Marina's bijdragen, dienst 26-9-1999

-

Lezingen:

Welkom en inleiding:

Goedemorgen in ons nieuwe onderkomen, in onze nieuwe loofhut, waar wij bij elkaar komen om dankbaar te zijn, om gevoed te worden met Gods geestelijke gaven, waar wij met elkaar zingen en bidden en even stil zijn in een leven van drukte, veel doen, veel moeten, want het leven in onze westerse maatschappij is vol en heftig.
Gisteren op zaterdagmorgen kwam ik twee mensenkinderen tegen die voor mij het leven in onze samenleving kenmerken. Ik liep naar de giromaat om de hoek en daar kwam een man aanrijden in een snelle auto, ook al was ik eerder, hij had zo'n haast dat hij zonder iets te zeggen, voordrong en driftig geld trok; aan zijn kleding te zien, was hij op weg om een of andere sport te gaan beoefenen, een echt vrijetijdstenue. Er was ook een kind, achterop bij moeder op de fiets dat heerlijk zat te zingen en vreselijk blij keek. Ik kreeg direct een plaatje van vroeger, want ik zong ook altijd achterop de fiets, het was alsof het voortbewegen van moeders benen en het geluid van de banden op de straat daartoe uitnodigden.
Je kunt kiezen hoe te leven : zingend en dansend als een kind, vol verwondering over alles wat je tegen komt of met steeds maar moeten, zelfs in je vrije tijd niet zonder stress kunnen.
Je kunt kiezen voor vrijheid en ruimte, voor liefde en warmte en betrokkenheid op je medemens en je kunt je mee laten slepen in wat anderen voor je bedenken, of in de oude lang betreden paden blijven doorlopen. Het is maar waar je je gelukkig bij voelt. Het een is niet beter dan het ander, alleen misschien prettiger om te leven.
Vandaag twee teksten over huizen, over thuis zijn en ook over ruimte en vrijheid vooral de tekst van Kahlil Gibran ; Meister Eckhart, een mysticus uit de 12e eeuw spreekt over thuis zijn en over de mogelijkheid om Gods eniggeboren zoon te baren.
Geen bijbeltekst vandaag, niet om iemand te kwetsen of te kort te doen, maar gewoon omdat ik vorige week dichter bij deze teksten stond dan bij de teksten uit het leesrooster.

Ik ben heel blij dat ik samen met Yvon voor mag gaan, een Duif van het eerste uur die dit nieuwe huis mee van onszelf wil maken. Ik hoop dat wij met elkaar een goddelijk uur tegemoet gaan.

Overweging:

Zeg tegen een rechtgeaarde Amsterdammer :" Bouw in je verbeelding liever een hut in de wildernis, dan een huis binnen de stadsmuren" en je krijgt gelijk lik op stuk. Ook al is het niet letterlijk bedoeld , toch is het zo van : kom niet aan de stad, kom niet aan mijn stad. Nu is de tekst van Kahlil Gibran deels heel concreet op te vatten, maar er is ook veel beeldspraak die wij vandaag gaandeweg proberen te verstaan. Wij volgen Gods beweging die aangegeven wordt : hoe gaarne zou Ik je huizen in mijn handpalm verzamelen en ze als een zaaier uitstrooien.....
Dat is gebeurd : wij zijn opgenomen in Gods handpalm en ons Godshuis, de Duif is in Amsterdam Noord terechtgekomen. Niet in de velden van de Libanon, waar de dichter Gibran woonde, maar tussen de nieuwbouw van Amsterdam Buiksloot. Vorige week moesten wij allemaal zoeken naar onze plek, naar de manier waarop wij onze in de Duif afgesproken taken kunnen vervullen in ons nieuwe huis, de Buiksloterkerk.

Iedereen is even gelijk, wij weten nog niet hoe het hoort; opeens zijn er geen ingesleten gewoontes meer, ieder doet wat zijn/haar hand vindt om te doen. Dat is de buitenkant, maar die buitenkant beínvloed ook onze binnenkant, van binnen hebben wij allemaal het verlangen dat het goed gaat, beter wordt met onze gemeenschap. Dat wij in diepe verbondenheid met elkaar kunnen zoeken naar een nieuwe weg die ons houvast geeft, die onze verbondenheid stimuleert, die ons uitdaagt om nieuw elan te brengen in ons optreden in de gemeenschap en naar buiten. In ons oude gebouw dachten wij elke hoek en elke kier van de gemeenschap en van elkaar te kennen en toch kwam er nog wel eens iets naar voren wat wij niet verwacht hadden. Wij kwamen allemaal graag naar het oude huis, het is ons dierbaar, maar het was wel erg toe aan een opknapbeurt en wij ook. Het was een beetje stoffig aan het worden, het zat allemaal een beetje dicht en vast in het harnas, de beweging leek eruit te zijn. De Duifgemeenschap is op haar best als er een actiedoel is, kraken, asielopvang, vechten voor het behoud van de kerk, geef het ons te doen en wij staan klaar. Maar als wij in ruste zijn, gaan wij naar elkaar kijken, gaan wij een beetje vitterig met elkaar om, zijn wij bang dat onze manieren niet gerespecteerd worden en slaan fel terug zonder eerst te vragen, eerst te luisteren naar elkaar. Wij zijn als Duiven net gewone mensen en dat valt wel eens tegen.

Afgelopen maandagavond spraken wij met elkaar over wat wij als Duiven individueel en als gemeenschap nodig hebben op dit moment: het was een veelheid aan behoeften en wensen die werd uitgewisseld van warmte en nieuwe houvast tot helderheid en transparantie, maar ook praktische dingen als een routebeschrijving, energie om op tijd op te staan en warme laarzen voor de tocht in de winter naar Noord. Voor de gemeenschap bleek verbondenheid, geduld, vertrouwen en eerlijkheid naar elkaar hoog te scoren, naast uitdaging, bezieling en kennis. Het was een heftige avond, heel helder, want sommige wensen en behoeften van de een staan haaks op die van de ander. En niemand wil graag zijn vleugels vouwen om naar binnen te gaan. Wij willen allemaal de ruimte om ons geloof op onze eigen manier te beleven en soms bouwt een ander een deur die te klein is voor jouw vleugels.

Wij leven op het ogenblik een beetje binnenstebuiten en dat is goed als het veilig genoeg is. Als wij elkaar kunnen vertrouwen en er niet alleen gemakzucht en begeerte in ons woont. Een oude spreuk die nu bij mij opkomt, is: Waar liefde woont, gebiedt de Heer zijn zegen. Wij hebben de opdracht om zorgzaam en liefdevol met elkaar om te gaan. Want ieder van ons is gemakkelijk te kwetsen. De tijd is gekomen dat wij diep bij onszelf naar binnen moeten gaan om te weten of wij klaar zijn om Gods eniggeboren Zoon te baren. Meester Eckhart daagt ons uit om datgene wat ons daarin belemmert af te werpen, onszelf te concentreren op plaats tijd en ruimte waarin God tegenwoordig wordt. Als wij op deze Godsplaats thuis zijn en wij hebben het lef om ook als het hier niet kan om te vragen om een ander dak boven ons hoofd , dan zijn wij het goddelijke waardig.
Als wij onszelf en anderen niet vastzetten en weigeren om marionetten worden in Gods poppenkast, dan blijft de beweging erin. Vandaag is het bij de joden het loofhuttenfeest, de kinderen mochten gisterenavond een hut bouwen en zij vieren feest ter herinnering aan de tijden dat men in hutten op het land woonde tijdens het werk op de akker, de oogst van de vruchten en tijdens de pluk van de druiven. Wij hoeven geen hut te bouwen, maar wij mogen wonen in dit nieuwe Godshuis. Wij zijn dankbaar voor wat achter ons ligt en er is ook angst dat wij het niet redden met elkaar. Dat de verschillen te groot worden en dat wij elkaar niet meer verstaan.
Alles waar je bang voor bent, is er al heb ik ervaren. Dus wij zullen het met elkaar mooi moeten doen. Wij zullen in elkaar moeten investeren om goed te begrijpen waar de ander staat, wat voor mij belangrijk is en voor degene die naast mij zit. Het gaat niet vanzelf en de een wil ook wel eens harder als de ander. Op zo'n moment is het de vraag wat belangrijker is: gelijk krijgen of de liefde van God die alle verstand te boven gaat de ruimte geven om in ons en door ons te werken.
Meester Eckhart zei : wie in alle tijden een blijft, in hem of haar is God tegenwoordig, is God aanwezig. Hoe simpeler en hoe vrijer wij leven des te gemakkelijker kan de Eeuwige bij ons binnenkomen. Hoe stiller wij worden, hoe dichterbij God kan komen en wat een feest is het als Gods eniggeboren Zoon in ons allen kind kan worden, op kan groeien, zodat als wij verder gaan met binnenstebuiten leven, wij ons niet steeds af hoeven te vragen hoe Jezus Christus gekozen, gedaan zou hebben maar dat dat als vanzelf in ons is.

Het valt mij dikwijls op dat ik Christus hoor spreken door mensenwoorden heen. Wij mensen zijn niet zover weg. Wij zijn op de goede weg. De weg van liefde en vertrouwen. De weg van vrede en gerechtigheid. Dit huis is een pleisterplaats onderweg. Wij hebben een dak boven ons hoofd en wij worden -zoals vaak als je op reis bent- op onszelf teruggeworpen. Ik geloof in ons als gemeenschap der heiligen, als mensen die klaar staan om het Kerstfeest aan den lijve te ervaren. De geboorte van het kind van God in ons. En dat kind moeten wij koesteren in elkaar. Amen.

Nodiging:

In de ruimte en de beschutting van Gods handpalm mogen wij vieren dat wij gemeenschap van goddelijke mensen mogen zijn. Wij delen brood en wijn met elkaar omdat wij in de traditie staan van Jezus Christus die zelf mens is geworden en onder en in ons heeft gewoond.
Als je je verbonden voelt met ons als Godsgemeenschap en met degene die naast je staat, kom dan den deel met ons. Iedereen is welkom zonder uitzondering, want voor God zijn wij allen gelijk. Kom dan want alles is gereed.

Zegenbede:

De Eeuwige zegene en Hij behoede ons,
de Barmhartige doe haar aangezicht over ons lichten en zij ons genadig,
De Onnoembare verheffe Zijn aangezicht over ons en geve ons vrede. Amen.

| Archief/Bijdragen | Marina's "Hoofdpagina" |

AM 26-9-1999 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl