Bijdrage Frans Gerritsma, viering 9 mei 2004
 
 

Voorganger: Frans Gerritsma

Lector: Hans Gildemacher

 
 

foto boven: Frans Gerritsma

 

     
 

Lezingen :

Hand. 14; 20-28

Joh. 13; 31-35.

 

         
         
 

Overweging.

Wanneer je kijkt naar de belangrijke momenten in je leven, momenten waarop je een beslissing nam, dan ontdek je dat zón beslissing nooit helemaal uit jezelf kwam. Er is altijd een aanleiding van buiten af. Je bent door iets geraakt. Je vindt iets mooi. Iemand nodigt je uit. Of misschien wel een ruzie die je van gedachten deed veranderen.

 

Want vaak draaien wij, zoekende mensen, in een kringetje rond. Dat gebeurt als je ziek geworden bent of hele ingrijpende dingen hebt meegemaakt. Mensen halen zich dan van alles in het hoofd. Het maalt maar in een kringetje rond. Een zich steeds opnieuw herhalende grammofoon. En dan, het verlossende woord, dat je opgelucht doet ademhalen. Of iemand die je vertelt hoe je er ook tegen aan zou kunnen kijken.

 

We hebben steeds een duwtje in de rug, van buiten af, nodig. Dat kun je jezelf niet geven. En dat is ten tijde van Jezus niet anders geweest. In de eerste lezing hoorden we van mensen, die rondtrokken om anderen te bemoedigen. Die rondtrokken om de goede boodschap te verkondigen. Die zelf blij waren, dat ze een verlossend woord van de apostelen gehoord hadden. Wat hun een duw in de rug heeft gegeven. Het leven van Jezus van Nazareth, dat inspireerde.

 

En ze vertellen erbij dat het allemaal niet van een leien dakje is gegaan. Hoe ze zich ook bedrogen hebben gevoeld, na al die mooie beloftes over zijn rijk, zonder einde. Over eeuwig leven. Dat het uiteindelijk op moord en doodslag uitliep. En toch heeft God hen een duwtje in de rug gegeven, door te laten zien, dat voor Hem Jezus niet dood was. Dat vanuit zijn andere bestaan, zijn bestaan in God, hij een geweldige kracht geworden is voor de apostelen en leerlingen.

 

Dat iedereen door veel ellende heen moet om het koninkrijk van God binnen te gaan, is hun goede boodschap. Een troost voor allen die in ellende zitten, die in een kringetje ronddraaien.

 

Het gaat over zoekende mensen, die zien wat er in de wereld gebeurt. Die het politieke gekonkel zat zijn. Die zien dat het bij veel mensen uiteindelijk toch om het "hebben" gaat, om de macht. Dat leiders het ook niet altijd bij het rechte eind hebben. Dat er veel mensen afgeslacht worden omdat mensen niet meer "heilig" zijn, maar de ideologie, het geloof in eigen gelijk. Mensen die zichzelf verheerlijken ten koste van anderen.

 

Zoekende mensen zoals wij. Die wachten op een duwtje in de goede richting, een woord dat ons raakt, een mens die ons verder helpt Die weer levend kan maken wat er aan doodsheid en dorheid is in ons eigen leven. Een beeld dat ons aanspreekt, een bevrijdend woord, een luisterend oor.

 

De lezingen vandaag proberen ons wat verder te helpen, willen een duwtje in de rug zijn. Met voorbeelden van de eerste leerlingen, het visioen van de nieuwe hemel en de nieuwe aarde, de verheerlijkte Jezus.

 

Maar laten wij ons zo maar een duwtje in de rug geven. Vooral niet in onze rug, want dan kunnen we niet zien wie het gedaan heeft en worden we bang om uit ons evenwicht gebracht te worden. Geloven we nog in nieuw leven, nieuwe kansen. Echt leven, dat in de schriften ook wel eeuwig leven genoemd wordt.

 

Wat vertelt het beeld van de verheerlijkte mensenzoon. Je kunt dan denken aan iemand die bejubeld wordt . Als een idool, een "idol", waar we door opgezweept worden en van in de ban raken, waar we bij weg kunnen zwijmelen. Of op wie we al onze verantwoordelijkheid kunnen afschuiven, om onszelf goed te voelen.

 

Het gaat om een voorbeeld, een wegwijzer, iemand die "de goddelijke weg gaat". Dat is de weg zoals die voor de mens door God is bedoeld. Dat het in het leven van Jezus om die weg is gegaan en dat God het zal bevestigen, dat wanneer je die weg gaat, je bij hem uitkomt. Jezus heeft in zijn doen en laten willen laten zien wie God is. Het is niet om hemzelf gegaan, hij is op zichzelf geen doel. Maar het is hem om de mens te doen. De mens zoals die door God bedoeld is. Dat zal God bevestigen. En daar moeten wij het mee doen.

 

Het gaat om het doen van dat steeds weer nieuwe gebod, die steeds weer nieuwe opdracht van mens tot mens van generatie op generatie, om elkaar lief te hebben. Voorwaar geen geringe, en zeker geen gemakkelijke opdracht. Wanneer we leven vanuit dan nieuwe gebod, dan leren we God begrijpen, niet met ons verstand, maar vanuit ons hart. Dan doen we recht aan God en aan zijn schepping zoals die bedoeld is. Dan "verheerlijken" ook wij God, door aan God zijn schepping terug te geven. Worden we eindelijk wie we zijn: " Schepselen Gods". Hoeven we ons niet meer druk te maken om wat er allemaal wel of niet verkeerd aan ons is, verstommen de waarom vragen. Vragen van, waarom moet iemand kreupel door het leven, waarom wordt iemand zwart gemaakt, waarom over komt de een zo veel meer dan de ander.

 

Beelden helpen een stap verder. Zijn een duwtje in de rug. Geven nieuw leven. Maken het wonder mogelijk.

Vandaar dat ik eindig met het volgende verhaal.

 

Vorige week, voor de dienst in het ziekenhuis, kwam een man naar me toe in een rolstoel. Nadat we kennis hadden gemaakt, vertelde hij; "er is een wonder gebeurd" en barste toen in tranen uit. Ik haalde koffie voor hem, en hij vroeg of hij na de dienst me kon spreken.

Na de dienst verteld hij dat hij voor koninginnedag naar Amsterdam was gekomen. Daar was hij zijn portemonnee verloren of was gerold. Geld voor onderdak had hij niet en ook de opvang zat boordevol. Hij liep door de stad en op een gegeven moment kreeg hij zulke pijnlijke benen dat hij geen stap meer kon doen. Hij ging op een bankje liggen en vroeg voorbijgangers om de politie te waarschuwen. Maar waarschijnlijk zag hij er zo bezopen uit, dat niemand het deed. De volgende ochtend kwam iemand naar hem toe, die zei, al van vanmorgen vroeg zie ik u hier op dit bankje zitten, u kijkt integer uit de ogen, kan ik iets voor u doen. Deze man belde politie en ambulance en in de kortste tijd lag hij in het ziekenhuis. Ook gaf hij hem 50 euro. Toen onze patiënt vroeg, hoe hij dat terug kon betalen zei hij; denk in je leven nog maar eens aan mij en vertel dit verhaal maar verder.

 

     
 

| Archief/Bijdragen | Archief 2004 | Frans' "Hoofdpagina" | Gastvoorgangers |

 
 

RG 2004-05-09 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl