Catrinus' bijdragen, dienst 24-1-1999

Lezingen:

Welkom

Goedemorgen en van harte welkom u allen in deze viering binnen de Duif.
Van harte welkom ook namens Reinier, met wie ik voorga, en namens Fons,Henk en het koor, die voor de muzikale ondersteuningen zorgen.
Of u hier nu voor het eerst bent of een oude bekende, we hopen dat deze viering u goed zal doen.
Ik wil u nu uitnodigen tot een moment stilte en inkeer. Een moment om bewust te voelen wat u meegenomen hebt aan gedachten, gevoelens verwachtingen in deze viering en wellicht dat u daar iets van aan de Eeuwige wilt voorleggen.

Inleiding

Ik wil u vragen uw moment van inkeer af te ronden.....
Wordt wakker, het is licht is het thema van deze viering. Het is een de kern van de teksten van Jesaja, Paulus en Lucas, die we vandaag lezen.
Over hen die wonen in een land vol duisternis, gaat een stralend licht op zegt Jesaja.
Paulus zegt: eens was u duisternis, maar nu bent u in het licht door de verbondenheid met Hem die is opgestaan uit de dood.
En in lucas zegt Jezus: Sta op en wordt helder, uw licht is gekomen. Het koninkrijk van God is op handen.
Deze teksten werden een hele tijd geleden gesproken tot mensen die misschien net als wij met vallen en opstaan proberen goed te leven, zich levend te houden.
Die keuzes moeten maken, ruzies hebben, genieten etc..
Wat zeggen deze teksten ons? Wij die dit jaar stilstaan bij het 25 jarig bestaan van onze basisgemeente?
Die gemeente is wellicht begonnen met het feit dat mensen opstonden. Toen deze kerk letterlijk gesloten dreigde te worden, toen stonden mensen hier 25 jaar geleden op, kregen wellicht een helder moment en dachten: Mooi niet, deze gemeenschap in deze kerk moet blijven bestaan.
De vraag nu is welke goede boodschap te destilleren valt voor ons nu, vandaag de dag. Wat houd het in om je te bekeren, in het licht te leven. Wat houdt dat in voor onze geloofsgemeenschap? Ik hoop daar in mijn overweging een aantal zinnige dingen over te zeggen.
Nu wens ik ons een inspirerende viering verder en wil verder voorgaan in gebed.

Overweging

Beste mensen, gemeente van Christus. Als het gaat om in het licht staan, kinderen van het licht zijn, dan moet ik denken aan een ervaring die ik deze zomer had. Na een lange klim op een bergtocht, waren we aangekomen bij een prachtige hooggelegen bergweide, omsloten door een aantal niet al te hoge bergtoppen. Het was een stralend mooie dag geweest en ook tegen de avondschemer was er nog een heldere hemel. Na het eten ging ik liggen, op mijn rug, om wat uit te rusten. Terwijl ik zo lag, zag ik steeds meer sterren aan de hemel. Het gekke was, dat daar één ster was, die mijn aandacht bleef trekken. Hij was niet de felste, maar toch bleef hij trekken. Opeens kreeg ik een bijzonder gevoel hierbij. Het was alsof die ster op mij scheen, zijn licht constant op me liet schijnen. Het was alsof die ster zo met mij, met mijn leven meetrok. Een merkwaardig sterk gevoel van verbinding, dat me diep ontroerde.
Wij zeggen dat vaak van de Eeuwige, als iemand die met licht en liefde met ons meetrekt en met ons verbonden is. Op zichzelf is dat al een gedachte, die veel kracht kan geven. Maar met de komst van Jezus wordt het anders. God is dan niet langer verweg. Geen onzichtbare God, maar Jezus is tastbaar en brengt God als het ware onder de mensen. Jezus zegt dan ook in Lucas: bekeert u, want het koninkrijk van God is ophanden. God is opeens dichtbij mensen, dat is wennen!
Veel mensen die deze tekst lezen, verbazen zich erover dat die vissers, die door Jezus worden aangesproken, onmiddellijk hun netten laten voor wat ze zijn en met hem meegaan. Hoe kan dat? Als ik me inbeeld, dat die ster die ik daar in de bergen zag, opeens heel dichtbij zou komen, ja, dan zou ik denk ik overdonderd zijn door de kracht van die ster. Zo' n soort uitstraling moet Jezus ook gehad hebben denk ik.
Wat valt er nog meer te ontdekken in Lucas? Jezus zegt: Kom achter mij aan, ik zal jullie vissers van mensen maken. Wat bedoelde Jezus daar nu mee? Symbolische taal. Vis staat voor dat wat leven is temidden van het water. Water staat vaak voor de dood. Dus vis is dat wat leven geeft in situaties, waarin mensen ten dode opgeschreven zijn. Vissers worden van mensen betekent dus zoveel als: het levende binnen mensen omhoog halen. Daar is het God en daar is het Jezus om begonnen. Een andere betekenis voor dood is ontbinding. Bij leven gaat het dus om verbinding. Marina had het er vorige week al over. Als je dus het leven in mensen naar voren wilt halen, dan is het van belang dat mensen zich weer opnieuw kunnen verbinden. Verbinden aan elkaar, verbinden aan het leven, hun werksituatie, hun partner, vrienden en ga zo maar door.

25 jaar geleden waren er mensen die de Duif levend wilden houden. Ze zeiden nee tegen de sluiting. En daarna werd er vaker nee gezegd. Nee tegen de autoritaire kerkleer, die mensen klein houdt, tegen onbegrijpelijke niet toepasbare theologische taal. Er werd ook ja gezegd, tegen Marokkanen en Chilenen, tegen inspraak van onderop.
Hoe kunnen we vandaag de dag het leven in mensen en in het bijzonder in onze geloofsgemeenschap omhoog halen? Als ik denk aan 'wordt wakker, het is licht' dan denk ik, Duiven, wordt wakker. Niet langer moeten we ons bezig houden met algemene discussies, om nieuwe dogma's te ontwikkelen binnen de eigen geloofsgemeenschap, discussies over wat in het algemeen waar is, maar waar je in de praktijk niet zoveel aan hebt. Dergelijke kerkleer hoort wat mij betreft tot het verleden. Verder schieten we er ook niet zoveel mee op, om maatschappelijke situaties te veroordelen. Als slecht te benoemen. Als je kinderen van het licht bent, als je niet langer onder het juk van een kerkelijke autoriteit wilt leven, maar als je het besef hebt zelf vanuit licht te kunnen leven, dan wordt je creatief en ga je iets ondernemen wat licht geeft, perspectief, hoop daar waar dat kan in de wereld om je heen. Ook discussies over standpunten, of je een Iraniër wel of niet als geloofsgemeenschap mag steunen, die met de dood wordt bedreigd als hij terug keert naar Iran. Dergelijke discussies horen wat mij betreft al duizend jaar tot het verleden.
De kern waar het om gaat, is dat je in verbondenheid het levende bij elkaar omhoog weet te halen. En begin nu niet te zeggen, dat kan ik niet, daar heb je dokters, therapeuten of priesters voor nodig. Nee. Ieder heeft kwaliteiten om dit te doen. De één maakt makkelijk een grap of kwinkslag, waarmee hij de ander even uit zijn of haar zware gemoed kan tillen; de ander heeft een luisterend oor, om de levenssituatie van een ander aan te horen. Weer een ander is enthousiast over bijbelverhalen of heeft ideeën over hoe je een mooi feest kunt organiseren. Die kwaliteiten zijn een belangrijke basis. Daarmee kunnen we iets als licht laten schijnen. Van belang is dat we dat, met al onze pluriformiteit, in verbondenheid doen.

Soms zijn we geen kinderen van het licht, maar gewone mensen. Dan lukt het ons niet om in verbondenheid te leven. Dan staat er iets tussen jou en de ander, waardoor er geen goed contact is. Of dan heb je weerzin in hetgeen je aan het doen bent. Als volwassen mens heb je dan de keus, ofwel om het te laten zoals het is, en min of mee in onmin te leven. Je kunt het ook aankaarten, uitspreken, dat wat je weerhoudt in de verbinding met de ander of wat je tegenstaat in hetgeen je mee bezig bent. Je loopt dan risico. Risico voor een boze, verontwaardigde reactie.
Maar als je dit kunt bespreken, met het besef dat je kind van het licht bent, dat je op zoek bent naar verbinding en dat die ander dat in wezen ook wil, dan kom je er meestal uit en ontstaat er goedheid en gerechtigheid. Daar waar Paulus het over had. Wordt wakker, het is licht. Laten we dat wat leven geeft omhoog halen, zodat we kunnen zeggen: dit is goed, zo heeft God ons en de wereld bedoeld.
Amen.

| Archief/Bijdragen | Catrinus' "Hoofdpagina" |

AM 27-1-1999 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl