Bijdrage: Jan Andreae
zondag 1 december 2013

 
 


Voorganger: Jan Andreae
Thema: Advent betekent komst, aankomst

Doopviering van Anne Saar Cristine Meeuwissen


Eerste lezing: Psalm 25 - uit: Huub Oosterhuis, 150 psalmen vrij
Tweede lezing: Marcus 10: 13-16

... Lieve Anne,
door te zijn wie je bent kun jij de wereld mooier kleuren.
We zien het als onze taak
om jou alle ingrediënten mee te geven
zodat je dat kan doen ...



Welkom en inleiding
Goedemorgen, heel erg welkom op deze eerste advent, op deze doopdienst, op de eerste zondag van de maand, op wereld aids-dag.
Welkom van ooit, van altijd, van zo en nu dan en welkom als je hier voor het eerst bent.
Speciaal welkom aan Ron en Kristel, ouders van Anne die in deze dienst gedoopt mag worden.
Welkom aan Feline en Loet, zus en broer van Anne.
Welkom aan opa en oma Meeuwissen, aan opa en oma Franken.
Welkom aan Vincent, de Peter van Anne en welkom aan Esther, de Meter van Anne.

Welkom aan verdere familie en vrienden, welkom aan alle kinderen.

Wij maken, wij verwekken onze kinderen. Dan worden ze geboren en zijn niet meer ‘gemaakt’.
Eenmaal verwekt, zijn ze ontvangen, niet meer verworven als bezit, maar aan ons toevertrouwd.
Dan begint een nieuw leven van hachelijk geluk.

In het dopen en bij de start van de advent roepen wij door mensen heen God aan, die eigenlijk niets anders te zeggen heeft dan:
kijk toch goed hoe ongelooflijk prachtig en kostbaar ieder mens gemaakt is, wees in Godsnaam voorzichtig met elkaar.

Deze feestelijke viering maken we met elkaar. Geboren worden gaat van donker naar licht, advent gaat over de komst van een nieuwe wereld, toeleven naar een nieuwe geboorte.
Als u, jij een kaars aangetroffen hebt op je stoel wil je die dan komen aansteken bij ons openingslied. Zodat wij met elkaar licht kunnen maken, met elkaar de viering kunnen voorbereiden en vorm geven.

Als de kaarsen branden, het lied gezongen is worden alle kinderen die dat willen uitgenodigd om naar Het Hemeltje te gaan. Als engeltjes naar het hemeltje, om vervolgens straks bij het dopen weer als engeltjes terug uit Het Hemeltje te komen.

Laten wij een volk zijn dat door het leven vaak door duisternis gaat, maar iedere week komen wij hier om voorbij te gaan aan de verschrikkingen die het leven meebrengt, het geraas van volkeren die elkaar naar het leven staan. Iedere week verklaren wij ons bereid om het pad van gerechtigheid en vrede waar ook ter wereld te volgen. Aanschouwen willen wij het grote licht.
Kome wat komt.

Wilt u gaan staan voor het openingslied.

 
(Openings-)gebed
Wij bidden voor onszelf - 
Dat wij bij machte mogen zijn
onze taak te volbrengen -
Om geduld en volharding,
om helderheid, dat wij zicht hebben
in wat ons overkomt -
En dat de zorgen en mislukkingen
die wij met ons meedragen
ons niet te zwaar worden.
Houd ons opgericht, Gij.

Dat wij onze verantwoordelijkheid nemen;
Dat het verst afgelegen rampgebied
ons niet te ver is
en het meest dichtbije leed niet te dichtbij.
Dat wij waakzaam zijn
tegen politieke programma’s
en overheidsbeslissingen
die de armen het leven nog moeilijker maken
en de rijken de kans geven zich te verrijken.
Wek ons geweten, scherp ons gehoor, onze ogen
voor alles wat mensen in hun waardigheid bedreigt.

Wij bidden tegen onszelf:
Tegen onze zwijgende meerderheid,
ons wegkijken, niet-willen-weten.
Tegen de wreedheid van onze welvaart;
ten bate van weinig,
ten koste van velen.

Kom over ons met uw Geest en laat ons stil worden


Psalm 25
Naar U, levende
klimt mijn ziel.

U vertrouw ik:
dat Gij zijt.

U verlang ik
ooit te zien.

Door de nacht heen
zien uw ogen

mij.

Van mijn ellende
keer U niet af.

Mijn vertrouwen
beschaam het niet.

Op U wachtte ik
levenslang.

Elke dag weer
zoeken mijn ogen

jou.

Laat je nu vinden
liefde.

Keer je niet af.


Marcus 10, 13-16
In die tijd brachten de mensen de kinderen bij Jezus met de bedoeling dat Hij ze zou aanraken. Maar bars wezen de leerlingen hen af.
Toen Jezus dat zag zei hij verontwaardigd: ‘ Laat de kinderen toch bij mij komen en houdt ze niet tegen. Want aan hen die zijn zoals zij, behoort het koninkrijk van God. Voorwaar ik zeg u: wie het koninkrijk van God niet aanneemt als een kind, zal er zeker niet binnengaan.’
Daarop omarmde Hij hen en zegende hen, terwijl Hij hun de handen oplegde.


Overweging
Er komen vandaag, op deze prachtige zondag twee prachtige elementen samen.
We vieren de geboorte van Anne en wij zijn op deze eerste adventszondag in de verwachting van geboorte.
Advent betekent aankomst, komst – de vraag is in deze tijd: Wat gaat komen en wie?
De advent is de voorbereidingstijd op Kerstmis – zo is dat ooit gedacht. Zo is dat ooit beleefd en door veel mensen wordt het nog zo beleefd.
Binnen en buiten kerken leeft december. In gemeenschappen, in loslopende mensen die er ooit van gehoord hebben, er over gezongen hebben, gevoeld dat het goed voor ons is om een tijd van verlangen en verwachting te koesteren, en toe te leven naar een dag van nieuwe geboorte.

Vorig weekend was ik in Berlijn, op bezoek bij Asim. Velen hier kennen hem. Ik moet jullie de groeten doen.
Voor mensen die hem niet kennen. Asim komt uit Sudan, gevlucht voor de oorlog toen hij 16 was. Zes jaar geleden kwam hij op mijn levenspad en is daar niet meer van afgeweken.
Hij spreekt me aan met papa. Hij las mij de regels van psalm 25: Van mijn ellende, keer u niet af. Mijn vertrouwen, beschaam het niet.
Hij las ze drie keer. Keek mij vervolgens lang aan en zei: ik heb het gevoel de laatste tijd dat ik in Gods hand woon.
Ik zei: Zo mijn moslimkind en hoe kom jij dan in die hand van God?
Hij ging verder: Mijn leven is een wildernis, zonder plaats, zonder wortels, zonder perspectief, elke dag is er een risico als je illegaal bent in deze wereld.
Ik verbrand mijn vingertoppen als ik me weer moet melden en er vingerafdrukken gemaakt moeten worden. Zo vertraag ik de uitzettingsprocedure omdat het niet lukt om vingerafdrukken te maken.
En toch zie ik in mijn wildernis steeds rozen die bloeien. Ik zie steeds dat er licht voor me is, ik heb elke dag hoop. En als ik het niet kan voelen dan neem ik gewoon een besluit.
Zo heb ik ook besloten dat elke vogel in de lucht zijn vleugels voor mij uitslaat.
We gingen dicht tegen elkaar aan zitten en waren lange tijd stil.

Dopen dat is geboorte vieren.
Ikzelf ben opgevoed met de gedachte dat we gaan dopen om gered te worden. Gered van de erfzonde. En in sommige kerkelijke doopformulieren en gebeden staat dat nog zo zwart op wit.
Tegenwoordig denk ik: als God bestaat, zijn alle kinderen die geboren worden zijn kinderen, of ze nu wel of niet worden gedoopt. Dat geldt voor alle Annes en Asims van deze wereld.

De ouders van Anne schreven mij: Lieve Anne, door te zijn wie je bent kun jij de wereld mooier kleuren. We zien het als onze taak om jou alle ingrediënten mee te geven zodat je dat kan doen.
Die zin komt overeen met de grote woorden gerechtigheid en liefde voortkomend uit de joodse godsdienst van de Thora van Moses en de Profeten.
Die grote woorden mogen wij vandaag naar de dagelijkse werkelijkheid brengen. Gerechtigheid en liefde, daarom dopen wij.

Wij dopen onze kinderen in het besef dat de wereld soms verschrikkelijk is voor kinderen.
In Nederland worden er per jaar 350.000 kinderen mishandeld, zo spreken de cijfers. Dat zijn er twee à drie per klas. In ons land sterft er iedere week een kind ten gevolge van diezelfde mishandeling. In ons land doet ieder half uur een scholier een poging tot zelfdoding, zo spreken de statistieken.
Wij dopen onze kinderen in de verwachting van het nieuwe. Een nieuwe geboorte, een nieuwe wereld. Een wereld die gebaseerd is op genade-orde.

Dopen, het breken en delen en stilstaan bij advent, tezamen zijn zij de liturgie van vandaag.
Rituelen van nederige hoop; sacramenten, taaltekens waarin wij elkaar optillen en omhoog zingen.
Dopen is een smeekgebed: moge jij leven in Godsnaam.
Breken en delen is een smeekbede: moge er brood en gerechtigheid, geluk en liefde zijn  voor elk geboren mensenkind.

Ron Meeuwissen, zoon van en vader van, Kristel Meeuwissen-Franken, dochter van en moeder van, wij hier in De Duif vragen jullie één belofte:
Dat je Anne, jullie dochter en jullie kinderen en alle kinderen die je nog op jullie levensweg tegenkomt zult meenemen op de weg die je zelf probeert te gaan, naar een andere wereld.
Dat je hen tot voorbeeld bent en tot hulp. Dat je ze bemoedigt en probeert vast te houden en lief te hebben, wie ze ook zullen zijn.
Dat is een gelukkig makende verantwoordelijkheid.
Door je kinderen te laten dopen geef je te kennen dat je die verantwoordelijkheid aanvaardt.

Wij zullen haar dopen met hart en ziel, met al onze liefde en heilige geest, allen die hier zijn.
En moge wij allen daar doorheen de blijdschap voelen van de komst van het nieuwe, vanuit de eerste advent.
Kome wat komt.
Amen


Dooptekst
Nu laat ons dopen en roepen haar naam:
Anne Saar Cristine Meeuwissen
Geboren op 19 mei 2013
Moge liefde een mens van je maken
En dat er, waar je ook gaat,
Hoever weg ook, een paar mensen zijn
Die je willen ontvangen,
En die het voor je opnemen tegen alle kwaad

Anne Saar Cristine
Ik doop jou
In de naam van God ‘ik zal er zijn’
In de naam van Jezus – ‘hebt elkander lief’ –
En in de kracht van de geest
Die het aangezicht van deze aarde zal vernieuwen
Zo moge het zijn, vrees niet, kome wat komt
Ontvang dit licht
En ga in vrede

 
       
 

Archief alle overwegingen 2011 en voorgaande jaren | Archief 2012 | Archief 2013

 
 

FV 2013-12-02 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl