|
Overweging
Zoals ik al zei in de inleiding op deze dienst: Pasen en Pinksteren vallen
wel niet op één dag maar ze zijn samen wel hetzelfde feest. Tussen Pasen
en Pinksteren liggen zeven weken maar die tijd had de eerste christengemeente
kennelijk nodig om tot zichzelf te komen. Wíj nu trouwens ook nog: in
de zeven tussenliggende zondagen hebben wij eerst de verschillende verschijningen
van de opgestane Heer nog eens gelezen. Daarna het beeld gezien van de
Goede Herder, die zijn leven geeft voor zijn schapen en de drie overblijvende
zondagen hebben we gelezen uit zijn testament: zijn grote afscheidsrede
bij het laatste avondmaal. En nu dan komt de Geest. Of liever: zij komt
ten tweede male. Want Jezus gaf zijn Geest al bij zijn eerste verschijning
aan zijn leerlingen, dat lezen wij trouwens in het evangelie van vandaag,
hetzelfde verhaal als we hoorden op Beloken Pasen. Alleen met dit verschil:
toen, vlak na Pasen, was er nog niet veel geloofsovertuiging bij de leerlingen,
Thomas gaf er duidelijk blijk van dat hij er niets van geloofde. Er was
trouwens helemaal niet veel enthousiasme bij de leerlingenschaar.
Na de eerste verschijning van Jezus had Petrus niets beters weten te doen
dan zijn oude beroep maar weer op te pakken. Hij zei gewoon: ,Ik ga vissen',
alsof hij niets beters te doen had. En de anderen zeiden: ,Dan gaan we
mee'. En van de verschijningen aan anderen geloofden zij niets. ook het
verhaal van de Emmausgangers geloofden zij niet, dat vertelt Marcus tenminste.
En Jezus zelf spaarde hen niet. Marcus vertelt b.v. dat Jezus hun verscheen
toen zij een keer aan tafel zaten. En, zegt Marcus, "Hij verweet hun hun
gebrek aan geloof en hun hardleersheid, omdat zij geen geloof geschonken
hadden aan hen die Hem in leven gezien hadden.. Hij zei hun: "trek heel
de wereld door om aan elke schepsel de goede boodschap te verkondigen".
Vooralsnog maakten zij echter geen aanstalten om dat te gaan doen.
Kortom, de jarenlange prediking van Jezus leek totaal vruchteloos te worden.
Zelf was Hij als een misdadiger onteerd en op gruwelijke wijze terechtgesteld
en hoewel er daarna toch heel wat was voorgevallen wat hen aan het denken
had moeten zetten bleek het apostelcollege een dor groepje waar weinig
van uitging.
Op zichzelf teruggeworpen, zonder hun charismatische leider, blijken zij
tot niets in staat. Geen woord van vertrouwen klinkt er, zelfs geen troostend
woord tot elkaar in dit diepste verdriet, geen gevoel van verbondenheid
lijkt hen te binden nu hun Heer en Meester van hen is heengegaan.
Totdat er eindelijk, na zeven weken, zich een omslag aan hen voltrekt.
Wat er uiterlijk gebeurde was niet direct erg wereldschokkend: het begon
hevig te waaien en er verschenen vuurvlammetjes en dat moeten we waarschijnlijk
zinnebeeldig verstaan. Wat er echter psychologisch gebeurde was heel opmerkelijk.
Een grote schare van volk hoorde de groep leerlingen van Jezus in vele
talen spreken, woorden die iedereen verstond in hun eigen taal en wat
het meest nieuwe was, was dat Petrus, de leider van de groep, eensklaps
een ander mens leek. Hij hield, als we de Handelingen mogen geloven, een
lange en prachtige redevoering waarin hij blijk gaf van een grote schriftuurlijke
eruditie, van veel gevoel voor humor en van een moed en durf die wij tot
dan toe niet van hem gewend waren. Die speech is zo lang dat we die nooit
in een zondagse lezing te horen krijgen en die moet u dus maar eens nalezen
in uw eigen bijbeltje. De Geest van Jezus was nu eindelijk vaardig over
hem geworden en de rest van zijn leven, tot aan zijn marteldood, heeft
Petrus blijk gegeven van een leiderschap en een verantwoordelijkheid voor
zijn zending, dat de bijnaam die hij van Jezus had gekregen, de "steenrots"
wel degelijk bij hem paste.
En voor de rest van de groep geldt hetzelfde, het werden op slag andere
mensen. Dat is het wonder, het Pinksterwonder van deze dag. Het grote
verschil tussen het gebeuren van deze dag en van de weken ervoor lezen
we nog in het evangelieverhaal van vandaag. Dat is het verslag van Pasen,
de eerste verschijning van Jezus. Op die dag staat er nog, dat "de deur
op slot was uit vrees voor de Joden" maar die vrees was nu plotseling
totaal verdwenen. En niet alleen bij Petrus maar bij alle leerlingen.
Het interessante van deze geschiedenis is, dat wij, op alle afgelopen
zondagen na Pasen, er al op werden voorbereid want op al die zondagen
hebben we gelezen uit de Handelingen over wat er in de eerste christengemeente
al voor wonderlijke dingen gebeurden en hoe die eerste christenen een
levende gemeenschap vormden, maar we werden er ons niet van bewust gemaakt,
dat heel die geschiedenis van dat begin pas gebeurde ná Pinksteren. Toen
pas had de grote ommekeer plaats in het emotionele leven van de leerlingen
van Jezus.
Ik denk dat het goed is deze emotionele ommekeer bij de leerlingen van
Jezus ook nu nog te beleven. We kunnen wel zeggen, dat op deze dag de
Heilige Geest is neergedaald over de Kerk maar die Geest zegt ons misschien
niet veel en de kerk misschien nog minder. Je kunt misschien beter zeggen
dat op deze dag het enthousiasme kwam over de eerste christengemeente.
Want daar gaat het om en niet om een dogma. Hoe is dat dan wél gegaan?
Zó: Jezus sprak over zijn Vader en beloofde de heilige Geest. En de eerste
christenen hebben daarover nagedacht en begrepen dat er een zekere wezenseenheid
heeft moeten bestaan tussen die drie. Jezus had als mens een wezenlijke
eenheid met die Vaderfiguur van God en zijn Geest ook leefde in Hem. Daar
is langzamerhand het dogma van de Drievuldigheid uit gegroeid. Dat dogma
zegt ons misschien niet veel meer en daar hoeven we ons ook niet druk
over te maken. Waar het om gaat begrijpen we immers wel. Het geloof is
een ernstige zaak maar het moet ons allereerst blijdschap en enthousiasme
geven, anders komt er niets goeds uit voort. We leven helaas in een wat
grimmige tijd. We zijn allemaal krantenlezers en journaalkijkers geworden,
en in de journalistiek geldt nu eenmaal dat goed nieuws geen nieuws is.
We worden constant in opwinding gebracht door slecht nieuws, rampenscenario's
waar we helaas nog aan moeten wennen ook om niet dol te worden. En kerkelijk
nieuws maakt ons ook niet altijd vrolijk.
Laten we daarom maar niet vergeten, dat deze mooie Pinksterdag ook kerkelijk
nieuws bevat dat ons echt goed kan doen. Dat de zaak begonnen is met een
golf van enthousiasme over een nieuw begin van geloof, van hoop en van
liefde van en voor alle mensen. Een geloof dat nog altijd de inzet van
alle mensen vraagt en die als resultaat moet hebben - en kan hebben -
een wereld van rechtvaardigheid waar iedereen beter van kan en moet worden.
Zo zij het.
|