Toespraak van de voorzitter
bij het opnieuw in gebruik nemen van 'De Duif'
door de oecumenische basisgemeente
Hartelijk goedemorgen,
Het is vandaag een heel speciale dag. De heropening van een gebouw is
altijd bijzonder. Maar de heropening van dit gebouw is, in mijn beleving,
extra bijzonder.
Het is immers niet vanzelfsprekend geweest dat dit gebouw ooit heropend
zou kunnen worden. Het lag zo'n 28 jaar geleden in de rede te veronderstellen
dat het gebouw reddeloos verloren zou zijn en dat het ten prooi zou vallen
aan een genadeloze projectontwikkelaar, ingeschakeld door het toenmalig
kerkelijk gezag; een projectontwikkelaar die er een smakeloos kantoorgebouw
voor in de plaats zou zetten. Dit in de plaats van dit prachtig monument,
dit Godshuis.
Het is te danken aan de inzet van velen dat het gebouw is gered. Letterlijk
is men destijds voor de sloop gaan liggen. Het gebouw werd gekraakt: een
toentertijd nog nooit vertoonde aktie. Een groep mensen die hun kerk opeist.
Spectaculaire jaren volgden: jaren van verzet, jaren van weerstand tegen
de gevestigde kerkelijke orde, jaren van een groeiend besef dat écht
leiding geven aan de kerk van mensen in elk geval zo nooit bedoeld kon
zijn.
De Duif: godshuis en concertruimte
Achtentwintig jaar
wat een enorme tijd. En wat zijn er veel mensen
mee bezig geweest. Mensen die zich steeds inspanden om op twee fronten
te zorgen voor continuering van het proces. Enerzijds het proces van behoud
van het gebouw, dús schilderen, loodgieteren, verbouwen, riolering
graven, toiletten aanleggen, concerten plannen, musici ontvangen, entreekaarten
verkopen, affiches door de stad heen plakken en ga maar door.
Anderzijds het proces van vormgeven aan de gemeenschap met haar wekelijkse
vieringen, haar voorbereidingen daartoe, de zoektocht naar de vormgeving
van de vieringen, wat vinden we essentieel in die vieringen, het verantwoording
afleggen aan kerkelijk gezagsdragers.
Dat afleggen van verantwoording ging soms nergens over; het werd alleen
maar duidelijker dat het de gevestigde orde ging om macht, gezag en het
"eronder" houden van de mensen. Een houding die de mensen van
deze gemeenschap in geen geval paste.
Kortom, het was een zoektocht in veel opzichten.
Bekenden, oudgedienden
Natuurlijk heb ik voorafgaand aan vandaag nagedacht over de viering van
vandaag en geprobeerd te bedenken wie er allemaal zouden komen. Want laten
we eerlijk zijn: bij die tientallen mensen die in de loop der jaren hun
steentje hebben bijgedragen, zijn er ook bij die afhaakten. Door verandering
van interesse, door verhuizing, door ruzie soms. Of nóg erger:
door mensen die wel door wílden gaan maar die geen langer leven
gegeven werd: zij die ons ontvielen, de dierbaren waarvan wij de namen
met eer meedragen en koesteren in ons hart.
Wat ben ik blij dat ik vandaag zoveel bekende, oude, vertrouwde gezichten
zie. Kruipt het bloed waar het niet gaan kan?
Het is goed dat jullie er allemaal zijn. Het is goed dat jullie met eigen
ogen bent komen zien hoe mooi dit gebouw geworden is.
Is het niet goed om te zien dát het gebouw in glorie herboren is?
De eer daartoe straalt ook op jullie af. Het is goed om ook eens hardop
te zeggen dat dat mede door jullie komt. En natuurlijk door alle mensen
die nu nog steeds heel actief bezig zijn met het gebouw en de gemeenschap.
Gebouw van belang voor gemeenschap
Twee jaar geleden moesten we dit gebouw verlaten en hebben we als gemeenschap
onderdak gevonden in de Buiksloterkerk in Amsterdam Noord. Sommigen van
ons hebben dit een moeilijke periode gevonden. Het was overleven in plaats
van leven. Sommigen kwamen niet zo ver dat ze wekelijks kwamen. En een
enkeling kwam helemaal niet.
Er zijn wel eens stemmen opgegaan dat een gebouw voor de gemeenschap helemaal
niet van belang zou moeten zijn; het gaat immers om de mensen. Wie dat
zegt heeft op zichzelf helemaal gelijk. En toch
de sfeer, de ambiance
van een gebouw is wel degelijk van belang. Dat blijkt uit alles.
Daarom is het feest vandaag. Vandaag vieren we de her-opening van de
Duif aan de Prinsengracht.
Ik probeerde mij voor te stellen hoe het een honderdvijftig jaar geleden
geweest zal zijn. Toen stond er ook een nieuw project: een nieuwe kerk,
een nieuw gebouw aan de Prinsengracht. Jazeker in een heel andere tijd.
Een tijd dat het met de hiërarchische verhoudingen in de kerk heel
anders gesteld was. Van bovenaf werd bepaald wat de gewone man moest denken
en doen.
Een tijd waarop we geen kritiek moeten hebben, omdat de samenleving anders
in elkaar stak. Een tijd waarin het in sommige opzichten misschien gemakkelijker
'geloven' was. Eenvoudig omdat van iedereen verwacht werd en het zelfs
vanzelfsprekend was dat hij volgde wat voorgeschreven was. Hoe dan ook,
ongetwijfeld was men net zo blij als wij vandaag met de opening van het
gebouw.
Maar door dat andere tijdsbeeld gaat een vergelijking met vandaag de dag
mank.
Nu kiezen we bewust voor deelname aan dat wat eerder beweging en keuze
is dan iets wat van-bovenaf-opgelegd wordt. De eigen verantwoordelijkheid
van elk mens reikt gelukkig verder dan toen.
En dat is maar goed ook. Dat hoort bij deze tijd.
Vallen en opstaan
Hoe het ook zij: vanaf vandaag gaat de gemeenschap van de Duif door op
de ooit ingeslagen weg. Een weg met vallen en opstaan. Een weg van leren
door schade en schande. Een weg van mensen die langere of kortere tijd
meelopen. Een weg van zoeken naar het boeiende, dat wat past in deze tijd.
Een weg van zelf verantwoordelijk zijn voor je daden en je keuzes. Een
weg van mensen die samen betrokken willen zijn op elkaar.
Ik zei het al: we zijn twee jaar weg geweest uit dit gebouw. En vandaag
heropenen we dat feestelijk.
Zoals te zien is, is het hier waar ik sta nog wat kaal. Dat hebben we
bewust gedaan. Twee jaar geleden hebben we afscheid genomen van dit gebouw.
We namen heel dierbare symbolen mee: het licht van de paaskaars, het boek
met geschriften, de tafelkleden, ons tafelservies en vooral en bovenal:
onszelf.
Werken aan de toekomst
Vandaag is het moment aangebroken om alles weer terug te plaatsen. Daarmee
wijden we opnieuw ons gebouw in nu de rook is opgetrokken; nu de bouwvakkers
klaar zijn; nu we dankbaar mogen zijn dat alle werkzaamheden zonder ongelukken
zijn verlopen.
Om opnieuw wijding en zin te geven aan ons gebouw, wil ik graag met een
aantal kinderen uit de gemeenschap de tafel gaan dekken én het
nieuwe licht van Pasen ontsteken. Waarom met de kinderen? Omdat zij wezenlijk
deel uitmaken van onze gemeenschap. Want wie de jeugd heeft, heeft de
toekomst, nietwaar? En voor de toekomst van de jeugd moeten wij zorgen.
Bovendien maakt het duidelijk dat wij hen belangrijk vinden en hen serieus
nemen. Daarnaast is het samenwerken met de jongsten vandaag zo'n mooi
symbool van het nieuwe begin. Dat nieuwe begin dat tegelijkertijd voortzetting
is van wat ooit begonnen is, namelijk het welzijn van en de betrokkenheid
van mensen op elkaar.
Plek voor de kinderen
Ik wens ons een heel bijzondere en warme viering toe. Eerst nodig ik
Maxime en Naomi uit om samen met mij de tafel te dekken.
Terwijl wij dat doen, worden er speciale boekjes en kleurpotloden uitgedeeld
voor alle kinderen in de kerk.
Door het feit dat onze bijruimtes nog niet klaar zijn, kunnen we nog geen
speciale kindervieringen houden. Maar ik beloof jullie dat dat vlug wel
zo zal zijn. Waarschijnlijk met juni of juli hebben we een extra ruimte
voor de kindernevenvieringen. Dan organiseren we weer speciale kindervieringen.
Ik wil Fred en Yvon vragen om alle kinderen in de kerk een speciaal kinderliturgieboekje
te geven.
In de tussentijd dekken Maxime, Joachim en ik de tafel.
Het licht van pasen is ontstoken, teken van een nieuw begin; het boek
met geschriften staat klaar en de tafel is op zijn mooist gedekt. Nu kunnen
we écht beginnen met de viering van Schrift en Tafel. Dat kan vandaag
heel goed met het lied: "Hier wordt een huis voor God gebouwd."
Mensen komen er samen en God zelf zál daar aanwezig zijn. Want
God wíl immers wonen onder zijn mensen.
|