|
||||
Bijdrage
Rob Gijbels, viering 8 februari 2004. |
||||
Voorganger: Rob Gijbels lectrice: Thea van Deijl |
||||
Thema: Simon & Co. | ||||
Lezingen Jes. 6; 1-8 Ef. 4; 1-7 Lucas 5; 1-11 |
||||
Welkom en inleiding Goeiemorgen, beste mensen en allemaal heel hartelijk welkom; - bekende Duiven - en vooral ook als je hier vanochtend misschien voor het eerst bent. We hopen met elkaar op een uur vol bezinning, bemoediging en vooral: inspiratie.
Want inspiratie hebben we nodig in het leven van alledag en we willen graag delen in hoop en verlangen.
De lezingen en het thema bieden aanknopingspunten om met elkaar na te denken over roeping. De roeping van Jesaja, de wijze waarop Jezus met zijn roeping om ging en de roeping van de eerste leerlingen bieden ons houvast en: wind in de zeilen.
We gaan op zoek naar de goede krachten in onszelf om te ontdekken, hoe we deel uit kunnen maken van een wonderlijk verhaal. Ik wens – mede namens The van Deijl – die mee voor gaat, ons allen een goede viering toe.
|
||||
Overweging.
Het verhaal dat Lucas ons vanochtend aandraagt, spreekt wel tot mijn verbeelding. Wij woonden vroeger in Leiden, niet zover van de zee af en gingen in de zomer graag naar zee. Mijn ouders hadden zelfs een grote linnen strandtent om de zon een beetje buiten te houden en zo te genieten van de wind, het zand, de zee en de golven. Ik genoot daar altijd van: die grootse ruimte om je heen. Water tot zover je maar kon kijken, zand tot aan de horizon. De wind in je haren en de zon op je gezicht.
Het strand van de zee, de oever van een meer, trekt altijd mensen aan. Het eeuwige spel van de elementen; zonder ophouden het spanningsveld waar twee werelden elkaar ontmoeten: water en vaste grond. In bijbelverhalen lees je ook vaak, dat Jezus in dat grensgebied tussen de vaste grond en het woelige water vertoeft. Letterlijk, èn ook in figuurlijke zin; waar mensen leven op het snijvlak van twijfel en zekerheid.
Daar verkondigde hij graag het woord van God aan iedereen die het maar horen wilde. Ook wel apart; een soort uitleg, een openlucht “kerkdienstje” en een boot als preekstoel! In dit verhaal is vooral de rol en het gedrag van Simon Petrus cruciaal. Híj krijgt daar op het strand – half in het water, half op het land - de opdracht om naar dieper water te gaan om daar de netten uit te werpen. Een vreemde opdracht: Simon en kornuiten wisten echt wel wat van vissen af: hun dagelijks werk. Wat denk je als iemand ongevraagd jou zegt wat je moet gaan doen? Toch zoiets van: bekijk het even - en in dit geval: wat weet zo'n timmerman – als Jezus – nou van vissen af? Elke ervaren visser weet, dat je daar 's nachts de beste kans hebt op een goede visvangst; dan is het water koel, zitten de vissen meer aan de oppervlakte en omdat het donker is, zien ze de netten niet. De teleurstelling van die nacht en de twijfel brengen Simon Petrus tot een zwak protest; je hoort hem denken: Dit wordt niets! Maar toch laat hij z'n twijfel varen en geeft toe aan de opdracht om in dieper water zijn netten uit te gooien. En gelukkig, Lucas vertelt verder: over de bomvolle netten, onverwacht, op klaarlichte dag. Het is dus precies omgekeerd.
Schrik maakte zich meester van Simon Petrus. Een oudere vertalingen heeft het over: “ontzetting”. Wat voor een ontzetting? Wat voor soort gewaarwording? “Vanwege de enorme vangst, die ze hadden gedaan”. Het woord “ontzetting”, suggereert dat iemand iets groots overkomt; van de andere kant, van de hemel misschien?! Hem of haar overkomt een ervaring van God. Eigenlijk is dit ook het gevoel, de ervaring die Jesaja beschrijft in zijn oudtestamentische woorden over een ontzagwekkend visoen. Jesaja ziet zichzelf vol schrik en ontzag tegenover een majesteitelijk geschilderde God, waarbij hij zichzelf als onmachtig, verloren en nietig ziet. Maar hij wordt geroepen, geeft z'n twijfel prijs en wordt toebereid tot profeet. Maar liefst 66 hoofdstukken vol hoop en verwachting rollen uit zijn pen en dat is toch een forse oogst! Het roepingsvisioen van Jesaja wordt als achtergrond, als decor, mee gegeven. En zo hier: de roeping van Simon Petrus, de roeping van elke mens. Zo wordt er reliëf gegeven aan wat er gebeurt: God geschiedt op aarde, zijn wil geschiede op aarde zoals in de hemel.
Petrus in de leerschool bij Jezus. Wat leert hij daar nu en wat leren wij uit dit visoen en zo'n wonderlijk verhaal? Dat het in het rijk van God, van de Eeuwige, vaak precies omgekeerd kan uitpakken als je had verwacht. Gaat het in de wereld en het leven van alledag om: jouw tomeloze kracht, jouw talent, jouw ambitie? Ok, dit kan -en zal- buitengewoon waardevol zijn. Wat mij in deze verhalen erg treft, is dat ook gaat om een andere realiteit. Als je leeft in het vertrouwen en geloof in de Eeuwige, dan gaat het erom wat de Eeuwige door ons, door jou doet. Het is niet Jezus' vissertalent, visserslatijn, zijn kennis van water en de getijden, zijn kennersblik waar de vangst zit. Hij luistert en doet, wat hij als levensopdracht heeft meegekregen. Het goede, het positieve in jezelf ontdekken en te delen wat je hebt en wat je bent: vis, brood en wijn voor elkaar te zijn. Als je dat deelt, dan is er overvloed. Daarin is hij een meester!
En wij? Jij, ik? Ik vind het vooral bemoedigend om te zien, dat we juist van gewone mensen roepingsverhalen kennen. Misschien is dat wel het bewijs van geschiktheid. Veel geroepenen die ook op hun ongeschiktheid wezen: Mozes, Jesaja, Jemeria, Elia, Petrus, Paulus … Met andere woorden: de opdracht die als een belofte klinkt: steek maar van wal, durf maar de diepte in, het is het evangelie van onszelf. Niet ver weg, niet voor een uitverkoren volk, niet alleen een hoogstaande of hoogdravende kerk … maar voor elk mens, naar eigen maat, naar eigen vermogen. “Vissers van mensen” is bijna vaak letterlijk genomen: het evangelie in alle toonaarden verkondigen en geestdriftig bezingen en zo mensen voor God aan de haak slaan. Daar hoeft niets mis mee te zijn. Ik kies vanochtend voor een andere insteek: met al je haken en ogen, met stormschade en breekbare netten misschien, je mag er zijn! Met je grote en je kleine momenten. Ik vind er zelf ook een mooi element in van: af en toe radicaal iets anders durven kiezen, durven los laten en te vertrouwen op wat jou gegeven is. Dat is genoeg om terug te zeggen: Hier ben ik. Laat het maar zien waar jij je kracht en energie uit haalt. Dan ben je er gewoon vanzelf bij om mensen een reddende hand te bieden, het hoofd boven water te houden en weer op het droge te komen. Ik geloof erg, dat je vaak méér energie, meer talent en veel meer onvermoede krachten in je hebt, dan je jezelf bewust bent. Ik geloof niet in de kleinheid van mensen, hun onmacht of nietigheid. Zet dat maar overboord. Ik geloof veel meer in hun grootsheid, passie en toewijding. Het is de hoogste tijd om van wal te steken en mensen in de diepte mee te nemen in jouw rijkdom. Ontplooi je maar, niet als een fuik, niet opdringerig, maar open en eerlijk. Daar is moed en vertrouwen voor nodig. Natuurlijk zit je er niet op te wachten losgerukt te worden uit je vertrouwde, eigen wereld. Zó geroepen worden is niet te hoog of veel te ver gegrepen, maar wat een rijkdom voor jezelf. Wat een rijkdom mag je ook voor elkaar zijn! De wonderen zijn de wereld niet uit, dat zijn we zelf.
We zijn allemaal een kleine schakel in de lange keten van geroepen zijn en gezonden worden; van mens tot mens, van generatie op generatie. Omdat steeds mensen zachtmoedig, geduldig en gedragen door de band van de vrede met elkaar op pad gaan. Er maar voor kiezen het diepe in te duiken, met je twijfel. Die diepe brandhaard in jezelf geeft je voldoende energie. God heeft dat al lang geleden in je gelegd. Ga het maar doèn; zonder dat je weet of je een rijke oogst zult binnenhalen: elkaar tot leven zijn en gewoon zeggen: Hier ben ik ….
Simon en Co … zo gek nog niet. Mag het zo zijn.
Nodiging.
De roeping, die Jezus uitdroeg was er een van zachtmoedigheid, geduld en liefde. Als tastbare symbolen deelde hij vis, brood en wijn zoveel als hij maar kon.
We doen het hem na, en volgen hem. We delen hier het brood en wijn om ons te sterken op ons pad om zachtmoedigheid en vrede te delen. En als gebaar van gemeenschap en solidariteit.
Aan zijn tafel is iedereen van harte welkom; wie of wat je ook bent. Aan zijn en dus: aan onze tafel is elke mens gelijk. Wij zongen al eerder: Hier delen wij het levensbrood en worden nieuwe mensen, De aarde wordt een vredeshuis, vervuld van oude wensen.
Komt en deelt met ons; alles staat gereed.
Zegenbede.
We spraken en zongen vele woorden met elkaar en ik hoop, dat we allen iets van die inspiratie in ons hart mee nemen naar huis. Indachtig de aloude woorden:
De Eeuwige zegene en behoede ons, De Barnhartige doe haar aangezicht over ons lichten, De Liefdevolle verheffe zijn aangezicht en geve ons vrede. Amen. |
||||
| Archief/Bijdragen | Archief 2003 | Voorgangers | |
||||
|
||||
RG 2004-02-18 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl |
||||