Ton Wiemer's overweging, dienst 30-8-1998

Lezingen


Overweging

Op het eerste gezicht lijkt het erop, dat Jezus in dit evangelie niet meer doet dan een lesje ten beste geven in wellevendheid, in burgerfatsoen. Een wel opgevoed mens gaat op visite niet op de beste plaats zitten. Stel je voor, het zal je maar gebeuren dat je publiekelijk op je plaats wordt gezet, letterlijk nog wel, het is om je dood te schamen. Wie zich vernedert zal verheven worden en iedereen verlangt ernaar verheven te worden. Dus je kiest een heel eenvoudig plekje in de hoop, dat er zal gezegd worden: Vriend, kom meer naar voren! En zo gebeurt het ook, het publiek houdt zich goed aan dit evangeliewoord, en meestal niet uit echte bescheidenheid maar, helaas, al te vaak meer uit valse bescheidenheid. Zou dat de bedoeling van Jezus zijn geweest?

Ik denk, dat we bij het lezen van deze tekst de fout maken, te denken dat Jezus zijn woorden letterlijk wil toepassen op wat Hij bij deze maaltijd voor zijn ogen ziet gebeuren. Dat klopt niet. Jezus heeft het over een bruiloft en dat was deze maaltijd geenszins. Bovendien zegt Lucas dat Hij hun een gelijkenis voorhield. Jezus bedoelt, met andere woorden, een inwendige gemoedsgesteldheid die je kunt vergelijken met veel vertoond uiterlijk gedrag. Het gaat erom, dat we geen al te hoge dunk moeten hebben van onszelf en ons zeker niet mogen verheven achten boven andere mensen.

Opschepperij is daar een teken van, zegt Jakobus. En hij wijst er daarbij op, dat opschepperij over wat je allemaal gepresteerd hebt in het verleden al dwaas is, maar dat opschepperij over de toekomst helemaal onzinnig is. Veel mensen vertellen maar al te graag met veel ophef wat ze allemaal van plan zijn! Terecht merkt Jakobus op, dat dat van waanwijsheid getuigt, je weet immers niet wat de dag van morgen zal brengen en of je die überhaupt nog wel haalt. 'Als het God belieft' werd er vroeger dikwijls gezegd en in latijnse landen nog vaak. Zolang dat geen lege formule wordt, kan het getuigen van een wijze levenshouding.

Geen al te hoge dunk van jezelf hebben dus en geen opschepperij. Daar gaat het vandaag om. De eerste lezing van vandaag en de oudste tekst van de drie, zegt het nog het mooist: doe alles met zachtheid, hoe hoger je staat, des te kleiner moet je je maken, doe niet aan zelfoverschatting, niet aan inbeelding en laat je hart niet verstenen. Een versteend hart zal het uiteindelijk slecht vergaan!

Vooral deze woorden spreken mij aan en geven ons te denken. Onze samenleving is aan het verstenen, lijkt me wel eens. Het maatschappelijk verkeer, de wijze van omgaan met elkaar wordt steeds harder en zakelijker. Alles schijnt steeds meer te draaien om geld en carrière, de hebzucht stijgt met de welvaart en de welvaart maakt de mensen niet liever maar agressiever. Het geweld neemt toe, vooral dat wat we zinloos geweld noemen (alsof niet alle geweld zinloos is).
Ik moest denken aan het boek van Renate Dorrestein: Een hart van steen, waarin zij haar schuldgevoelens over de zelfdoding van haar zus beschrijft en het actuele thema van ouders die zichzelf en hun kinderen van het leven beroven.

Nu is het gelukkig niet alleen maar ellende wat de klok slaat. Al speelt geld een steeds grotere rol in de samenleving en kijken steeds meer mensen met spanning naar het verloop van de AEX-index waarvan ze tot voor kort nooit gehoord hadden, er zijn nog steeds heel veel mensen bereid belangeloos veel goeds te doen. De kerken geven daarin gelukkig steeds meer een goed voorbeeld, het aantal actieve vrijwilligers in de kerk is nog nooit zo hoog geweest en onze Duif doet daarin volop mee.

Maar er is meer. Er is in onze maatschappij een ontwikkeling gaande, die op dit gebied hoopvol is. 'Doe alles met zachtheid' lezen we vandaag in de bijbel. Bij zo'n tekst zou vroeger iedereen denken aan de vrouwen. Zachtheid was iets voor meisjes. Dat zocht een man bij zijn vrouw en bij zijn moeder. Mannen zorgden voor de financiën en voor de zaken buitenshuis en de emotionele aspecten van het leven en de opvoeding van de kinderen waren het werkterrein van de vrouw. Dat werd ze beiden van jongsafaan ingeprent en daartoe werden zij opgevoed. Jongens moesten echte mannen worden, hoe harder hoe beter, en alsjeblieft geen meisjesachtig gedrag. En de meisjes werden van meet af aan opgevoed naar het sekse-stereotype vrouwenbeeld: studeren had niet veel zin want hun leven zou zich toch bewegen van het fornuis naar de wieg, en van de stofzuiger naar de naaimachine. Het leven van de vrouw vereiste geen ontwikkeling maar opoffering, overgave en dienstbaarheid. Ontwikkeling en ontplooiing was voor de mannen want die moesten leiding geven in gezin, kerk en maatschappij. Die moesten orde op zaken stellen en dat vereiste inzicht en harde aanpak.

Deze rolpatronen, bepaald naar de sekse, zijn gelukkig radicaal aan het veranderen. De individuele ontwikkeling en ontplooiing van de mens, afgezien van zijn sekse, begint steeds meer aandacht te krijgen. Het feminisme heeft de vrouwen doen ontwaken en zij zijn begonnen zichzelf en hun kinderen anders op te voeden. Zij gaan steeds meer zelf orde op zaken stellen in hun leven, los van oude rolpatronen en conventies. Men is begonnen in te zien, dat de bijbel een patriarchaal boek is, door mannen geschreven. Het bijbels wereldbeeld is in feite eeuwenlang een voor vrouwen onderdrukkende boodschap geweest. Vrouwen zijn nu begonnen hun plaats in de samenleving op te eisen en terecht. Wij mannen zijn begonnen in te zien, dat wij dat ook altijd hebben aanvaard als iets vanzelfsprekends en dus ook schuld hebben aan een al te mannelijk opgesteld wereldbeeld. Niet alleen in het gezin maar ook in kerk en maatschappij moeten de taken nu eindelijk eens gelijkelijk verdeeld worden tussen mannen en vrouwen. In de gezinnen zien we het langzamerhand om ons heen gebeuren, in de maatschappij gaat het moeizaam en hoe hoger hoe moeizamer, en in de kerk, die het voorbeeld zou moeten geven, blijken de structuren nog het taaist. Vooral in de r.k.kerk lijkt het onmogelijk een starre mannencultuur open te breken. Dat vrouwen priester kunnen worden zal nog veel langer duren dan dat zij dominee werden.

We kunnen ons gelukkig prijzen dat onze Duif in deze de tekenen des tijds heeft begrepen en dat zachtheid onder ons meer gestalte heeft gekregen onder mannen zowel als vrouwen. De specifieke kracht en deskundigheid van vrouwen komt mijns inziens in onze Duif ten volle aan bod. Het is nu aan ons mannen gegeven daar in bescheidenheid ten volle van te profiteren.

Wat je doet, mijn kind, doe dat met zachtheid.
Deze worden zijn niet gericht tot een meisje dat lief en zacht zou moeten zijn, maar tot ons allen!
Een versteend hart zal het zwaar te verduren krijgen. De harde jongens onder ons zijn uit de tijd.
Alleen met zachtheid kun je met mensen omgaan, kun je een gemeenschap opbouwen.

30-08-98 Ton Wiemers

| Archief/Bijdragen |  Gastvoorgangers |

FV 8-9-1998 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl