Marina Slot - afscheidswoorden viering 25 mei 2004
 
         
 

terug naar de liturgie van de afscheidsviering

 

Welkom lieve mensen,

 

Welkom op dit voor ons allen zo belangrijke moment : het afscheid van Mimi in haar geliefde Duif.

Welkom John, welkom Cyril en Sharda, Fred en Sabine, Maxime en Naomi, welkom broer Wolter en Mimi's beste vriendin Tante Ali, welkom familie, vrienden en vriendinnen, welkom Duiven.

Toen Mimi samen met Fred en mij vorig jaar de bouwstenen legde voor deze viering, wisten wij niet hoe lang ze nog zou leven. En ze heeft het lang volgehouden, op eigen kracht met de dagelijkse hulp, steun en zorg van John, de kinderen, de kleinkinderen, haar huisarts en vele zorgenden overdag en 's nachts die kwamen en gingen.

Maar dat was een periode in het leven van Mimi : de laatste en die herinner je je vaak het best.

Vandaag willen wij stil staan bij Mimi's gehele leven in de vorm van fragmenten die voor haarzelf en haar geliefden het vermelden waard zijn.

Mimi was een sterke, levenslustige en intelligente vrouw die in haar leven velen meegetrokken heeft, om zich heen verzameld heeft omdat het bij haar goed toeven was.

John gaf aan dat hij bij het horen van Spreuken 31, de tekst die ook in het boekje is afgedrukt, dat hij direct aan Mimi moest denken en als je het leest en Mimi kent, weet je dat hij gelijk heeft.

Op die zaterdagmorgen in november hebben wij in vogelvlucht haar leven en haar godsdienstige ontwikkeling en denken doorgenomen; wij hebben liedjes uitgezocht, haar eigen geloofsbelijdenis en zij gaf mij de strekking van de teksten mee die zij vandaag gelezen wilde hebben. Dus zo kon ik op zoek.

Het was net een liturgievergadering en dan met z'n drieën. De overweging gaat vandaag over Mimi, haar leven, haar gedachten en gevoelens bij de teksten. Het gaat vandaag over dat bijzondere kind van God die wij allen op ons eigen wijze hebben leren kennen. Zo geeft ze ons vandaag nog iets mee voor onderweg. Ze kan het niet laten.

Ik wens ons een mooie viering toe.

Overweging

 

Toen Mimi en John naar het huis aan de Amstel verhuisden, werden zij kerkelijk ingedeeld bij de Mozes en Aaronkerk, maar zij voelden zich er helemaal niet thuis.

Intussen kregen ze wel brieven van de krakers in de Duif. Na de tweede brief van dat stelletje idioten, is John naar een vergadering gegaan. Hij kwam terug en zei : ik moet 100 plakkaten ophangen in de stad en toen deed de auto het niet.

Miem zei : ik vroeg me af wat doet die kerel in die kerk ??

En ze ging ook naar de Duif en is nooit meer weggeweest.

Ze was heel kritisch op kerk, want haar ervaringen in Spanje waren niet al te best.

De Rooms-katholieke Kerk van haar jeugd verbood het lezen in de Bijbel. Je mocht zelf eens ideeën hebben, zei Mimi schamper. Zij die overal een idee, een beeld, een visie over had.

En dan haar moeder die bedrogen werd door haar man, zij kreeg van de kapelaan te horen: U bent de duivel !! Nou moet je net Mimi hebben. Terwijl ze het vertelde, fonkelden haar felle donkere ogen nog van woede.

De Duif heeft een grote rol in Mimi's leven gespeeld en Mimi zelf heeft een glansrol vervuld in het bestaan van de Duif. Zij was er in haar element.

Zij heeft haar beste krachten aan ons en onze gemeenschap willen geven. Altijd bezig. En ze was nooit ziek. En daar was zij maar al te dankbaar voor in die laatste jaren, toen de ziekte bezit had genomen van haar lichaam.

Ze zei: ik heb altijd alles kunnen doen wat ik wilde. Mijn handen en mijn voeten hebben mij nooit in de steek gelaten. Gezond van lijf en leden heb ik geprobeerd te werken in de trant van Jezus ons voorbeeld.

En dat deed ze door te doen :

* Door te waken bij doodzieke Chris, een Christusbelijdende Jood wiens familie hem had laten vallen omdat hij homoseksueel was en Aids had. Midden in de nacht opstaan en bij nacht en ontij over straat waar John weer niet zo gelukkig mee was, maar ze was zich ervan bewust dat John naast haar bleef staan, ook al verschilden ze soms danig van mening.

* Door de zorg voor haar moeder, voor Omi die bij haar in de flat woonde tot aan haar overlijden. En direct daarna voor haar schoonzuster die ziek en alleen was.

* In de zorg en steun voor Mirjam toen zij in de knel zat, of heel natuurlijk door gewoon een soort tweede moeder te zijn voor Arjan, Nicole, Annela, die ook al bij Omi hielp..

* Met hard werken in de zaak die ze van haar geliefde stiefvader Aart, haar daddy had overgenomen. De man die zij op 16 jarige leeftijd als stiefvader kreeg en bij wie ze is gaan horen zoals ze ook straks bij hem, bij zijn 1 e vrouw die in 1943 overleed en bij haar eigen moeder begraven zal worden in het eeuwige graf van de familie.

Ze runde de zaak en hield iedereen bij elkaar, maakte tijd voor de kinderen als ze uit school kwamen, iedereen at mee en dat was ook weer een grote familie.

Maar managen in de neergaande business van de wedstrijdbekers en andere prijzen viel niet mee, maar ook daarin toonde ze power en doorzettingsvermogen. Ze had de kracht om door te gaan en ze was zakelijk genoeg om zich niet te laten piepelen.

Dat kwam er ook uit in de tijd dat wij samen voorzitter waren van de Duif en het gebouw overgedragen moest worden aan het Amsterdams Monumentenfonds. Ze had een gezonde achterdocht in de richting van het bisdom en het AMF.

Ze had veel met de jeugd. Ze voelde zich verantwoordelijk voor hun ontwikkeling en het opgroeien in een wereld die snakt naar vrede en gerechtigheid. Zij nam geen blad voor de mond als het ging om politiek, recht en gerechtigheid. Haar analyse was haarscherp en die deelde ze met ons Duiven en met ieder die met haar in discussie wilde.

Ook haar oudste kleinkinderen Maxime, Naomi kregen heel veel van haar. Ze was meer dan gewoon Oma. Ze was er echt helemaal voor hen, altijd adviezen over school, bijna een remedial teacher en natuurlijk over paardrijden.

Want toen Mimi in Amsterdam kwam wonen, was de Amsterdamse Manege net klaar en ging ze daar rijden en zowel Sabine als Maxime en Naomi zijn haar in die hobby gevolgd.

Toen Oma paard ging rijden, was het de mooiste Manege van Nederland, vertelden de meisjes mij deze week, en nu is het de oudste.

Mimi was er erg verdrietig over dat zij niet meer voor Victor en Steven kon betekenen doordat ze ziek was geworden.

Voor velen heeft zij betekenis gehad in hun ontwikkeling, voor Fred die al heel vroeg wist dat Sabine de ware voor hem was. Mimi gaf vertrouwen en zat niet gebonden aan vaste conventies. Voor haar was de mens belangrijk en de liefde die in en met ons is.

Ze was graag met mensen en genoot van samenzijn met haar gezin en de vakanties in Spanje waren onvergetelijk. En ook daarin was er weer dat lerende stukje : ze wist de betekenis en de liefde voor dat land over te brengen op hen met wie ze op reis was.

Maar een ding kon ze niet zo goed: ontvangen. Ze was helemaal verbaasd over al die kaarten, telefoontjes en bezoekjes die ze kreeg. Ze was zelf tot op het laatst bezig met ieder levend schepsel om zich heen, maar dat dat ook terug kwam en dat zij ontzettend lag te oogsten, kwam haar vreemd voor.

Ze was dankbaar voor wat ze kreeg en vroeg niet veel. Behalve die laatste zondag voordat ze in een diepe slaap wegzakte. Toen wilde ze plotseling een slagroomgebakje en waar moest die lieve John dat nu weer vandaan toveren, op zondagmorgen een slagroomgebakje en dan nog liefst in de buurt, want lang alleen zijn, kon Mimi niet meer.

Maar ook dat lukte. John die in de afgelopen jaren altijd lekkere hapjes aan het sprokkelen was voor zijn meissie.

John, die zo graag de tekst opgenomen wilde hebben van Spreuken 31, maar zei Miem : ik ben ook maar een mens met sterke en zwakke kanten. Maar als hij dat wil, dan moet je het doen. Ik ben er niet meer. Het is voor jullie.

En verder wist ze heel goed wat ze wel en niet wilde vandaag. Ik wil niet dat de mensen veel geld uit gaan geven aan bloemen. Geen gedoe met kaarsen naast de baar en geen zwarte of paarse kleren: Ik wil dat de mensen in lichte kleuren gekleed gaan.

Ook voor de kinderen, voor jullie Maxime en Naomi : vandaag is de afsluiting van de periode dat Oma bij jullie en bij ons allemaal is. Oma is in geest en in liefde bij ons. Dat kan je niet zien, maar wel voelen. Je bent als mens altijd aanwezig in je kinderen, in je kleinkinderen in andere mensen, het doorgeven van ……gaat door. Alsmaar door.

Want in de verhalen die wij elkaar vertellen, blijft een mensenkind voor ons leven zolang als wij willen. Wij hebben dit lijf gekregen en dat is tijdelijk. Dit huis vergaat.

En dat was zichtbaar aan haar, ze was op het einde lichamelijk niet meer de Mimi die wij kenden, een schim van wat zij was, maar haar geest was aanwezig en helder.

Toen ik op tweede Paasmorgen vroeg hoe het was voor haar om dood te gaan, zei Mimi : ik ben er klaar voor. Ik heb er nu wel vrede mee.

Ik kan toch niet meer iets toevoegen.

En ze zei: het past ook bij mij om tot het uiterste te gaan. En uit haar donkere ogen sprak leven en lijden en erbij willen zijn tot het laatste moment.

De vrouw die wist dat de Eeuwige en Barmhartige ook in haar hart de wet gelegd had, de wet van liefde en vertrouwen, de wet van solidariteit en vrede. Die zichzelf en ons wist te vertellen dat ieder mens gevoelsmatig weet hoe je mens moet zijn.

De mens die God zag als een kracht die onmetelijke liefde verspreidt. Die mens is fysiek van ons heengegaan.

Zij weet zich gekend door haar Schepper en geeft ons een lied mee over de schoonheid van de schepping en de nabijheid van de Eeuwige en Onnoembare. Zodat ook wij ons gekend en getroost weten door de aanwezigheid van haar geest en liefde voor altijd.

Amen.
 
       
 

terug naar de liturgie van de afscheidsviering

 
 

RG 2004-05-27 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl