Lezingen:
Ik heet u namens de Duifgemeenschap van harte welkom in deze viering. En wil iedereen vooraf bedanken die heeft meegewerkt aan het totstandkomen van deze dienst.
Het zijn geen moeilijke lezingen vandaag. Zo klaar als een
klontje. Je zou er eigenlijk gewoon een punt achter kunnen zetten.
Ze samenvattend zou je kunnen zeggen: Wat gij niet wilt dat u
geschiedt doet dat ook een ander niet.
In de evangelielezing wordt Jezus weer eens aan de tand gevoeld
door de wetgeleerden. Dit gebeurt voortdurend. Het laat aan de
ene kant zien dat er een kloof zal ontstaan tussen Joden en Christenen.
In deze polemiek verwerft het Christendom zijn eigen identiteit.
Aan de andere kant blijkt juist de verbondenheid van het Christendom
met het Joodse erfgoed. 'U zult uw naaste liefhebben als u zelf'
zegt Jezus. Dat kan geen verdeeldheid zaaien, niet tussen godsdiensten
en niet tussen mensen onderling, dat vraagt om openheid naar elkaar.
Bidden we daartoe een gebed om openheid: ...
Keer op keer wordt Jezus door zijn opponenten op de proef gesteld.
Nu weer stellen zij de wet aan de kaak.
De Goddelijke wet bepaalde in het Judaïsme het gehele leven. Iedereen, ook Jezus en zijn volgelingen, geloofde dat God de wet aan Mozes had gegeven. En wat Jezus antwoordde was dan ook niets nieuws. Het gebod dat men God moet liefhebben, is een citaat uit Deuteronomium 6 de verzen 4 en 5, een passage die alle wetgetrouwe Joden elke dag twee keer herhalen. Het gebod dat men zijn naaste moet lief hebben, is een citaat uit Leviticus 19 vers 18. En zij zijn een samenvatting van de tien geboden. Waarin de eerste drie gaan over de relatie tussen God en mensen en de overige 7 over de relatie tussen mensen onderling.
Jezus laat die geboden niet zien als losse voorschriften zonder verband. Hij toont ons de kern, de bron, het doel van de wet: Liefde. Liefde voor God en liefde voor zijn schepping, en dus ook voor je medemens en jezelf. En als het goed is gaat het samen. Konden we er hier maar een punt achter zetten. Maar: Jezus stierf op een Romeins kruis. Zijn aard, roeping en opdracht, zijn boodschap over Gods alomvattende liefde, de liefde voor iedereen - ook voor je vijanden werd niet door iedereen geapprecieerd. En nog komen er mensen op voor hun medemens en sterven door zinloos geweld, brengen mensen de boodschap van liefde over en worden niet gehoord, zien mensen elkaar niet staan en hebben het te druk met zichzelf, wordt de medemens niet begrepen en ontstaat ruzie en oorlog.
Aan die twee samenvattende geboden hebben wij kennelijk niet
genoeg. Kijk naar het Nederlands wetboek, of liever wetboeken
want het zijn er tientallen. Ze moeten handhaven wat er in de
grondwet staat, zo mooi samengevat in artikel 1: Allen die zich
in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld.
Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke
gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook is niet toegestaan.'
Met andere woorden: Heb je naaste lief gelijk jezelf.
Toch hebben we al die boeken met dwingende wetten en strafmaatregelen
nodig om de samenleving leefbaar te houden. Al die losse wetten
waarin we de kern in dit geval het eerste artikel niet meer terug
herkennen.
De Exodus perikoop die we gelezen hebben is een klein gedeelte uit de vele afspraken die horen bij het Verbond tussen God en zijn volk. Na een ellendige tijd in Egypte bereikte het Joodse volk uiteindelijk het door God beloofde land. Daar vinden ze rust, geluk en daar raken ze in goeden doen. Dan is het tijd om afspraken te gaan maken. Want er is weer een mogelijkheid tot economische vooruitgang en dus voor concurrentie onderling ten koste van de zwakkeren in de samenleving.
Het zijn drie praktische voorbeelden die hier gegeven worden.
Ten eerste het recht van de vreemdeling: want wat je zelf is overkomen
kan de ander ook overkomen en anders om.
Dan het lot van weduwen en wezen: Hierin laat Mozes zien dat God
altijd partij kiest voor de zwakkeren in de samenleving. En tot
slot het lenen van geld aan mensen in nood: omdat we allemaal
de plicht hebben tot solidariteit met hen die het minder hebben
dan wij. Drie voorbeelden uit de dagelijkse praktijk.
Maar in de tijd tussen Mozes en Jezus komen er tal van wetten bij. Zij stapelen zich op en geven de wetgeleerden veel stof tot discussie. Waarin zij ook zo vaak in conflict raken met Jezus en zijn volgelingen. Allemaal losse wetten waarin de kern zoek raakt. Waarbij niet meer nagedacht hoeft te worden of iets in het belang is voor mensen maar klakkeloos de geschreven wet dient te worden gevolgd. Daarom zullen die wetgeleerden toch wel geschokt zijn geweest door Jezus' antwoord. (vertel aan rechtenstudenten niet dat hun studie in één artikel is samen te vatten.) Doordat Jezus de gehele wet zo krachtig en bondig samenvatte, moeten we zelf weer gaan nadenken en komt de verantwoording weer bij jezelf te liggen, in plaats van bij wetgevende instanties. Uiteraard is het niet verkeerd wat er in de wet staat, maar we moeten de kern van alles niet vergeten.
Uw liefde moet oprecht zijn, schrijft Paulus in de brief aan de Romeinen. Anders dan in Exodus dreigt Paulus niet met vergelding of straf en legt hier geen wetten op, maar vraagt om oprechtheid. Eerlijk zijn tegenover de ander en tegenover jezelf. Niet omdat het moet, niet omdat je indruk wilt maken, niet tegen je zin in. Als je eerlijk naar jezelf luistert, weet je wat je moet doen. Zie dan om je heen en doe het goede en dien daarmee God.
De wet zit in je hart. Dat is hetgeen, waaraan het Christendom
herkend zou moeten worden.
Amen.