Bijdrage: Henk Kemper
zondag 10 november 2013

 
 


Voorganger: Henk Kemper
Lector: Wencke van der Meijden
Thema: St. Maarten - Mantelovereenkomst

Het verhaal van St. Maarten voor de kinderen (en volwassenen)
Eerste lezing: Psalm 17, 1 - 7
Tweede lezing: 2 Tessalonicenzen: 2, 13 – 3, 5
Derde lezing: Lucas 19, 45-48

... Biedt hulp waar je dat kunt.
Want wie hulp van God vraagt, is afhankelijk van jou.
God zit immers in jou en
wordt zichtbaar door jouw handelen.
Jij bent de handen van de allerhoogste ...


Welkom en inleiding
Goedemorgen, mede namens Wencke, hartelijk welkom in deze viering van schrift en tafel. Iedereen die we vaak zien, wees weer welkom. En wie nu en dan komt binnenlopen of er vandaag voor de eerste keer is: voel je welkom in deze gemeenschap van mensen die zoeken naar hoe God de wereld heeft bedoeld.

Een speciaal woord van welkom aan jullie, de kinderen van deze gemeenschap. Wat fijn dat jullie gekomen zijn. Ik hoop dat jullie je weer lekker thuis zullen voelen. Zijn jullie al een beetje nieuwsgierig naar wat je vandaag gaat doen?

Het gaat vandaag (ook) over Sint Maarten. Die kennen jullie wel, want elk jaar schenken we aandacht aan deze man die bekend is van het aan een arme dakloze, weggeven van zijn Soldatenmantel.

Het thema luidt vandaag “Mantelovereenkomst,” een knipoog naar de mantel van Sint Maarten. Volgens het juridisch woordenboek is de betekenis van het woord “mantelovereenkomst: ”een overkoepelende overeenkomst met de hoofdlijnen van wederzijdse verplichtingen.”
Welke wederzijdse verplichtingen nemen wij in acht in onze maatschappij. Welke morele verplichtingen ga je aan of juist uit de weg.
Waarop funderen die verplichtingen. Wat brengt ons tot die verplichtingen. Fatsoensnorm, mededogen, overtuiging?
Naast het verhaal van Sint Maarten horen we vandaag drie andere, oudere geschriften, geschreven in heel verschillende tijden, maar die toch allemaal dezelfde onderlegger hebben.
Daarover straks meer, want de kinderen zitten al op het puntje van hun stoel. Kom maar naar voren.

Mag ik Bert of Marian uitnodigen om ons het verhaal van Sint Maarten te vertellen.


Het verhaal van Sint Maarten
Martinus was de zoon van een rijke koopman. Lang geleden was hij soldaat in het Romeinse leger.
Op een dag reed Martinus met een groepje soldaten naar een grote stad. Het was koud en mistig. Martinus had zijn lange mantel goed om zich heen geslagen. Zo had hij het heerlijk warm. Ze hadden haast, want ze wilden voor donker binnen de stadsmuren zijn.
Toen ze bij de stadspoort aankwamen, stapte er plotseling een arme man op hem af. Hij had geen schoenen, geen jas en geen sokken aan, Je kon aan hem zien dat hij het erg koud had.
"Wat is er met jou aan de hand?" vroeg Martinus.
'Ach", rilde de man, "ik heb het koud en ik heb zo'n honger".
Martinus dacht even na. Hij zou zijn mantel wel willen geven. Maar in die tijd mochten soldaten zonder mantel de stadspoort niet in. De mantel hoorde bij hun uniform. Wat moest Martinus nu doen? Hij kon die arme man daar toch niet zo maar laten staan?
Plotseling kreeg hij een goed idee. "Ik geef hem de helft van mijn mantel. Dan kan ik de andere helft omgeslagen houden!" Hij deed zijn mantel af. Trok zijn zwaard en hakte de mantel in twee stukken. Eén stuk gaf hij aan de arme man. En één stuk sloeg hij zelf om zijn schouders. Daarna pakte hij zijn beurs en gaf de man wat geld. De arme man was erg blij. Nu had hij een mantel tegen de kou en wat geld om eten te kopen. Hij bedankte Martinus en vertrok.

En Martinus? Die reed daarna tevreden met zijn soldaten de stad binnen.
Het verhaal van Martinus en de arme man is een oud verhaal. Maar nog altijd vieren we het feest van Sint Martinus... Sint Maarten. Elk jaar, op 11 november, gaan kinderen met een lampion en een vrolijk liedje bij de mensen langs.
Om ze licht te brengen... vrolijk te maken.


In memoriam
Afgelopen week is, op dinsdag 5 november, na een moeilijk en verdrietig leven,
Duncan Henry Dennert, de man van onze Yvonne van der Velden, zoals op de annonce staat: naar zijn Vaderhuis geroepen.
Zijn naam zij vandaag met ere uitgesproken. Laten we hem in onze gebeden vandaag gedenken. Dat we Yvonne tot steun zijn in de komende periode.
Laten we een moment stil zijn en ons openstellen voor onze eigen gedachten en verbinding zoeken met onze Schepper.


Overweging

Er was eens een dakloze, schamele zwerver die in een rijke buurt van Amsterdam-Zuid verzeild was geraakt, zeg maar de Goudkust. Bij het zien van zoveel rijkdom en praal, besloot hij de stoute schoenen aan te trekken. Dus op zeker moment belt hij bij één van de prachthuizen aan. En als de heer des huizes opendoet, vraagt de zwerver: “Hebt u wat te eten?” Waarop de bewoner antwoordt: “Ik red me wel, kerel.”

Ik dacht hier aan bij het lezen van dat verhaal van Sint Maarten bij de stadspoort, zo tussen 316 en 400 jaar na Christus. In de versie zoals die staat afgedrukt in ons boekje, komt er op Maarten een arme, ongeklede man af. Zonder schoenen, sokken of een jas. Je kon zien dat de man het koud had. Allicht! En dan vraagt Maarten: “Wat is er met jou aan de hand?” Zoiets als aan iemand vragen die net een rotsmak heeft gemaakt: “Ben je gevallen?”
In elk geval: anders dan de man uit Amsterdam Zuid, gaat Maarten over tot daden. Zonder verder nadenken schenkt hij de man de helft van zijn jas. Een grote daad in die tijd, want het was soldaten niet toegestaan delen van hun uniform weg te geven. Zo mocht Maarten strikt genomen de stad niet eens in gaan. Er is ook een versie van het verhaal dat Maarten slechts de zoom van zijn jas weggaf, maar dat is een versie voor zuurpruimen. Want: Maarten ziet een arme bedelaar en wordt bewogen door mededogen en handelt! Er wordt over hem gezegd dat hij later het soldatenleven afzwoer en zich volledig toelegde op het geloof. Zo werd hij na zijn actie in Amiens, bisschop van Tours.
Of het allemaal waar is? Lang geleden was 11 november een boerenfeest, ter ere van de God Mars. Een mooie overeenkomst met Maarten, dat ook afstamt van “Mars.”
Toen het christendom Noord-Europa veroverde werden oude feesten vervangen door christelijke vieringen. En zo kwam Sint Maarten via de stadspoort binnen en ging de Marsviering er via de achterdeur uit. We hebben er in elk geval een mooi verhaal aan overgehouden van een mens die doet wat hij kan om een ander, wat je noemt, niet in de kou te laten staan.

Mededogen
Hoe vaak worden wij geraakt door een dergelijk mededogen. Ik bedoel maar: de daklozen aan de deuren van de supermarkten behoren al aardig tot het standaard straatbeeld en menigeen loopt, al dan niet groetend, langs. Of de passant kijkt plotseling hevig geïnteresseerd naar de andere kant.

Psalm 17 vertelt ons over een man die nogal opgeeft over zichzelf. De psalmist schrijft hoe prachtig hij leeft naar Gods geboden: geen leugen komt over zijn lippen, hij houdt zich aan zijn woord en hij bewandelt niet de weg van roof en geweld. Toch smeekt hij in de eerste regel om recht. En om dat recht te krijgen, voert hij aan dat hij zo braaf leeft. Dat in hem niets nadeligs gevonden kan worden. Maar erger: hij lijkt te menen dat hij hierdoor recht heeft op de hulp van God, die hem moet geven waar hij naar verlangt. Het is maar de vraag of het zo werkt. Of je op de door jou gewenste tijd en op het door jou gewenste moment dát kunt krijgen waarop je meent recht te hebben. Ik vrees dat David hier de menselijke maat als norm neemt, maar de maat van God is wellicht anders. Die kunnen we niet voorzien en ook niet afdwingen.

Standvastig
In de brief aan de inwoners van Tessalonici toont Paulus zich zoals we hem vaak zien als bevlogen ambassadeur van de leer van Jezus. Hij schreef deze brief aan een groep christenen die hij eerder had bezocht en probeert ze standvastig te laten blijven aan de verkondiging en de woorden van Jezus. Hij is de PR-man van de ontluikende kerk van mensen die in navolging van Jezus willen leven. Kennelijk draagt hij met succes het geloof uit.
Bij de voorbereiding op deze viering vroeg ik de aanwezigen wat hun gevoel en reactie zou zijn als wij, als gemeenschap van de Duif, een dergelijke brief zouden ontvangen. Helaas: Paulus kwam er niet zo goed van af. Zijn woorden worden ervaren als aanmatigend en belerend. En iemand vroeg zich af of ook Jezus zo zou hebben geschreven. Daarom is het mooi dat we ook een verhaal van Jezus hebben gelezen.

