Diana's bijdrage, viering 4 februari 2001
 
  Thema: Roeping  
         
         
 

Lezingen

  • Lucas; verhaal van de wonderbare visvangst (voor de kinderen)
  • Jesaja 6; 1-2a en 8
  • Brief van Paulus aan de Efeziërs 4; 1-7
         
         
 

Inleiding

Goede morgen, beste mensen, bekende Duiven, mensen die hier voor het eerst zijn, welkom in de Duif in de Buiksloterkerk. Dit is een dienst van kleine en grote mensen, zoals elke eerste zondag van de maand. Dus kinders, jullie ook weer welkom! Straks gaan we met ons allen het verhaal lezen van de wonderbare visvangst en dan gaan de kleine mensen apart, de grote moeten blijven zitten.

Het thema van vandaag is Roeping. Dat thema is, zoals meestal, gebaseerd op de lezingen uit het leesrooster maar het valt vandaag wel heel toevallig samen met de jaarlijkse verkiezing van onze voorgangers. Dat komt even goed uit. Straks bij de mededelingen vertel ik uitgebreider hoe de verkiezingen in zijn werk gaan. Eerst gaan we dus stil staan bij roeping.

Want het mag dan misschien wel een ouderwets woord zijn, werkzaam is het nog zeker, die roeping van God in ons bestaan. Dat is tenslotte de reden dat we hier met elkaar zitten, om die roeping weer te horen, weer te ervaren, weer te voelen stromen met zingen en bidden en delen.

Ik wens ons een heel goede dienst en lees nu graag eerst het verhaal voor aan de kinderen.

 
       
 

Overweging

Wat is dat, roeping? Het is een beetje een ouderwets woord, het is uit de mode om te zeggen dat je roeping hebt. De roepingsverhalen die ik ken vonden plaats in de jaren '40 en waren die van mijn tantes, die door God of hun hart werden getrokken om iets grootser te doen dan moeder en huisvrouw te worden en die hun leven in een klooster ten dienste stelden van minder bedeelden.

Van dat soort roeping hoor je niet veel meer. Soms zegt iemand nog wel eens dat de verpleging geen beroep is maar een roeping, maar bijna niemand voelt nog dat roeping een actief onderdeel van je leven is.
Ambitie kennen we wel. Ambitie lijkt net zo iets als roeping, dat gedrevene, dat fanatieke dat boven gemak en geluk uit lijkt te gaan. Maar ambitie is op rijkdom gericht, op status, carrière, macht. Kortom ambitie gaat van jezelf uit en is uiteindelijk ook op jezelf gericht, op het oppoetsen van je ego, op het vergroten van je invloedsfeer, of het verbreiden van jouw ideeën.
Passie lijkt op een andere manier op roeping, passie is verslingerd zijn, in een roes leven en getrokken worden naar waar je niet mag gaan. Passie heeft iets onredelijks en ongemakke-lijks. Er is passie voor een verboden liefde, passie voor iets dat je normale leven verstoort, dat je al je geld kost of dat mensen om je heen in de knel brengt. Roeping heeft er iets van weg. Ik geloof dat roeping nog steeds werkt in ons bestaan. Er is iets paradoxaals in dat leven van ons. De hele tijd zijn we bezig om het voor elkaar te hebben, om ons bestaan veilig en prettig en ordelijk te laten verlopen. Zo goed en zo kwaad als dat gaat werken we alles weg dat ons ongemak bezorgt en proberen we vast te houden wat ons geluk en gemak geeft. En als ons dat dan gelukt is, komt er iets ongedurigs over ons. Is dit het nu, zo'n gladgestreken leventje? Nee, weten we. Iets roept ons, we willen wel maar we doen het toch liever niet. Al die roepings-verhalen zeggen: 'ik wilde helemaal niet, maar ik kon er niet onderuit'.

We hebben net de kinderversie van het verhaal gelezen dat de nadruk legt op het wonder van de visvangst, maar het Lucasverhaal is het verhaal van de roeping van de eerste leerlingen. In Lucas staat over de vissers geschreven vóórdat zij Jezus volgen, ik citeer: "Toen Simon Petrus dat zag, viel hij op z'n knieën voor Jezus en zei: 'Ga weg van mij, Heer, ik ben een zondig mens.' Want schrik had hem, en allen die bij hem waren, bevangen, vanwege de vissen die ze samen gevangen hadden.
Zo verging het ook Jakobus en Johannes, zonen van Zebedeus, die met Simon samenwerkten." - einde citaat. Schrik dus en het verzoek met rust gelaten te worden, "Ga weg, ik ben maar een gewoon mens, dit soort bijzondere dingen past niet in mijn leven". Typisch zo'n 'ik-wil-niet verhaal, laat mij een gewoon leven leiden'. Ze zijn op dat moment nog helemaal niet gevraagd om leerling te worden, maar toch willen ze weg. Ze zijn gewoon vissers en willen helemaal niet dat hun vermoeiende en zware, maar bekende, leventje opengebroken wordt.

In ons eigen leven gebeurt ons dat ook voortdurend, dagelijks. Voortdurend zijn er krachten die ons leven openbreken. Een telefoontje van een kennis die in de problemen zit doorbreekt je genoeglijke avondje, de plotselinge dood van een oude tante waar je al een jaar op bezoek wilde brengt je verwarring en spijt - noem maar op.
Soms als het leven wat ingedut en saai is geworden verlang je er hevig naar, wat verandering, naar passie en avontuur, of in ieder geval iets dat betekenis en kleur geeft aan je bestaan. Je hebt er de mooiste beelden en verwachtingen van. Maar als er dan iets op onze deur staat te bonzen komt het ons meestal niet uit of ziet het er ineens niet zo ideaal meer uit. Toen ik een paar jaar geleden voelde dat er een man in mijn leven zou komen en toen hij er ineens was en ik verliefd op hem werd was ik blij maar ik dacht tegelijkertijd 'nee, dit is niet mijn ideaal'.
Ja, dank je de koekoek, natuurlijk is het niet ideaal, natuurlijk is het anders, alles is altijd anders dan je van te voren dacht. De kunst is dan niet af te haken en achter je mooie droombeeld aan te jagen maar je in het grote avontuur te storten.

Zo gaat het ook met werk dat op je pad komt, met vrijwilligerswerk, met gevraagd worden voor te gaan in de Duif. Ik vind het pijnlijk als mensen nee zeggen omdat de Duifgemeenschap hun niet ideaal genoeg is, dat de Duifgemeenschap er vooral een is die om jouw zweet en inspanning vraagt. Ik vind het ook pijnlijk als mensen nee zeggen tegen de vraag voorganger te zijn terwijl ze zoveel te bieden hebben.
Je roeping mag je niet zomaar verkwanselen, als je ziel in het geding is - wat in vredesnaam is de waarde van een rustig leventje? De kans om het beste uit jezelf te geven mag je niet voorbij laten gaan.

Roeping koppelen we aan iets heldhaftigs, aan onze wens groots en meeslepend te willen leven. Maar het verlangen groots en meeslepend te leven brengt je meestal niet veel verder dan een georganiseerde reis naar een exotisch eiland. Roeping komt niet uit die wereld. Roeping komt uit een andere wereld dan die van het ego, van het grote Ik dat meeslepend wil leven.
Roeping ervaren betekent je dagelijkse bestaan open durven laten breken, je bekende veilige bestaan niet langer meer te beschermen maar open te staan voor wat er op je af komt. En roeping vraagt van je om je verwachtingen van het leven en vooral je eisen aan mensen te laten varen. Het is onze roeping om de wereld en de mensen te nemen zoals die is, en er onverdroten het beste uit te slepen. Nederig, zachtmoedig, geduldig, liefdevol, ijverig - precies zoals Paulus de Efeziërs vroeg en wat mij betreft mag daar nog een beetje passie bij. Wij worden geroepen onze inzet, ons geduld en onze passie te geven aan de meest eenvoudige alledaagse zaken zonder dat we ooit een ideale wereld zullen bereiken.

Onze God zoekt iemand die Het Woord kan verkondigen. God weet het nog niet, maar daar scharrelt iemand, een zekere Jesaja, of misschien is het een van de leden van de Duifgemeenschap, die zich eigenlijk niet waardig acht maar dit zegt: 'hier ben ik'. Heel gewoon, roeping!

Amen.

       
 

Nodiging

Zachtmoedig was zijn roeping, en hij riep ons allemaal: wees niet bang. We zullen brood en wijn met elkaar delen, omdat we geloven dat deze simpele gewone wereld, onze wereld, het in zich draagt om koninkrijk van vrede te zijn. Wij zijn geroepen om met al onze zacht-moedigheid die vrede, barmhartigheid en recht geboren te laten worden, hier en nu.

Ieder die deze roeping in zich voelt is genodigd deel te nemen aan het breken en delen van brood en wijn, of je nu gelovig bent of niet. Komt want alles staat gereed en iedereen is genodigd.

Vrede en alle goeds

       
 

Gebed

Lieve mensen, roeping wil gedaan worden.
Daarom lees ik deze voorbeden:

Krachtige en tedere,
Als we de puinhopen in India zien, en weten dat zoveel mensen sterven
dan zien we onze lege handen, onze machteloze handen.
Geef dat er duizenden handen zijn die helpen.

Krachtige en tedere,
Al die mensen wiens handen werkeloos zijn,
langdurig zieken, mensen zonder baan,
mensen zonder perspectief of zin,
Versterk hun roeping en geef dat hun hand te doen vindt wat moet worden gedaan.

Krachtige en tedere,
wij vragen uw kracht om onze roeping te herkennen en te volbrengen,
leer ons kijken en zien, het meest simpele in ons dagelijkse leven,
leer ons de mensen om ons heen de hand reiken,

Amen

       
 

Zegenbede

Moge onze geliefde God dicht bij ons zijn de komende dagen en alle dagen in ons verdere leven. Moge Zij ons voeden en inspireren, opdat wij het pad niet kwijtraken, en onverschrokken voort kunnen gaan. Moge Hij ons kracht en tederheid schenken en vrede.

Amen.

       
       
 

| Archief/Bijdragen | Diana's "Hoofdpagina" | Gastvoorgangers |
 
 

FV 2001-02-26 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl