Lezingen:
Dit is de laatste viering in onze oude Duif. Veel wordt veranderd; in oude staat hersteld en vernieuwd. Voor Jos doet dit tijdelijk afscheid aan als een kneep in het hart. De viering vandaag gaat over vergeving. Bidden wij vandaag om bemoediging.
Uitgerekend vandaag, nu in de oude Duif de laatste viering
plaats vindt, staat vergeving en dus de toekomst centraal. Jos
vertelde, dat juist de Duif - voor zijn gevoel toch steeds een
jonge kerk - een beetje het symbool is van een volk onderweg.
Een lange tocht, soms met reizigers die we verloren: "we
zijn er trots op Duiven te zijn, maar we zijn geen heiligen".
Van vele kerkelijke richtingen vonden en vinden nog steeds mensen,
die een van bovenaf opgelegde leer onleefbaar en onevangelisch
vonden, hier een welkom. We zijn milder geworden, maar soms steekt
dat oude zeer weer op, als bv. de nieuwe bisschop van Groningen
met traktaten van eikenhouten leer van de kerk komt, waaruit voor
ons geen weloverwogen en gewetensvolle overtuiging klinkt. Daar
worden we boos over. Wij volwassenen zijn het verleerd om opnieuw
vrede en vriendschap te sluiten. Jos vertelde, dat hij afgelopen
maandag hielp oude kerkgewaden van vroeger in veiligheid te brengen
en daarbij het gevoel had, dat we ook zorgvuldig en liefdevol
moeten omgaan met de goudbestikte buitenkant, maar dat de binnenkant
aan vernieuwing toe mocht zijn. Gekwetstheid en onverschilligheid
laten we achter ons. Jos: "...als Wim Eijk morgenavond op
mijn stoep zou staan, duw ik hem er niet af, maar nood hem binnen,
om hem te laten zien, dat er in ons huis liefde woont, waar de
Heer zijn zegen aan gebiedt"!
Na de dienst pakken we hier onze biezen; we delen van het levensbrood
om elkaar tot kracht te zijn en dat we werkelijk vergeven en vriendschap
sluiten en niemand uit onze genade laten vallen.
Jos: "dag lieve, ouwe krakkemikkige Duif, word maar mooi
en prachtig. We beloven, dat we ook onszelf proberen te restaureren".
Na de viering werden de oude bijbel (door Neelly Schiermeijer),
het brood en de wijn (Reinier Zeijlmans) en de brandende paaskaas
de kerk uitgedragen. (Jos Brink)