Grote schoonmaak
In Lucas 19 lezen we dat Jezus een grote schoonmaakactie houdt op het tempelplein. Het gebedshuis is verworden tot een handelsplein met winstoogmerk en afkeurenswaardig gedrag. Een rovershol waar gebed niet meer in tel is en waar zelfs de schriftgeleerden en hogepriesters hun dagelijkse inkomsten bijeen werken.
Het is logisch dat de kerkelijke macht een hekel aan die Jezus kreeg. Hij bracht hun inkomsten in gevaar. Maar het volk, tja het volk hing aan zijn lippen, zo staat er.

Het contrast tussen gebedshuis en zelfverrijking en luxe dat hier beschreven wordt, lijkt lang geleden, maar is eigenlijk nog altijd aanwezig. Momenteel is er de Duitse bisschop Tebartzt-van Elst op het Roomse matje geroepen omdat hij zijn bisschoppelijke onderkomen voor 31 miljoen liet verbouwen tot een pronkjuweel, met een badkuip van € 15.000,= en een conferentietafel van € 25.000,=. Er rijden bisschoppen in limousines met chauffeur, terwijl de huidige paus in een eenvoudig tweedehandsje rijdt dat hij cadeau kreeg. Er is dus hoop en een goed voorbeeld!
Toon Hermans schreef:
Heer, er zijn mensen die u vieren in machtige kathedralen
en gekleed in purperen gewaden.
Er zijn er ook die u aanroepen, in lompen gehuld,
vervuild en hongerig, liggend langs de rand van de weg.
Ik zou willen weten, Heer, naar wie uw oor
het meest genegen is te luisteren.

Bergrede
Geef mij dus Jezus maar, die het kerkplein schoonveegt en de mensen vertelt over de dingen die echt tellen in het leven. Zoals hij uitlegde in de beroemde bergrede. Zoals hij mensen liet ervaren dat je, door echt te delen, genoeg hebt aan 5 broden en 2 vissen.
Boek, jij bent geleefd. Wou je leven met zovelen, hier op aarde moet je delen, licht en adem, geld en goed. Wie maar leeft om meer te krijgen, die zal sterven aan zijn eigen overvloed. Nou, doe de krant eens open en lees hoe overvloed ontspoort in de maatschappij en hoe zakkenvullers en graaiers heel goed voor zichzelf zorgen.
Het was al zo in de tijd van Jezus en er is weinig veranderd.

Tegen deze verdrukking in, is het nog steeds onze opdracht om, tegen de klippen op, werk te maken van een betere wereld. Dát is het toch waartoe Jezus ons opriep.
We moeten ons voornemen geen voorbeeld te nemen aan de graaiers, maar we moeten ons blijven spiegelen aan de grondbeginselen van het verkiezingsprogramma van de man van Nazareth. We moeten ons optrekken aan elkaar op de momenten dat we er voor elkaar zijn.
Dat hebben we vandaag in drie verhalen uit drie verschillende tijden gehoord. David en Paulus op hun manier. En in Lucas klinkt door hoe groot het vertrouwen is dat Jezus in de mensen stelde.
Die Sint Maarten, die zich een beetje gedroeg als de barmhartige Samaritaan, die had het goed begrepen. Biedt hulp waar je dat kunt. Want wie hulp van God vraagt, is afhankelijk van jou. God zit immers in jou en wordt zichtbaar door jouw handelen.
Jij bent de handen van de allerhoogste. Zonder jouw inzet, staat zelfs God machteloos. Praktische naastenliefde tonen, een mantel of geld. Een arm om de schouder of een luisterend oor.
Wekelijks proberen we elkaar, in steeds weer andere woorden, op te roepen om dat Goddelijke verlengstuk te zijn.

Mantelovereenkomst
Mogen wij met zijn allen doen alsof we een mantelovereenkomst hebben met elkaar. Dat we zorgen voor eenieder. Dat we kunnen bieden wat de ander op dat moment nodig heeft. Dat jij de omgeslagen mantel mag zijn die de ander verwarmt en in leven houdt. Wat zullen die daklozen bij Albert Heijn komende week opkijken zeg!
Moge het zo zijn.

 
       
 

Archief alle overwegingen 2011 en voorgaande jaren | Archief 2012 | Archief 2013

 
 

FV 2013-11-23 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl