|
||||
Diana's bijdrage,
viering 25 december 2001
|
||||
Voorganger: Diana Vernooij, lector: | ||||
Lezingen
|
||||
Inleiding Kerstmis 2001, in de Duif op de Prinsengracht. Vannacht bent u gekomen naar het meest romantische feest van het Christendom:
Kerstmis, feest van lichtjes in het donker, feest van heel oude liedjes
over 'Stille nacht, heilige nacht, Davids zoon, lang verwacht', en: 'Nu
zijt wellekome, Jesu leven Heer', en: 'Vrede op aarde, in de mensen een
welbehagen', woorden die - omdat ze omringd zijn met kaarsjes en warmte
- verlangen in ons oproepen, zachtheid en vertrouwen. Lieve mensen, ik wens ons allen een inspirerende viering toe. |
||||
Overweging Kerstnacht 2001 Wat brengt ons deze nacht naar de kerk? Is het de romantiek van lichtjes en liedjes> Kerst is geen Kerst zonder nachtmis immers? Maar waarom eigenlijk? Waarom om 12 uur 's nachts, waarom niet op een beetje christelijke tijd, een uur of 8, of zo? Kerstmis, het verhaal: op een onmogelijke plek wordt een Kind geboren
dat de vrede draagt, een Kind van Vrede, een kind van hoop, geloof en
liefde, een Kind van waarachtig leven. Het aanschouwen van dit pasgeboren
Kind treft de mensen als een verblindend licht. Eigenlijk maken we het onszelf alleen maar moeilijker door onze zekerheden
te beschermen. Als we eens onze muurtjes zouden slechten, dan kunnen we
verder kijken dan ons neus lang is. God licht op in ons bestaan. Een gebaar,
een blik, een glimlach opent een nieuwe wereld. Als je goed kijkt zie
je God oplichten: in de klank van een lied uit een raam, in het gezicht
van de Marokkaanse buurvrouw die ons aankijkt, in ons eigen lef om tevoorschijn
te komen en ons te laten kennen. God in ons maakt ons gezicht zacht, onze
stem warm, ons gepantserde hart smelt. God doet ons verbonden voelen met
heel die rijkdom aan culturen die we hier in de stad hebben rondlopen,
met de mens die naast je is. Iedere keer dat we geknakt zijn, verdrukt of terneergeslagen, komt er een moment dat we beseffen dat we nooit echt gebroken zullen zijn. God licht in ons hart op en heft ons op. God is in ons mens geworden. Wij kunnen God laten oplichten in het duisternis. We hebben het in ons om onszelf en anderen te bevrijden van de machten van het kwaad. Niet met geweld, nee. Dit onschuldig Kind wijst ons erop dat geweld niet helpt. Hoogstens kan geweld erger geweld stoppen, maar geweld kan - zolang het er is - niets van waarde scheppen, niets tot leven roepen. Nee, we zitten hier niet voor niks in het midden van de winter, in het donkerst van de nacht. Dieper de duisternis en de kou in, kunnen we niet gaan. Dat willen we goed tot ons door laten dringen. De wereld om ons heen is koud en donker, de oorlogen en de terreur zijn dichtbij. Het donker en de kou kennen we allemaal maar al te goed in ons hart, in de pijn, de onmacht, het gevangen zitten in onszelf. Hier vannacht leggen we dat allemaal neer in het midden van de winternacht. Hier, midden in de diepe winternacht, diep in de duistere kou geven we het niet op en verwachten wij het doorbrekend Licht. Wij weten en vertrouwen erop dat de duisternis het Licht niet heeft overmeesterd. God er is, altijd weer zal onze God tussen de puinhopen te voorschijn komen in de gestalte van hoop, van geloof en van liefde. De belofte van bevrijding, van vrede, van waarheid zal werkelijkheid worden. Die verrukking, dat vertrouwen dat het Licht doorbreekt in de diepste
duisternis hebben kerkstichters willen vastpakken in dogma's en belijdenissen.
Ze wilden zorgen dat we het nooit meer kwijt zouden raken, ze wilden het
geloof vastleggen. Maar de dogma's werden obstakels en hier in het westen
hebben we ze allemaal gerelativeerd, die dogma's en belijdenissen. We
hebben ze aan de kant gezet en we gebruiken zelden meer de dierbare namen
uit de traditie die vannacht klinken: Kind ons geboren, Jesu lieve Heer,
God-onbedwingbaar, Vader-voor-eeuwig, Koning van de Vrede. Eigenlijk roepen
we God nog maar zelden aan, en God roept nog maar weinig vuur in ons wakker.
God raakt makkelijk verloren in ons bestaan. God laat zich niet vangen in één godsdienst. Hoe zeer wij
ook onze christelijke traditie liefhebben, hoe zeer wij ook overtuigd
zijn van ons gelijk, van de kracht van onze cultuur. Laten we erkennen
dat Gods licht zich toont in vele gedaanten, dwars door vele gods-dien-sten
heen. Telkens weer, midden in de diepste duisternis, hebben mensen Groot
Licht gezien en ze hebben er hun woorden aan gegeven en hun rituelen en
de tekenen van hun tijd. Na 11 september zijn we geconfronteerd met een religieuze motivatie voor
terreur die ons beang-stigd. De tegenreactie: die religie, of alle religie,
te verwerpen is geen alternatief. Juist uit naam van ons geloof in Jezus Christus, ons geloof in dat Kind dat ons vannacht opnieuw geboren is, in ons geloof in God die méns geworden is, weten we dat God zich ook in andere tradities heeft laten kennen. God laat zich in ieder mens kennen, hindoe, boeddhist, islamiet, jood, christen of ongelovig. Laten we nieuws-gierig zijn naar de rijkdom van de andere religies, hoe zij ons met die waarheid van God in ons, in contact kunnen brengen. Laten we andere Godzoekers bevragen op hun ideaal van vrede en barmhartigheid,
de uitwassen niet accepteren en niet hen of hun godsdienst afschrijven.
Laten we kijken naar elkaar en elkaar zien, laten we ons verdiepen in
onze eigen Woorden en die van onze buren. God wil dat wij het lijden opheffen,
dat wij de geweldsspiraal doorbreken, God wil ons strevend naar een land
van vrede waar ieder tot recht komt in verscheidenheid van elkaar. |
||||
Voorbeden Hier aan het begin van de dienst van de tafel lezen wij u de intenties voor die vanavond zijn opgeschreven in het boek achter in de kerk. Dat wij ze mee mogen dragen in ons hart. Intenties uit het Groene Boek Onnoembare God, Lieve God, Voor de mensen die in oorlogsgebieden leven, Voor de mensen die verantwoordelijkheid dragen, Eeuwige, Eeuwige, laat ons maatregelen nemen als we merken dat we ons vergist hebben. Laat ons open staan voor veranderingen maar vast houden aan waarden en normen. Laat ons vriendelijk zijn voor de aarde, en zorgen voor een liefhebbende sfeer als de bestaansgrond van ons leven. Laten we elkaar de hand reiken en elkaar begeleiden en vergezellen op
deze reis vooruit. Mag ik u nu uitnodigen om uw buurman of buurvrouw de hand te geven en
elkaar vrede toe te wensen. |
||||
Nodiging Zalig Kerstfeest. |
||||
Nawoord We luisterden naar het verhaal van Jezus geboorte, we hoorden het diepe
verlangen naar de Messias van het Jodendom. We lazen teksten en baden
gebeden uit verschillende andere grote wereldreligies: Hindoeïsme,
Islam, Boeddhisme. Dit deden we om ons geloof uit te spreken dat God mens
geworden is in alle wereldreligies, in alle mensen. Terwijl de wereld waarin wij leven ook na vanavond niet veranderd zal
zijn, zullen wij doorgaan om de droom van Kerstmis waar te blijven maken.
|
||||
Zegenbede Moge het goddelijk Kind in ons hart oplichten, vandaag, de komende week
en alle dagen in ons verdere leven. Zalig Kerstmis aan u allen. Amen. |
||||
|
||||
|
||||
|
||||