Bijdrage Diana, viering 12 oktober 2003
 
  Voorganger: Diana Vernooij
Lectrix: Gerdie van Dijk
 
         
 

Lezingen uit:

  • de bijbel: Genesis en
  • de Koran: Soera 3 e.v.
         
 

Inleiding.

Goedemorgen, beste mensen, hartelijk welkom in deze dienst van Schrift en Tafel. Welkom aan bekenden en onbekenden van de Duif, fijn dat jullie er zijn vanmorgen!

“Onze God en jullie God is één” is het thema van deze dienst. Het is een zinsnede uit de Koran, want deze dienst is de eerste van een serie van drie over Islam en Christendom. U heeft daarover kunnen lezen in Het Groene Licht, ons clubblad. En heeft u het niet gelezen, dan vertel ik het u nog even in het kort.

Volgende week zal Marina Slot voorgaan, samen met imam Abdulwahid van Bommel. Dat wordt een speciale dienst over wat je dierbaar is in je geloof. Na afloop zal dhr van Bommel een lezing houden voor ons en kunnen we hem vragen stellen. U bent daarvoor nu al van harte uitgenodigd. Over 2 weken zal Maruja Bredie de serie afronden. Maar eerst vandaag: de aftrap. Vandaag stellen we ons de vraag wat Christendom en Islam met elkaar te maken hebben. Wat heeft het ontstaan van de Islam met Jodendom en Christendom te maken?

En naast deze informatieve vraag hebben we een dieper gaande vraag: waarom zouden we ons eigenlijk verdiepen in de Islam?

De afgelopen 2 jaar, na de aanslagen in New York en de inval in Irak heeft het moslim­fundamentalisme alle aandacht gevraagd. De schrik zit goed in ons lijf. Er waren al niet zoveel contacten tussen gelovigen van de Islam en het Christendom over hun geloof. Nu lijkt alle aandacht te gaan naar politiek, multiculturele samenleving, integratiebeleid.

We zijn goed in kritische vragen, hier in het westen en daar mogen we trots op zijn. Dat moeten we zeker niet wegmoffelen. Maar laten we ons goed realiseren dat achter onze kritiek ook angst schuil kan gaan. Angst voor dat vreemde geloof, dat ingezet wordt om zich gewelddadig tegen het westen te keren. Maar is dat wel terecht, is het geloof de oorzaak van alle pijn? We gaan het in deze serie niet hebben over fundamentalisten en over alles wat u iedere dag al aan discussies in de kranten kunt lezen. Wij willen het lef hebben ons weer naar het geloof te keren, over wat het voor ons, Christenen en Islamieten, betekent.

In deze serie zullen we teksten uit het Oude Testament en teksten uit de Koran lezen. We zetten een klein stapje richting kennis en begrip.

Ik wens ons allen een goede dienst en een goede serie.

Amen.

 

1e lezing:

Genesis 12; 1,4

De Eeuwige zei tot Abram: “Verlaat je land, je stam en je vaders huis en ga naar net land dat ik je wijzen zal.” En Abram ging, zoals de Eeuwige tot hem gesproken had.

 

Genesis 16.10:16:15

En de Enge! van de Eeuwige zei tot Hagar: “Uw nakomelingen za! ik zeer talrijk maken, zo talrijk dat zij niet meer te tellen zijn.” Toen baarde Hagar aan Abram een zoon en hij noemde die zoon Ismaël.

 

Genesis 17:20; 21:13; 21:20-21

En God zei tot Abraham: “Wat Ismaë! betreft, ik heb u verhoord; zie, Ik zal hem zegenen, hem vruchtbaar doen zijn en uitermate talrijk maken. Twaalf vorsten zal hij verwekken en Ik zal hem een tot een groot volk stellen, omdat hij uw nakomeling is.” Toen hij groot geworden was leefde hij in de woestijn en werd een ervaren boogschutter. Hij ging wonen in de woestijn van Paran en zijn moeder koos voor hem een vrouw uit Egypte.

 

Genesis 23:2: 25:1-2,6

En Sara stierf te Kirjat-Arba, ook Hebron geheten, in het land Kanaan. En Abram nam weer een vrouw, Ketura geheten. Zij baarde hem Zimran, Joksan, Medan, Midjan, Jisbak en Sua. En Abraham zond hen, nog bij zijn leven, met geschenken weg van zijn zoon Isaak, naar het oosten toe.

 

Exodus 3:7 0.77

“Nu dan Mozes, Ik zend je tot Farao. om mijn volk, de Israëlieten. uit Egypte te leiden.” Maar Mozes zei tot God: 'Wie ben ik. dat ik naar Farao zou gaan en de Israelieten uit Egypte zou leiden?'

 
       
 

2e lezing

Soera 3:67

Ibrahiem was niet jood. noch christen, maar hij was een aanhanger van het zuivere geloof. die zich aan Allah overgaf. En hij behoorde niet tot de veelgodendienaars.

 

Soera 41:43

Aan jou (Mohammed) wordt slechts gezegd wat al aan de gezanten voor jouw tijd gezegd was.

 

Soera 46:12

Eraan voorafgegaan is het boek van Moesa (Mozes) als voorbeeld en barmhartigheid. En dit (de Koran) is een boek dat in de Arabische taal een bevestiging geeft, om hen die onrecht plegen te waarschuwen en als goed nieuws voor hen die goed doen.

 

Soera 28: 44-46

Jij (Mohammed) was niet aan de westelijke zijde toen Wij aan Moesa de opdracht gaven, en je was er geen getuige van. Maar Wij hebben generaties laten ontstaan en hun leven duurde lang. Je was ook niet een inwoner van Midjan om Onze tekenen aan hen voor te lezen, maar Wij waren het die gezanten uitzonden. Ook was jij niet aan de zijkant van de berg, toen Wij riepen. Maar het is uit barmhartigheid van jouw Heer dat jij er bent om mensen te waarschuwen, tot wie voor jouw tijd geen waarschuwer gekomen was; misschien zullen zij zich laten vermanen.

 

Soera 29:45-46

Lees voor wat aan jou (Mohammed) van het boek is geopenbaard en verricht de salaat (de gebeden). Zeg tegen de mensen van het Boek (de Joden en Christenen: “Wij geloven in wat naar ons is neergezonden en in wat naar jullie is neergezonden. Onze God en jullie God is één. En wij geven ons over aan Hem.”
       
 

Overweging.

 

Volgens de Islamitische traditie stammen Mohammed en de in zijn tijd levende Arabische stammen met als de Joden af van Abraham. In de Joodse Tenach en in ons oude Testament staat het verhaal over ismaël verteld. Ismaël is de zoon van Abraham en zijn Egyptische slavin Hagar. Nadat Isaak is geboren, de zoon van Abraham en zijn eerste vrouw Sara, zendt Abraham Hagar en Ismaël weg, de woestijn in. In haar wanhoop komt God tot haar en krijgt Hagar te horen, dat Ismaël een groot nageslacht zal krijgen. Als Sara overlijft neemt Abraham zich een nieuwe vrouw, die hem 6 zonen baart. Ook deze zonen sstuurt hij weg en ze trekken naar het oosten, evenals de 12 zonen van Ismaël. Deze zonen en kleinzonen nu zouden de stamvaders van de verschillende Arabische stammen zijn.

 

Of dat verhaal nu historisch waar is of niet, de stammen vergeten hun monotheïstische oorsprong. Rond 571 na Christus, het jaar dat Mohammed werd geboren, waren de Arabieren wel bekend met het Jodendom en het Christendom maar er niet echt mee vermengd. De twee godsdiensten waren in die eeuwen voortdurend in een strijd om de heerschappij verwikkeld. Er leefden Joden in Arabië, ze woonden in landbouwoases. De Christenen waren verdreven. De meeste Arabieren waren van oudsher aanhangers van het veelgodendom. Ze waren Bedoeïenen, die eeuwenlang in de meest zware omstandigheden moesten zien te overleven. Er was veel onderlinge strijd tussen de stammen. Sterker dan hun geloof was hun cultuur, waar moed in de strijd, volharding in zware omstandigheden, onvoorwaardelijke trouw aan de leider en bloedwraak zorgden voor overleving en trots. Met de komst van de handel hield de onderlinge strijd van de stammen welvaart tegen. In de strijd tussen Joden en Christenen kozen velen partij voor de ene of de andere godsdienst. Mohammed was een van degenen die ongebonden probeerden te blijven, al zou hij later veel gewoontes overnemen.

Mohammed werd opgevoed door zijn oom, die handelaar was. Hij huwde een rijke weduwe met een handelsfirma. Hij reisde en leerde zo naast Joden ook Christenen kennen. Hij was ervan overtuigd dat eenheid belangrijk is, dat er een God is en dat het goed zou zijn als alle stammen die ene God zouden dienen. Maar hij wilde niet kiezen tussen de twee bekende godsdiensten. Hij was ervan overtuigd dat de Arabieren een eigen profeet van God nodig hadden. De tijd was rijp voor een eigen Arabische godsdienst en een eigen Arabisch rijk. Zelf wilde hij liever niet de profeet zijn die nodig was. Toch werd hij de profeet van de Ene God aan het Arabische volk. Islam betekent 'overgave aan God, aan Allah'. En Mohammed werd de Islamiet, het voorbeeld van degene die zich 'overgeeft aan God', in 22 jaar tijd kreeg Mohammed vele openbaringen: gepassioneerde ritmische en berijmde teksten. Volgelingen schreven het direct op. In die jaren lukt het Mohammed met overtuiging en ook door bikkelharde strijd om de Arabieren in één godsdienst te verenigen.

 

Er is dus één God, volgens Mohammed, die aan Joden en Christenen en Islamieten is geopenbaard. Mozes heeft die openbaringen voor de Joden ontvangen en opgeschreven. Mohammed erkent dat tal van profeten openbaringen hebben ontvangen. Ook Jezus heeft openbaringen ontvangen. En ook die woorden van God zijn opgeschreven. Het Jodendom en het Christendom worden door de Islam dan ook godsdiensten van het Boek genoemd. We hebben allen woorden van dezelfde God gehoord. Daar zit dus onze geloofsovereenkomst in. Maar waarom dan toch drie godsdiensten, drie verschillende Heilige Boeken? Mohammed preekte dat er corruptie optrad in het Jodendom, en dat dat de reden was voor de openbaring aan Jezus. En omdat er ook corruptie optrad in het Christendom, zelfs a! in het Boek, kwam de laatste en definitieve openbaring tot hem, tot Mohammed. Dezelfde God, dezelfde waarheid, maar telkens aangescherpt. Zoals wij vaak benadrukken dat Jezus optrad tegen de schijnheiligheid van de religieuze macht, geloven de Islamieten dat de Islam een gezuiverde versie is van het Christendom en Jodendom.

 

Tot zover de geschiedenis en de traditie waarin de Islam zichzelf plaatst. Ik zou veel meer willen weten en u kunnen vertellen, want het is erg interessant. Ik heb met deze inleiding duidelijk willen maken dat we meer gemeen hebben dan je op het eerste gezicht zou denken. We hebben gemeen dat we in één God geloven, die geopenbaard is aan Abraham. We zijn de godsdiensten die de Waarheid zeggen te kennen, die rechtvaardigheid en vrede hoog in het vaandel dragen. Tegelijk zijn onze godsdiensten expansieve godsdiensten, die heel wat oorlogen hebben gevoerd om hun Waarheid aan anderen op te leggen.

Maar toch ervaren we dat niet, dat onze godsdiensten op elkaar lijken. We zijn zo gewend om tegen de buitenkant aan te kijken dat we alleen de verschillen zien. Het is lastig om oog te hebben voor wat ons bindt; voor wat we van elkaar kunnen leren over ons geloof. Praten over wat ons scheidt, over extremisme, hoofddoekjes en scheiding van kerk en staat -dat is al niet makkelijk. Maar dit is in ieder geval toch een stuk makkelijker dan proberen te praten met je islamitische buren over wat hun geloof voor hen betekent. Dat roer je niet zo maar aan als je elkaar tegenkomt in het trappenhuis. Maar je kunt natuurlijk wel lezen en tv-kijken, naar themadagen gaan en naar de open dag van de moskee,

 

Het brengt je ook weer terug bij je eigen geloof, want kun je aan anderen vertellen wat jouw geloof inhoudt? Dat is ook niet makkelijk. Wat geloof je eigenlijk, wat betekent jouw geloof voor jou? Laat ik een poging doen:

Voor mij biedt mijn geloof troost en vertrouwen als ik weer eens niet weet hoe het verder moet. Ons geloof reikt mij verdieping aan, als ik me naar binnen keer na een drukke dag van van alles en nog wat. Het maakt de wereld zinvol. Het is als een schaal onder mijn dagelijkse werkelijkheid, een schaal waarin alles wat ik meemaak een plek krijgt. Het bezielt me, de keuzen op mijn levensweg stem ik erop af.

Wat betekent het geloof voor mijn islamitische schoonmoeder? Zij heeft haar onzekerheid en haar hoop. Ik denk dat haar geloof haar zachtheid, trots en richting geeft. Verschilt zij zoveel van mij? Wat betekent het geloof voor de Marokkaanse jongens op straat, als we door hun bravoure heen zien? Geeft het hen kracht en idealen van een rechtvaardiger samenleving? Is dat ook niet wat wij nastreven?

En laten we eens kijken wat er met ons gebeurt als we kijken naar de uitingen van de geloofsbeleving van anderen. We zien biddende mannen in een moskee op de tv, we zien vrouwen met hoofddoeken op straat. Wat raakt je? Heb je je oordeel al klaar? Zou het mogelijk zijn om je eigen oordeel (en misschien wel vooroordeel) achterwege te laten? Kun je zien dat je oordeel en misschien ook wel je minachting je afhoudt van inzicht? Misschien ben je er wel een beetje bang voor en wil je het liever een beetje op afstand houden. Maar zo leer je nooit iets van anderen en houd je je eigen oordeel in stand. Kun je kijken en luisteren en dan weer opnieuw kijken en luisteren en je oordeel opzij zetten?

Dit is wat we nodig hebben: kijken en luisteren, dichterbij komen, voorbij aan alle oordelen. verschillen en tegenstellingen. Het geloof van die mens daar zien en haar of hem jouw geloof tonen. Laat ik het een beetje dramatisch zeggen: Als we in een waarheid geloven, laten we die dan ook uitoefenen! Laten we heel goed kijken en begrijpen.

Ik noem dit luisteren en de waarheid zien een ware geloofsdaad. Want het brengt gerechtigheid en vrede dichterbij. Telkens als je dingen helderder ziet, als je dichterbij een ander komt, als je het lef hebt om stil te zijn en je niet naar een oordeel haast. dan kom je bij een groter gevoel van saamhorigheid. Als je iets leert over jezelf of overeen ander, zelfs al is het maar informatie, als je een persoon of een situatie ook maar een klein beetje meer helder ziet, dan geeft het je een gevoel van verbondenheid, een groter gevoel van liefdevolle vriendelijkheid. Daar is geen uitzondering op. Nooit heeft het dichterbij komen en helder zien en contact maken geleid naar meer afstand en scheiding, naar meer vervreemding of angst. Nooit.

 

En gaat het daar niet om in ons geloof: dat we de ene waarheid kennen, de ene God, en dat we als een volk zijn dat in staat is eikaar te kennen, te erkennen en recht te doen, dat we met elkaar verbonden zijn in zachtmoedigheid, dwars door alle verschillen en tegenstellingen heen? Amen.

       
 

Nodiging

Laten wij brood en wijn delen, zoals Jezus met ons brood en wijn heeft gedeeld.

Komt allemaal deelnemen opdat we ons bereid tonen de Heilige Geest te ontvangen, het vuur in ons van blijdschap. Laten we deelnemen aan dit simpele, overbekende breken en delen, om een van hart en ziel te zijn, bereid om vrij te zijn.

Iedereen, niemand uitgezonderd, is genodigd om deel te zijn van deze gemeenschap van zoekers naar God, komt dan want alles is gereed.

 

Vrede en alle goeds
       
 

Gebed.

Voor onze wereld bidden wij:

voor alle mensen die durven werken aan gerechtigheid,

voor hen die zich inzetten om oorlog te keren,

voor hen die geloof tonen in hun daden.

 

God die onze gemeenschap heeft gewild,

geef ons de kracht om samen recht te doen waar wij kunnen,

dat wij een bron van barmhartigheid mogen zijn.

 

Voor onze geloofsgemeenschap bidden wij:

dat wij betrokken blijven bij het werk van de beweging van Jezus,

dat onze handen op zoek blijven gaan naar waarheid

en lasten verlichten van medemensen als ze hen te zwaar worden.

 

God die onze gemeenschap heeft gewild,

geef ons de kracht om samen recht te doen waar wij kunnen,

dat wij een bron van barmhartigheid mogen zijn.

 

Voor onszelf en al onze landgenoten bidden we,

dat wij niet schromen elkaar te geven wat wij zelf hebben ontvangen

onze geloofskracht, de gaven van de Geest,

en dat we elkaars waarheid respecteren en elkaars kortzichtigheid vergeven

 

God die onze gemeenschap heeft gewild,

geef ons de kracht om samen recht te doen waar wij kunnen,

dat wij een bron van barmhartigheid mogen zijn.

 

Amen

 

 

Zegenbede.

Moge onze geliefde God dicht bij ons zijn de komende dagen,

en alle dagen in ons verdere leven.

Moge Zij het vuur aanwakkeren van een geest van kracht, liefde en bezonnenheid,

opdat wij het pad niet kwijtraken, en onverschrokken voort kunnen gaan.

Moge Hij ons kracht en tederheid schenken en vrede.

 

Amen.

       
       
 

| Archief/Bijdragen | Archief 2003 | Diana's "Hoofdpagina"Gastvoorgangers |

 
 

RG 2003-10-12 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl