Maruja's en Marina's bijdragen, dienst 15-10-2000

Eenheid van de mensheid met respect voor elkaars verschillend zijn

Lezingen:

Opening

Wijsheid uit India
Een schipper komt 's avonds met zijn bootje thuis en ziet een ander bootje naderen dat het zijne dreigt aan te varen.
Hij schreeuwt: "kijk uit" ! Maar de andere schipper hoort het blijkbaar niet en de twee bootjes botsen met veel lawaai op elkaar. Vol ergernis heft de eerste schipper zijn roeispaan op om de dwaze schipper van het andere bootje te treffen. Dan merkt hij dat het andere bootje leeg is en door de stroom is afgedreven. Hij ontspant volkomen, zijn toorn verdwijnt en hij barst in een bevrijdend gelach uit.

Inleiding (Maruja)

Goedemorgen allemaal. Zoals u reeds op de buitenkant van uw boekje heb kunnen lezen staat vandaag als thema voor deze dienst het woord wijsheid. Nu zal dat ook bij velen van u verschillende associaties oproepen waarbij misschien wel de meeste voorbeelden meer iets met onwijs en misschien zelfs met afwijzen te maken hebben. Ik wil u vandaag proberen wat gedachten mee te geven die ons worden aangereikt vanuit de wijsheidsliteratuur van andere grote wereldgodsdiensten. Ik ben momenteel studente religiestudies, je hebt aan de faculteit godgeleerdheid de tak theologie en de tak religiestudies; hetgeen betekent dat ik me vanuit christelijke grondslag probeert te verdiepen in de religieuze ervaringen en geloofsovertuigingen van andere godsdiensten. Niet dus met de intentie om me te bekeren tot boeddhist of anderszins of het christendom te nivelleren maar juist om te zien wat waardevol is en wijs in onze eigen traditie. De tekst van de twee bootjes uit India is voorgelezen om dat ik dat een treffend beeld vond hoe wij, en ik sluit mezelf daar ook zeker niet bij uit, vaak reageren op iets wat anders is en ons vreemd overkomt. Ik wil vragen om niet al bij voorbaat de roeispaan te willen gebruiken om het bootje tegen te houden maar met open oog en open hart te luisteren naar wat anderen ons te vertellen hebben.

Gebed Kahlil Gibran

Om God te leren kennen hoeft ge geen raadsels op te lossen.
Kijkt om u heen en ge ziet hem spelen met uw kinderen.
Werp een blik op het hemelsruim en gij ziet hem wandelen in de wolk, zijn armen uitstrekken in het weerlicht en neerdalen in de regen;
Gij ziet hem glimlachen in de bloemen en ziet zijn opgeheven handen wuiven in de bomen.
Wij vragen om de herkenning hiervan in ons dagelijks leven iedere dag opnieuw.

Lezing:

Pali canon; Boeddhistische sutra: De diamanten sutra

Aldus heb ik vernomen. Op een keer verbleef de Boeddha in de Jetvana grot in het koninkrijk van de Shravasti, bij hem hadden zich vele wijze monniken verzameld. Toen het uur aanbrak van het ochtendmaal gingen zij op weg naar de stad en liepen van huis naar huis vragend om eten. Nadat zij gegeten hadden en hun bedelnap voor de volgende dag hadden weggeborgen namen zij plaats in een kring. Een van de monniken, Subhuti kwam overeind, zorgde ervoor dat zijn kleed de rechterschouder vrijliet en knielde op zijn rechter knie, hij vouwde zijn handen met de handpalmen tegen elkaar en boog respectvol voor zijn meester de Boedhha.
"Geliefde meester, zij ons genadig, zorg goed voor ons en geef ons goede raad"
De Boeddha antwoordde: "Ik zal goed voor jullie zorgen en goed raad geven"
Suhuti vroeg toen het volgende: "Vertel ons wat wij moeten zeggen tegen goede en vromen mannen en vrouwen die naar ons toe komen met de vraag hoe zij moeten beginnen te zoeken naar de hoogst bereikbare wijsheid ? Hoe kunnen zij hun snel afgeleide geest tot rust krijgen en hun verlangens onderdrukken ?"
De Boeddha gaf het volgende antwoord: "Dat is een goede vraag die je daar stelt, het antwoord is belangrijk voor iedereen. Men moet eenvoudig weg goed doen en het pad volgen dat een eind maakt aan het bezit van een voorstelling van ego, van zelfzucht. Door het doen van goede werken en door anderen dat voor te houden en daarvan te vertellen, staat men niet bloot aan verleidingen die leiden tot slecht gedrag en ons afhouden van onze weg naar wijsheid en bevrijding."

Overweging : Maruja Bredie

Eenheid van de mensheid met respect voor elkaars verschillend zijn.

Als wij hier in het westen over de Boeddha spreken dan bedoelen we de persoon Siddharta Gautema die leefde ongeveer van 560- 480 voor C. Het Pali is een soort kunstmatige taal, die ontwikkeld is op Sri Lanka en die wordt toegeschreven aan de Boeddha. De pali-canon bestaat uit drie delen: de regels voor de monniken, de leerreden van de Boeddha en andere geschriften en dit alles is zo rond het jaar 0 definitief opgeschreven. Niet alles wat de Boeddha zei was spectaculair nieuw of zo anders in die tijd, maar wat wel bijzonder was en daar zijn hele prachtige verhalen overgeschreven is dat op het moment dat de Boeddha het stadium bereikte van de verlichting, wij zouden dat omschrijven als het moment van het binnengaan van het paradijs, hij zei: Wacht eens even, ik moet hier blijven ik wil iedereen vertellen hoe je dit kan bereiken, ik wil dit niet alleen voor mezelf houden, nee dat zou egoïstisch zijn dan zou ik ieder ander vergeten. En zo is de boeddhistische leer ontstaan, die door het begrijpen en volgen van de vier edele waarheden, mensen de gelegenheid biedt hun weg naar heil en bevrijding te vinden.

Prachtig zult u misschien zeggen, klinkt niet verkeerd, maar waarom vertel je ons dit nu, waarom dit verhaal uit de boeddhistische wijsheidsliteratuur. Ik wil daar eigenlijk het volgende mee zeggen. Het is op dit moment de trieste actualiteit, en als we de historie bekijken zijn er voorbeelden in overvloed, dat groeperingen op vele plaatsen in de wereld elkaar naar het leven staan, het licht niet in de ogen gunnen, elkaar het bestaansrecht op deze aarde ontzeggen en dat doen onder de vlag van hun religie. Het is hun godsdienstige overtuiging en de waarden en de normen die daaraan verbonden zijn die, volgens hen, het recht geeft zo te handelen.
Maar is dat zo, kunnen we op de een of andere manier aan onze religie ontlenen dat wij de waarheid in pacht hebben, dat wij de besten zijn, dat anderen daarom minder zijn misschien wel slecht zijn. In dat wat onze geloofsovertuiging inhoudt kunnen wij daar onze rechten aan ontlenen.
Maar hoe moeten we dan de woorden van de Boeddha interpreteren wanneer hij zegt: volg het pad wat een einde maakt aan het bezit van een voorstelling van ego en zelfzucht, doe goede werken en vertel anderen daarover. Houdt deze boodschap niet in een opdracht aan onszelf in de zin van, niet wijzelf zijn belangrijk , maar wij met elkaar dat is belangrijk.

Woorden van dezelfde strekking vinden we in Matteus 28 wanneer Jezus zegt: Gaat uit over de hele wereld en verspreid mijn voorbeeld, heil voor alle volken ten dienste van de eenheid van de mensheid. Het zijn zijn woorden die ons op weg helpen en die betekenis hebben voor alle mensen van alle volken.
De wegen die leiden tot het heil van de mensen kunnen verschillend zijn, het kan toch niet zo zijn dat de voltooiing en de verlossing van het menselijk bestaan bepaald of beperkt wordt door één religie ?
Het is toch de mens geweest die de bepalingen en de beperkingen heeft bedacht ! De grote lijnen en het raamwerk zijn ons aangereikt door grote wijze mensen zoals Jezus en de Boeddha, maar de puntjes op de i, de praktische toepassingen ervan die hebben wij toch zelf bedacht. Terwijl voor de ene vrome jood sabbath betekent geen gebruik te mogen maken van enige vorm van arbeid: dus het bedienen van de liftknop, of het aansteken van vuur om te koken voor het sabbathsmaal is taboe, betekent dit voor een andere vrome jood veel tijd en de ruimte om met vrienden en familie te eten en samen te zijn. Het woord Djihaad wordt in de koran met name gebruikt als woord voor de innerlijke strijd die we als mens voeren tegen het kwaad en de verleidingen, maar wordt ook door allerlei fundamentalistische moslimgroeperingen te pas en te onpas gebruikt tot het uitroepen van een heilige oorlog tegen wat zij afvallig vinden en in strijd is met de "zuivere" islam. Er zijn ook voorbeelden dichterbij huis te vinden; ik weet nog goed toen ik net mijn eerste echte baan had na mijn studie en ik verhuisde van een studentenkamer naar een heus echt flatje en daar met een rood hoofd stond te poetsen en te verven dat er op de deur gebonsd werd, de bel deed het nog niet, en dat een wildvreemde mevrouw mij vertelde of ik het wel wist dat het dag des Heren was en dat ik de zondagrust hoorde te eerbiedigen. Ik weet niet meer wat ik gezegd heb, niet veel denk ik want ik stond redelijk perplex; ik denk dat ieder van ons zo vele verschillende voorbeelden kan bedenken.

Is daar nu niet waar het omgaat, is dat nu niet waar wij mensen denken goed in te zijn; het de ander te vertellen hoe het in elkaar zit en hoe het vooral moet. Vandaar ook dat verhaaltje uit India, is niet onze eerste reactie te roepen van: hè jij daar, hoor eens even, dat moet zo en zo. Zo staat het er zo is het bedoeld.
Dat is wat wij ervan gemaakt hebben en dus nog maken, maar het is niet de opdracht die wij mensen hebben meegekregen. Onze opdracht is juist los van onszelf te raken, niet bezig zijn met blind vergaren, maar ons te richten op het verkrijgen van de eenheid van de mensheid.
Hier zit nog een addertje onder het gras, het doen van goede werken betekent niet dat ik, omdat ik toevallig erg rijk ben wel 25 donaties kan geven aan allerlei doelen en iemand die van het absolute minimum moet rondkomen die gelegenheid niet heeft, dat ik ook een beter of anderszins vromer christen ben. Dan zijn we weer beland in allerlei machtspelletjes waar religie heel vaak voor wordt misbruikt.
Nee wij worden gevraagd om onze betrokkenheid op een gezamenlijke wereldkontext. Want ja er is die spanning tussen pluraliteit, onze diversiteit en die eenheid van de mensheid. Maar wanneer er sprake is van onze betrokkenheid, en het is een gevraagde betrokkenheid dan geven wij de heilsboodschap voor alle volken namelijk eenheid van de mensheid, een kans.
Het kan best zijn dat u na dit verhaal denkt, het zal wel waar zijn, zit wat in, maar mijn hemel wat klinkt dat ingewikkeld. Dan heb ik het toch niet goed verteld.
Ik bedoel niet wat ons gevraagd wordt dat dat wereldschokkend reacties moet oproepen, dat wij ons direct op allerlei barricades moeten begeven, spandoeken moeten maken, nee eigenlijk niets van dat alles, dat moet misschien ook gebeuren maar ik wil het dichterbij huis zoeken, dichterbij onszelf zoals wij hier vandaag bij elkaar zijn en straks thuis.

Mijn vraag aan u is: zou het lukken om wat minder snel de roeispaan omhoog te steken in afweer of in afgunst naar alles wat er om ons heen gebeurt. Zou het mogelijk zijn in dat kleine kringetje om ons heen en ook hier in de Duif, elkaar recht in de ogen te kijken en dan samen te besluiten één kant op te roeien.
Dat is wat de Boeddha en ook Jezus van ons vraagt; respect voor elkaars eigenheid, respect voor elkaar anders zijn, zodat we het met elkaar op deze aardbol wel kunnen vinden en ieder op zijn eigen manier en volgens zijn eigen weg op weg gaat naar zijn bestemming.
In oktober vorig jaar was de Dalai Lama, de religieuze leider van Tibet, in Nederland. Ik vond het persoonlijk heel bijzonder zo'n wijze man te ontmoeten, want dat is hij volgens mij wel, ik heb een hele dag les van hem gehad over hoe je vanuit de boeddhistische visie, als mens komt tot een beter omgaan met het kwaad in de wereld. Wat mij vooral raakte in zijn verhaal was ook zijn uitleg over wijs zijn en wijsheid vergaren, wat we zeker niet moeten verwarren met kennis.
Wat hij vertelde vinden we met andere woorden terug in het boek wijsheid wanneer er gezegd wordt ik kreeg haar meer lief dan gezondheid en schoonheid en ik verkoos haar boven het licht. En tegelijk met haar vielen mij goede dingen ten deel. Juist het loslaten van onze drang naar meer en meer van allerlei aardse en materiële zaken geeft ruimte voor andere inzichten of nieuwe ontdekkingen. Dan is er de ruimte om de ander zijn eigenheid te laten en ons bezig te houden met de weg naar bevrijding.
Wat mij ook zeker bij is gebleven is dat hij in zijn inleiding een waarschuwing uitsprak voor de mensen die op dit moment zoekende zijn, die ontevreden of niet gelukkig zijn met hun eigen traditie en zich wenden tot andere godsdiensten, o.a. het boeddhisme, aangetrokken door het anders zijn en het er anders uit zien.
Volgens hem en ik sluit me daarbij aan is dat niet de oplossing. In de ontmoeting met anderen wordt duidelijk wat waardevol en belangrijk is in onze eigen traditie, het is de benadering vanuit onze christelijk grondslag, onze wijze en waardevolle traditie, die de basis vormt van een poging tot dialoog met anderen.

