Catrinus' bijdragen, dienst 2-1-2000

De grootheid van Gods genade

Lezingen:

Welkom en Inleiding

Goedemorgen allemaal, van harte welkom in deze viering in de Buikduif. Van harte welkom in het nieuwe jaar, in de nieuwe eeuw, in het nieuwe. Dat u met hart en ziel mogen leven in dit jaar! Van harte welkom ook aan de kinderen, fijn dat jullie er zijn. Vandaag zullen jullie een nieuw verhaal van Daniël horen. Fred gaat dat straks vertellen. Nu wil ik nog iets vooral voor de groten zeggen.

De hamvraag voor ons als gemeente aan het begin van dit jaar is waarschijnlijk: "Hoe gaan we verder?" Bij het vinden van een antwoord heb ik me laten inspireren door drie lezingen. De eerste uit Daniël, waar verhaalt wordt over de geschiedenis van de leeuwenkuil. De andere lezingen zijn van apostelen, boodschappers van het goede nieuws. De ene is Paulus en de andere is Nelson Mandela. Toen deze laatste zijn ambt als president van Zuid-Afrika aanvaardde, sprak hij onder meer de volgende woorden:

Onze grootste angst is niet dat we ontoereikend zijn.
Onze grootste angst is dat we krachtig zijn, meer dan middelmatig.

Het is het licht, niet de duisternis, die ons beangstigt.
We vragen ons af, wie ben ik om stralend te zijn, schitterend
getalenteerd en fantastisch?
Maar, als je eerlijk bent, waarom zou je dat niet zijn?

Je bent een kind van God.

Jezelf klein maken dient de wereld niet.
We zijn geboren om de majesteit van God te laten zien,
die ook in ons schuilt.
Die is niet in sommigen van ons, maar in ons allen.

Door ons eigen licht te laten schijnen,
geven we anderen onbewust
toestemming dat ook te doen.

Bevrijd van onze eigen angst bevrijdt
onze aanwezigheid vanzelf anderen.

Ik wens ons allen een zeer inspirerende viering en wil u graag voorgaan in gebed.

Overweging

Gemeente van Christus,
Dit nieuwe jaar geeft me toch het gevoel van een nieuw schrijfblok in het groot. Misschien kent u dat ook, als je een nieuw schrijfblok hebt, dan begint er weer iets nieuws, iets moois, iets helders. Zo is heeft nieuwe jaar, deze nieuwe eeuw, iets nieuws voor ons. En daarmee zijn we gelijk bij het thema van de dienst: De kracht van de genade van God.
Afgelopen maanden zijn er donkere wolken samengepakt boven onze kerkgemeenschap. En ook boven het persoonlijke leven van verschillenden van ons hangen nu donkere wolken. Maar ook het leven dan Daniël en zijn vrienden, vertoevend in ballingschap, was niet bepaald vol levensperspectief. Op zo'n moment wordt het tijd besef te krijgen van Gods genade. Een abstract begrip. Ruim een maand geleden, besefte ik opeens wat dat was. Het begrip genade gaat er vanuit, dat wij allen aangesloten zijn op de liefde van God. Dat we allen in principe erop uit zijn om in liefde, die met Hem begonnen is, te leven. Je maakt keuzes in je leven, vaak uit liefde. En dan ga je op weg. Ik kreeg het beeld van een stoomlocomotief. Opgestookt met de vurige kolen kom je in beweging. Bezield bezig met een ideaal. Maar soms maak je mee dat het moeizamer en moeizamergaat.
Tot die locomotief ontspoord of knarsend tot stilstand komt. Ja, en dan? Dan mag je terug. Zo ben ik vastgelopen met mijn onderneming. Ik kon er echt niet van leven. Het was mijn ideaal. Maar ik ben teruggegaan, ik mocht terug. En zie, op het moment dat ik mijn ideaal los liet werd mij iets nieuws aangereikt. Nu sta ik weer opnieuw op de rails, heb nieuw werk dat naar m'n zin is. Kan een aantal mooie dingen van mijn onderneming er naast blijven doen. Ik ben weer op stoom.

Genade begint op het moment dat je durft te erkennen: we zijn vastgelopen, zo gaat het niet langer. We zijn vastgelopen met onze apartheidspolitiek, een leven van een mens is vastgelopen of de wijze van werken in de Duif loopt hier en daar vast. En besef daarbij: God houdt ook van ons als wij vastlopen. Paulus zegt letterlijk: God heeft u lief en riep u tot zijn heilige gemeente. Dat geldt nog steeds voor ons volgens mij. De kracht van Gods genade is zo groot, dat hij Daniël uit de leeuwenkuil heeft gered en Jezus van het kruis heeft gered.

Wat verder wezenlijk is, is dat je contact zoekt met God. Dat je alleen, of, als dat kan, samen bidt tot de Eeuwige. Zoals Daniël dat deed, tegen alle verordeningen in. Zoals je dat kunt doen, samen met iemand op het einde van haar leven. Dan voel je dat de Eeuwige donkere wolken weg kan scheuren. Dan ervaar je de ontroering, de verbijstering van het wezenlijk samen zijn. Met God en met elkaar.

Tot slot: Hoe moeten we nu dit samen zien, met de tekst van Mandela?
Ik denk dat het voor velen van ons persoonlijk en ook voor onze gemeenschap wel eens mooi en vruchtbaar zou kunnen zijn om je voor te stellen: Hoe zou ik een stralend mens kunnen zijn? Welke prachtige dingen zou ik uit de verf willen laten komen of hoe zou onze gemeenschap meer kunnen bloeien? We zijn kinderen van God. Uithuilen mogen we, als een kind bij zijn ouders, als het tegen zit. Maar tegelijk, worden we, net als Christus, uitgenodigd om de glorie van God te laten stralen. Om groots te zijn en om te doen, wat de liefde van God ons ingeeft. Als we niet alleen klein durven zijn, maar soms ook groots, dan zullen we de kracht van Zijn genade beleven. Amen.

Nodiging

Ik mag u allen uitnodigen deel te hebben aan de maaltijd, zoals die is ingesteld door Christus.
Zoals God zich met ons mensen heeft willen verbinden bij uitstek door Jezus Christus, zo nodigt Hij ons allen weer opnieuw uit, deelgenoot te worden van Licht en Liefde en dat onder elkander te verspreiden.
Komt nu, want alles staat gereed en verheugt u in uw God en verheugt u in elkaar.

Zegenbede

Aan het einde van deze viering wil ik God vragen om zijn zegen.
Moge de Eeuwige ons zegenen en behoeden
Moge Hij de glans van zijn gelaat over ons spreiden en ons genadig zijn
Moge de Eeuwige zijn gelaat naar ons keren en ons vrede schenken.
Amen.

| Archief | Archief 2000 | Catrinus' "Hoofdpagina" |

AM 12-1-2000 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl