Lezingen:
Goeiemorgen allemaal en -mede namens Ans - heel hartelijk welkom
in deze kleurrijke Buikduif.
We hebben een bijzondere zondag; u mocht een uurtje langer slapen
vannacht en dat komt omdat we vanaf vandaag weer in de wintertijd
zitten. 's Morgens wat meer licht, maar vooral: lange, donkere
avonden.
De moment van de kering van de seizoenen loopt bijna gelijk op
met het einde van het kerkelijk jaar.
In het eerste millennium heeft de kerk in dit jaargetijde twee
dagen ingesteld om als het ware even stil te staan bij wat ons
dierbaar is; en - modern gezegd - ook een moment om onze eigen
plek, ons eigen leven te evalueren om het daarmee dichter bij
God te brengen.
De teksten, die we lezen deze ochtend gaan dus over Allerzielen
en Allerheiligen. Als thema staat voorop het boekje: Tempel van
God.
Hebben wij de woorden, die waaien door de eeuwen, onder laten
sneeuwen in de taal van alledag?
In de overweging straks zult u merken, dat Allerzielen, Allerheiligen
en de Tempel van God bijna een drieëenheid vormt, die raakt
aan de taal van het hart. In het openingslied zongen we: Wek uw
kracht en kom ons bevrijden. Mag dat dit uur beginnen met die
bevrijdende kracht en maken we er zo met elkaar een mooie dienst
van.
Johannes beschrijft ons vanmorgen een ongelooflijkwonderlijk
verhaal: de familie van Maria, Martha en hun broer Lazarus zijn
goede vrienden van Jezus; misschien was hij er graag op bezoek
en voelde hij zich wel bij hen thuis. Als men aan Jezus komt vertellen,
dat Lazarus erg ziek is en wellicht dood gaat, zou je van hem
verwachten, dat-ie op een kameel springt en zich met grote spoed
naar zijn zieke vriend begeeft.
Jezus echter, laat het gebeuren; hij wacht nog twee dagen en gaat
dan pas op reis, waardoor hij bij hen arriveert als Lazarus al
4 dagen dood is.
Jezus, over wie de mensen al een doodvonnis hebben uitgesproken,
treft daar Martha. Ze is diep bedroefd om de leegte, die Lazarus
achter laat; maar ze heeft een steenhard geloof in Hem en zegt:
als jíj er nou was geweest ... Jezus neemt hen mee naar
het graf, waar ze Lazarus hebben neergelegd. De grafsteen wordt
weggerold en Jezus beveelt dan: Lazarus kom naar buiten.
Ten aanschouwe van een grote menigte mensen wilde Jezus duidelijk maken, dat in Hem de dood geen definitieve grens betekent. Lazarus had zijn aardse leven al afgelegd, als een oud kleed of een versleten mantel. Maar de ziel, de levende geest, de echte innerlijke mens haalde Jezus van gene zijde terug. Het léven reikt verder dan de grenzen van de dood en reikt zo aan het grenzeloos, Eeuwig Licht. Het laatste woord is niet aan de dood, maar aan de liefde en het leven.
Lucas laat ons soortgelijke verhalen na over de jongeling te Naïn, de enige zoon van een weduwe en ook een ander enig kind, het twaalfjarig dochtertje van Jaïrus, die heel duidelijk was overleden, maar die Jezus deed opstaan.
Verleden tijd is iets waar we niet meer bij kunnen. Leegte, zegt Dietrich Bonhoeffer ons, moeten we niet verdringen, bedekken of begraven in een diepe schacht. Maar geef het een eerlijke plek, zodat het verleden een blijvende bron kan worden van vreugde en kracht.
Terecht en heel begrijpelijk maakte iemand afgelopen maandagavond
de opmerking, dat dit een proces is, dat bloed, zweet en tranen
kan kosten. Door de kunst te leren verstaan, het los te laten
en tegelijk ruimte te houden voor elkaar, voor de ander, creëer
je ruimte en nieuwe ogen, om het mooie in elkaar te ontdekken.
Al het mooie wat je met elkaar hebt beleefd, krijgt zo een nieuwe
glans.
Ik geloof, dat mensen worden geboren in de levensopdracht er te
zijn voor God en voor elkaar; jij moet er zijn, daar waar je bent
aangesteld, waar je geroepen wordt, waar je 'voelt' dat je moet
zijn, waar je naasten zijn.
De bijbel noemt dat plechtstatig "barmhartig" en "volmaakt
"(Mattheus 5; 48).
Wat betekent hier "volmaakt" ? Volmaakt komt van een
Hebreeuws woord, dat "gaaf", "heel" betekent.
Niet verdeeld, maar uit-een-stuk! We worden opgeroepen onverdeeld
van hart gestalte te geven aan het Koninkrijk van God en zijn
gerechtigheid. De kern van het betoog ligt niet in het opvolgen
van de handvol regels en wetten van de profeten en geleerden,
maar uit eigen vrije wil in het Licht te gaan staan en Zijn boodschap
van liefde en gerechtigheid een plaats te geven in deze wereld,
veraf en dichtbij.
We hebben het er wel over: harmonie en vrede. Maar die zal alleen
komen als we echt onverdeeld, uit-een-stuk onszelf willen delen
met de arme, de vluchteling; daar waar je 'voelt' dat je moet
zijn.
Gaat dat niet gepaard met de bereidheid constant je grenzen te
verleggen? De gangbare moraal doorbreken en de onbegrensde solidariteit
te zoeken! Je kunt elkaar daarin wel helpen, maar je moet het
wel zelf doen!
Een voorbeeld:
nadat een goede vriend van ons aan het begin van deze zomer heel
plotseling was overleden, kwamen we in nauw contact met een vriendin
-Helen- van die overleden vriend. Zij heeft hier in Amsterdam-ZO
in 2 naast elkaar gelegen flats een communauteit opgericht, waar
asielzoekers die weliswaar uitgeprocedeerd zijn, maar nog een
kans hebben, een goed dak boven hun hoofd hebben. Van alleen haar
WAO-uitkerinkje en verder op basis van giften en donaties runt
ze een huis, waar gemiddeld zo'n 10 mensen een tijdje op verhaal
kunnen komen. Onlangs waren we er even en maakten kennis met oa.
een joods gezin uit Armenië; een moeder en haar kinderen.
Een jochie van ongeveer 4 jaar laat vol trots zijn fietsje zien;
hij mag er niet mee naar buiten, want ze hadden nog geen geld
om er een fietsbel op te zetten! Een baby van amper een paar maanden
wordt heen en weer gewiegd in een kinderwagen.
Zoiets drukt je met de neus op de feiten; gebroken mensen op zoek
naar heelheid, erkenning, naar een beetje rechtvaardigheid.
Heelheid, gaaf-zijn, is in de Nederlandse taal nauw verwant
aan "heilig". Heilig gedrag, helend gedrag is dus: tot
inkeer komen en je richten op de heelheid van jezelf, van de mensen
en de schepping om je heen. Ofwel: de eenheid in jezelf zoeken,
je inzicht in jezelf te verhelderen, je grenzen te verleggen en
vooral: doen wat je kunt.
Natuurlijk is het niet ieder gegeven evenveel te doen; we zijn
niet allemaal een Don Bosco, Dom Helder Camara of Moeder Theresa.
Daar mogen we elkaar ook niet op beoordelen of zelfs veroordelen;
ieder heeft zijn eigen talenten, die wij niet met menselijke maatstaven
kunnen meten. Heiligen tref je het meest aan onder het gewone
volk; ze staan nooit op een voetstuk. (als ze dat doen lazeren
ze eraf).
We zijn niet geboren om heilige boontjes te zijn - dat zijn slechts
ogendienaren en schijnheiligen; maar eerlijk en open "er
te zijn"; erbarmend, genadig en vol ontferming. Levend vanuit
deze visie maken we - zoals Paulus zegt, deel uit van de gemeenschap
der heiligen - ; met allen ook die in de tijd dit pad voor ons
hebben belopen.
Heilig-zijn is niet ver-weg, maar voor een ieder van ons binnen
handbereik. De kernbetekenis van het Hebreeuwse stamwoord is "hevige
kracht, geladen energie". De theoloog Maarten den Dulk omschreef
dit als "vernieuwende levenskracht". Paulus houdt de
mensen voor zich te zien als de tempel van God en hierdoor zelf
heilig te zijn.
Laten wij daarom onverdeeld, uit-een-stuk zoeken naar de heelheid.
Want zalig -heilig- zijn de mensen,
die de woorden van de Eeuwige opnieuw verstaan
en die ongebroken willen leven
zichzelf volkomen durven geven,
die leven uit de liefde
en uitzien naar het pad
voorbij de grenzen van het menselijk verstand.
Dat betekent: hoop en een nieuw begin, elke dag weer.
Dat het leven zo geleefd wordt! Moge het zo zijn!