Ans's bijdragen, dienst 11-4-1999

Omzien naar elkaar

Lezingen:

Overweging:

De brief van Jakobus, die wij voor vandaag gekozen hebben, staat vol met allerlei waarschuwingen. Je moet hem gelezen hebben, wil je weten waar het over gaat! In het kort komt het hier op neer:
Jakobus zet in krachtige bewoordingen en beeldrijke taal uiteen, welke eisen de wet stelt aan een gemeenschap van mensen, die geloven in Jezus Christus. Geloven is geen vrijblijvende theorie, die tot uiting komt in daden.
De gemeenschap heeft te zorgen voor zieken, en te waken over wie afdwaalt. Gebed, zelfkritiek, bescheidenheid en geduld moeten kenmerken zijn voor hen, die als broeders en zusters met elkaar omgaan. Dát is klare taal !!
In Handelingen komt het eigenlijk op dezelfde manier tot uiting, wat geloof en werken inhoudt. Het een schijnt niet zonder het ander te kunnen.

Maar -hoor ik dan zeggen- als ik nou opgevoed ben zonder geloof? En ik zorg toch goed voor mijn omgeving? Ja, dan heb je een probleem; tenminste als je daar zelf een probleem van maakt. In Handelingen zie je duidelijk het verschil tussen de "werkers" en de "bidders". Het EEN hoeft het ANDER niet uit te sluiten. En dat je voor minder uitgemaakt wordt omdat je zegt, niet te geloven in God of in het hiernamaals, is mijns inziens een probleem, als je er zelf een probleem van maakt. Het leven is te kort om je daar zorgen over te maken. Doe wel, en laat het oordelen over aan degene die mag oordelen. Het geloof kan niemand jou geven. Het is wel zo, dat als je je bij een geloofsgemeenschap aansluit, die gemeenschap er van uit mag gaan, dat je aandacht hebt voor bijvoorbeeld de diensten op zondag, voor het woord van God. Je mag zoekende zijn en dan ben je in goed gezelschap! Want we zijn bijna allemaal zoekende. We worstelen elke maandagvond door een deel van de bijbel heen; de bron van inspiratie.
Je hoeft het niet altijd met elkaar eens te zijn, dat waren ze in de tijd dat de boeken geschreven werden, ook niet. In de loop van de eeuwen zijn er mensen op de brandstapel terecht gekomen en zijn er mensen vervolgd. En wat gebeurt er vandaag nog steeds? Allemaal vanwege, én om het geloof. En ongeloof. Dat is doodzonde. Trouwens, wie kan mij zeggen, dat God bestaat? Dat Jezus Zijn Zoon is? Wie kan mij overtuigen? O ja, er zijn mensen die het zeker weten en daar ben ik in stilte jaloers op. Om te geloven, dat er een leven na dit leven is. Om te geloven dat Jezus voor ons gestorven is en dat Jezus ook weer opgestaan is. Voor ons! Dat kan een houvast zijn.

Vandaag willen wij, vooral ik die deel uit maakt van de pastoraatsgroep, u mededelen dat er in onze Duif vele groepen zijn die met de naaste bezig zijn. Dat valt niet altijd op, ook al wordt het wel aangekondigd. Straks vertel ik er meer over. Eerst wil ik vertellen uit het evangelie van Johannes. Zoveel mensen die naar Jezus toekomen ... om Zijn stem te horen en vooral: wat Hij te zeggen heeft! En wie weet, misschien ook wel om genezing te vinden. Jezus ziet de menigte en wil ze iets te eten geven. Vijfduizend mannen en er is een jongen die brood en vis bij zich heeft: vijf broden en twee vissen! En dan al die vrouwen nog, denk ik dan! Er zijn in ieder geval veel mensen op de been, blijkbaar zonder eten op weg gegaan! Zou het daarom gaan ?
Ze komen om Jezus, niet om te eten. Ik denk, om geestelijk voedsel. Maar ja, een maaltijd is een sociaal gebeuren. Eten is zoiets wezenlijks. Zogezegd, broodnodig!
Na afloop houden de leerlingen twaalf korven met stukken brood over. Kan het ook niet zijn, dat de menigte zoveel woorden opgevangen kan hebben, dat er voldoende overblijft om door te geven? Verder te vertellen? Wij praten er nog steeds over.
Ze willen Jezus houden, want wat Hij te zeggen heeft is geweldig. Ze willen min of meer bezit van Hem nemen. Jezus is in de ogen van de menigte de Persoon, die hun honger kan stillen. Ze willen Hem het liefst voor zichzelf hebben. Dat benauwt Jezus. Hij trekt zich terug, geheel alleen.

Wat kunnen wij met dat verhaal? Hier in en om De Duif? Ik weet genoeg van mezelf, dat mijn woorden niet zo lang blijven hangen. Ik weet ook, dat men niet toestroomt om mij te zien! Daar zit ik gelukkig niet op te wachten. Ik ben een schakel in deze Duif; een schakel tussen mensen. En die mensen, die gemeenschap is mijn verbinding naar ... noem het Jezus, noem het God, Eeuwige, .. doet er niet toe. Samen vormen wij een ketting, ieder een schakeltje. Een gemeenschap die nog hechter kan worden! Die niet af mag brokkelen, maar die die schakels moet onderhouden om ze heel en sterk te houden. Die schakels zijn allemaal gelijk. Er kunnen nieuwe schakels bij komen, dus het mag geen aaneenschakeling zijn. Geen gesloten snoer. Het materiaal van de schakels is divers. Zacht - hard - soepel - gekreukeld - sterk. Allemaal van eigen materiaal, zoals we zijn gemaakt. Noem die schakels: omzien naar elkaar, ieder met zijn eigen waarde. De een heeft materiaal in zich om oog te hebben voor hulp aan derden, de ander op hulp van zeer nabij. Een ander die hulp zoekt, hulp behoeft. En met de aktiviteiten die er zijn in De Duif, en met de talenten en de daadkracht, kunnen wij er een prachtige ketting van maken met open schakels van diverse kleur en materiaal!
Straks kunt u hier in de kerk gaan "winkelen" om u op de hoogte te stellen van al die aktiviteiten en uzelf aanbieden als de schakel van heelwording naar een hechtere gemeenschap, waar veel mensen op af komen.
De ketting namelijk die wij vormen is net zo sterk als de zwakste schakel. Het is dus ons aller belang om de zwakke schakel zo sterk mogelijk te maken. Dat is pastoraat! Amen.

| Archief/Bijdragen | Ans' "Hoofdpagina" |

AM 25-6-1999 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl