Reiniers bijdragen, viering 30 september 2001
 
  Voorgangers: Reinier ter Hart (overw.) en Thea van Deijl  
         
         
 

Lezingen

  • Amos 6; 1a, 4-7
  • 1 Timoteus. 6; 17-19
  • Lucas 16; 19-31
         
       
 

Welkom en Inleiding

Hartelijk welkom allemaal. Fijn dat U gekomen bent naar deze dienst waarin Thea en ik U mogen voorgaan. Een bijzonder hartelijk welkom wil ik tot U richten als U vandaag voor het eerst in de (Buik)Duif bent.

Over de lezingen
De eerste lezing is uit de profeet Amos en is geschreven rond 750 voor Christus. In Israël heerst een tijd van grote voorspoed, politieke rust en ogenschijnlijke vroomheid. Amos ziet dat er echter alleen welvaart is voor de rijken en dat de armen worden uitgebuit. Amos verzet zich tegen het onrecht in de maatschappij en tegen het feit dat mensen zich op God beroepen om hun kwalijke praktijken goed te praten.

De tweede lezing is uit de eerste brief van Paulus aan Timoteus.
Timoteus was een jonge Christen uit Klein-Azië. Hij heeft de apostel Paulus vergezeld op zijn reizen en heeft als afgezant van Paulus vele bezoeken gebracht aan Christengemeenschappen om het evangelie te verkondigen. Paulus geeft in de lezing van vandaag raadgevingen aan Timoteus, hoe deze de gelovigen dient te vermanen zich als waardige Christenen te gedragen. De tekst bevat waarschuwingen tegen hoogmoedigheid en beveelt aan hun hoop niet te stellen op rijkdom, maar om wél te doen en rijk te worden door goede werken.

De derde lezing is uit Lucas, en omvat het verhaal van de arme Lazarus en de rijke man. Het verhaal wil laten zien dat zelfzucht en het voorbijgaan aan de noden van de minstbedeelden een onoverbrugbare tweedeling tot gevolg heeft. De lezer wordt opgeroepen gehoor te geven aan Mozes en de profeten. Dit is het enige middel dat de kloof tussen arm en rijk kan slechten.


 

       
 

Overweging

Onlangs kreeg ik een boek onder ogen van de Amerikaanse rabbijn Harold S. Kuschner, getiteld "Niets meer te wensen en toch niet gelukkig". Kuschner schrijft in zijn boek onder meer: Onze zielen hongeren niet naar roem, luxe, rijkdom of macht. Dat zijn immers beloningen die evenveel problemen scheppen als ze oplossen. Onze zielen hongeren naar betekenis, naar zingeving van ons leven, naar een zodanige wijze van leven dat de wereld ten minste een beetje anders zal zijn omdat wij hebben geleefd. Einde citaat.
Een mooier onderwerp voor het schrijven van een overweging over de lezingen van vandaag had ik niet kunnen vinden. Als we denken dat we onze levensvervulling kunnen vinden in het vergaren van luxe, rijkdom en macht, slaan we de plank volledig mis, komen we bedrogen uit. De ware vervulling van ons leven vinden we denk ik als we ontdekken hoe goed het is om te delen met onze naasten, als we ontdekken hoe leeg het leven is als we alles wat we denken te bezitten voor onszelf houden. Er is helemaal niets mis mee als we genieten van de goede dingen het leven ons biedt als we eten, drinken en feestvieren. Het wordt pas foute boel als we voorbijgaan aan de armoede, de honger van mensen die door wat voor omstandigheden dan ook verstoken zijn van geld, voedsel, onderdak, gezondheid, werk, een plaats om waardig te kunnen leven zonder voortdurende dreiging van oorlogsgeweld, vervolging, martelingen, honger, gebrekkige of geen medische voorzieningen.

Als we, zoals de rijke man uit de Lucaslezing van deze zondag, dag aan dag feestvieren zonder ons te bekommeren over de noden van de mensen die gebrek lijden, konden de kwellingen van vuur en dorst zich nog weleens eerder aandienen dan na ons stervensuur. Want ook de rijken kunnen worden getroffen door de minder aangename zaken van het leven: ziekte, eenzaamheid, geestelijke armoede, depressie, faillissement. Het Lucasverhaal over de arme Lazarus en de rijke man wil een waarschuwing voor ons zijn, een wijze les om niet ten onder te gaan aan onze zelfgenoegzaamheid, aan onze zucht naar geld, macht, roem en eindeloos feestvieren. Als we in ons leven niet leren te delen van wat we bezitten, hoe kunnen we dan verwachten dat er liefde en vertroosting is als we zelf in de knel komen? Misschien zijn we dan wel zover afgedwaald dat we niet eens beseffen dat er nog mensen zijn die zich om ons willen bekommeren, hebben we nooit gezien dat er mensen zijn die vreugde ontlenen aan het leven door samen de goede dingen te delen. Als we denken dat we onze levensvervulling kunnen vinden in rijkdom vergaren en feestvieren zonder ons te bekommeren om de mistbedeelden, hoe groot is dan niet onze geestelijke armoede!

Het verhaal van Lazarus en de rijke man is geen bangmakerij, geen dreigen met hel en verdoemenis - het is net zoals de brief van Paulus aan Timoteus een beleggingsadvies, een wegwijzer naar een goed en vervuld leven, een bemoediging op weg naar Gods koninkrijk. Een paar bladzijden verderop in het boek waar ik het zojuist over had schrijft rabbijn Kuschner: De zin van het leven is niet van biologische aard zoals de behoefte aan zuurstof. Het is evenmin iets psychologisch zoals de behoefte aan aanvaarding en eigenwaarde, het is een religieuze behoefte, iets essentieels, waar onze zielen naar dorsten en daarom moeten we ons tot godsdienst wenden om antwoorden te zoeken. Tot zover Kuschner. Zoeken naar antwoorden, zoeken naar de zin van het leven vanuit een religieuze gedrevenheid doe je niet alleen, want geloven doe je niet alleen, geloven doe je samen. Samen gelovend, samen zoekend, samen ons gedragen wetend door een kracht van liefde en gerechtigheid, samen werkend aan een wereld die in vrede is, een wereld waarin verschillen tussen arm en rijk niet meer bestaan. Een wereld waarin geen honger meer is, geen gebrek, geen angst. Samen zoekend en werkend verwachten we iets nieuws, iets beters. Rijkdom is geen schande, hoor ik vaak zeggen, maar armoede ook niet, denk ik zo. Met rijk zijn valt te leven, met armoede niet. Diana Vernooij zei in haar overweging twee weken geleden: God zoekt ons. Daar wil ik op inhaken. God zoekt ons in onze armoede, maar God zoekt ons ook in onze rijkdom en wil ons inspireren door haar Geest van vrede en gerechtigheid, opdat we leren ontdekken hoe goed en vreugdevol het leven kan zijn als we bereid zijn om te delen.

Amen.

 

       
 

Nodiging

Als teken van zijn liefdevolle aanwezigheid in ons midden zijn wij genodigd aan de Tafel van de Eeuwige.
Wij allen, zonder enige uitzondering, zijn genodigd mee te breken en te delen.
Of je arm bent of rijk, jong of oud, wie of wat je ook bent, als je je geraakt voelt door de Geest van Christus ben je welkom aan deze tafel.
Komt dan want alles is gereed.

       
 

Zegenbede

Hartelijk dank voor Uw aanwezigheid en dank voor Uw luisterbereidheid.
Aan het eind van deze viering vragen wij om hulp van de Eeuwige om in de komende week samen met onze naasten in vrede te kunnen blijven leven.
Gaat dan en viert het leven.
De Eeuwige zegene en behoede U.
De Eeuwige doe zijn aangezicht over U lichten en zij U genadig.
De Eeuwige verheffe zijn aangezicht over U en geve U vrede.
In de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.

Amen.

 

       
       
 

| Archief/Bijdragen | Reiniers "Hoofdpagina"Gastvoorgangers |
 
 

AM 2001-10-04 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl