Rob's bijdragen, dienst 31-10-1999

Tempel van God

Lezingen:

Inleiding

Goeiemorgen allemaal en -mede namens Ans - heel hartelijk welkom in deze kleurrijke Buikduif.
We hebben een bijzondere zondag; u mocht een uurtje langer slapen vannacht en dat komt omdat we vanaf vandaag weer in de wintertijd zitten. 's Morgens wat meer licht, maar vooral: lange, donkere avonden.
De moment van de kering van de seizoenen loopt bijna gelijk op met het einde van het kerkelijk jaar.
In het eerste millennium heeft de kerk in dit jaargetijde twee dagen ingesteld om als het ware even stil te staan bij wat ons dierbaar is; en - modern gezegd - ook een moment om onze eigen plek, ons eigen leven te evalueren om het daarmee dichter bij God te brengen.

De teksten, die we lezen deze ochtend gaan dus over Allerzielen en Allerheiligen. Als thema staat voorop het boekje: Tempel van God.
Hebben wij de woorden, die waaien door de eeuwen, onder laten sneeuwen in de taal van alledag?
In de overweging straks zult u merken, dat Allerzielen, Allerheiligen en de Tempel van God bijna een drieëenheid vormt, die raakt aan de taal van het hart. In het openingslied zongen we: Wek uw kracht en kom ons bevrijden. Mag dat dit uur beginnen met die bevrijdende kracht en maken we er zo met elkaar een mooie dienst van.

Overweging

Johannes beschrijft ons vanmorgen een ongelooflijkwonderlijk verhaal: de familie van Maria, Martha en hun broer Lazarus zijn goede vrienden van Jezus; misschien was hij er graag op bezoek en voelde hij zich wel bij hen thuis. Als men aan Jezus komt vertellen, dat Lazarus erg ziek is en wellicht dood gaat, zou je van hem verwachten, dat-ie op een kameel springt en zich met grote spoed naar zijn zieke vriend begeeft.
Jezus echter, laat het gebeuren; hij wacht nog twee dagen en gaat dan pas op reis, waardoor hij bij hen arriveert als Lazarus al 4 dagen dood is.
Jezus, over wie de mensen al een doodvonnis hebben uitgesproken, treft daar Martha. Ze is diep bedroefd om de leegte, die Lazarus achter laat; maar ze heeft een steenhard geloof in Hem en zegt: als jíj er nou was geweest ... Jezus neemt hen mee naar het graf, waar ze Lazarus hebben neergelegd. De grafsteen wordt weggerold en Jezus beveelt dan: Lazarus kom naar buiten.

Ten aanschouwe van een grote menigte mensen wilde Jezus duidelijk maken, dat in Hem de dood geen definitieve grens betekent. Lazarus had zijn aardse leven al afgelegd, als een oud kleed of een versleten mantel. Maar de ziel, de levende geest, de echte innerlijke mens haalde Jezus van gene zijde terug. Het léven reikt verder dan de grenzen van de dood en reikt zo aan het grenzeloos, Eeuwig Licht. Het laatste woord is niet aan de dood, maar aan de liefde en het leven.

Lucas laat ons soortgelijke verhalen na over de jongeling te Naïn, de enige zoon van een weduwe en ook een ander enig kind, het twaalfjarig dochtertje van Jaïrus, die heel duidelijk was overleden, maar die Jezus deed opstaan.

Verleden tijd is iets waar we niet meer bij kunnen. Leegte, zegt Dietrich Bonhoeffer ons, moeten we niet verdringen, bedekken of begraven in een diepe schacht. Maar geef het een eerlijke plek, zodat het verleden een blijvende bron kan worden van vreugde en kracht.

Terecht en heel begrijpelijk maakte iemand afgelopen maandagavond de opmerking, dat dit een proces is, dat bloed, zweet en tranen kan kosten. Door de kunst te leren verstaan, het los te laten en tegelijk ruimte te houden voor elkaar, voor de ander, creëer je ruimte en nieuwe ogen, om het mooie in elkaar te ontdekken. Al het mooie wat je met elkaar hebt beleefd, krijgt zo een nieuwe glans.
Ik geloof, dat mensen worden geboren in de levensopdracht er te zijn voor God en voor elkaar; jij moet er zijn, daar waar je bent aangesteld, waar je geroepen wordt, waar je 'voelt' dat je moet zijn, waar je naasten zijn.
De bijbel noemt dat plechtstatig "barmhartig" en "volmaakt "(Mattheus 5; 48).
Wat betekent hier "volmaakt" ? Volmaakt komt van een Hebreeuws woord, dat "gaaf", "heel" betekent. Niet verdeeld, maar uit-een-stuk! We worden opgeroepen onverdeeld van hart gestalte te geven aan het Koninkrijk van God en zijn gerechtigheid. De kern van het betoog ligt niet in het opvolgen van de handvol regels en wetten van de profeten en geleerden, maar uit eigen vrije wil in het Licht te gaan staan en Zijn boodschap van liefde en gerechtigheid een plaats te geven in deze wereld, veraf en dichtbij.
We hebben het er wel over: harmonie en vrede. Maar die zal alleen komen als we echt onverdeeld, uit-een-stuk onszelf willen delen met de arme, de vluchteling; daar waar je 'voelt' dat je moet zijn.
Gaat dat niet gepaard met de bereidheid constant je grenzen te verleggen? De gangbare moraal doorbreken en de onbegrensde solidariteit te zoeken! Je kunt elkaar daarin wel helpen, maar je moet het wel zelf doen!

Een voorbeeld:
nadat een goede vriend van ons aan het begin van deze zomer heel plotseling was overleden, kwamen we in nauw contact met een vriendin -Helen- van die overleden vriend. Zij heeft hier in Amsterdam-ZO in 2 naast elkaar gelegen flats een communauteit opgericht, waar asielzoekers die weliswaar uitgeprocedeerd zijn, maar nog een kans hebben, een goed dak boven hun hoofd hebben. Van alleen haar WAO-uitkerinkje en verder op basis van giften en donaties runt ze een huis, waar gemiddeld zo'n 10 mensen een tijdje op verhaal kunnen komen. Onlangs waren we er even en maakten kennis met oa. een joods gezin uit Armenië; een moeder en haar kinderen. Een jochie van ongeveer 4 jaar laat vol trots zijn fietsje zien; hij mag er niet mee naar buiten, want ze hadden nog geen geld om er een fietsbel op te zetten! Een baby van amper een paar maanden wordt heen en weer gewiegd in een kinderwagen.
Zoiets drukt je met de neus op de feiten; gebroken mensen op zoek naar heelheid, erkenning, naar een beetje rechtvaardigheid.

Heelheid, gaaf-zijn, is in de Nederlandse taal nauw verwant aan "heilig". Heilig gedrag, helend gedrag is dus: tot inkeer komen en je richten op de heelheid van jezelf, van de mensen en de schepping om je heen. Ofwel: de eenheid in jezelf zoeken, je inzicht in jezelf te verhelderen, je grenzen te verleggen en vooral: doen wat je kunt.
Natuurlijk is het niet ieder gegeven evenveel te doen; we zijn niet allemaal een Don Bosco, Dom Helder Camara of Moeder Theresa. Daar mogen we elkaar ook niet op beoordelen of zelfs veroordelen; ieder heeft zijn eigen talenten, die wij niet met menselijke maatstaven kunnen meten. Heiligen tref je het meest aan onder het gewone volk; ze staan nooit op een voetstuk. (als ze dat doen lazeren ze eraf).
We zijn niet geboren om heilige boontjes te zijn - dat zijn slechts ogendienaren en schijnheiligen; maar eerlijk en open "er te zijn"; erbarmend, genadig en vol ontferming. Levend vanuit deze visie maken we - zoals Paulus zegt, deel uit van de gemeenschap der heiligen - ; met allen ook die in de tijd dit pad voor ons hebben belopen.

Heilig-zijn is niet ver-weg, maar voor een ieder van ons binnen handbereik. De kernbetekenis van het Hebreeuwse stamwoord is "hevige kracht, geladen energie". De theoloog Maarten den Dulk omschreef dit als "vernieuwende levenskracht". Paulus houdt de mensen voor zich te zien als de tempel van God en hierdoor zelf heilig te zijn.
Laten wij daarom onverdeeld, uit-een-stuk zoeken naar de heelheid.
Want zalig -heilig- zijn de mensen,
die de woorden van de Eeuwige opnieuw verstaan
en die ongebroken willen leven
zichzelf volkomen durven geven,
die leven uit de liefde
en uitzien naar het pad
voorbij de grenzen van het menselijk verstand.
Dat betekent: hoop en een nieuw begin, elke dag weer.
Dat het leven zo geleefd wordt! Moge het zo zijn!

| Archief/Bijdragen | Rob is "Gastvoorganger" |

AM 24-11-1999 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl