|
||||
Bijdrage
Rob Gijbels, viering 6 maart 2005 |
||||
Voorganger: Rob Gijbels lector: Dorien Eldering |
||||
|
||||
Lezingen 1 Sam. 16; 1, 6-7, 10-14 Ef. 4; 25 ev. Joh. 9; 1-41 en een bewerking van Psalm 36 De Naam van de hand van Huub Oosterhuis |
||||
Welkom en inleiding.
Goeiemorgen allemaal en welkom in De Duif. Welkom namens Dorien, die mee voor gaat, Henk, het koor en natuurlijk Flora, die ons vanmorgen begeleidt op de vleugel. Speciaal welkom ook voor de kinderen natuurlijk deze ochtend!
Het is de 4e zondag in de 40-dagentijd; de tijd waarin we op weg zijn naar Pasen. Op een kaart zag ik een tijdje geleden een mooie tekst staan: De mooiste dingen die je ziet, zie je zonder te kijken. Het lijkt wat cryptisch, maar het zegt eigenlijk: de mooiste momenten van het leven beleef je en zie vanuit het hart.
Daarover vertelt vandaag de profeet Samuel: God ziet anders dan mensen zien. Zien = kijken, luisteren met je hart. De evangelielezing onderstreept dat en je ontdekt dat pas, als je eens goed onder de oppervlakte van de tekst kijkt!
De kinderen praten met elkaar ook over diezelfde lezingen en Fred vertelt er alvast een klein deel uit. Overweging. Vorig weekend waren we een paar dagen in Antwerpen en de aanleiding daartoe was een studiedag met rondleiding om in het hedendaagse stadscentrum sporen van de vroege middeleeuwen te ontdekken: hoe zag de stad er in de 13 tot 16e eeuw uit, waar en hoe woonden de mensen, hoe zag de samenleving er uit? Allereerst moet je goed leren kijken langs de huidige facade van shoppingmalls en kantoorgebouwen, op zoek naar het oude stratenplan, pleinen, straatnamen, die op oude wallen en burchten wijzen. Als je dat naast een grote middeleeuwse stadsplattegrond legt in het Museum Plantijn Moretus aan de Vrijdagmarkt, kun je dat zelfs stap voor stap analyseren. Als je je niet laat verblinden door de grote boulevards van nu, het drukke verkeer, schreeuwerige etalages en reclames of hoge kantoorpanden, maar je oog richt op ogenschijnlijk verstopte details dan valt er onder die oppervlakte veel te zien, veel schoons te ontdekken. Het is maar, hoe je naar zo'n stad kijkt… Er valt meer waar te nemen, dan je aanvankelijk ziet!
Dat geldt ook voor de lezingen van vandaag; als je er goed naar kijkt -of luistert- dan merk je, dat God niet ziet zoals mensen zien. Na het mislukte koningschap van Saul zoekt de profeet de juiste man voor het volk. Niet de voor de hand liggende “rijzige” autoriteit, niet de zeven zonen van Isaï in Bethlehem, maar er wordt nog een àllerlaatste kandidaat gevonden, die het op voorhand eigenlijk wel kon schudden; de kleine David - die de schapen hoedt. Byzonder: een buitenbeetje die eigenlijk niemand had zien staan, of beter: die niemand zag “zitten” en om dat nog eens te bestempelen staat er notabene, dat hij rossig was! Temidden van zijn verbaasde broers wordt hij door de profeet Samuel tot koning van Israël gezalfd. En wij weten, dat deze David zelfs een van de verre voorouders van Jezus zou worden. Geen geringe uitverkiezing dus. De laatste wordt de eerste. Onder de oppervlakte, onder het uiterlijk zag de profeet de innerlijke kracht en oprechtheid in het hart van David. Wat niemand had gezien, had God al gezien. Dan valt er dus veel te ontdekken: onder de oppervlakte van die rossige David was in dit geval zelfs de stamvader van een voornaam Joods koningshuis verscholen.
Er zit een groot verschil tussen KIJKEN EN ZIEN. Bij kijken denk ik aan: kijken naar de televisie … een sportwedstrijd, schaatswedstrijden. Bij kijken ben je toeschouwer … kijken op afstand … afstandelijk. Zien reikt verder dan kijken. Zien heeft te maken met inzien, doorzien, schouwen … zien door alle uiterlijkheden heen.
Het wonderlijke verhaal van de blindgeboren man is, dat hij na een ontmoeting met Jezus kan ZIEN. Wat gebeurt er eigenlijk? Wat is die man gaan ZIEN? Laten we de oppervlakte van dit verhaal eens wegpoetsen, en naar ogenschijnlijk verstopte details op zoek gaan, zoals wij bv. in Antwerpen deden. Wat in het verhaal opvalt, is dat het een levendig ooggetuige verslag is en ik wil er graag 4 hoofdlijnen uitlichten. Allereerst: onderweg naar Jeruzalem stuit Jezus op een man, die van zijn geboorte af blind was. Hij ZAG hem, staat er. De leerlingen hadden hem blijkbaar over het hoofd gezien of misschien zagen zij alleen maar een zielig “geval”, iemand met een handicap, lastig! Maar Jezus ZIET deze man wel; hij ziet dus anders dan wij mensen gewend zijn te doen. En het gaat hem aan; hij ziet geen hopeloos “geval” maar een mens, zonder eigenwaan, die uitZIET naar een heel nieuw leven. En Jezus zegt over hem: Gods werk moet door hem zichtbaar worden. “Gods werk” is hetgeen Jezus elke dag doet: de boodschap van verzoening, vergeving en liefde zichtbaar maken, de boodschap die wonderen doet.
Daarna spuugde Jezus op de grond, kneedde wat modder en streek dat op de ogen van de blinde. Hij werd weggestuurd om zich te wassen in het badwater Siloam, dat betekent “uitgezonden”. De man waste zich vervolgens en kwam ziende terug. Niet zómaar een wondertje; maar: die man wordt uitgezonden, legt het oude van zich af en komt terug als een ànder mens! Een mens met een nieuwe, open blik op het leven en er groeit bij hem een steeds dieper en vastere overtuiging over hetgeen Jezus had gedaan.
In het vervolg van Johannes horen we tegenover die indrukwekkende werkelijkheid een onbeschrijflijke verwarring en een compleet verhoor. Tussendoor lezen we daar ook de andere kant van het verhaal: wie was er nu ècht blind? Als Jezus aan het eind de eens-blinde man opzoekt, is hij door de Farizeeërs op straat gegooid. De Farizeeërs, de leiders van het volk, zij die geacht werden het beste ZICHT te hebben hoe de wet en de wereld in elkaar stak. De achterkant van het verhaal van de blinde die ziend werd, is dus dat duidelijk werd gemaakt, dat zij die de wet zo goed kenden, uiteindelijk BLIND bleken te zijn voor de echt boodschap van God; zij zijn het voorbeeld van diegenen, die geen of te weinig oog hebben voor de boodschap van verzoening, vergeving en liefde. Jezus zet deze geleerde mannen dus mooi “te kijk”. Expres wordt in vs.14 nog eens verteld, dat het op de SABBATH was dat Jezus van modder een soort papje of modder deeg maakte. Natuurlijk had Jezus daar ook een aanraking, of een woord voor kunnen gebruiken, maar dat modderdeeg maakt hij met opzet: want het kneden van deeg was op de sabbath tegen de regels van de wet voor trouwe joden. Deze aanpak is dus een prikkelende provocatie tegen de Farizeeën. Duidelijk moest worden gemaakt, dat Gods werk dus van een heel andere orde is dan hun vrome positie en hun starre blik op letters van de wet. Gaat het immers niet meer om de GEEST van de wet? En gaat het niet ook veeleer om het HANDELEN in die geest, dan alleen vrome uitleg geven en onderhand aan hulpbehoevenden voorbij te schrijden? Het is alsof Jezus het modderdeeg dat hij in de ogen van de blinde smeert om hem ziende te maken, tegelijk in de ogen van de Farizeeën smeert: de ZIENDE is dus BLIND.
Je kunt zeggen, dat Farizeeën zich blind staren op de wet en de regels; naar de buitenkant of de etalage van hun geloof. Ik weet niet of het wel echt kan: je blind staren, dat je blind wordt als je maar blijft staren. De beeldspraak is wel mooi: als je je fixeert op een vast punt en je je dus sterk concentreert op dat ene punt, valt de rest eromheen weg of lijkt het duister. En dat geldt ook voor ons. Zo kunnen mensen zich fixeren of blind staren op hebbe-dingen, op status, op ”gezien” willen worden, gezondheid, op een facade van luxe en comfort enz. Met blijven staren sluit je je voor je omgeving af en geef je de nieuwe mens in je geen kans. Denk daar nog maar eens over na als we straks het lied zingen: blijf niet staren op wat vroeger was … sta niet stil in het verleden … En voor het goede begrip: het zegt nièt, dat je geen oog mag hebben voor het verleden, want dat mag hopelijk dierbare herinneringen bevatten, die niemand je af kan en mag nemen. Je mag wel stil staan BIJ het verleden, maar niet IN het verleden blijven staan. Het roept je dus op om samen in beweging te komen, aangeraakt en meegenomen, door de nieuwe mens die in je is.
Deze 40-dagentijd voor Pasen vraagt ons de ogen te openen voor wat de kern van het leven is … wat het hart raakt. Het is een tijd om opnieuw bewust te worden, wat je leven werkelijk drijft, de diepe waarden van jouw leven, jouw keuzes. Als je leert kijken met je hart – of zeg met even zovele woorden: als je leert luisteren met je hart (als je ogen het letterlijk niet zo best meer doen) - is dat een rijkdom voor je verdere leven. Hoevaak neem je de tijd om jezelf of elkaar eens met nieuwe ogen te zien? Om de kostbare binnenkant te ontdekken? Het is als die kaart waarop staat: De mooiste dingen die je ziet, zie je zonder te kijken. Met andere woorden: ontwaak!, de mooiste momenten van het leven beleef je, zie en hoor je vanuit het hart.
Laten we in deze weken sámen op zoek gaan naar het pad van de toekomst; met een open oog door de schepping heen het licht van Gods goedheid zien en dat samen delen. Dan kun je met Pasen oprecht verheugd zijn, dat een onuitputtelijke bron van veelstemming licht je in de morgen aanstoot! Als je zó in het leven wilt staan, geloof ik dat dit je energie kost, maar je tegelijk ook nieuwe energie geeft.
Zo moge het zijn.
Nodiging. In de overtuiging dat wij leven onder de belofte van trouw en aanwezigheid van de Eeuwige, dat wij bezield kunnen worden door wijzen en profeten, zoals Jezus van Nazareth, mens van vlees en bloed die zijn leven overhad voor de goede zaak, voor de boodschap van gerechtigheid, vrede en eenheid voor deze wereld.
In de wetenschap dat er een verbond is tussen hemel en aarde Tussen die ene God met vele namen en ons mensen en dat dat zichtbaar wordt als je je er voor open stelt.
In de zekerheid dat onze samenleving en onze wereld snakt naar eenheid en evenwicht, willen wij delen met elkaar, delen van brood en wijn, tekenen van leven en van samen.
Iedereen is welkom zonder uitzondering. Komt want alles staat gereed.
Zegenbede.
Laten we ons overgeven aan deze droom, En toekomstmensen zijn. We laten ons verlichten Door het veelstemmig licht van de Ene en Eeuwige:
De Eeuwige zegene ons en zij behoede ons, De Barmhartige doe zijn aangezicht over ons lichten en zij ons genadig, De Ene God met de vele namen verheffe haar aangezicht over ons en geve ons vrede. Amen. |
||||
|
||||
RG 2005-03-08 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl |
||||