Lezingen
Inleiding
Ik zeg tot de Heer: gij zijt mijn Heer.
Gij gaat mij te boven, ik kan er niet bij,
maar kies voor degenen die hier op aarde
zijn zoals gij.
Dit stukje uit Psalm 16 die we straks gaan zingen, wil ik als
thema meegeven aan deze dienst Het verwoordt prachtig de schijnbare
tegenstelling in de lezingen van vandaag. Leg ik mijn vertrouwen
bij God of bij mijn medemens. Of kunnen we zeggen; omdat we op
God vertrouwen, hebben we dat ook in zijn schepping. Uw vriendelijkheid
moet bij alle mensen bekend zijn. "De Heer is nabij",
schrijft Paulus in zijn brief aan de Filippenzen. In deze brief
dankt hij God voor het goede werk van de Filippenzen bij het verspreiden
van het evangelie en bidt dat hun liefde voor elkaar steeds sterker
mag worden zodat ze eensgezind, samen voor de verlossing zullen
werken. Samen op weg naar de vrede.
Nadat Jezus de 12 apostelen had gekozen zendt Hij er 72 andere
volgelingen als prediker op uit. Hierin worden wij allen geroepen
om geloof, hoop en liefde uit te dragen. De 12 apostelen die hij
om zich heen verzamelde, en die hem vergezelden, verwijzen naar
de 12 stammen van Israël. De 72 anderen, die hij voor zich
uitzond, verwijzen naar alle volkeren op de wereld. Want dat zijn
er volgens Genisis 72. (de afstammelingen van Noach) Wat zij te
zeggen hebben is bestemd voor de hele wereld.
Ze mogen zich niet het hoofd breken over hoe zij in hun levensonderhoud
moeten voorzien, over hun veiligheid en onthaal. God zelf zal
hen behoeden, bijstaan in nood. Ze zijn volkomen aangewezen op
anderen, vreemden. Als mensen met een open hart naar anderen toe,
elkaar dan ontmoeten is het Koninkrijk van God dichtbij. Dat is
volop kunnen vertrouwen in je medemens.
Zie ons dan vol bepakt en bezakt op vakantie gaan. Op alles voorbereid:
een jaar vantevoren geboekt, veel te veel kleren mee, pillen en
poeders tegen alle soorten ziekten, en het liefst ook nog je eigen
merk koffie mee. Dat is vertrouwd, je weet nooit of je het op
de plaats van bestemming wel kan krijgen. Van avontuur, onzekerheid
en vertrouwen dat alles ook wel goed zal gaan zonder al die voorbereidingen
is weinig over. Maar niet helemaal zonder iets liet hij hen gaan,
want:
Twee aan twee stuurt hij hen want dan sta je sterk.
Prediker zei al: Je kunt beter met tweeën zijn dan alleen;
dan heb je iets aan je moeite. Als de één valt helpt
de ander hem op de been. Een gevlochten koord krijg je heel moeilijk
stuk. (Pred.4:9-10,12) Zo worden ze als lammeren onder de wolven
gestuurd. Gesterkt door het geloof en door elkaar.
De eerste lezing, de psalm, en de evangelielezing lijken elk één daarvan voor z'n rekening te nemen. De psalm spreekt over een persoonlijke band met God, gebouwd op vertrouwen. Het wil ons op het hart drukken wat we kunnen bereiken als we alle vertrouwen hebben in de allerhoogste. Niet een soort van vertrouwen, bedoeld om terug kunnen komen rennen als het fout gaat maar vooral één die ons zelfbewust op pad laat gaan. Zoals een moedervogel haar kroost beschermt tegen gevaar maar ze ook aanmoedigt om uit te vliegen vanuit het veilige nest. De evangelielezing lijkt af te stappen van de individuele band tussen mens en God. Van die persoonlijke band van vertrouwen, naar een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de schepping en een vertrouwen in elkaar naar God toe. We zijn het ook ontgroeid. Om te geloven: Kome wat komt. Om onze toekomst geheel in Gods hand te leggen Dat houdt te veel onzekerheid in. We zijn op elkaar aangewezen. Maar als het minder goed gaat verliezen mensen, vreemd genoeg, het vertrouwen in God!?!
Jezus stuurde zijn 72, twee aan twee op pad. Zodat ze terug
konden vallen op elkaar, maar ook elkaar konden sterken in het
geloof. Samen weten ze meer en samen zijn ze minder kwetsbaar.
Twee worden eerder gelooft dan één. - Nou hoor je
het ook eens van een ander - een wel bekende zin om iemand te
overtuigen van je gelijk. Hoe doen we dat in onze maatschappij
waarin het individualisme hoogtij viert. Waarin niet alleen ouderen
vereenzamen maar ook jongeren, zoals het TV-spotje van het Rode
Kruis ons laat weten. Zij die alleen de Heer aan hun zijde vinden.
Staan zij bijvoorbaat aan de zijlijn?
Gelukkig niet, er zijn namelijk zovelen alleen opgestaan en in
verzet gekomen tegen het kwade. Vertrouwend op God en met hulp
van zijn engelen. Toch, daar is echter veel moed voor nodig.
Maar:
-Op slang en adder zult gij treden,
Leeuwenwelp en draak vertrappen
Deze zin staat in beide teksten. Iedereen heeft de macht gekregen
om in te gaan tegen vijandelijke krachten. En als je opkomt voor
een goede zaak, zullen spoedig velen volgen. Ergens moet toch
iemand beginnen. Ook Jezus is er alleen aan begonnen. Maar Hij
stuurde ons twee aan twee op pad. Omdat Hij niet een wereld wilde,
van ieder voor zich en God voor ons allen. In onze concurrentiemaatschappij
van 'de ander' of 'ik', waar de waarde van een mens hoofdzakelijk
afgemeten wordt aan wat ie presteert en bezit, is het vruchtbaar
om een ander naast je te vinden die je niet altijd gelijk geeft,
en waar je rekening mee moet houden. Ook geloven is geen solistenwerk.
En de oogst is te groot om alleen binnen te halen. Die oogst is
het onder elkaar uitdragen van God's vrede, vriendelijkheid en
vertrouwen. Dan maakt de nacht plaats voor de dag en het wordt
licht op dát moment van de dag, waarop je in het gezicht
van een ander mens kunt kijken en in haar of hem je broer, je
zus, je naaste, je medemens ziet. Amen.