Lezingen:
Goedemorgen en van harte welkom u allen in deze viering. Welkom
in dit huis, dat wij proberen een huis van God te laten zijn.
Voordat ik verder ga met de inleiding, wil ik u uitnodigen om
in een moment van stilte thuis te komen. Thuis te komen bij God,
bij wie we altijd terecht kunnen met onze gevoelens en gedachten,
die zonder oordeel naar ons kijkt en ons onvoorwaardelijk liefheeft.
Hiertoe kan het prettig zijn, als u iets rechter op gaat zitten,
de ogen sluit en even bewust stil staat bij uw ademhaling. En
misschien komen er gedachten of gevoelens omhoog, die u aan de
Eeuwige voor wilt leggen.
Liefdevolle God,
Jij die met ons meegaat,
zeker als we willen deelnemen aan het verwezenlijken van Jouw
rijk,
in Jouw Naam is onze hulp.
Geef ons rust en vertrouwen
als we verward, teleurgesteld of bang zijn
geef ons rust en vertrouwen
juist ook als de dingen opeens goed gaan
dat we weer thuis komen bij Jou, bij onszelf of bij een ander
voelen wat de bedoeling is,
zodat onze levensenergie blijft stromen.
Amen.
De Eeuwige nodigt ons niet alleen uit om bij Hem thuis te komen,
Hij nodigt ons ook uit deel te nemen en deel te krijgen aan het
evangelie, aan de geschiedenis van bevrijding, goede intermenselijke
verhoudingen. Dat valt op te maken uit de lezingen van vandaag.
Bij Paulus, in zijn brief aan de Korinthiërs, lezen we dat
hij alles doet om mensen voor het evangelie te winnen. Hij vergelijkt
zich met atleten, die alles doen om de wedstrijd goed te spelen.
Aan deze brief van Paulus ontleen ik ook het thema: Zijn wij toeschouwers,
supporters of spelers als het gaat om de geschiedenis van God
en mensen?
Soms slaan wij gade wat er in de wereld gebeurt, als toeschouwers,
en bespreken we en bevoelen we dat, en vormen ons een beeld en
oordeel. Wat is goed, wat is kwaad. Wat hoort bij het rijk Gods
en wat niet.
Soms zijn we supporter, dan moedigen we mensen aan die met goede
dingen bezig zijn.
En af en toe zijn we spelers, als we ons direct inzetten voor
de goede zaak.
Mijn vraag is, hoe zit dat met deze drie rollen? Welke vervullen
we, welke niet?
In Lucas zullen we lezen dat Jezus mensen vraagt hem te volgen,
maar dat er steeds mensen 'ja maar' roepen. Ik wil wel volgen,
maar eerst nog dit of dat.
Wie kent dat niet van zichzelf?
In de lezing van I koningen vraagt Elia Elisa hem op te volgen
als profeet. Ook hier wil Elisa eerst nog even andere dingen doen.
Eigenlijk is dat mijn belangrijkste vraag: blijven we vooral toeschouwers
of doen we 100% mee aan Gods geschiedenis van heil, vrede, gerechtigheid
voor de wereld. Daar zal ik dan ook vooral op ingaan in mijn overweging.
Wij vervolgen nu eerst met de lezingen.
Lieve mensen, gemeente van Christus,
Heeft u wel eens buiten spel gestaan? Ik denk dat iedereen wel
eens de situatie heeft meegemaakt, mee te willen doen, maar niet
mee te mogen doen. Hooguit mocht je toeschouwer zijn. Zo herinner
ik mij dat ik als jongen van een jaar of 10 niet mee mocht doen
aan het Heilig Avondmaal in de Gereformeerde kerk. Boven op de
gaanderij keek ik toe wat er zich beneden me afspeelde. Ik zie
het nog helemaal voor me. Nadat het brood - maagdelijk witte blokjes
- aan allen was uitgereikt op zilveren schalen, werd er een teken
gesteld. In zijn zwarte toga met wit overhemd daaronder nam de
predikant - mijn vader in de meeste gevallen - dan een speciale
reep brood van 5 blokjes aan elkaar, hief dat vol eerbied hoog
op, sprak enkele woorden en deelde het onder de ouderling en diaken
van dienst. Daarop zag ik hoe al die mensen gelijktijdig in de
kerkbanken hun armen met dat witte blokje naar hun mond brachten.
Een magisch gebeuren, waarvan ik nochtans niet meer dan toeschouwer
was.
Soms word je buiten spel gezet. Ik denk aan mensen die zijn ontslagen
en niet meer welkom zijn in het bedrijf waar ze jarenlang werkten,
ik denk aan politieke gevangen. Ik denk ook aan hen wier geliefde
uit hun bestaan verdwenen is en het spel van de liefde, van intimiteit,
van het delen opeens niet meer mogelijk lijkt en dan kan het soms
even duren voordat je beseft dat je opnieuw in liefde kunt leven.
Als we naar de lezing van Paulus kijken, dan dreigt ook hij buiten
spel gezet te worden. Hij die juist bezig is met het levend maken
van de goede boodschap, het evangelie, de verkondiging dat liefde
het wint van de dood, dat er altijd weer perspectief te vinden
is; hij die daartoe solidair is met diverse groeperingen in de
maatschappij van zijn tijd, hij wordt aangevallen door de gevestigde
orde. Hij wordt beschuldigd te leven op kosten van de gemeenschap
en zich bezig te houden met mensen, die er sowieso niet bij horen.
Maar Paulus laat zich niet buiten spel zetten en slaat dus terug.
In deze tijd zou Paulus denk ik de wetten van de economische groei
naast zich neerleggen of zich niets gelegen laten liggen aan de
kerkelijke leer, die voorschrijft dat alleen katholieken aan de
eucharistie mogen deelnemen. Wetten en gedachten die ons afhouden
van het rijk Gods.
Soms worden mensen niet buiten spel gezet, maar blijven ze
zelf hangen in de rol van toeschouwer. Iedereen kent bijvoorbeeld
wel die discussies op verjaardagen of in vergaderingen, waar mensen
zich enorm kunnen opwinden over de maatschappij en alles wat daarin
verkeerd gaat (economie, milieu, agressie) maar waar niemand het
initiatief neemt om te gaan doen wat men zou kunnen doen om het
kwaad te keren.
Ook op het persoonlijk vlak kom je tegen, dat mensen aan de kant
blijven staan, niet het spel gaan spelen, dat ze eigenlijk het
liefst zouden spelen. Een vrouw bijvoorbeeld die ik onlangs sprak,
tijdelijk zonder werk. Ze solliciteerde ijverig, maar kon geen
brief schrijven op functies die ze het liefst zou willen en die
het best bij haar zouden passen. Heel merkwaardig. Oorzaak was
dat ze heel bang was om afgewezen te worden, juist op datgene
wat ze heel graag zou willen. Waar ze heel blij mee zou zijn.
In zo'n situatie en meer in het algemeen als je buiten spel staat
is het goed te beseffen, dat er iemand is, die je nooit afwijst.
God, onze schepper, die met ons meetrekt, wijst ons niet af, maar
geeft maximale steun en betrokkenheid, als wij dingen doen of
willen doen, met hart, ziel en verstand. Hij is dus onze grote
supporter. Met zijn liefde treedt hij onze angsten tegemoet.
Vreest niet, blijf niet langer bang, wordt rustig en keer terug
naar de bron. De bron van wat de bedoeling is, de bron, waaruit
nieuwe mogelijkheden kunnen ontstaan om deel te nemen aan leven,
aan dat wat Gods bedoeling is met jou leven en deze wereld. Daarin
steunt de Eeuwige ons en zo kunnen we anderen steunen en ons laten
steunen.
Wat valt er op basis van de andere twee lezingen te zeggen
over toeschouwer, supporter of speler. Of over hoe wij volgen,
deelnemen aan het verwezenlijken van het koninkrijk.
Wat me in I Koningen fascineert, is dat Elisa een mantel toegeworpen
krijgt. De mantel van een profeet. Opmerkelijk dat Elia hem vrijlaat
om die mantel op te pakken. Hij zegt: "Heb ik u soms tot
iets verplicht" De thematiek van het lied: Die om mij smeekt
komt hierbij naar voren. God sleurt niet, maar wenkt, hij roept
totdat we van binnenuit willen. We krijgen de tijd, om er ons
van binnen klaar voor te maken, om daarna pas naar buiten te treden.
Precies eigenlijk ook als Jezus, die eerst in de woestijn verbleef,
of die zich soms terugtrok op de berg, voordat hij zich onder
de mensen begaf.
Dus soms moet je eerst de rust nemen, stil worden, misschien zelfs
toeschouwer of luisteraar worden van jezelf en de wereld om je
heen. En in die stilte kun je God horen roepen denk ik.
Dan kom je, zoals iemand dat maandagavond zei, soms tot het besef
dat je je leven radicaal anders wilt. Dat je jezelf dingen ziet
doen, die geen vreugde geven, waar je absoluut ontevreden over
bent. Dat is het begin van de verandering.
En dan hebben we de lezing uit Lucas nog. Jezus vraagt om mee
te doen, medespeler te worden. Jezus heeft dus mensen nodig, hij
kan het niet alleen. Net zo als God het niet alleen kan. Wij zijn
nodig als spelers, als mensen die een taak vervullen in het realiseren
van het Rijk. Opvallend is de radicaliteit van Jezus. Mag je je
ouders niet vaarwel zeggen, of mag je je vader niet begraven?
De tekst laat de doden de doden begraven versta ik als: Houd je
niet bezig met mensen, die zich met doodse dingen bezig houden,
zaken die afgesneden zijn van het leven. Mensen die niet omzien
naar wat er om hen heen gebeurt, die zich zelfgenoegzaam terugtrekken,
in weelde leven en bij wie de levensbetrokkenheid wegkwijnt.
Jezus noemt zichzelf Mensenzoon. Achter dat woord proef ik een
bedoeling, namelijk dat het de bedoeling is met en van Jezus,
dat God zich helemaal onder de mensen begeeft. God kan werkelijkheid
worden in mensen.
De radicaliteit die Jezus vraagt is om zonder ophouden en zonder
terugkijken te leven in verbinding met God die leven geeft. Niet
levend 'van God los' maar juist een verbinding leggend tussen
God en de mens.
De mens Jezus heeft laten zien hoe God ieder mens opnieuw tegemoet
treedt, vanuit het hart. In iedere situatie weer anders en nieuw.
Als God ons zo tegemoet treedt en steeds weer opzoekt, zouden
wij dan het léven niet ook steeds weer opnieuw tegemoet
kunnen treden, onze angsten kunnen overwinnen, kunnen glimlachen
om onze ja maar's, elkaar kunnen supporten? Zouden we dan niet
met elkaar het levensspel kunnen spelen, zoals God dat bedoeld
heeft?
Amen.