|
||||
Diana's bijdrage,
viering 4 februari 2001
|
||||
Thema: Roeping | ||||
Lezingen
|
||||
Inleiding Goede morgen, beste mensen, bekende Duiven, mensen die hier voor het eerst zijn, welkom in de Duif in de Buiksloterkerk. Dit is een dienst van kleine en grote mensen, zoals elke eerste zondag van de maand. Dus kinders, jullie ook weer welkom! Straks gaan we met ons allen het verhaal lezen van de wonderbare visvangst en dan gaan de kleine mensen apart, de grote moeten blijven zitten. Het thema van vandaag is Roeping. Dat thema is, zoals meestal, gebaseerd op de lezingen uit het leesrooster maar het valt vandaag wel heel toevallig samen met de jaarlijkse verkiezing van onze voorgangers. Dat komt even goed uit. Straks bij de mededelingen vertel ik uitgebreider hoe de verkiezingen in zijn werk gaan. Eerst gaan we dus stil staan bij roeping. Want het mag dan misschien wel een ouderwets woord zijn, werkzaam is het nog zeker, die roeping van God in ons bestaan. Dat is tenslotte de reden dat we hier met elkaar zitten, om die roeping weer te horen, weer te ervaren, weer te voelen stromen met zingen en bidden en delen. Ik wens ons een heel goede dienst en lees nu graag eerst het verhaal voor aan de kinderen. |
||||
Overweging Wat is dat, roeping? Het is een beetje een ouderwets woord, het is uit de mode om te zeggen dat je roeping hebt. De roepingsverhalen die ik ken vonden plaats in de jaren '40 en waren die van mijn tantes, die door God of hun hart werden getrokken om iets grootser te doen dan moeder en huisvrouw te worden en die hun leven in een klooster ten dienste stelden van minder bedeelden. Van dat soort roeping hoor je niet veel meer. Soms zegt iemand nog wel
eens dat de verpleging geen beroep is maar een roeping, maar bijna niemand
voelt nog dat roeping een actief onderdeel van je leven is. We hebben net de kinderversie van het verhaal gelezen dat de nadruk legt
op het wonder van de visvangst, maar het Lucasverhaal is het verhaal van
de roeping van de eerste leerlingen. In Lucas staat over de vissers geschreven
vóórdat zij Jezus volgen, ik citeer: "Toen Simon Petrus dat zag, viel
hij op z'n knieën voor Jezus en zei: 'Ga weg van mij, Heer, ik ben een
zondig mens.' Want schrik had hem, en allen die bij hem waren, bevangen,
vanwege de vissen die ze samen gevangen hadden. In ons eigen leven gebeurt ons dat ook voortdurend, dagelijks. Voortdurend
zijn er krachten die ons leven openbreken. Een telefoontje van een kennis
die in de problemen zit doorbreekt je genoeglijke avondje, de plotselinge
dood van een oude tante waar je al een jaar op bezoek wilde brengt je
verwarring en spijt - noem maar op. Zo gaat het ook met werk dat op je pad komt, met vrijwilligerswerk, met
gevraagd worden voor te gaan in de Duif. Ik vind het pijnlijk als mensen
nee zeggen omdat de Duifgemeenschap hun niet ideaal genoeg is, dat de
Duifgemeenschap er vooral een is die om jouw zweet en inspanning vraagt.
Ik vind het ook pijnlijk als mensen nee zeggen tegen de vraag voorganger
te zijn terwijl ze zoveel te bieden hebben. Roeping koppelen we aan iets heldhaftigs, aan onze wens groots en meeslepend
te willen leven. Maar het verlangen groots en meeslepend te leven brengt
je meestal niet veel verder dan een georganiseerde reis naar een exotisch
eiland. Roeping komt niet uit die wereld. Roeping komt uit een andere
wereld dan die van het ego, van het grote Ik dat meeslepend wil leven.
Onze God zoekt iemand die Het Woord kan verkondigen. God weet het nog niet, maar daar scharrelt iemand, een zekere Jesaja, of misschien is het een van de leden van de Duifgemeenschap, die zich eigenlijk niet waardig acht maar dit zegt: 'hier ben ik'. Heel gewoon, roeping! Amen. |
||||
Nodiging Zachtmoedig was zijn roeping, en hij riep ons allemaal: wees niet bang. We zullen brood en wijn met elkaar delen, omdat we geloven dat deze simpele gewone wereld, onze wereld, het in zich draagt om koninkrijk van vrede te zijn. Wij zijn geroepen om met al onze zacht-moedigheid die vrede, barmhartigheid en recht geboren te laten worden, hier en nu. Ieder die deze roeping in zich voelt is genodigd deel te nemen aan het breken en delen van brood en wijn, of je nu gelovig bent of niet. Komt want alles staat gereed en iedereen is genodigd. Vrede en alle goeds |
||||
Gebed Lieve mensen, roeping wil gedaan worden. Krachtige en tedere, Krachtige en tedere, Krachtige en tedere, Amen |
||||
Zegenbede Moge onze geliefde God dicht bij ons zijn de komende dagen en alle dagen in ons verdere leven. Moge Zij ons voeden en inspireren, opdat wij het pad niet kwijtraken, en onverschrokken voort kunnen gaan. Moge Hij ons kracht en tederheid schenken en vrede. Amen. |
||||
|
||||
|
||||
|
||||