Catrinus' bijdragen, dienst 5-4-1998

Lezingen:

Welkom en inleiding.

Goedemorgen allemaal en welkom in deze viering van palmpasen. Voordat ik nu verder ga wil ik Fred vragen de kinderen welkom te heten.

Welkom nogmaals aan u allen, mede namens Paul, die met mij voorgaat. Welkom op deze dag in de lente, waarin de schepping zich wellicht op haar mooist en krachtigst laat zien.
Deze zondag is het palmpasen. In Lucas 19, wordt de intocht van Jezus in Jeruzalem beschreven. De zin die me daarbij het meest fascineert is: "Gezegend de koning die komt in de Naam van de Heer". Vandaar dat dit het thema is van deze dienst.
Omdat dat ook veel met de Naam te maken heeft, hebben we zojuist psalm 8 gehoord. Daarin horen we hoe de psalmist zich verbaast, hoeveel macht de mens eigenlijk heeft, of beter misschien nog, hoeveel hem door de Eeuwige is toevertrouwd.
In Filipenzen wordt ook veel gezegd over de verhouding God mens en met name hoe die zich in Jezus heeft gemanifesteerd. Jezus heeft zich totaal ten dienste gesteld van God en de mensheid.
Heeft de gestalte van een slaaf aangenomen, schreef Paulus.

Als je deze drie lezingen bij elkaar neemt, dan lijkt er eigenlijk toch iets vreemds aan de hand. Want hoe zit het met de verhouding God - mens. De vragen naar macht komen boven. Zal Jezus echt de koning zijn die de Joden ondersteund in het verzet tegen de Romeinen? Zal hij de bezetter weten te verjagen? Zal hij vrede brengen? Is God meester of slaaf? Is de mens slaaf of juist vrij?
De teksten roepen vele vragen op. Boeiend. In mijn overweging hoop ik boeien-de antwoorden te geven.

Overweging

Best mensen, gemeente van Christus,

Eigenlijk hadden we nog niet aan deze dienst kunnen beginnen. Waarschijnlijk is het u al opgevallen, maar het liturgisch tafeltje voor brood en wijn is nog niet gedekt. Dus dat wil ik nu eerst even doen, samen met Paul.
Wij kunnen niet zomaar met een kerkdienst kunnen beginnen. Eerst moeten de symbolen die ons bij uitstek met Christus verbinden, brood en wijn, op een waardige manier op tafel staan.
Op vergelijkbare manier kon Jezus niet zomaar Jeruzalem binnentreden. Zelf had hij zijn binnenkomst al min of meer geregisseerd, maar bovendien kregen de leerlingen en zijn verdere aanhang het gevoel, dat er nu iets bijzonders ging gebeuren. Vele mantels en kleden werden derhalve op de grond gelegd, zodat de Messias daarover Jeruzalem binnen kon gaan.
En de mensen daar, ze riepen met luide stem: "Gezegend de koning die komt in de naam van de Heer, Hosanna!"
Die uitroep ontroert me, omdat ik daar een vurig verlangen in proef. Wanneer nu eindelijk, zal de overheersing van de Romeinen voorbij zijn. Of wanneer verdwijnt de machtskliek van farizeeën en schriftgeleerden. Hij die al veel heeft laten zien in het optreden in heel het land, wat zal hij nu gaan doen in het centrum van de kerkelijke en wereldse macht?
Een vurig verlangen misschien als van mensen in Kosovo, die het geweld van de Serviërs moeten verduren. Het vurig verlangen van een ernstig zieke, die zijn pijn en uitzichtsloosheid niet langer het hoofd kan bieden. Wanneer zal het nu eindelijk vrede zijn, zal de strijd niet meer nodig zijn?

Bij de voorbereiding vroeg ik: Voor wie of wat zouden wij nu de rode loper uitleggen? Iemand zei: "Voor de rechten van de mens. Die worden nog altijd met voeten getreden" Een ander zei: "Voor iemand die een conflict moet oplossen in een plaats, waar moord en doodslag plaatsvond op het gebied van rassenhaat."
Opmerkelijk was verder dat gezegd werd: "Je moet helemaal geen rode loper uitleggen, want dat geeft verkeerde macht aan mensen. Mensen die goed doen, daarin bijzonder zijn, hemel ze vooral niet extra op, want met die extra macht kunnen ze niet goed omgaan en hun grootsheid zal minder worden"

Als het gaat om het doorbreken van onderdrukkende machtsverhoudingen, dan ben je er niet door meer van hetzelfde toe te passen. Door een nieuwe machtsfi-guur naar voren te laten treden.
Maar dan gaat het erom, dat je die mensen zegent, die komen in de Naam van de Heer. Hoe is dat bedoeld, zult u denken. Zegenen betekent kracht meegeven. Let wel, het gaat niet om macht, om een vechten tegen, maar meer om kracht voor. Je sterk maken voor het goede. Voor dat wat hoort bij de Naam van de Heer. Mensen die scheve verhoudingen recht zetten, ruzies beslechten, eten en onderdak geven aan hongerenden en ga zo maar door. Maar die dat doen, niet hoog te paard en verheven, maar op een ezelsveulen. Een dier dat nog niet verpest is door de machtsverhoudingen tussen hem en zijn berijder. Geen verhevenheid, maar een houding van dienen.
Stel nu, om nog even op die rode loper terug te komen, dat er iemand is die alle ziektes uit de wereld kan helpen, die de milieuvraagstukken oplost, zorgt dat overal voldoende eten is in de wereld en dat er nooit meer een geweer wordt afgevuurd. Prettig misschien, maar tegelijk wat wezenloos. Veranderingen ten goede creëer je niet met een klik met de vingers. Het is meer een proces dat vanuit het hart moet beginnen. Ik denk dat wij mensen toch geleidelijk met een aantal vragen in het reine moeten komen, dat vanuit een langzaam veranderende houding van binnenuit, een betere wereld geschapen kan worden. Want alleen dan wordt die echt gedragen. God als ti ta tovenaar, dat werkt niet.

God heeft mensen nodig die zijn Naam hoog houden. De Naam, die Hij al waar gemaakt heeft als Schepper van deze wereld, als bevrijder van onderdrukten als iemand die verhoudingen rechtzet. De Naam die Jezus helemaal heeft waarge-maakt. Een God die mensen veel toever-trouwt, die mensen vanuit genade vertrouwen geeft om steeds weer opnieuw het goede te kiezen. God heeft geen soldaten in de houding nodig, die onder een "befehl ist befehl" opereren. Maar mensen die de waarde van menselijkheid herkennen en daar veel voor over hebben. Mensen die hun ego niet lopen hoog te houden, die niet roepen, kijk eens hier ben ik, of angstvallig vasthouden aan eigen standpunten, maar die zichzelf in navolging van Christus hun trots afleggen en zich ontledigen.

Het grote bijzondere is, dat God het ons toevertrouwt om zijn Naam hoog te houden. Dat is niet altijd even makkelijk in deze wereld, want soms moet je tegen de stroom oproeien. Des te belangrijker is het daarom, dat we elkaar zegenen. Kracht meegeven. Door elkaar te vertrouwen, te steunen en groot te maken als we proberen de bedoelingen van de Eeuwige te realiseren. Dat we elkaar gaan zien, als mensen die met hart en ziel willen en kunnen leven. God geve het ons, dat wij zo geloven.
Amen.

| Archief/Bijdragen | Catrinus' "Hoofdpagina" |


AM 5-4-1998 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl