Harris' bijdrage, viering 10 februari 2002
 
  Voorganger: Harris Brautigam
Thema: Ik zal er zijn
 
         
         
 

Lezingen

         
         
 

Overweging

Ik las laatst in een artikel dat een dominee aan een 17-jarige jongen vroeg of hij in God geloofde. "Of ben je a-theist, of anti-theist?" Die jongen moet hem volgens het artikel wat verontwaardigd hebben aangekeken en zei: "Ik ben normaal"!
Afgelopen dinsdag was ik aanwezig bij een kleine studiegroep over liedteksten van Huub Oosterhuis en toen zei iemand over een liedje: "Gelukkig komt God er niet in voor! Trouwens als er steeds in een preek over God wordt gepraat, dan klap ik helemaal dicht. Dan hoor ik niets meer!"
Ik geloof dat Gerard Komrij eens heeft gezegd: "Als er geen Bach was, dan konden ze God wel helemaal afschaffen!"

Wat is dat toch met die God? Een moeilijk artikel en daarom slecht te verkopen? Of juist een moeilijk artikel, omdat ie 'slecht verkocht wordt', als onberekenbaar, ver weg, wreed en een dwingeland?

Ik wil die vraag ook eens omdraaien: "Wat is dat toch met ons mensen, dat we zo moeilijk met God uit de voeten kunnen"? En ik denk dat het wel eens aan onszelf te wijten zou kunnen zijn wat dat dichtregeltje zegt: Midden onder u staat Hij die gij niet kent.
Het klinkt wat deftig, maar eigenlijk staat er zoiets van: je hebt Hem niet eens in de gaten. Je kent hem niet eens!

Valt God dan te kennen: Ja en volstrekt niet. Eigenlijk zouden we alles precies willen weten: wie hij is; van welke sekse hij is, of dat hij helemaal geen sekse heeft; waarom dit, waarom dat: het houdt niet op. We zijn intens nieuwsgierig. Net als Mozes. Maar God trekt een grens. "Ho ho, niet verder, je staat op heilige grond." Handen af, is de boodschap. "Mijn naam is je genoeg! 'Ik zal er zijn'! 'Op mijn manier, niet op de jouwe'! En daar moet Mozes het dan mee doen. En dat doet ie. Hij gaat. Hij begint aan zijn zending van de verlossing. Hij voert zijn volk aan. 'For better and worse'. Over heuvels en door diepe dalen. Maar steeds in het volle besef, dat wat ie doet, doet uit kracht van Hem die beloofd heeft: "Ik zal er zijn". Die spreker uit het brandende braambos maakt zijn belofte waar, is getrouw: Hij í s er ook! Zo kan hij als gids fungeren, in 't heerlijke besef dat hij niet alleen is.

En Mozes had wat te stellen met zijn reisgenoten. Altijd maar kankeren die lui. Maar hij hield vol. Op één keer na. Toen ze weer zo verschrikkelijk dwars waren ging hij tegen de aanwijzing van God in. I.p.v. één keer op de rots te slaan voor water, ramde hij er 2x op. Daarvoor werd hij stevig gestraft.
Ik vond dat vroeger erg gemeen. Nou heeft die jongen zo z'n best gedaan, en nu maakt ie een klein foutje en wordt ie zó fel voor zijn driftbuitje gestraft.
Later begreep ik dat het niet om dat driftbuitje ging, maar om iets heel wezenlijks. God tikte Mozes a.h.w. fel op zijn vingers omdat ie de belofte en de naam uit het branden braambos uit het oog verloor. Hij had nooit mogen vergeten de naam van de heilige: Ik zal er zijn.

Deze gebeurtenis, dit verhaal zoals het in de 9e eeuw voor Christus door de priesters werd opgetekend, bevatte twee lessen:
- denk er om, dat mensen tussen jou en je God, die er voor jou zal zijn,
   kunnen komen te staan;
- en denk er om dat God hier een hekel aan heeft, want Hij heeft zijn naam
   als een zegel op je gelegd: Ik zal er zijn.