Daarom is juist het hier en nu, hier om ons heen, dus heel dichtbij, belangrijk, daar moet onze inspanning liggen, daar wordt onze betrokkenheid gevraagd en verwacht. Dat is wat u en mij beweegt om de dag te beginnen om samen met elkaar dat pad in te slaan wat de geest van de wijsheid ons ingeeft.
Tot slot nog een laatste voorbeeld wat mij afgelopen woensdag werd verteld door een docent, als illustratie dat het allemaal niet zo ingewikkeld moet: hij bezocht een oude vriend die na vele omzwervingen als missionaris en pastor, dus beslist geen weltvreemde man, nu toegetreden was tot de trappisten, antwoordde op de vraag van hoe het nu met hem was met de opmerking:
ah joh heerlijk, waar maak jij je toch allemaal druk over, over de Paus, geen Paus enz, maak me allemaal niets uit, ik zit hier gewoon lekker van God te genieten.

Gebed: Mahatma Gandhi

Ik bid voor de christen opdat hij een betere christen wordt, voor de moslim opdat hij een betere moslim wordt. Ik ben overtuigd dat God ooit zal vragen - en vandaag al vraagt - wat we zijn, dat wil zeggen wat we doen en niet hoe we onszelf noemen.
Voor Hem is doen alles, geloof zonder daden niets. Voor Hem is handelen geloven, en geloven handelen.

Gebeden uit de gemeenschap.

Lieve God,
Ieder mens krijgt in zijn leven wijsheid toebedeeld door U !
de een misschien meer dan de ander !
Laten wij met die wijsheid en dat inzicht de liefde tot elkaar waarmaken !
Mogen wij daarbij worden geholpen door U.

Onnoembare,
Als wij ons openstellen voor de Geest van Jezus,
zijn leer hoe wij de Eeuwige moeten dienen, dan hebben wij een levenvervullende taak.
Ik bid de onnoembare dat ik deze taak tot een goed einde mag brengen.

Enige, altijd aanwezige,
mensen noemen je met zoveel verschillende namen;
Jij, unieke God zult daar geen aanstoot aan nemen,
maar help alle mensen die i.p.v. elkaar liefdevol tegemoet te treden
elkaar veroordelen op voor hun onbekende en onbegrepen uiterlijkheden.

Lieve God,
Ik heb ook wel eens gesmeekt om wijsheid en gevraagd aan mijn geestelijke broers en zusters om hulp.
Het is goed om te weten dat wijsheid dikwijls gewoon doen, zijn en handelen is.
Dat is voor mijn snel afgeleide geest tastbaar en begrijpelijk.
Dank voor deze opening,
Amen

Nodiging

Het is tijd om te delen : brood en wijn tekenen van leven en van samenzijn.
Iedereen die zich verbonden voelt met de ander die naast hem of tegenover haar is,
ieder die getroost wil worden, ieder die wil troosten,
ieder die wil geven en ieder die wil ontvangen,
ieder mens in deze gemeenschap der heiligen bijeen is welkom aan de tafel
wie je ook bent, wat je ook doet, hoe je er uit ziet, voor God
en voor ons hier in de Duif is iedereen gelijk en zeer de moeite waard.
Komt want alles is gereed.

Zegenbede

De Eeuwige zegene en Hij behoede ons,
De Onnoembare doe Haar Aangezicht over ons lichten en zij ons genadig
De Barmhartige verheffe Zijn aangezicht over ons en geve ons vrede.
Amen.

| Archief/Bijdragen | Marina's "Hoofdpagina" |

AM 24-10-2000 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl