Lezingen:
Wijsheid uit India
Een schipper komt 's avonds met zijn bootje thuis en ziet
een ander bootje naderen dat het zijne dreigt aan te varen.
Hij schreeuwt: "kijk uit" ! Maar de andere schipper
hoort het blijkbaar niet en de twee bootjes botsen met veel lawaai
op elkaar. Vol ergernis heft de eerste schipper zijn roeispaan
op om de dwaze schipper van het andere bootje te treffen. Dan
merkt hij dat het andere bootje leeg is en door de stroom is afgedreven.
Hij ontspant volkomen, zijn toorn verdwijnt en hij barst in een
bevrijdend gelach uit.
Goedemorgen allemaal. Zoals u reeds op de buitenkant van uw boekje heb kunnen lezen staat vandaag als thema voor deze dienst het woord wijsheid. Nu zal dat ook bij velen van u verschillende associaties oproepen waarbij misschien wel de meeste voorbeelden meer iets met onwijs en misschien zelfs met afwijzen te maken hebben. Ik wil u vandaag proberen wat gedachten mee te geven die ons worden aangereikt vanuit de wijsheidsliteratuur van andere grote wereldgodsdiensten. Ik ben momenteel studente religiestudies, je hebt aan de faculteit godgeleerdheid de tak theologie en de tak religiestudies; hetgeen betekent dat ik me vanuit christelijke grondslag probeert te verdiepen in de religieuze ervaringen en geloofsovertuigingen van andere godsdiensten. Niet dus met de intentie om me te bekeren tot boeddhist of anderszins of het christendom te nivelleren maar juist om te zien wat waardevol is en wijs in onze eigen traditie. De tekst van de twee bootjes uit India is voorgelezen om dat ik dat een treffend beeld vond hoe wij, en ik sluit mezelf daar ook zeker niet bij uit, vaak reageren op iets wat anders is en ons vreemd overkomt. Ik wil vragen om niet al bij voorbaat de roeispaan te willen gebruiken om het bootje tegen te houden maar met open oog en open hart te luisteren naar wat anderen ons te vertellen hebben.
Om God te leren kennen hoeft ge geen raadsels op te lossen.
Kijkt om u heen en ge ziet hem spelen met uw kinderen.
Werp een blik op het hemelsruim en gij ziet hem wandelen in de
wolk, zijn armen uitstrekken in het weerlicht en neerdalen in
de regen;
Gij ziet hem glimlachen in de bloemen en ziet zijn opgeheven handen
wuiven in de bomen.
Wij vragen om de herkenning hiervan in ons dagelijks leven iedere
dag opnieuw.
Pali canon; Boeddhistische sutra: De diamanten sutra
Aldus heb ik vernomen. Op een keer verbleef de Boeddha in de
Jetvana grot in het koninkrijk van de Shravasti, bij hem hadden
zich vele wijze monniken verzameld. Toen het uur aanbrak van het
ochtendmaal gingen zij op weg naar de stad en liepen van huis
naar huis vragend om eten. Nadat zij gegeten hadden en hun bedelnap
voor de volgende dag hadden weggeborgen namen zij plaats in een
kring. Een van de monniken, Subhuti kwam overeind, zorgde ervoor
dat zijn kleed de rechterschouder vrijliet en knielde op zijn
rechter knie, hij vouwde zijn handen met de handpalmen tegen elkaar
en boog respectvol voor zijn meester de Boedhha.
"Geliefde meester, zij ons genadig, zorg goed voor ons en
geef ons goede raad"
De Boeddha antwoordde: "Ik zal goed voor jullie zorgen en
goed raad geven"
Suhuti vroeg toen het volgende: "Vertel ons wat wij moeten
zeggen tegen goede en vromen mannen en vrouwen die naar ons toe
komen met de vraag hoe zij moeten beginnen te zoeken naar de hoogst
bereikbare wijsheid ? Hoe kunnen zij hun snel afgeleide geest
tot rust krijgen en hun verlangens onderdrukken ?"
De Boeddha gaf het volgende antwoord: "Dat is een goede vraag
die je daar stelt, het antwoord is belangrijk voor iedereen. Men
moet eenvoudig weg goed doen en het pad volgen dat een eind maakt
aan het bezit van een voorstelling van ego, van zelfzucht. Door
het doen van goede werken en door anderen dat voor te houden en
daarvan te vertellen, staat men niet bloot aan verleidingen die
leiden tot slecht gedrag en ons afhouden van onze weg naar wijsheid
en bevrijding."
Eenheid van de mensheid met respect voor elkaars verschillend zijn.
Als wij hier in het westen over de Boeddha spreken dan bedoelen we de persoon Siddharta Gautema die leefde ongeveer van 560- 480 voor C. Het Pali is een soort kunstmatige taal, die ontwikkeld is op Sri Lanka en die wordt toegeschreven aan de Boeddha. De pali-canon bestaat uit drie delen: de regels voor de monniken, de leerreden van de Boeddha en andere geschriften en dit alles is zo rond het jaar 0 definitief opgeschreven. Niet alles wat de Boeddha zei was spectaculair nieuw of zo anders in die tijd, maar wat wel bijzonder was en daar zijn hele prachtige verhalen overgeschreven is dat op het moment dat de Boeddha het stadium bereikte van de verlichting, wij zouden dat omschrijven als het moment van het binnengaan van het paradijs, hij zei: Wacht eens even, ik moet hier blijven ik wil iedereen vertellen hoe je dit kan bereiken, ik wil dit niet alleen voor mezelf houden, nee dat zou egoïstisch zijn dan zou ik ieder ander vergeten. En zo is de boeddhistische leer ontstaan, die door het begrijpen en volgen van de vier edele waarheden, mensen de gelegenheid biedt hun weg naar heil en bevrijding te vinden.
Prachtig zult u misschien zeggen, klinkt niet verkeerd, maar
waarom vertel je ons dit nu, waarom dit verhaal uit de boeddhistische
wijsheidsliteratuur. Ik wil daar eigenlijk het volgende mee zeggen.
Het is op dit moment de trieste actualiteit, en als we de historie
bekijken zijn er voorbeelden in overvloed, dat groeperingen op
vele plaatsen in de wereld elkaar naar het leven staan, het licht
niet in de ogen gunnen, elkaar het bestaansrecht op deze aarde
ontzeggen en dat doen onder de vlag van hun religie. Het is hun
godsdienstige overtuiging en de waarden en de normen die daaraan
verbonden zijn die, volgens hen, het recht geeft zo te handelen.
Maar is dat zo, kunnen we op de een of andere manier aan onze
religie ontlenen dat wij de waarheid in pacht hebben, dat wij
de besten zijn, dat anderen daarom minder zijn misschien wel slecht
zijn. In dat wat onze geloofsovertuiging inhoudt kunnen wij daar
onze rechten aan ontlenen.
Maar hoe moeten we dan de woorden van de Boeddha interpreteren
wanneer hij zegt: volg het pad wat een einde maakt aan het bezit
van een voorstelling van ego en zelfzucht, doe goede werken en
vertel anderen daarover. Houdt deze boodschap niet in een opdracht
aan onszelf in de zin van, niet wijzelf zijn belangrijk , maar
wij met elkaar dat is belangrijk.
Woorden van dezelfde strekking vinden we in Matteus 28 wanneer
Jezus zegt: Gaat uit over de hele wereld en verspreid mijn voorbeeld,
heil voor alle volken ten dienste van de eenheid van de mensheid.
Het zijn zijn woorden die ons op weg helpen en die betekenis hebben
voor alle mensen van alle volken.
De wegen die leiden tot het heil van de mensen kunnen verschillend
zijn, het kan toch niet zo zijn dat de voltooiing en de verlossing
van het menselijk bestaan bepaald of beperkt wordt door één
religie ?
Het is toch de mens geweest die de bepalingen en de beperkingen
heeft bedacht ! De grote lijnen en het raamwerk zijn ons aangereikt
door grote wijze mensen zoals Jezus en de Boeddha, maar de puntjes
op de i, de praktische toepassingen ervan die hebben wij toch
zelf bedacht. Terwijl voor de ene vrome jood sabbath betekent
geen gebruik te mogen maken van enige vorm van arbeid: dus het
bedienen van de liftknop, of het aansteken van vuur om te koken
voor het sabbathsmaal is taboe, betekent dit voor een andere vrome
jood veel tijd en de ruimte om met vrienden en familie te eten
en samen te zijn. Het woord Djihaad wordt in de koran met name
gebruikt als woord voor de innerlijke strijd die we als mens voeren
tegen het kwaad en de verleidingen, maar wordt ook door allerlei
fundamentalistische moslimgroeperingen te pas en te onpas gebruikt
tot het uitroepen van een heilige oorlog tegen wat zij afvallig
vinden en in strijd is met de "zuivere" islam. Er zijn
ook voorbeelden dichterbij huis te vinden; ik weet nog goed toen
ik net mijn eerste echte baan had na mijn studie en ik verhuisde
van een studentenkamer naar een heus echt flatje en daar met een
rood hoofd stond te poetsen en te verven dat er op de deur gebonsd
werd, de bel deed het nog niet, en dat een wildvreemde mevrouw
mij vertelde of ik het wel wist dat het dag des Heren was en dat
ik de zondagrust hoorde te eerbiedigen. Ik weet niet meer wat
ik gezegd heb, niet veel denk ik want ik stond redelijk perplex;
ik denk dat ieder van ons zo vele verschillende voorbeelden kan
bedenken.
Is daar nu niet waar het omgaat, is dat nu niet waar wij mensen
denken goed in te zijn; het de ander te vertellen hoe het in elkaar
zit en hoe het vooral moet. Vandaar ook dat verhaaltje uit India,
is niet onze eerste reactie te roepen van: hè jij daar,
hoor eens even, dat moet zo en zo. Zo staat het er zo is het bedoeld.
Dat is wat wij ervan gemaakt hebben en dus nog maken, maar het
is niet de opdracht die wij mensen hebben meegekregen. Onze opdracht
is juist los van onszelf te raken, niet bezig zijn met blind vergaren,
maar ons te richten op het verkrijgen van de eenheid van de mensheid.
Hier zit nog een addertje onder het gras, het doen van goede werken
betekent niet dat ik, omdat ik toevallig erg rijk ben wel 25 donaties
kan geven aan allerlei doelen en iemand die van het absolute minimum
moet rondkomen die gelegenheid niet heeft, dat ik ook een beter
of anderszins vromer christen ben. Dan zijn we weer beland in
allerlei machtspelletjes waar religie heel vaak voor wordt misbruikt.
Nee wij worden gevraagd om onze betrokkenheid op een gezamenlijke
wereldkontext. Want ja er is die spanning tussen pluraliteit,
onze diversiteit en die eenheid van de mensheid. Maar wanneer
er sprake is van onze betrokkenheid, en het is een gevraagde betrokkenheid
dan geven wij de heilsboodschap voor alle volken namelijk eenheid
van de mensheid, een kans.
Het kan best zijn dat u na dit verhaal denkt, het zal wel waar
zijn, zit wat in, maar mijn hemel wat klinkt dat ingewikkeld.
Dan heb ik het toch niet goed verteld.
Ik bedoel niet wat ons gevraagd wordt dat dat wereldschokkend
reacties moet oproepen, dat wij ons direct op allerlei barricades
moeten begeven, spandoeken moeten maken, nee eigenlijk niets van
dat alles, dat moet misschien ook gebeuren maar ik wil het dichterbij
huis zoeken, dichterbij onszelf zoals wij hier vandaag bij elkaar
zijn en straks thuis.
Mijn vraag aan u is: zou het lukken om wat minder snel de roeispaan
omhoog te steken in afweer of in afgunst naar alles wat er om
ons heen gebeurt. Zou het mogelijk zijn in dat kleine kringetje
om ons heen en ook hier in de Duif, elkaar recht in de ogen te
kijken en dan samen te besluiten één kant op te
roeien.
Dat is wat de Boeddha en ook Jezus van ons vraagt; respect voor
elkaars eigenheid, respect voor elkaar anders zijn, zodat we het
met elkaar op deze aardbol wel kunnen vinden en ieder op zijn
eigen manier en volgens zijn eigen weg op weg gaat naar zijn bestemming.
In oktober vorig jaar was de Dalai Lama, de religieuze leider
van Tibet, in Nederland. Ik vond het persoonlijk heel bijzonder
zo'n wijze man te ontmoeten, want dat is hij volgens mij wel,
ik heb een hele dag les van hem gehad over hoe je vanuit de boeddhistische
visie, als mens komt tot een beter omgaan met het kwaad in de
wereld. Wat mij vooral raakte in zijn verhaal was ook zijn uitleg
over wijs zijn en wijsheid vergaren, wat we zeker niet moeten
verwarren met kennis.
Wat hij vertelde vinden we met andere woorden terug in het boek
wijsheid wanneer er gezegd wordt ik kreeg haar meer lief dan gezondheid
en schoonheid en ik verkoos haar boven het licht. En tegelijk
met haar vielen mij goede dingen ten deel. Juist het loslaten
van onze drang naar meer en meer van allerlei aardse en materiële
zaken geeft ruimte voor andere inzichten of nieuwe ontdekkingen.
Dan is er de ruimte om de ander zijn eigenheid te laten en ons
bezig te houden met de weg naar bevrijding.
Wat mij ook zeker bij is gebleven is dat hij in zijn inleiding
een waarschuwing uitsprak voor de mensen die op dit moment zoekende
zijn, die ontevreden of niet gelukkig zijn met hun eigen traditie
en zich wenden tot andere godsdiensten, o.a. het boeddhisme, aangetrokken
door het anders zijn en het er anders uit zien.
Volgens hem en ik sluit me daarbij aan is dat niet de oplossing.
In de ontmoeting met anderen wordt duidelijk wat waardevol en
belangrijk is in onze eigen traditie, het is de benadering vanuit
onze christelijk grondslag, onze wijze en waardevolle traditie,
die de basis vormt van een poging tot dialoog met anderen.
Daarom is juist het hier en nu, hier om ons heen, dus heel
dichtbij, belangrijk, daar moet onze inspanning liggen, daar wordt
onze betrokkenheid gevraagd en verwacht. Dat is wat u en mij beweegt
om de dag te beginnen om samen met elkaar dat pad in te slaan
wat de geest van de wijsheid ons ingeeft.
Tot slot nog een laatste voorbeeld wat mij afgelopen woensdag
werd verteld door een docent, als illustratie dat het allemaal
niet zo ingewikkeld moet: hij bezocht een oude vriend die na vele
omzwervingen als missionaris en pastor, dus beslist geen weltvreemde
man, nu toegetreden was tot de trappisten, antwoordde op de vraag
van hoe het nu met hem was met de opmerking:
ah joh heerlijk, waar maak jij je toch allemaal druk over, over
de Paus, geen Paus enz, maak me allemaal niets uit, ik zit hier
gewoon lekker van God te genieten.
Ik bid voor de christen opdat hij een betere christen wordt,
voor de moslim opdat hij een betere moslim wordt. Ik ben overtuigd
dat God ooit zal vragen - en vandaag al vraagt - wat we zijn,
dat wil zeggen wat we doen en niet hoe we onszelf noemen.
Voor Hem is doen alles, geloof zonder daden niets. Voor Hem is
handelen geloven, en geloven handelen.
Lieve God,
Ieder mens krijgt in zijn leven wijsheid toebedeeld door U !
de een misschien meer dan de ander !
Laten wij met die wijsheid en dat inzicht de liefde tot elkaar
waarmaken !
Mogen wij daarbij worden geholpen door U.
Onnoembare,
Als wij ons openstellen voor de Geest van Jezus,
zijn leer hoe wij de Eeuwige moeten dienen, dan hebben wij een
levenvervullende taak.
Ik bid de onnoembare dat ik deze taak tot een goed einde mag brengen.
Enige, altijd aanwezige,
mensen noemen je met zoveel verschillende namen;
Jij, unieke God zult daar geen aanstoot aan nemen,
maar help alle mensen die i.p.v. elkaar liefdevol tegemoet te
treden
elkaar veroordelen op voor hun onbekende en onbegrepen uiterlijkheden.
Lieve God,
Ik heb ook wel eens gesmeekt om wijsheid en gevraagd aan mijn
geestelijke broers en zusters om hulp.
Het is goed om te weten dat wijsheid dikwijls gewoon doen, zijn
en handelen is.
Dat is voor mijn snel afgeleide geest tastbaar en begrijpelijk.
Dank voor deze opening,
Amen
Het is tijd om te delen : brood en wijn tekenen van leven en
van samenzijn.
Iedereen die zich verbonden voelt met de ander die naast hem of
tegenover haar is,
ieder die getroost wil worden, ieder die wil troosten,
ieder die wil geven en ieder die wil ontvangen,
ieder mens in deze gemeenschap der heiligen bijeen is welkom aan
de tafel
wie je ook bent, wat je ook doet, hoe je er uit ziet, voor God
en voor ons hier in de Duif is iedereen gelijk en zeer de moeite
waard.
Komt want alles is gereed.
De Eeuwige zegene en Hij behoede ons,
De Onnoembare doe Haar Aangezicht over ons lichten en zij ons
genadig
De Barmhartige verheffe Zijn aangezicht over ons en geve ons vrede.
Amen.