Tegen deze achtergrond, met dit Mozesverhaal in gedachten, lees ik die tweede lezing van vandaag. Paulus is aan het woord. Zijn levensverhaal vind ik een bewijs dat hij, van professie schriftgeleerde, de essentie van de boodschap uit het brandende braambos, zich helemaal eigen heeft gemaakt. "In Hem leven we, bewegen we en zijn we" zegt hij ergens! Van uit dat bewustzijn, dat gelovig besef roept hij ons toe, dat we geen geest van slaafsheid en angst hebben ontvangen. In de geest van het kindschap Gods hebben wij onze eigen identiteit ontvangen die we ons niet moeten laten ontnemen. Anders gezegd, met eigentijdse woorden wellicht: wij hebben onze eigen verantwoordelijkheid.
Voor mij zijn in dit verband de woorden van Paulus onvergetelijk, en ook een grote troost geweest: er is niets, noch dood, noch leven, geen macht in den hoge of in de diepte, noch engelen noch machten, dat ons zal kunnen scheiden van de liefde van God, die in Christus Jezus onze Heer is.

En zo kom ik bij de 3e lezing. Het begin van het evangelie van Johannes. Moeilijk, afstandelijk en wat al te filosofies misschien. Maar daarom juist zo boeiend omdat het inhoudelijk helemaal in de lijn van de vorige lezingen staat. Maar dan met een belangrijk pluspunt, een extra toevoeging. Een mogelijk antwoord op de vraag: God een moeilijk artikel? Ik lees drie sleutelbegrippen: Woord, Licht en Leven:

- Woord, als het eens gegeven woord: Ik zal er zijn
- Licht, in de duisternis als een lamp voor mijn voeten
- Leven, als een bestaan zonder angst en slaafsheid dank zij de Geest van Vrijheid

Dat Woord was het Licht en het Leven, en dat Woord is mens geworden, en het heeft onder ons gewoond. "En wij hebben zijn heerlijkheid aanschouwd".
Wij ook? Hoe dan?
Ja, wij ook. Want Mozes had niet het alleenrecht op "Ik zal er zijn". Het gaat ook voor ons op.
Maar hoe dan toch?
Nou, midden onder ons. Wij mensen hebben het in handen gekregen om zijn heerlijkheid te ontdekken en te beleven. Aan elkaar! Door onze woorden, door onze daden, door het licht dat we anderen bieden. Door onze pogingen om met en voor elkaar het leven leefbaar te maken. God blijft een moeilijk artikel, als wij het niet met onze handen en inzet, met onze liefde vorm en gestalte geven.

De bijbelse schrijvers, uit wier werk ik vandaag mocht citeren, deelden met hun woorden de beleving van hun geloof uit. Ze geven het nog steeds aan ons door om er wat mee te doen. Eigenlijk is dat de normaalste zaak van de wereld.

Misschien is die jongen die op de vraag van zijn dominee zei dat hij normaal was dichter bij de oerbron van liefde dan zo op het eerste gezicht leek.

       
 

Gebeden groene boek

Eeuwige God,
u die steeds opnieuw tot ons wilt komen
die ons nabij wilt zijn
en ons steeds opnieuw het leven van Uw Geest wilt inblazen,
wij danken u voor uw bron van liefde en licht.
Geef dat wij u kunnen toelaten in ons leven,
dat soms zo jachtig is
waar we aan onszelf en aan anderen voorbij lopen
dat wij ons durven overgeven aan uw liefde
ons gedragen weten en elkaar dragen.

Nodiging

Ik wil u allen uitnodigen
aan de maaltijd zoals Jezus die met zijn leerlingen ooit begonnen is.
Komt nu, want alles is gereed
en laat u raken door het licht en de liefde van God
opdat u zich opnieuw aan het leven verbind.

       
 

Zegenbede

Bidden wij om de zegen van de Krachtige en Tedere
Moge de Eeuwige ons zegenen en behoeden
Moge Hij de glans van zijn gelaat over ons spreiden en ons genadig zijn
Moge de Eeuwige zijn gelaat naar ons keren en ons vrede schenken.
Amen

       
       
 

| Naar boven | Archief | Gastvoorgangers |

 
 

FV 2002-04-03 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl