Ton Wiemer's overweging, dienst 27-12-1998

Feest van de Heilige Familie

Lezingen

Overweging

Doordat wij ons nu eenmaal houden aan het leesrooster van de katholieke kerk, krijgen we vandaag te maken met het feest van de H.Familie. Ik moet eerlijk zeggen, dat ik niet van dit feest houd. Het is iets uit de Latijnse wereld. In Italië en Spanje is de familie de kern van de samenleving. Iedereen dweept met zijn familie en doet er alles voor. De familie is daar heilig! Voor ons komt dat over als een beetje bombastisch gedoe. U bent misschien wel eens in Barcelona geweest en dan kent u de beroemde Sagrada Familia, een enorme pompeuze kathedraal waaraan men al meer dan honderd jaar bouwt en die wel nooit klaar zal komen. Zoiets dus.
Het is hier wel een beetje anders. Wij Nederlanders hebben vaak niet zoveel met onze familie. Iedereen heeft wel neven en nichten, ooms en tantes die hij nooit ofte nimmer ziet en amper kent. De kern van ónze samenleving is meer het gezin en dat is dan ook een typisch nederlands woord dat in geen enkele taal, die ik ken, voorkomt.
Dat feest van vandaag is dan ook helemaal niet nodig. Het is in 1921 ingevoerd om tegemoet te komen aan die zuidelijke behoefte om de familie heilig te verklaren maar het heeft niet veel inhoud. We hébben trouwens ook niet zoveel met de familie van Jezus, we weten niet precies wie dat zijn en vernemen er in de bijbel niet veel over. Wat we wel weten is, dat Jezus, als door God gezonden, mens is geworden. Hij is dus geboren en normaliter doe je dat in een gezin. Dat gezin kennen we heel goed, dat is Jozef, Maria en Hijzelf. En dat gezin verdient een groot feest en dat hebben we eergisteren gevierd.

Diana, die mij vorige week vroeg om vandaag het woord te voeren, wist niet wat ze aanhaalde! U zult van mij geen geestdriftig verhaal over de heilige familie te horen krijgen en ook over het knusse en echt Hollandse begrip gezin kan ik alleen in kritische zin praten. Het begint al met de eerste lezing. Daar krijg je toch de kriebels van!
Het begint al met te stellen dat de Eeuwige 'aan de vader aanzien heeft gegeven bij zijn kinderen'. Het lijkt me reëler te stellen, dat de vader mácht heeft over zijn kinderen en dat het maar te hopen is, dat hij daarvan geen misbruik maakt. Wat over kindermisbruik de laatste jaren naar buiten is gekomen, is werkelijk hartverscheurend. Kleine kinderen zijn nu eenmaal uiterst kwetsbaar en misbruik van kinderen kan hun trauma's bezorgen waar zij hun hele leven niet overheen komen. Een gezin moet veiligheid en vertrouwen bieden aan de kinderen en je vraagt je af wat vaders bezielt die hun eigen kinderen seksueel of anderszins misbruiken en hoe moeders ertoe kunnen komen dat niet te willen zien of zelfs nog eraan mee te werken.
Het ergste is, dat dit nogal eens wordt toegedekt, of zelfs door de daders wordt goedgepraat, met een beroep op de godsdienst. Kinderen zijn hun door God toevertrouwd, dat is waar, maar niet in eigendom gegeven en dat ouders maar met hun kinderen zouden kunnen doen wat hun goeddunkt is dus een misvatting en kan leiden tot afschuwelijke misdragingen.
- Wat die eerste lezing stelt, dat is dus maar één kant van de medaille: het is goed en nodig dat kinderen eerbied hebben voor hun ouders maar het is rampzalig als dar respect niet wederzijds is. De macht die ouders hebben over hun kinderen mogen zij alleen gebruiken ten bate van die kinderen, om hen te behoeden voor de gevaren die hen bedreigen, om ze in leven te houden en ze te helpen bij hun ontplooiing, maar nooit ten eigen bate. En het gezag, dat ouders opeisen over hun kinderen, zullen zij moeten waar maken. De grote verleiding van ouders lijkt me, dat kinderen bijna vanzelfsprekend van hen houden, ook al ziet iedere buitenstaander dat zij die liefde eigenlijk helemaal niet verdienen. Wat Jezus Sirach schrijft is heel mooi en ideaal maar wel erg eenzijdig gezien vanuit de ouders, met name vanuit de positie van de vader.
- En wat de tweede lezing betreft: wat Paulus schrijft, is bedoeld in het algemeen, hoe mensen als christenen met elkaar dienen om te gaan, dat is niet specifiek voor het gezinsleven.
- De derde lezing uit het evangelie laat echter wél die andere kant zien. Het rustige leventje van Jozef en Maria, al behoorlijk door elkaar geschud door de gebeurtenissen van Maria's zwangerschap en de geboorte ver van huis, wordt helemaal in het ongerede gebracht door de noodzaak van de vlucht naar Egypte. Daar blijkt dat het welzijn van het kind voorop staat en dat de rest van het gezinsleven daaraan ondergeschikt is. Het gezin moet huis en haard verlaten en ze kunnen voor de veiligheid van hun kind zelfs niet meer terug naar hun oude woonplekje en verhuizen dan maar naar Nazareth. Ik laat nu maar even buiten beschouwing in hoeverre dat verhaal historisch is, of ook, zoals zoveel bijbelverhalen, een zinnebeeldige achtergrond heeft. De lijn van dit verhaal is echter wel zo, dat hier het belang van Jezus' welzijn en veiligheid de leidraad is die de ouders volgen voor de inrichting van hun leven. En dat is wel een ideaal, dat ouders voor ogen moet staan. Om een goede ouder te zijn moet je wel beseffen dat het belang van het kind voorop moet staan. Het moet gaan om hun welzijn en hun belang. Dat wil natuurlijk helemaal niet zeggen, dat het hele gezin om de kinderen moet draaien en dat die het voor het zeggen moeten hebben. Kinderen hebben leiding nodig en moeten van jongs-af-aan leren waar de grenzen liggen. Die moeten de ouders aangeven. Gezinnen waar geen grenzen gesteld worden, ontaarden in een heksenketel waarin alle waarden verloren gaan. Tolerantie, verdraagzaamheid is een schone deugd maar een veel misbruikt woord, het staat maar al te vaak voor gemakzucht.

Een gezin stichten, compleet met ouderschap, is niet iedereen gegeven. Het is een prachtige taak, die iedereen op zijn eigen manier vervult. Zelden beginnen mensen aan een gezin alleen maar om kinderen te krijgen. Kinderen gaan tegenwoordig eerder op eigen benen staan. Men ontmoet een ander die een aantrekkelijk levensgezel lijkt en sluit een verbond. Velen verwachten dan wel kinderen maar ook dat is radicaal veranderd. Tot voor kort was het óf onmogelijk, óf het was afwachten of er kinderen kwamen en hoeveel. Tegenwoordig valt er gelukkig meer te kiezen. Om te beginnen kan de partnerkeuze gericht zijn op de eigen ofwel de andere sekse. En de mogelijkheden van het voorkomen of het beperken van kindertal, al of niet kunstmatig, zijn zeer ruim. Een grotere keuzemogelijkheid omvat ook een grotere verantwoordelijkheid, en het is zaak daar naar eer en geweten mee om te gaan. Ons christelijk geloven dient daarmee gelijke tred te houden. Wat Paulus ons vandaag voorhoudt is daarbij een goed uitgangspunt. Wat voor een goed christen geldt, moet allereerst opgaan voor je omgang met je levenspartner: 'goedheid, nederigheid, zachtheid en geduld, de liefde en vrede van Christus moet heersen in uw hart!'
In het verleden is het dikwijls gebeurd, dat vanuit de kerk werd aangedrongen op een groot kindertal, ja zelfs dat de geestelijken dat nagingen! Ik kan u verzekeren dat dat geen leerstuk van de kerk is en aan die controle heb ik zelf nooit meegedaan. Op dit terrein is er een levensgroot verschil tussen wat sommige leiders van kerken voorschrijven of verbieden inzake kinderbeperking en abortus en wat de mensen daarmee doen. De keuzevrijheid is niet alleen veel groter geworden, men leeft ook meer naar eigen geweten en innerlijke overtuiging. Het uitgangspunt daarbij zou altijd moeten zijn: eerbied en liefde voor het leven, speciale zorg voor het jonge leven en de taak van ouders tot opvoeding van hun kinderen in de normen en waarden waarin zij zelf zijn opgevoed.

Ons woord 'gezin' schijnt verband te houden met het werkwoord 'zenden'. Samen met je partner en, als die je gegeven zijn je kinderen, ben je aan een zending bezig, samen op weg naar een vaak onbekend einddoel. Geloof en godsdienst lijkt daarbij in onze tijd steeds minder een factor van betekenis te zijn, veelal tot verdriet van de ouders zelf. Het lijkt me dat dat verdriet niet nodig is. Geloof is ook net als een gezin, het is een zoektocht waarin ieder zijn eigen weg gaat. Trouw aan je eigen gewetensovertuiging is bij beide zaken een goed houvast.
Ouderschap is een moeilijke taak. Moeilijk maar niet ingewikkeld, simpelweg doorgaan op je weg samen. De meeste mensen doen het gelukkig heel goed. Als onze ouders het niet zo goed gedaan hadden, zaten we hier waarschijnlijk niet.

Ton Wiemers

| Archief/Bijdragen |  Gastvoorgangers |

AM 27-12-1998 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl