de lekkerste bakker van het dorp.

Mijn advies: laat het los: het idee dat je met voorbereidingen op alles voorbereid kunt zijn. Voorbereiding geldt alleen voor de voorzienbare dingen. De route kun je voorzien, die stippel je uit. Voor de onvoorziene heb je vooral vertrouwen nodig. In jezelf en anderen.

Dan: de reis zelf
Hoe goed je je ook hebt voorbereid, of je de route weet, het weer, je reisgenoten kent en je koffer met de allerbeste checklist hebt ingepakt, het belangrijkste en bepalende van de reis weet je nog niet. Dat is namelijk hoe je je voelt onderweg: fijn, gelukkig, gezond of naar, bezorgd, beroerd, angstig.
Je wordt onderweg namelijk voortdurend met jezelf geconfronteerd. Je kunt zeggen dat het de omstandigheden zijn die je gevoel bepalen. Dat je vrolijk bent als het mooi weer is, dat je teneergeslagen bent als het regent, dat je verdrietig wordt als je ruzie hebt onderweg, alleen zijn het altijd jouw gedachten die dat bepalen. En je kunt ook iets anders denken, alleen vraagt dat wel oefening.

Hoe doe je dat dan?
Als je wel eens naar een film kijkt met kinderen, dat gebeurt mij nog wel eens, dan hoor je soms “ik ben die, ik ben die”. Toen we naar “the incredibles” keken, een prachtige tekenfilm van Pixar over een familie van actiehelden, waren er drie kinderrollen: Violet, een meisje dat zich onzichtbaar kan maken, Dash (een jongen die zo snel kan rennen dat je niet ziet dat hij van zijn plaats is geweest) en  Jack-Jack (een baby die geen superkrachten lijkt te hebben, tot ie gevangen wordt en in vuur blijkt te kunnen veranderen). En alledrie mijn kinderen identificeerden ze zich met een van hen en maakten mee wat hun karakters meemaken.

Laten we dat eens toepassen op het evangelie van de barmhartige Samaritaan. Nu is er in die film wat meer actie dan in het evangelie van vandaag, maar daar zullen we het vandaag mee moeten doen. Stel je voor een moment voor dat je die priester bent. Je bent onderweg, je bent misschien te laat vertrokken, er wordt op je gewacht. Je bent een man van het woord en je brengt je tijd door met nadenken en spreken vanuit je hart. Mensen achten je  en je praat niet zomaar met iedereen. Je denkt overal goed over na. En dan zie je die gewonde man liggen aan  de rand van de weg. Dat is niet jouw doelgroep. Dat is een afleiding, of erger nog: de duivel. En wat doe je met gevaren die je niet goed kunt overzien: juist, die ga je uit de weg. Met een grote boog. Zie je, je moet goed je kop gebruiken. En ernaar handelen. Wat goed dat ik dat kan. En doe. Ik kan er mooi over preken.

Dan de Leviet. De Levieten waren van de geslachtslijn van Leví, de derde zoon van Jakob. De Levieten werden ook de "stand der hogepriesters" genoemd omdat ze in de tijd van Mozes in de woestijn door Jahweh gekozen zouden zijn, om in Gods tabernakel (Tent der Getuigenis) en later in de tempel te werken. De stam van Levi voltrok bijzondere religieuze diensten voor de Hebreeën en droeg politieke, militaire en economische verantwoordelijkheden. Een Levitisch priester mocht geen buitenlandse vrouw huwen, zelfs geen vrouw van een andere stam van de Hebreeën.
De Leviet is zijn leven lang opgevoed met het idee dat joden het uitverkoren volk zijn en Levieten daarbinnen toch wel de meest bijzondere. Zijn moeder had vaak tegen hem gezegd “Levi, je bent een bijzondere jongen”. En dan zei zijn vader “en dat is het”. En hij voelde zich altijd opgetild als zijn moeder dat tegen hem zei. Hij wist toen nog niet dat alle moeders ter wereld dat tegen hun zoon zeggen om hen te behoeden voor de angst en de twijfel die je bekruipen als je je alleen voelt, ver van huis, door God en iedereen verlaten, als een schild tegen de angst. En een uitnodiging om je licht te laten schijnen.
Deze Leviticus loopt ook over de weg. Hij ziet een priester voor hem een grote boog maken en omdat hij het terrein niet goed kent en geneigd is een priester te zien als gelijke doet hij dat ook. Verrek, daar ligt een kerel. Nou ja, die is ook niet meer te helpen. Als God het wil zal hij wel overleven. Heb vertrouwen.
En dan de Samaritaan. Een jood die door anderen gezien wordt als tweederangs burger. Zij werden echter niet door de zuidelijke Israëlieten van het koninkrijk Juda geaccepteerd omdat zij de gemengde Samaritanen niet als echte Israëlieten beschouwden en de Samaritanen naar hun mening niet het zuivere Israëlitische geloof navolgden.

Toen de zuidelijke Israëlieten (de Joden) de door de Babyloniërs verwoeste tempel in Jeruzalem wilden herbouwen, deden de Samaritanen een verzoek om te mogen meehelpen wat de Joden afwezen. De Samaritanen moesten genoegen nemen met hun eigen tempel in het heuvelland van Samaria op de berg Gerizim. En in 128 of 107 v.Chr. werd Samaria binnengevallen en die Samaritaanse bergtempel verwoest.
Die Samaritaan. Misschien voelt hij zich verbonden met de armen en de verschopten, de gekwetsten, de bezitlozen. Misschien is hij zelf een keer aangevallen en geholpen. En misschien herkent hij iets in de man die daar ligt, wordt hij getroffen door zijn hulpeloosheid en besluit hem te helpen. Hij stapt over zijn schroom heen, stapt erop af en helpt. En is daarin heel serieus. Giet olie en wijn over de wonden, zet hem op zijn eigen rijdier, brengt hem naar een logement, verzorgt hem daar en geeft de eigenaar de volgende dag twee denarie om voor de gewonde man te zorgen.

Ik heb dit verhaal vaak gehoord. En tot nu toe had ik me alleen geïdentificeerd met de barmhartige Samaritaan. Dat is de goede, het rolmodel. En ik had me niet gerealiseerd dat de anderen ook een geldige reden zouden hebben om te doen wat ze doen.

We moeten even terug naar de reis, want we zijn een beetje van de weg af. “Wat brengt je de reis” vroeg ik. Het verhaal van de Samaritaan vertelt je dat als je tijdens de reis openstaat voor onverwachte ontmoetingen, dat je dan het goede kunt doen.
Als je tijdens de reis je route kwijtraakt, doordat de weg er anders uitziet op de kaart dan in werkelijkheid, of je in een ‘deviation’ (omleiding) terechtkomt, dan kun je dat zien als een hinderlijke onderbreking van de weg en die jezelf of je bijrijder verwijten. En je kunt het ook zien als een gebeurtenis die nu deel is van je leven en waar je het beste van kunt maken.
Je kunt onverwachte wendingen ook zien als toevalligheden, dan gaan ze voorbij als het weer.

En dan het laatste hoofdstuk van vandaag. Na de reis. Mijn favoriete onderdeel. Aan de hand van een tekst uit je dagboek, een foto, een krantenknipsel of trivialer, een lied of een geur ineens terug zijn in dat moment, mijmeren over al het moois, de herinnering nog eens oppoetsen, van alle kanten bekijken. Erover vertellen alsof je het gisteren beleefde.
’s-Nachts aankomen bij een hotel na een lange reis, afgemat. Je neergelegd in een donkere kamer. En ’s-Ochtends ontdekken dat je in een kasteel wakker wordt met een uitzicht over een vallei, met een omgang rond een binnenplaats. Warm worden van het zonlicht waar je tegenin kijkt. En dan ineens de armen van je geliefde om je heen. “Volgens mij kan ik best goed kaartlezen” zei ze. En je draaide je om en de rest... is geschiedenis.

Moge het zo zijn.

Nodiging

We zijn samen op weg, tochtgenoten. Vandaag hebben we elkaar ontmoet hier, in de Duif in Amsterdam. We zijn elkaar tot steun en inspiratie.Jezus zei “aan jullie liefde voor elkaar zal iedereen zien dat jullie mijn leerlingen zijn”. We delen hier in dit uur brood en wijn, in gedachtenis van hij die ons dat ontroerende gebaar voordeed. We delen brood en wijn als symbool van het delen van ons leven. Iedereen is welkom aan deze tafel. Wie je ook bent, waar je ook vandaan komt, wat je ook gelooft. Je bent hier met ons en ik nodig je uit om mee te delen. Komt dan, want alles is gereed.

Vrede en alle goeds

Zegen

De Eeuwige is vóór je om u de juiste weg te wijzen.
Hij is achter je om u je de armen te sluiten en om u te beschermen tegen gevaar.
Hij is onder je om je op te vangen wanneer je dreigt te vallen.
Hij is in je om je te troosten als je verdriet hebt.
Hij omgeeft je als een beschermende muur, wanneer anderen over je heen vallen.
Hij is boven je om je te zegenen.
Zo zegene je de Eeuwige, vandaag en alle dagen van je leven
Amen

 
       
 

Archief alle overwegingen 2011 en voorgaande jaren | Archief 2012 | Archief 2013

 
 

FV 2013-07-16 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl