Lezingen:
Beste mensen,
Het is alweer enkele jaren geleden dat een vriend tegen me
zei-toen ik opmerkte dat ik hem gemist had dat hij een reis de
woestijn in had gemaakt. Mijn eerste reaktie was die van een verbazing,
en niet geloven. Wat had hij, die jolige vent in hemelsnaam in
de woestijn nog wel te zoeken. Want geen zinnig mens loopt uit
zichzelf de woestijn in. Door iets van buiten kom je er terecht.
Die verlatenheid, de doodse stilte, je zoekt het niet zelf. De
stilte, de afzondering is de enige plek waar je tot de juiste
beslissing kunt komen.
Zijn antwoord was nog onthutsender. Hij zocht de stilte en inkeer
en wilde tot zichzelf komen en alle beproevingen trotseren. Hij
sliep 5 dagen onder de blote hemel en was totaal van streek geweest.
Toch was hij een rijk mens geworden zei hij me.
Waarom vertel ik u dit.
Als Mattheus spreekt over veertig dagen en nachten weten we
genoeg. De herinnering wordt dan wakker aan de veertig dagen en
nachten in de woestijn. We weten hoe in die woestijn gehoopt en
gewanhoopt is, bemind en gestreden. De woestijn is de plaats waar
gebeden is tot God, maar waar ook gedanst is en gehoereerd, rond
het gouden kalf.
Toen werd Jezus door de geest naar de woestijn geleid om verzocht
te worden door de duivel.
Duivel betekent letterlijk splijter. De duivel ziet kans mensen
tegen mensen op te zetten en ook
mensen tegen zichzelf. Door de duvel zijn oorlogen ontstaan, mensen
in de steek gelaten, kansen tot zegen gemist.
Jezus reis naar ons gaat langs en door de woestenij. Hoe zal Jezus
zich houden nu Hij deze weg moet gaan. Hoe houden wij ons als
we zoín zware weg moeten gaan.
Zal Hij het redden? Redden wij ons als wij door angst, twijfel
en verdriet overmand worden. Als ons geluk verstoord wordt, als
onze gezondheid het af laat weten!
Jezus wordt, en zo ook wij, beproefd door de duivel. De duivel
niet als grappig uitziend dier met horentjes op de kop, maar een
sterke tegenstander, een splijter. de duivel gaat met Jezus van
Nazaret aan de gang. Jezusí roeping was er te zijn voor
anderen, te dienen en te geven. Brood te delen en te breken met
de hongerigen, zich zelf te geven. Neemt en eet. En wat zegt de
duivel: maak dan broden van die stenen. Het voorstel is aantrekkelijk.
Waarom? Jezus was hongerig, had veertig dagen gevast.
Het antwoord van Jezus echter is bescheiden. Een mens leeft niet
van brood alleen, maar van ieder woord dat uit de mond van God
komtí
Jezus wijst de duivel af, niet omdat Hij zo sterk is, maar omdat
Hij knecht van de Heer is. De duivel laat niet los, hij speelt
het spel met Jezus mee, en met verve. Hij weet het plan van God,
dat plan heeft met Jerusalem te maken. En hij voerde Jezus in
de geest mee naar de Heilige Stad. En zet Hem op de rand van het
dak van de tempel en zegt: werp je naar beneden. Want staat in
Psalm 90: Hij zal je beschermen met Zijn vleugels en engelen zullen
je op handen dragen zodat je je voet niet stoot aan een steen.
Maar Jezus wijst de weg. De tempel is het huis van God. En daar,
zo zegt het joodse volk, daar staan wonderen te gebeuren.
In de eindtijd zal daar op het dak van de tempel de Messias zich aankondigen. En daar op die plek wil de duivel dat Jezus ten val komt. Een uitgezochte plek waar wij als stervelingen ook onze tegenstanders ten val zouden willen brengen.
De laatste beproeving gaat over andere machten.
Er is een berg en je kunt vandaar heel ver kijken en alle machtige
paleizen en koninkrijken zien. Maar ook de krottenwijken van de
stad. De rijke en arme landen. Jezus wordt beproefd. Maar Jezus
ziet een berg niet als uitkijkpost van de machtigen. Hij beseft
wanneer de duivel geeft, hij toch eigenlijk neemt.
Hij neemt namelijk God van je af. ëDuivel ga wegí,
horen we. Mijn God wil ik aanbidden en hem alleen dienen. Toen
liet de duivel Hem gaan en er kwamen engelen om Hem van dienst
te zijn.
De tuin van Eden is nog maar net geplant.
God heeft er bomen laten groeien en een rivier bevloeit alles
rijkelijk. Dan wordt de mens in de tuin geplaatst want voor hem
zijn de bomen er neergezet. Voor wie anders geldt dat de bomen
mooi zijn om te zien en goed om van te eten. De wormen zullen
er stellig ook van houden maar die zijn er nog niet. Voor de mens
worden twee bomen in het midden van de tuin neergezet; de boom
van het leven en de boom van de kennis van goed en slecht. Van
de boom van de kennis verbiedt God te eten, de boom van het leven
verbiedt Hij niet.
Volgens een rabbijnse uitleg, staat de boom die in het midden
van de tuin staat model voor de Thora. Dit zijn de eerste vijf
boeken van de Bijbel die de richtingwijzers voor de mensen bevatten.
Mag een mens daar nu wel of niet aankomen. De rabijnen zeggen:
de Thora houdt ons het goede voor maar als we denken dat we het
met het God op een akkoordje kunnen gooien dan is het ìgoedî
een dodelijk kwaad in onze mond.
De boom van de kennis van goed en slecht heeft altijd zeer tot
de verbeelding gesproken. De mens mag van alle bomen eten behalve
van de boom van de kennis. Maar gestimuleerd door de vragen van
de slang ontdekt de vrouw dat de boom goed is om van te eten,
mooi om te zien en begerenswaardig om inzicht te krijgen. God
schept met alle dieren ook de slang. Ook de slang is een schepsel
Gods.
De mensen zijn verantwoordelijk., ze hadden niet naar de slang
moeten luisteren, heben een eigen
verantwoordelijkheid. De vrouw heeft goed onthouden wat haar is
toegestaan en wat niet. Ze faalt echter, de beproeving is haar
te groot.
De brief van Paulus die ons duidelijk laat weten dat de genade zich niet laat afmeten aan de fout van een mens, is dan troostend voor ons. Een fout kan leiden tot veroordeling terwijl een goede daad leven kan betekenen. Wat kan zwaarder zijn, onze tuin van Eden met zorg en verdriet of onze woestijn met stilte en inkeer, met tot rust komen bij jezelf. Uiteindelijk kan ons paradijs dan ook in de woestijn liggen. Mijn paradijs werd woestijn, maar godzijdank waren er tuinlieden die er jonge boompjes geplant hebben.
Overnachten in de woestijn. Tot rust komen bij jezelf. Je Heer dienen. Mijn vriend trad in bij de Norbertijnen, werd overgeplaatst naar Jerusalem en dient nu zijn Heer.
Maken we het stil in onszelf en durven wij met Jezus in de woestijn te gaan.
Amen.