Ton's bijdragen, dienst 1-8-1999

 

Lezingen:

Inleiding:

Zoals u weet lezen wij dit jaar de evangelielezingen uit Matteüs. Ons leesrooster is verdeeld over drie jaar en de 3 evangelieverhalen die het leven van Jezus geven in chronologische volgorde, Matteüs, Marcus en Lucas, hebben ieder een jaar. Het vierde evangelie van Johannes, het meest beschouwende van de drie, is gereserveerd voor de grote feesten en speciale vieringen door het jaar. Het 1ste deel van Matteüs gaat over zijn optreden in Galilea. Dat hebben we de vorige week afgesloten. Vandaag begint het 2de deel: zijn optreden in Judea. Eind september krijgen we het 3de deel: zijn optreden in Jeruzalem. Omdat het verhaal dat we vandaag lezen nogal lang is, laten we ditmaal de twee andere lezingen weg.

Overweging:

De lezingen van vandaag zijn niet degene die werden aangekondigd in het liturgie-boekje van vorige zondag. De evangelielezing zou namelijk beginnen met de woorden: 'Toen Jezus dat hoorde, week hij met een boot uit naar een eenzame plaats.' Wat was het dan wel, wat Jezus, hoorde, vraag je je dan af. En dan lees je het stuk ervoor en krijg je de gruwelijke geschiedenis van de moord op Johannes de Doper. Dat is een verhaal dat nergens in de lijst van zondagsevangelies voorkomt. Waarschijnlijk omdat men meende dat het een te weinig stichtelijk verhaal was voor het gehoor van de brave kerkgangers. Zij die hun bijbelkennis beperken tot de zondagslezingen kennen dit verhaal dus niet. Wij, mensen van vandaag, zijn krantenlezers en dus wel wat gewend op het gebied van gruwelijke verhalen.
Het verhaal begint met de 'tetrarch Herodes'. Een tetrarch, ook wel genaamd een viervorst, was een machthebber over een gebied dat te klein was om en koninkrijk te heten.
Deze Herodes was een zoon van Herodes de Grote, die wij kennen van het geboorteverhaal van Jezus. Die was wèl koning en hij heerste over geheel het huidige Palestina. De Herodes van dit verhaal heette ook Antipas. Het was geen groot man en had goede en slechte eigen-schappen.
Het verhaal vandaag begint met een eerste reactie van Herodes bij het horen van het opmerkelijk optreden van Jezus. Hij zegt: 'Dat moet Johannes de Doper zijn.' Die was inmiddels door hemzelf vermoord, wat verder uit het verhaal blijkt. Die moord zit Herodes nog steeds behoorlijk dwars want hij had eigenlijk grote eerbied voor Johannes. Marcus schrijft daarover in zijn evangelie: 'Herodes had ontzag voor Johannes in het besef dat deze een rechtvaardige en heilige man was, en hij nam hem in bescherming. Als hij naar hem luisterde, raakte hij steeds in verlegenheid, en toch hoorde hij hem graag.' In dit verhaal staat, dat Herodes hem uit de weg wilde ruimen. Misschien had er moeten staan: Herodes wilde wel van hem af. Want feitelijk was Herodes een bewonderaar van Johannes de Doper, die hij kennelijk ook in zijn paleis ontving. Maar Herodes leefde in een zondige samenleving met Herodias, die de vrouw was van zijn eigen broer, die nog leefde, en dat had Johannes hem duidelijk verweten. Een gespleten man dus met tegenstrijdige gevoelens. In je hart bewonder je iemand, maar die heeft iets tegen je en dat wil je niet of kun je niet veranderen. Het is met name de kwaal waar hooggeplaatste personen aan lijden. Je beseft dat je iets verkeerds hebt gedaan. Je zou daar best iets aan willen doen maar dat zou een afgang worden want teveel mensen weten ervan en een openbaar schuldbelijden betekent een groot gezichtsverlies.
Daarbij komt dat het hier om een vrouw gaat, dat maakt de zaak dubbel gecompliceerd. Hij heeft die vrouw openlijk afgepakt van zijn eigen broer, uiteraard met haar medewerking. Zal zijn broer hem dat willen vergeven? Zal die zijn vrouw willen terugnemen? Zal Herodias zelf dat accepteren? De vrouw is geen lieverdje, blijkt verderop, en Herodes zal behoorlijk onder haar invloed gestaan hebben. Voor vooraanstaande personen is het altijd een dubbele ellende als ze publieke fouten maken. Een wirwar van tegenstrijdige gevoelens en belangen strijden dan om de voorrang. Behalve zijn persoonlijke emotie speelt ook de politiek een rol. Herodes heeft met de publieke opinie te maken, want het volk heeft grote eerbied voor Johannes. Ook daarom moet hij zijn eigen bewondering voor de man voorrang geven maar zijn overspelige partner kan 's mans bloed wel drinken, want zij ziet in Johannes' veroordeling een gevaar voor haar vorstinnenrol. Complicatie alom!
Dan haalt de man nòg een stommiteit uit, die de zaak nog meer ingewikkeld maakt. Hij gaat op grootse wijze zijn verjaardag vieren. Een domheid. Hij wil namelijk bij het volk doorgaan voor een vrome jood maar dan moet je geen verjaardag gaan vieren. Israëlieten doen dat niet, die vieren hoogstens de dag van hun besnijdenis. Verjaardagen vieren is een heidens gebruik, van Griekse oorsprong. En dan gaat het helemaal fout als op dat feest ook nog eens zijn stiefdochter gaat optreden. Dat is een jong meisje, de dochter van Herodias en dus ook van zijn eigen broer. Het meisje zal wel, ook in strijd met de joodse gebruiken, een verleidelijke, sensuele dans hebben uitgevoerd en Herodes, waarschijnlijk al onder invloed van de drank, raakt helemaal van de kaart. Ten aanschouwe van de hele hofhouding en zijn vriendenkring toont hij het meisje zijn opgefokte verhitte gevoelens door haar alles te beloven wat zij maar zal vragen. Die domheid zal hem heugen! Het kind deugt al evenmin als haar moeder, die zij om raad vraagt. De sluwe en gewetenloze moeder ziet haar kans om zich te ontdoen van de man die zij terecht ziet als een gevaar voor haar positie. Zij suggereert haar dochter domweg het hoofd te vragen van Johannes. En het kind is zelf ook vals genoeg om dat verzoek van haar moeder over te nemen en zelfs in te kleden als een volgend gerecht op het feestmenu. 'Geef mij hier op een schotel het hoofd van Johannes de Doper!'
Wat er op dat moment moet zijn omgegaan in het gemoed van Herodes kunnen we wel gissen.
Er staat: 'De koning werd bedroefd.' Alleen hier wordt hij koning genoemd, misschien omdat hij hier wel voor een waarlijk koninklijke beslissing staat. Hier kan hij tonen wat hij waard is. Hier kan hij tonen wat zijn bewondering voor Johannes waard is en zijn bedoeling hem te beschermen. Maar tegenover zijn goede hoedanigheden behalen zijn zwakheden hier de overhand. Dat zal hij wel beseffen, vandaar zijn droefheid. En wat blijkt zijn grootste zwakheid? Niets meer dan het simpele menselijk opzicht. Hij durft niet toe te geven dat hij zich vergist heeft. Vergist in de liefde voor hem van Herodias, vergist in zijn hartstochtelijke bewondering voor dit meisje dat blijkt niet te deugen, vergist in zijn overmoed om onder ede van alles te beloven, vergist in de domheid van de mensen om hem heen alsof die het houden van zo'n eed zouden vergen, vergist in zijn eigen ijdelheid alsof het toegeven van eigen zwakheid niet juist een blijk is van sterkte. En al die domheden die hem zo bedroefd maken, meent hij niet beter de baas te kunnen worden dan door het uitspreken van het doodvonnis, een daad die macht suggereert maar slechts zwakheid toont.
En toch was deze man geen echt slecht mens. Zijn bewondering voor Johannes bleef. En toen hij dus later van Jezus hoorde en van diens wonderbaarlijk optreden, schreef hij dat toe aan Johannes, door hem vermoord maar nu kennelijk opgewekt uit de doden.
De leerlingen van Johannes hoorden van zijn dood, kwamen het lichaam begraven en meldden het aan Jezus. En, zo gaat het verhaal verder, 'toen Jezus dat hoorde, week Hij uit naar een eenzame plaats om alleen te zijn.' De emoties zijn ook kennelijk Jezus te machtig, Hij heeft behoefte om alleen te zijn. Maar deze rust is Jezus niet gegeven. Hij is al té bekend geworden. Net als Herodes heeft het hele volk al van Hem gehoord en de mensen lopen Hem achterna. En Jezus beseft maar al te goed, dat de grote massa niet om zijn woorden verlegen zit maar alleen om zijn wonderdaden. En dus zegt Hij niets, maar geneest hun zieken. En wanneer de apostelen bezorgd raken om de eetlust van al die mensen, zegt Jezus simpel: 'Jullie moeten hun te eten geven.' En Jezus doet het voor: Hij doet het wonder. Waarschijnlijk geen fysiek wonder maar een wonder van mensenkennis. Hij weet best, dat het onmogelijk is zo' massa op geordende wijze van een maaltijd te voorzien maar Hij weet ook dat niet iedereen zo'n eind gaat lopen zonder iets mee te nemen. Er zijn al een aantal broden en vissen gesignaleerd, Jezus zorgt ervoor dat de rest ook verschijnt. Zijn mensenliefde werkt zo aanstekelijk, dat iedereen geeft wat hij heeft. En waar iedereen geeft wat hij heeft lijdt niemand gebrek. Er blijven 12 korven over, korven zoals iedereen op het land gebruikte en 12 omdat er 12 leerlingen waren om dat te constateren.

We zijn dit verhaal doorgelopen en hebben een onnoemelijk aantal hevige emoties kunnen constateren. Heftige en gevaarlijke bij Herodes en zijn kliek en allemaal het gevolg van begrijpelijke gevoelens en gevoeligheden maar bijna allemaal onvolwassen, tegenstrijdig, elkaar bestrijdend en uitlopend op de ondergang van eigen moraal en andermans leven. En bij Jezus en zijn aanhang gevoelens van medeleven, simpele zorg voor hun zieken, zorg dat de mensen honger zullen lijden. Jezus wil alleen zijn om de dood van Johannes te verwerken maar als Hem geen rust wordt gegund gaat Hij weer aan het werk om te denken aan de anderen.
Er zijn weinig evangelie-verhalen waarin we in kort bestek zoveel emoties zien voorbijgaan. De tegenstelling tussen de ingewikkelde valse verhoudingen in de wereldse sfeer van Herodes en de simpele eenvoud van de oprechte gevoelens in het wereldje van Jezus is opmerkelijk. Jezus en Herodes waren beiden bedroefd om de dood van Johannes. Een grotere tegenstelling tussen beide emoties kan ik mij niet voorstellen.

| Archief/Bijdragen | Ton's bijdragen als Gastvoorganger |

AM 4-8-1999 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl