Bijdrage Ton Wiemers en Alet Aalders, viering 1 mei 2005

 
 

Voorganger: Alet Aalders

 

 
 

Gastvoorganger: Ton Wiemers -overweging-

 
 

 

Lezingen:

Handelingen 8; 5-8 en 14-17

1 Petrus 3; 15-18

Joh. 14; 15-21

         
         
 

Inleiding.

In het openingsgebed dat we zojuist uitspraken zeiden we: ‘kijk naar deze dag!'. Het gaat dus om vandaag! 1 Mei is een veelzijdige dag. De ‘dag van de arbeid', al ingesteld in 1890 en in veel landen zelfs een wettelijke feestdag. Maar het is voor ons vooral het begin van de Meimaand, een maand vol herinneringen. Voor de ouderen onder ons is er de herinnering aan 10 mei 1940: het begin van de oorlog en van vijf jaar bezetting, de viering van 4 en 5 mei: de gedenkdagen van de bevrijding van alle geleden verliezen uit die tijd, voornamelijk de gruwelijke moord op 78.000 joden in onze stad.

 

Daarbij hebben we gisteren een speciale Koninginnedag gevierd, het beging van het 25-jarige jubileumjaar van onze vorstin.

 

En dan zitten we deze dagen nog steeds met de vraag of we wel blij moeten zijn met de verkiezing van de nieuwe paus. Zal hij een bijdrage leveren aan het oecumenisch karakter van onze gemeente waaraan wij zo verknocht zijn?

 

Kijk naar deze dag vroegen wij. We doen dat met alle verwachtingen die in ons leven en we bidden dat de hoop die in ons leeft niet ingaat tegen wat God met deze wereld voor heeft.

 
       
 

Overweging.

In deze zondagen van Pasen horen we in de lezingen over de begindagen van de christelijke gemeente. Dat was niet alleen maar Pinkstervreugde. Stefanus werd vermoord en Saulus, de latere apostel Paulus, was het eens met die moord en er ontketende zich een felle vervolging van de leerlingen van Jezus. Die had overigens gunstige gevolgen want daardoor werd de verspreiding van de leerlingen een feit en daarmee begint de lezing van vandaag. De leerlingen trokken rond en de christelijke prediking nam daarmee een aanvang.

 

Het is Petrus die in de 2 de lezing een mooie definitie geeft van die christelijke prediking. Hij schrijft: weest ‘altijd bereid tot verantwoor- dig aan ieder die rekenschap vraagt van de hoop die in u leeft'. We dienen dus als christenen optimisten te zijn en dit als gevolg van onze relatie met Jezus Christus. We dienen dus onbevreesd de reden voor ons optimisme op te geven maar wel met respect voor anderen en zachtmoedigheid en met een zuiver geweten. Het gaat uiteraard niet gemakkelijk en het kost moeite maar met een zuiver geweten kom je er altijd wel beter vanaf. Vandaar die ogenschijnlijk wat vreemde zin: ‘het is beter te lijden voor het goede dat men doet, zo God dat wil, dan voor het kwaad dat men bedrijft'.

 

Wat Petrus hiermee wil zeggen komt duidelijker uit de verf in de woorden van het evangelie van Johannes. Maar ook hij spreekt een taal die niet voor iedereen op het eerste gezicht duidelijk is. De teksten van Johannes gaan nogal diep en worden vaak gezien als mystiek. In de lezing van vandaag kondigt Jezus zijn heengaan aan en zegt daarbij nadrukkelijk dat ons Hij ons niet aan ons lot overlaat. Spiritueel blijft Hij bij ons. ‘Ik laat u niet verweesd achter' zegt Hij duidelijk.

Die evangelie teksten, die veelal als ‘mystiek' worden beschouwd, worden naar mijn oordeel veel te weinig in de aandacht gebracht. Iedereen weet de leer van Jezus van Nazaret te beoordelen waarbij bijna altijd de aandacht uitgaat naar de moraal. Zijn leer wordt beschouwd als een lering van geboden, met name het gebod van de liefde. Maar de achtergrond van zijn leer: zijn eenheid en gemeenschap met God, die Hij altijd zijn Vader noemde en die Hij ons ook ‘Vader' liet noemen in ons gebed, daar horen wij minder over. Maar het eerste van de tien geboden begint met de woorden Ik ben de Heer uw God.

 

Als er iets is wat typerend is voor onze maatschappij is het wel de

kerkverlating. Iedereen weet het: de kerken lopen leeg en worden afgebroken of omgebouwd tot appartementen. Wij in deze Duifgemeente hebben ons dertig jaar geleden ingespannen om de afbraak van onze kerk te verhinderen en we zijn daar gelukkig in geslaagd. Maar de crisis in de kerk gaat intussen wel door, in ons land en in de landen om ons heen. Daarom heeft het me zo verbaasd hoezeer de laatste weken de dood van de paus en de verkiezing van de nieuwe het nieuws in de media overheerste. Rome en het Vaticaan beheerste pers en publiciteit.

Dat lijkt allemaal heel tegenstrijdig. Van de ene kant een steeds meer afnemende belangstelling voor geloof en kerk en van de andere kant zoveel belangstelling en aandacht voor het kerkelijk gebeuren. Ik denk dat het komt doordat de wereld toch nog veel goeds verwacht van de kerk. Het lijkt er op dat de vervreemding van het kerkelijk leven voor een groot deel voortkomt uit de houding van veel kerkelijke autoriteiten. Er wordt te veel gezegd wat wij wel moeten en niet mogen. Er wordt te veel aandacht gevraagd voor geboden en verboden. De taak van de kerk is voorgaan in het geloof, het geloof levend houden en aantrekkelijk maken. In het evangelie van vandaag lezen we: ‘wie zich aan mijn opdracht gebonden weet en haar ter harte neemt, die is het die Mij lief heeft, en wie mij liefheeft zal ondervinden hoe mijn Vader hem liefheeft'. Wat is dat voor geheimtaal?

Jezus zegt: ‘je zult inzien dat ik in mijn Vader ben en dat jullie in Mij zijn zoals Ik in mijn Vader ben'. En van veel mensen die zich christenen noemen hoor je: 'ik geloof wel in God maar ik kan me daarbij niets voorstellen.' Maar waarom wil je een voorstelling kunnen maken van God terwijl het zonneklaar is dat niet kan? God is onvoorstelbaar maar hij is ons verschenen in de persoon Jezus van Nazaret en die zegt: ‘wie Mij ziet, ziet de Vader'. We kunnen God proberen te vinden buiten ons maar beter in ons zelf, niet in woorden of geboden en verboden maar in liefde, die overigens ook onvoorstelbaar is.

 

Willen we daar echt werk van maken, dan moeten we beseffen dat dat een zeker meditatief leven voor nodig is. Dat lijkt iets uitzonderlijks maar is in wezen heel eenvoudig. Maak gebruik van alle nutteloze momenten van alledag. Ons leven omvat vele ogenblikken van wachten. Je wacht alle dagen op je beurt aan de kassa, op het groene verkeerslicht, op de komst van de tram of de bus, je wacht in de spreekkamer van de dokter of de tandarts, het leven is vol van wachten wat je vruchtbaar kunt maken door een moment van gebed, van het zoeken naar God in jezelf.

 

De nieuwe paus, Benedictus XVI, was voorheen de man die de leer en de dogma's van de kerk moest bewaken en verklaren. Daarom schrokken veel mensen van zijn verkiezing, bang als ze zijn dat er weer veel aandacht zou zijn voor dormatische leerstelligheden. Maar we kunnen ook hoop koesteren want een van zijn eerste woorden als paus betroffen de oecumene. Wij noemen onze gemeente ook een oecumenische. Wij willen ook eenheid onder alle gelovigen.

 

Nog even terug naar de brief van Petrus: ‘wees altijd bereid tot verantwoording aan ieder die rekenschap vraagt van de hoop die in u leeft'. Laten we dus ook de hoop niet laten varen, dat de nieuwe paus een nieuwe bron van geloof zal blijken te zijn in onze zozeer verontruste maatschappij. Amen.

 

       
 

Gastvoorgangers |

 
 

RG 2005-05-04 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl