Catrinus' bijdragen, dienst 3-10-1999

 

Lezingen:

Welkom

Goedemorgen, van harte welkom in deze viering van de Duif geloofsgemeenschap. Welkom nieuwe mensen, maar ook oude bekenden. Fijn dat u ook naar deze nieuwe lokatie komt.
En dan zeer in het bijzonder welkom aan alle kinderen.
Vandaag is een viering van kleinen en groten. Dat zullen we doen op een manier die nieuw is.
De kinderen gaan niet naar een aparte ruimte, zoals in de Duif, maar blijven de hele tijd in deze ruimte. Nicole zal straks een verhaal over Jozef voorlezen voor groot en klein en daarna vind ik het leuk om met de kinderen te praten over dat verhaal.
En we zullen nog meer dingen doen, maar dat vertel ik straks wel.
Omdat jullie als kinderen nu bij de grote mensen blijven, wil ik je vragen daar wat rekening mee te houden. Dus om niet zomaar hard te gaan praten of te lopen rennen door de kerk. Het zou fijn zijn als dat lukt.
Ik wens ons allen een prachtige viering.

Uitnodiging tot stilte

Ik wil iedereen nu uitnodigen voor een moment stilte.
Een moment stilte, waarin we ons begroet weten door de Eeuwige
een moment waarin het wellicht fijn is, om even bij elkaar stil te staan.

God van liefde,
van ons, mensenkinderen,
aan het begin van deze dienst
willen wij uw zegen vragen deze viering
dat wij open gaan voor uw bezieling, uw bevlogenheid voor mensen en heel de schepping
dat deze viering helpt,
uw dromen met ons en deze wereld waar te laten worden.
Amen.

Vragen aan de kinderen

Ja, dat was het verhaal van Jozef en de Farao. Wat vinden jullie van dit verhaal? Was het mooi?
Jozef, waar kwam die eigenlijk vandaan?
Farao had dromen. Ik heb ook wel eens dromen. Toen ik ongeveer 10 jaar was, had ik een mooie electrische treinen. En heel af en toe droomde ik dat ik heel veel rails had, locomotieven en wagens. Dat vond ik prachtig. Maar als ik dan wakker werd, dan was het opeens niet meer zo. Hebben jullie wel eens dromen?

Overweging

Beste mensen, gemeente van Christus,
Jozef in de gevangenis. In Egypte. Veroordeeld en afgescheiden. Ver van zijn land, van zijn familie. Hij had daar geen contact meer mee.
Afgelopen week ben ik begonnen te lezen in het boek dat Geert Mak heeft geschreven over zijn vader, zijn familie en wat zij deze eeuw meemaakten. Zijn vader heet ook Catrinus en is mijn opa. Veroordeling en afgescheidenheid komen in dat boek eveneens voor.
Wat me namelijk in de geschiedenis van de familie het meeste trof is het contrast tussen gescheidenheid en verbondenheid. Zo lieten mijn grootouders hun oudste twee kinderen toen zij 12 en 14 jaar waren begin 1940 achter in Nederland en vertrokken met de rest van het gezin naar het toenmalige Indië. Dat was toen niet ongewoon. Maar door de oorlog ontstond een scheiding van meer dan 5 jaar. En het duurde toch enige tijd voordat ieder in dat gezin wist dat ze het allen overleefd hadden de oorlog. In de oorlogsjaren was er geen totale scheiding, mijn opa wist bijvoorbeeld in 1944, toen zat hij in de krijgsgevangenkampen rond de Birma spoorweg, dat zijn dochter in Nederland zich verloofd had. Sporen van meeleven en verbondenheid.

Wat nu precies leidt tot die gescheidenheid? Een gescheidenheid die we heden ten dage in allerlei soms meest afschuwelijke vormen zien terug zien komen. Een compleet antwoord kan ik niet geven. Uit de geschiedenis van Jozef , uit die van de familie van mijn grootvader en ook in de lezing van Petrus, komen de kernwoorden oordeel, veroordeling, macht je boven de ander stellen naar voren. Jozef stelt zich, gesteund door zijn vader, boven de anderen. Hij is een rare, pedante dromer en wordt uitgekotst door zijn broers. De gereformeerden, waartoe mijn familie behoort, met hun monopolie op Gods waarheid en moraal, het bekende geheven vingertje, leidde dat nu tot verbondenheid en betrokkenheid? Bij ons thuis leidde dat veeleer tot allerlei theorieën en discussies over het zou moeten zijn, hoe anderen zouden moeten zijn, wat nu een ideale kerk, samenleving, school of bedrijf was. Veel oordelen, veel idealen. Hoe het nu echt met je was, wat er nu echt in de harten van mensen speelde, daar werd maar al te vaak over heen gepraat. Weinig echt contact, echte verbondenheid.
Dat was bij ons thuis zo, maar hoe is het nu? Hoe vaak creëren we afstand, door te oordelen, door mensen met andere meningen als afgekeurde stenen weg te werpen?
Wat nu, staat hier tegenover?
Onze God, is die een man op afstand, op een hoge troon, voornamelijk oordelend?
Ik denk het niet. Hij die ons tot leven heeft geroepen, is een betrokken God.
Bij het verhaal over de dromen van de Farao, vroeg ik me steeds af, waar zou God van dromen? Wat had hij voor ogen, toen Hij de wereld schiep?
Ik denk dat Hij droomde van verbondenheid en contact tussen mensen, het slechten van sociale, economische en psychische muren. God scheidt zich niet af van de mensen, hooguit andersom. Hij kan op vele manieren tot ons komen. Hij kwam tot Farao via een droom.
In het verdere verloop van de geschiedenis blijkt Farao's droom uit te komen. Mensen leren delen met elkaar en in overvloed en schaarste. Daarmee is denk ik ook een droom van God uitgekomen. En in de huidige maatschappij van tweedeling, van wereld voedselvraagstukken
is deze droom natuurlijk actueler dan ooit.
Nog even terug naar Jozef in het verhaal. Opvallend is de manier waarop Jozef macht verkrijgt. Als hem gevraagd wordt uitleg te geven antwoord hij:"Uit mijzelf kan ik niets, maar God kan aan Farao bekend maken, wat goed voor hem is." Niet door te roepen: "Ik alleen weet het" maar door het besef dat God zich kan openbaren en dat God het goede in mensen boven kan laten komen, kan er rechtvaardigheid geschieden.

 

Deze kerk hadden we kunnen afwijzen in verband met kindernevendiensten. Zo van, dat kan hier niet, dus er kunnen ook geen kinderen komen. Zo kun je allerlei mensen in je leven en situaties afwijzen, veroordelen. Er ontstaan dan soms pijnlijke scheidingen. Oordelen ontstaan vaak uit het stellen van eisen. Eisen aan anderen, maar ook aan jezelf. Als je kunt voelen:"Gegroet ben jij, je mag er zijn, ik mag er zijn, dan kun je jezelf en anderen veel meer in hun waarde laten" Ondanks het feit dat de ander misschien andere opvattingen of een andere smaak heeft. Of iets niet kan wat jij wel kunt.
Je kunt de lezing van Petrus veroordelen. Wat een rare lezing 'Weest als pasgeboren kinderen begerig naar de onvervalste melk". Daar kunnen we toch niets mee?
Maar je kun je ook afvragen: Waar zou God nu in deze situatie van dromen? Wat zou er toch in die melk zitten waar Petrus het over heeft? Wellicht zouden we dan met Gods liefde grootse mensenkinderen worden.
God geven het ons. Amen.

Uitleg bij de maaltijd viering

Zodadelijk gaan we iets doen, wat Jezus ook deed met zijn vrienden. We gaan een maaltijd houden. Heel simpel, met crackers (het brood dat in de tijd van Jezus ook gegeten werd) en wijn. Waarom deed Jezus dat? Hij vond het fijn dat mensen samen waren. Met elkaar. Niet om zomaar te eten, maar om te denken aan God, die de beste vriend is van alle mensen en ook om aan elkaar te denken als vrienden.
Zo dadelijk kun je dat ook horen. Dan ga ik lezen uit een schrift en dan kun je horen hoe mensen hier in de kerk aan God denken, Hem iets vragen of bedanken en ook aan anderen.
Ik ga nu met Nicole achter de tafel staan en jullie kunnen gaan zitten waar je wilt. Hier vooraan of bij je ouders of met wie je gekomen bent naar de kerk.

Nodiging

Ik mag u allen, zonder uitzondering, uitnodigen aan deze maaltijd, zoals Jezus die met zijn vrienden heeft gehouden en om daarbij de vriendschap van God met mensen te vieren en verbondenheid met elkaar.
Komt nu, want alles staat gereed.

Zegenbede

Als we dromen willen waarmaken, en zeker als het Gods dromen zijn,
dan is daar soms veel moed, creativiteit en kracht voor nodig.
Bidden wij daarom om Gods zegen.

De genade van de heer Jezus Christus
en de liefde van God
en de gemeenschap van de Heilige Geest
zij met ons allen.
Amen.

| Archief/Bijdragen | Catrinus' "Hoofdpagina" |

AM 4-10-1999 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl