Bijdrage Rob Gijbels, viering 8 mei 2005
 
 

Voorganger: Rob Gijbels

en: Ineke Pruisen

 
 

 

 
         
 

Lezingen

- verhaal Kim Phuc

Hand 1; 12-14

1 Petrus 4; 13-18

Joh. 17; 1-11

 
         
 

Welkom en inleiding.

 

Goedemorgen hartelijk welkom bij deze viering van de Oec. Basisgemeente De Duif. Normaal in de Duifkerk aan de overkant van de gracht, maar vandaag even uitgeweken naar de Amstelkerk. Op deze plek komen al ruim 330 jaar mensen bijeen rond eeuwenoude woorden, om brood en wijn te delen, om rust, bemoediging en inspiratie te vinden.

 

Ik ben blij, dat ik deze dienst met u mag vieren; Ineke Pruissen gaat vandaag mee voor. Ineke en Helma komen wat langer in de Duif en zijn èchte Duiven geworden! Zij gaan eind deze maand met elkaar in De Duif trouwen en vandaag leert u hen hiermee ook wat beter kennen!

 

Het is vakantietijd; het koor is wat kleiner dan we gewend zijn, maar als we Flora en Bert in de gaten houden, zingen wij als nooit tevoren!

 

Dezer dagen wordt in vele toonaarden de slachtoffers van oorlog en geweld herdacht; ook de vrijheid en vrede wordt bezongen en gevierd. De lezingen die ons in het rooster werden aangeboden passen wonderwel bij een bezinning op de zondag na hemelvaartsdag.

 

Zestig jaar na de Tweede Wereldoorlog roepen we nog steeds: dat nooit weer …

 

Maar na de tweede wereldoorlog kwamen er nieuwe oorlogen … èn staan opnieuw mensen op om vrijheid te bevechten – dag aan dag.

 

Het verhaal van Kim Phuc, dat “gouden geluk” betekent …
 
     
 

Overweging.

 

 

Het is vandaag 3 dagen na Hemelvaartsdag. Ik kan me niet herinneren, dat ik dit ooit als een echte feestdag ervaren heb; tòch een christelijke feestdag. Enerzijds een afscheid van Jezus van zijn vrienden; aan de andere kant - in plaats van tijdelijke aanwezigheid gaat Hij over naar het eeuwige nu.

 

Het Boek van de Handelingen van de Apostelen vertelt hoe mensen elkaar in die tijd opzochten, elkaar bemoedigden – sterkten en volhardden in de gebeden. Het beschrijft ons een ongemeend boeiende tijd, de eerste jaren van het christendom, dat toen feitelijk een van de takken was van het zeer pluriforme jodendom. Het oudste christendom, de erfenis van Jezus, was niet het christendom van een Paulus of van een Petrus, en ook niet een schrale afgeleide daarvan, dat wij nu kennen. Naar dat oeroude christendom wordt de laatste tijd veel onderzoek gedaan en dat roept op een aantal punten een gevarieëerder beeld op, dan wat de kerk 18 eeuwen leerde.

Ik vind dat zelf een sterk moment; een kleine groep mensen die dóórgaat, een basis-gemeenschap; mannen en vrouwen die het nog moesten stellen zonder autoriteit en leergezag. Een groep onder leiding van voorman en spiritueel leider Jacobus, waarschijnlijk een broer van Jezus. Zij deden het met doorvertelde herinneringen aan Jezus, die voor hen de ware profeet was die de Wet (de werkelijke bedoelingen van God en niet wat de mensen ervan maakten) verklaarde aan de toehoorders. Die eerste volgelingen waren, evenals hijzelf, joden. Het oudste christendom is dus een joods christendom. Pas als later Paulus verwoed gaat prediken, ontstaat er een christendom dat losser staat van de joodse voorschriften en tradities.

 

De bijbel en ook geïnspireerde buitenbijbelse geschriften, die lange tijd als verloren waren gewaand, tonen een beeld waarin de vrije spiritualiteit van onderaf nog nauwelijks te lijden had van leergezag en wetten van bovenaf. Het christendom was die eerste eeuwen nog een vergaarbak aan stromingen; ze hadden één ding gemeen: ze gingen niet ten onder aan dogma's en stellingen, maar stonden nog een vrijheid van denken en ervaren voor. Zij leefden vanuit de géést, die een diepe verbondenheid gaf... Spirituele joden en christenen ervoeren diep in hun eigen kern het ruach, de geest, die eenheid vormde met de oneindige, ondefinieerbare God, die het Licht zelf is.

 

Herinneringen aan Jezus gaf men van geslacht op geslacht door en werden later opgeschreven. Zo lezen wij vandaag ook een lering – een logion – ofwel: uitspraken van Jezus, hier als een afscheidsrede.

 

De schrijver van het Johannes-evangelie van deze ochtend beschrijft het: Hij sloeg zijn ogen op naar de hemel … hier horen we Jezus zelf in gesprek als hij in een lange afscheidsrede tot de Eeuwige begint te spreken en Hem VADER noemt. Niet zijn aardse vader, maar “Zijn vader die in de hemel is..”

Tòch - niet een godsbeeld van ver-weg, maar iemand op wie je mag vertrouwen en die dichtbij je is, zoals de vader en moeder die dat Vietnamese meisje Kim Phuc geen dag alleen lieten… Zonder zo'n vader-moeder had ze het nooit gered.

 

Jezus bidt tot de Onnoembare, voor hen die Hem volgen als Hij weet dat Hij niet meer temidden van hen zal zijn. Hij bidt niet voor de wereld, niet voor vrede, niet voor de mensen die zich afsluiten voor God, maar juist voor hen die zich openstellen voor de Eeuwige. Ik vind dat ook weer zo'n sterk moment. Je proeft hierin het vurige verlangen, dat zijn volgelingen echt gods-waardig zullen leven. Dat zij – en indirect wij natuurlijk allen ook – laten zien wie God is, zoals hij zelf gedaan heeft. Hij bidt dat allen, die Hem en God volgen, één zullen zijn met de Eeuwige. Als we één zijn met God de Schepper, dan kun je –oog in oog met het kwaad – vast blijven houden aan het heil, aan wat goed is.

 

Door Jezus hebben we de Eeuwige van nabij leren kennen. Op de maandagavond van de voorbereiding van deze viering hebben we ook gesproken over wat het voor je betekent: “bewaar hen door uw naam”.

Iemand zei: ik zie in Jezus de Christus, de mensgeworden bevrijder, die wetten en voorschriften opnieuw interpreteerde en uitlegde, zoals in die eerste, oude christen-gemeenschappen. Terwijl joodse schriftgeleerden vooral de regels, de ge- en verboden uitlegden, geneest Jezus zieken op de sabbath.

Wetten waren en zìjn natuurlijk nodig om onze samenleving leefbaar te houden, maar in tegenstelling tot de letterknecht haalt Jezus de geest van de wet boven water. Hij was niet tégen de wet en veranderde de wet ook niet, maar liet zien dat een ieder kan delen in het koninkrijk, mits je er wel wat voor doèt. Het wordt je niet geschonken door alleen in Jezus te geloven, maar door een god-waardig bestaan te kiezen. Niet uiterlijk vertoon, maar je innerlijk verbonden weten met de Onnoembare, geeft je ruimte om afstand te nemen van oude gewoonten en gedachtenpatronen. Dat maakt je vrij.

 

Het Woord van de Eeuwige is ons opnieuw in het hart gelegd en geeft ons de kracht om eigen verantwoordelijkheid te nemen; een vrijheid met inachtneming van de ander. Vrijheid is echter ook onlosmakelijk verbonden met verantwoordelijkheid.

Deze week, dit weekend zijn we ons destemeer bewust, dat we het grote kwaad moeten bestrijden. Vrijheid moet bevochten worden om de wereld een god-waardig bestaan te geven. Té lang is er soms gezwegen …

Vrijheid ligt niet alleen in handen van grote machthebbers, maar is ook onze eigen verantwoordelijkheid. Het vraagt om durf, lef om je nek uit te steken. Op te staan, je stem te laten horen.

Petrus schrijft in zijn brief dat als je recht en rechtvaardigheid uitdraagt –zoals Jezus de bevrijder dat deed – je wellicht niet-begrepen of gehoond wordt, maar dat dit ruimschoots wordt overschaduwd door een andere vorm van geluk, -een gouden geluk misschien - die van eeuwigheidswaarde is. En natúúrlijk is dat soms hartstikke moeilijk en sta je er misschien soms alleen voor; maar God geve het je, dat je je telkens opnieuw met Hem verbonden mag weten.

 

Vrede en vrijheid is een onmetelijke rijkdom en daarmee ook een plicht, om het te delen en door te geven. Zowel de vrijheid op het grote wereldtoneel, maar ook je verworven vrijheid in je persoonlijk leven. Of zoals Kim Phuc zei: Je kunt de dingen die gebeurd zijn niet veranderen. Wat je wèl kunt doen, is jezelf vrijmaken van een belastend verleden, zorgen voor vrede en vrijheid, nu en in de toékomst.


Wensdromen worden dan waar; wij spreken met elkaar een taal van hoop en vrede. 

Vrede en vrijheid geeft het leven kleur.

 

Rood is het vuur

Het vuur is een vogel.

 

Wit is de vrijheid

Kijk een vredesduif.

 

Blauw is de fakkel

Een fakkel die brandt.

 

Het vuur van de vrijheid,

Het gouden geluk,

Dat geef je door.

 

Zo moge het zijn.

 


Zegenbede

 

De Eeuwige zegene ons en behoede ons,

De Barmhartige doe haar aangezicht over ons lichten,

De Liefdevolle verheffe zijn aangezicht over ons

en geve ons vrede

Al de dagen van ons leven

Amen.

 
     
     
     
     
     
     
     
       
 

Voorgangers |

 
 

RG 2005-05-08 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl