Vorige week heeft Mimi ons al voorgehouden, dat wij in een
verwachtingsvolle periode zijn beland. We kunnen ons klaarmaken
en opmaken, want straks is het zover. Als kind keek ik ook uit
naar Kerstmis. Om half drie 's nachts mocht ik mee naar de nachtmis.
We werden wakker gemaakt en -slaapdronken- extra dik aangekleed
gingen wij met de ouderen van ons gezin mee. Mijn vader in zijn
donkere kostuum met witte handschoenen - hij was immers collectant
- , veel licht, veel liederen en: zeer koud!
Maar mooi, dat wij dat vonden. Het moet voor mijn moeder een hectische
tijd tijd zijn geweest. Het huis was mooi; de kerststal stond
op het dressoir met vier kaarsjes ervoor. Ook wij zagen er mooi
uit. Maar als je me nu vraagt: Wat aten jullie? Dan moet ik het
antwoord schuldig blijven, want het ging om het Kind en niet om
de uitgebreide maaltijden. Alhoewel dat best mag. En het gaat
ook nu nog om dat Kind; om de verwachting van het nieuwe leven.
Het gaat bijvoorbeeld niet om nieuw leven van een mensenkind als
bij Angela en Freek, waarvan ik zeker weet, dat het zeer belangrijk
voor hen is.
Over dit nieuwe leven vertelt Jesaja al. Hij heeft het over de
komst van een Vredevorst en een Vrederijk. Houdt moed, Hij zegt
het zo mooi, wij zullen allen met elkaar in vrede leven. Ieder
in zijn eigen hoedanigheid. De baby speelt bij het hol van een
slang. De kleuter steekt zijn hand in het nest van een ader. Niemand
zal iemand kwaad doen.
Het is echter in zo'n schril contrast met al wat er gebeurt in
de wereld; in het groot en in het klein. Iedereen wil zo graag
in vrede leven; men wil niemand kwaad doen. En wij zuchten allemaal
om zoveel onbegrip. Er zijn zoveel mensen die niet willen zien
en horen, dat een ander het goed bedoelt.
Paulus doet vandaag een dappere poging om aan te geven, hoe een christelijk leven geleefd moet worden. Dat spreekt voor zichzelf. Hij haalt Jesaja aan: Isaï zal een nakomeling krijgen, die opstaat om een volk te leiden.
Matteüs - zelf tolbeambte van beroep - wordt door de Heer
geroepen tot apostel. Hij vertelt op zijn eigen wijze het verhaal
van Jezus' leven en ook van Johannes de Doper. Deze Johannes,
de leermeester en ook de vriend van Jezus, kondigt het Koninkrijk
aan: "Mensen, begin een nieuw leven". Ook hij haalt
Jesaja aan: "Hoort, iemand roept in de woestijn. Baan een
weg voor de Heer. Zorgt dat Hij over rechte paden gaat. En Johannes
doopt ieder die daar om vraagt, nou ja, ieder ?? Hij kijkt toch
wel de mensen aan... Zoals de Farizeeërs en Sadduceeërs
... Hij laat ze even wat horen!
Begin een nieuw leven en laat door DADEN zien, dat het u ernst
is. Dat is niet simpel. We zijn allen gelijk, we hebben allen
ook gelijk. Ieder spreekt en handelt vanuit zijn of haar achtergrond;
we hebben niet anders. Mijn jeugd bestond voornamelijk uit gezin
en kerk. Zelfs gidsen, toneelspelen, 18-jarigen cursussen vonden
plaats onder toezicht van de kerk. Dat vormt je toch. Gelukkig
kreeg ik van huis uit mee tolerant te zijn voor andersdenkenden.
En dat was goed en ging heel goed. Maar hoe groot moet tolerantie
zijn naar anderen toe? Moet ik alles goed vinden, zodat ik mezelf
kwijt raak? We zijn allemaal in afwachting van ?? Jesaja geeft
ons ondanks de dreigende toon, hoop en vertrouwen. Het oude hoef
je niet weg te gooien, want in het nieuwe testament wordt ook
steeds weer "het oude" boven gehaald. Zij die vervuld
zijn van de Heer, kunnen kracht en inzicht krijgen voor een goed
bestuur. En ik weet, dat die kracht, die wijsheid en die kennis
aanwezig is.
We krijgen de kans het goede naar boven te halen in ieder van
ons. Mochten we de weg even kwijt zijn, kunnen we gezamenlijk
DE weg inslaan. Zoals Mimi het vorige week zei: eerst zijn er
geen wegen; maar ze ontstaan, als vele mensen in dezelfde richting
lopen. En mocht er iemand afhaken, probeer zonder al teveel dwang
haar of hem erbij te betrekken zodat ze weer mee te lopen. Natuurlijk
hebben we geen van allen de wijsheid in pacht, maar dat neemt
niet weg, dat we niemand aan zijn lot overlaten of buiten sluiten.
Het is echt niet eenvoudig. Maar we hebben al 25 jaar met ups
en downs deze Duif, onze Duif, open gehouden. Met ons geloof in
God en in elkaar kunnen wij tot in lengte van dagen en jaren doorgaan.
Maar we moeten aan het werk. Met al onze talenten, energie en
tolerantie naar elkaar toe. Moge God ons daarbij genadig zijn.
Amen.