Bijdrage Frans Gerritsma, viering 28 november 2004
 
 

Voorganger: Frans Gerritsma 

Lector:  Hans Gildemacher

Frans Gerritsma (l) en Hans Gildemacher (R)

 

 
 

     
 

Lezingen :

Jes. 2; 2-5 en

Jes. 11; 6-9

         
         
 

Overweging.

Een lucifer kan je al de weg in het donker wijzen, je helpen je te oriënteren, je helpen de goede richting te bepalen. Een woord, een bemoediging, een gebaar van troost, een schouderklopje het kan allemaal werken als een lichtje in het leven van mensen. Iets wat licht en lucht geeft.

Maar wanneer je dromen vol angst zijn, de wereld met al zijn angsten zo alom tegenwoordig is, in onze maatschappij het wantrouwen en onveiligheid toenemen, je niet weet waar je het moet zoeken, mensen steeds meer op zichzelf terug geworpen worden, dan weten we niet zo goed meer waar dat licht vandaag zou moeten komen. We hebben dromen nodig, of liever gezegd visioenen, een visie op het leven die werken. Maar er zijn mensen die niet meer durven te dromen, omdat hun dromen al zo vaak bedrog zijn gebleken. Het kan tot een levensvisie leiden waarin voor geloof in iets nieuws, in toekomst geen plaats meer is. Waarin leven wordt ondergaan als een maar uithouden van alle last of een verlangen naar dood. Totale doodsheid. Dorheid. Maar om te leven, om te kunnen leven, hebben we dromen nodig. Soms kinderlijke dromen van een luilekkerland. Soms volwassen dromen, dat het er toch ooit van zal komen dat wapens omgesmeed worden tot ploegscharen, speerpunten tot sikkels. Dat er geen volk meer is dat het zwaard opheft tegen een ander en oorlog niet meer geleerd wordt. Of is dat te naïef, niet realistisch genoeg?               .

Ook al zal die droom nooit uitkomen, het is wel een droom een visie, die je houding in het nu mee bepaalt. Wanneer wij zeggen te geloven in die droom, dan zeggen we in feite: we leggen ons niet neer bij de verdeeldheid onder mensen, we leggen ons niet neer bij de vanzelfsprekendheid van oorlog, we leggen ons niet neer bij als maar meer wapenen. Omdat we geloven.

 

Geloven, waarin? De droom van het paradijs? Het paradijs, zo mooi aan het begin geplaatst in de Schriften, en die Jesaja plaatst in de eindtijd toekomst, de eindtijd. Wanneer de ballingschap voorbij is, wanneer mensen niet meer vijandig tegen over elkaar staan. Jesaja wijst in zijn droom op de rol van God, dat het in feite de droom van God is met zijn mensen. Hij doet dit aan de hand van een beeld. Het beeld van de berg, zoals we al eerder in de schriften de berg zijn tegengekomen. De berg die symbool staat voor het verbond tussen God en zijn volk. De berg waar de wet, de regels ten leven werden gegeven, die hen hielp om door de woestijn van het leven te gaan, om paden te vinden, waarop de mensen elkaar tegenkomen, vervuld van een droom, en zeggen, kom op, we trekken samen op. Het doel is de berg, de plaats waar hemel en aarde elkaar raken. Een lichtend voorbeeld voor alle volken. Dat is herkenbaar, dat is een baken voor mensen van goed wil.

 

Zie je de droom, zegt Jesaja, alles, alle volken trekken zich op aan dat visioen. Die stad hoog op de berg, Jeruzalem staat voor Jesaja als symbool voor plaatsen waar recht wordt gedaan. Waar ieder herkent, hier gaat het om in een mensen leven. Het licht in ieder mens, ontstoken door de droom van God, die de mens als zijn beeld gewild heeft. De droom van die dat durft te dromen en dat op een eigen manier handen en voeten proberen te geven. Dat licht, dat steeds weer gekoesterd en gevoed moet worden. Deze droom moet iedere keer weer in ons wakker gehouden worden, om een licht voor elkaar te kunnen zijn, tegen alle donkerte en duisternis in.

Want ik geloof dat het zonder dromers als jesaja, zonder dit soort dromers in onze tijd, het donkerder en killer wordt op onze planeet. Dat wanneer we te realistisch worden, we leven bij de waan van de dag, dat de houding van binnen halen wat je kunt binnenhalen, er veel wat er aan licht in mensen oplicht, hoe klein soms ook, tot duisternis gedoemd zal zijn. Omdat het niet gezien wordt.

De droom van Jesaja, het visoen, de visie van jesaja, moeten we koesteren, zoals we vanaf vandaag dat ene vlammetje van de adventskrans gaan koesteren en het de komende weken laten aangroeien met nog meer licht, en verhalen van mensen die leefden van Gods licht. Want dromen laten de mens opnieuw geboren worden, laten God opnieuw geboren worden in de harten van mensen. Dromen wakkeren ons verlangen naar heelheid, echtheid, vrede gerechtigheid en recht aan. Hoe meer we dat samen dromen, hoe beter het is. Hoe meer we het licht laten schijnen. Jesaja spreekt in zijn droom over de wolf en het lam, die samen wonen op de berg.

 

Ik zou willen pleiten om naast de os en de ezel en de schapen ook een wolf in onze kerststal te zetten. Het geeft ons te denken.

Ik kwam daartoe, omdat ik bij de droom van Jesaja over wat daar allemaal boven op die berg wel kan samengaan, moest denken aan een verhaal dat verteld wordt over Franciscus van Assisi, die zoals je misschien weet, de uitvinder van de kerststal is. Het verhaal vertelt dat Franciscus naar de stad Gubbio geroepen werd, omdat daar een wolf was, die mensen aanviel en op at. Men wilde er met een grote groep op uittrekken om de wolf te doden. Franciscus hield hen tegen en besloot de Wolf tegemoet te treden en met de wolf in gesprek te gaan. Hij kwam bij de wolf en vroeg hem waarom hij mensen verslond. De wolf kon niet anders zeggen dan dat hij anders om zou komen van de honger, hij moest wel, wilde hij in leven blijven. Franciscus vroeg de wolf; zou je het ook doen wanneer de mensen je iedere dag te eten zouden brengen. Zo gebeurde het dat Franciscus met de wolf en de mensen van Gubbio afsprak dat zij iedere dag de wolf te eten zouden brengen en dat de wolf zich niet meer aan mensen zou vergrijpen.

 

De wolf in de kerststal, en ook maar een duif.

Een mooie droom, die we met elkaar mogen dromen.

Al werkt het maar als een lichtje van een lucifer.

Het kan een vuur worden

Een kaars, vele kaarsen.

De stad op de berg, die niet verborgen blijft

Mogen we dit geloof in onze voorbereiding op Kerstmis bij elkaar versterken.
 

 

 

   
 

| Archief/Bijdragen | Archief 2004 | Frans' "Hoofdpagina" | Gastvoorgangers |

 
 

RG 2004-11-28 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl