Lezingen:
Vrede voor jou, hierheen gekomen, zoekend met ons om mens te
zijn!
Vrede voor jullie allemaal in deze feestelijke nacht, waarin ons
de kans geboden wordt om God en elkaar te ontmoeten.
Het is voor onze gemeenschap De Duif elk jaar weer een eer zovelen
in de kerstnacht in dit huis van God en mensen te begroeten. Zo
bouwen we samen verder aan dit huis, hoe bouwvallig het misschien
ook oogt.
We gaan duidelijk luisteren naar en meezingen met een lang
geheel van muziek, liederen en woorden. Hierin worden de verschillende
verhalen die bij dit feest horen op een bijzondere manier verklankt.
Ik wil u uitnodigen hiervoor stil te worden én volop mee
te zingen waar dat kan.
Laat het zo mogelijk worden dat we volmondig instemmen met het
woord dat de herders ooit hoorden: "Heden is u een redder
geboren."
Laten er zo vrede, genade en God om ons heen komen, vergeving,
nieuwe moed, voor jou en iedereen.
Het gebeurde op 4 november, vlak voor de tweede bijeenkomst
van de groep die deze dienst voorbereidde.
Eén van ons loopt van het Frederiksplein af door de Utrechtsestraat.
Opeens ziet hij in het portiek bij de luxe schoenhandel Zwartjes
een oude vrouw zitten, met een boodschappenkar vol met oude spullen
en tassen. Hij ziet het, loopt door en denkt aan een gedicht dat
hij net thuis las. Een gedicht met de strekking: Het gras zal
altijd groener zijn aan de andere kant van de heuvel. Dat deed
hem thuis zo goed. Hij loopt terug en vraagt of hij de vrouw ergens
mee kan helpen. Zij antwoordt: "Ik zit op mijn zaligmaker
te wachten."
Tekent dat niet alles waar het deze nacht om gaat?
"Heden is u een redder geboren", hoorden we, net als ooit de herders in het veld. Elk jaar in deze nacht herhalen we dat woord en worden erdoor aangesproken. En tegelijk weten we van alle ellende en tegenspraak eromheen. Misschien dragen we er zelf wel iets van mee de kerk in. Hoe kan het toch dat we dat woord dan nog geloven? Hoe is het mogelijk om temidden van doorgaand leed en bloedvergieten te belijden dat Jezus de redder voor ons is geworden? Er is door zijn leven, lijden en dood toch niets wezenlijks veranderd op deze aarde? Waarom zou je nog hierheen komen? Schijnt het licht wel in de duisternis, zoals we zongen?
Ik wil nadrukkelijk belijden dat die redder wel degelijk gekomen
is. Maar ook dat hij voortdurend nog komt, in vele gedaanten.
Jezus is onze redder geworden. Niet als God hoogheilig, maar als
mens. De gelovige jood en leraar Jezus heeft voor zijn mensen
God voorbeeldig handen en voeten gegeven. Zijn leven, dood en
verrijzenis zijn een teken geworden dat redding in ellende mogelijk
is. Voor de gelovige joden die na zijn dood zijn naam nog noemden,
is hij de weg geworden die voor allen de weg naar God opende.
Jezus is een wegwijzer geworden voor alle mensen. Een wegwijzer
naar Israëls God van liefde, barmhartigheid en recht. Daarin
is hij de weg geworden naar onze redding uit onmacht en dood.
Licht in duisternis is hij geworden.
Het kind dat vannacht opnieuw geboren wordt, zal ons de weg kunnen
wijzen naar de God van het Verbond. Hij opent onze ogen ervoor
dat God degene is die bevrijdt uit slavernij, die barmhartig is,
vol liefde en rechtvaardig. Net zoals God dat was voor het volk
dat hij uit Egypte voerde.
Niet dat die redding altijd direct en volledig werkelijkheid wordt.
Dat weten we allemaal goed genoeg. De weg naar Gods koninkrijk
die vannacht voor ons opnieuw geopend wordt, is nog lang, net
zoals het volk Israël veertig jaar onderweg was door de woestijn,
met al haar hoogte- en dieptepunten. Maar onderweg worden wel
voortdurend richtingwijzers gegeven: verhalen over de lotgevallen
van mensen met elkaar en met God, liederen van twijfel en hoop,
wijze woorden door een ander gesproken. En meer dan een richtingwijzer
wordt ons gegeven; een houvast wordt ons geboden in de verhalen
over Jezus en over al wie in zijn voetspoor volgden. Daarin wordt
duidelijk wat God met ons mensen voorheeft, waartoe zij ons roept.
En elke keer dat mensen aan die roep beantwoorden, blijkt opnieuw
dat redding mogelijk is en wordt het kind in ons opnieuw geboren.
Door elk mens die zichzelf bij de kraag gevat heeft en uit zijn
schulp gekropen is.
Door elke mens die durft op te staan en te schitteren in al haar
waardigheid.
Door mensen die het aandurven af te stappen op degene die ze eigenlijk
niet zo mogen.
Door mensen die anderen durven aanspreken op hun fouten zonder
ze direct te veroordelen of buiten te willen sluiten.
Door mensen die een zieke verplegen.
Door weeskinderen in Oeganda, die, hoe hard hun lot ook is, het
leven gaande weten te houden.
Door mensen die anderen in hun angst bij de hand durven nemen
en helpen verder te gaan. Door mensen in Zuid-Afrika, in Bosnië,
of waar dan ook, die een toekomst van vrede voor hun volk proberen
te bouwen.
Door niet te vluchten voor de dreiging van de machtigen, maar
er tegenin te gaan en het recht haar loop te geven.
Door rechtvaardigheid echt op allen te laten slaan, of het nu
gaat om vluchtelingen, zogenaamde witte illegalen, een dictator
als Pinochet, Belgische politieke leiders of ons eigen koningshuis.
Gods redding kent geen onderscheid. En wie kan ons dat duidelijker
tonen dan het kind dat vannacht geboren wordt?
Deze nacht wordt ons door dit kind, door deze timmermanszoon,
het eeuwenoude gereedschap in handen gegeven van Gods redding,
van Gods koninkrijk van vrede. Aan ons de taak om het op te nemen,
om elkaar te leren ermee om te gaan en om vol goede moed Gods
toekomst handen en voeten te geven.
Weet u daartoe gesterkt door het kind dat geboren wordt!
Dan wordt het voor ons een zalig kerstfeest.