Bijdrage Henk Kemper, viering 29 mei 2005
 
 

Voorganger: Henk Kemper

lector: Thea van Deijl

Thema: Brood

 
 

 

 
         
 

Lezingen

Deuteronomium 8: 2-3, 14-16

1 Kor. 10: 16-17

Johannes 6: 51-63

 
         
 

Inleiding

Goedemorgen, hartelijk welkom in deze viering van schrift en tafel. Thea en ik heten iedereen hartelijk welkom op deze zondagmorgen. Bekende, vertrouwde gezichten én nieuwe gezichten: voel je welkom, dit uur.

 

Het is al weer heel wat jaren geleden dat ik mocht voorgaan in een dienst in de Duif. Het is ook al weer heel wat jaren dat ik het koor dirigeer. Destijds reden om dan maar niet voor te gaan. Het zou zo gemakkelijk een, laten we zeggen “one-man-show” kunnen lijken. Een aantal mensen heeft me niet zo lang geleden overgehaald om toch weer te kandideren als voorganger. En uit het behaalde aantal stemmen moet ik afleiden dat jullie een one-man-show-effect niet vrezen. Niettemin hoor ik na afloop graag van jullie of je voorganger kunt zijn én dirigent.

Vandaag gaat het in de lezingen heel uitdrukkelijk over brood. Al komt het woord brood vaker voor, het gaat over het totaalbegrip van brood en wijn. Een beeld dat Jezus neerzette en dat een begrip is geworden voor de navolgers van Jezus van Nazareth, de christenen.

Het woord brood komt op niet minder dan 246 plaatsen in de bijbel voor. Vaak in de concrete betekenis van brood zoals wij dat kennen, maar ook in de overdrachtelijke zin zoals: een mens leeft niet van brood alleen.

 

Woord en muziek zullen vandaag een hoog “brood-en-wijn-gehalte” hebben, omdat ik jullie hoop mee te nemen in een samenspel van lezingen door de eeuwen heen en dat wat dat voor ons vandaag de dag betekent.

 

Wat mij betreft hebben we vandaag dus oud-testamentische lezingen, nieuw-testamentische en hedendaagse muziek die qua thematiek (vanuit mijn koorfunctie zal dat jullie niet verbazen, denk ik) de lezingen volledig aanvullen.

 

Eén gedachte hoop ik tijdens deze dienst overeind te houden en dat is het thema van vandaag: brood en wijn is hét teken dat uitdrukt dat we één zijn met elkaar.

 

Ik wens ons allen een inspirerend uur toe. Ik wil Thea nu vragen om samen met jullie het gebed om vergeving te bidden.

 

 

                         

 

 
 

Overweging

Vandaag vieren we volgens de officiële kerkkalender Sacramentsdag. Een dag die hier te lande niet zo veel meer betekent. Op internet zocht ik even op dit woord en kwam tot de verbijsterende conclusie dat er in met name de ons omringende landen, maar ook wel in het Brabantse sprake is van een begrip als het gaat om Sacramentsdag. Voor de meeste mensen is dit begrip omgeven door het besef van een vrije dag of, zoals voor onze Duitse oosterburen het besef van een lang vrij weekend. Ook heel veel evenementen worden gehouden op Sacramentsdag. De inhoud en achtergrond van de dag zijn wat je noemt inderdaad naar de achtergrond verdrongen. Ook in onze omgeving leeft het begrip bepaald niet. Enige uitleg van Sacramentsdag lijkt mij dan ook op zijn plaats: de officiële datum van deze feestdag is de 9e donderdag na pasen, ofwel 11 dagen na Pinksteren, zijnde de donderdag na de eerste zondag van Pinksteren.

Het feest ontstond in de omgeving van Luik, België waar de latere paus Urbanus IV toen aartsdiaken was. In het jaar 1264 maakte Urbanus er een feestdag van. Zoals dat toen gebruikelijk was ging de paus voor in een grote processie waarin de hostie in een monstrans plechtig werd rondgedragen.Waarom vond Urbanus dit een feest waard ? Wel, omdat rond het feestelijk herdenken van het laatste avondmaal door Jezus altijd een zware lading hing. De lading van Witte Donderdag en de gebeurtenissen van de dagen daarna. En deze lading stond een feestelijk vieren van het instellen van de eucharistie in de weg. Urbanus beoogde, zoals wij dat nu zeggen, een upgrading van het feestelijk karakter van het navolgen van het door Jezus ingestelde gebruik van delen van brood en wijn. Een gebruik met een betekenis.

 

De teksten die we vandaag lezen staan in een duidelijke lijn. De eerste tekst die we lazen is die uit het boek Deuteronomium. Een bekende passage die alles te maken heeft met de grote tocht die het Joodse volk maakte uit het land Egypte naar het hun beloofde land. Zoals bekend was het een weerbarstig volk dat meer dan eens het vertrouwen van God op de proef stelde. Meer dan eens dreef het volk Mozes, de gids, tot grote wanhoop. We weten ook dat God zelf het volk meer dan eens redde uit verscheidene wanhopige situaties.

Ook in deze passage: stel je eens voor dat al het eten op is. Geen water, geen brood, geen vlees; alleen brandende zon in een dorre woestijn. Je moet wel heel sterk in de schoenen staan om dan vertrouwen te behouden. Waar moet Mozes voedsel vandaan halen ? Waar zal die God van Mozes het vandaan halen ?

En toch maakt het volk kennis met een volstrekt onbekend soort voedsel. Voedsel dat dan ook door hen “manna” “wat is dit?” wordt genoemd. In de strikte zin van het woord was het manna geen brood maar zoete korrels die door bepaalde schildluizen in grote hoeveelheden worden afgescheiden, maar toch een eetbaar produkt waarvoor God zelf zorgde. Veertig jaren lang lag het op de grond en het verdween, volgens het verhaal, toen het volk het beloofde land was ingetrokken.

 

De evangelietekst die we lazen vormt een verhaal als ware het een videoverslag van het laatste avondmaal van Jezus van Nazareth. In deze tekst stelt hij eigenlijk de viering van brood en wijn in, zoals we dat nu ook elke zondag navolgen. Ik ben bang dat zijn toehoorders Jezus niet helemaal begrepen. Maar wie zal ze dat kwalijk nemen. Hoe kun je van mensen verwachten dat ze op voorhand begrijpen wat Jezus zegt als hij aangeeft te zullen sterven maar een verbond zal achterlaten. Hoe konden ze begrijpen wat de reikwijdte was van zijn woorden.

 

In het verleden is er door de R.K.Kerk een fundamenteel punt gemaakt van het al dan niet letterlijk nemen van de woorden van Jezus. Met name na de instelling van Sacramentsdag zijn er allerlei opvattingen ontstaan. Een uitleg die in de eeuwen na het ontstaan van Sacramentsdag post vatte is de uitleg dat een stuk brood tijdens de eucharistie werkelijk transformeert in een fysiek stuk lichaam van Jezus van Nazareth. Daarmee was het delen van een stukje brood niet langer het doorgeven van een ideologie, in gang gezet door Jezus, maar werd het een ronddelen van een tastbaar stuk van de Messias. Dit beeld werd zo sterk dat het zelfs tot dogma van de kerk werd verheven. Ja zelfs werd eeuwenlang verklaard dat eenieder die hierin niet wilde of kon geloven niet langer deel kon uitmaken van de kerk. Tijdens de voorbereiding van deze dienst hebben we daar weer de nodige verhalen over gehoord.

 

Vandaag zou ik met jullie willen terugkeren naar de vraag: wat bedoelde Jezus als hij het had over het ware voedsel en de ware drank. Zelf denk ik dat Jezus met deze uitspraak sprak in beelden. Dat deed hij meestal en zo ook nu. Ik denk dus dat Jezus bedoelde dat zijn Leer is als eten en drinken voor de mensen. Zijn leer is als geestelijk voedsel voor de mensen. En daarmee zijn we dan aangekomen bij dat waar het werkelijk over moet gaan: over de inhoud van de woorden en de wijsheid van Jezus. Hij geeft het zelf aan in vers 63 van de derde lezing: “wat ik gezegd heb ik Geest en leven.” Het een is onlosmakelijk verbonden met het andere: Geest én leven. Leven en Geest.

 

Jezus bedoelde niet dat je in de kerk komt om te eten en te drinken. In 1 Korinthe 11 staat een mooi citaat van Paulus: Hij schrijft daar: “daarom, broeders en zusters, wanneer u samenkomt voor de maaltijd, wacht op elkaar. Als iemand honger heeft moet hij thuis maar eten.” Samenkomen voor de maaltijd is dus iets anders dan een fysieke maaltijd. De maaltijd die hier bedoeld wordt is een spirituele.

Volgens mij begreep die Paulus het wel. Maar ja, hij is van voor de instelling van Sacramentsdag. Dat Paulus nog dichter bij Jezus stond blijkt ook uit de tweede lezing die we lazen. Paulus probeert ons uit te leggen dat we, dóór het drinken van de beker en het ronddelen van het brood tijdens de vieringen, een rechtstreekse verbinding leggen met dat waarvoor Jezus stierf. Wat hij ons voorleefde en wat wij moeten doorléven en doorgeven. In dat geval vormen we tezamen één lichaam en geest. In dat geval vormen we één grote groep van mensen die de idealen willen uitdragen en vormgeven in de dagelijkse wereld. Die gemeenschap van mensen is de kerk, het lichaam waar Jezus het over heeft. Niet het instituut; dat is slechts een organisatievorm. Waar het echt om gaat is de optelsom van mensen die Jezus' woorden in de praktijk wensen te brengen.

 

Alleen als we dat oprecht proberen heeft het volgen van Jezus' woorden zin. Andersom gezegd: wat heeft het voor zin om Jezus verkiezingsprogramma te volgen als we er in de praktijk niets mee kunnen.

 

De vraag komt dus bovendrijven: hoe kunnen wij brood en wijn voor elkaar zijn in de dagelijkse praktijk. Hoe kunnen we concreet uitvoering geven aan woorden als: weest voedsel voor elkaar; doet dit tot mijn gedachtenis; een mens leeft niet van brood alleen.

De afgelopen week hebben we in de Duif uitersten meegemaakt: Helma en Ineke vierden een verbondsviering. Ze beloofden elkaar plechtig brood en wijn voor elkaar te zijn. Deze week moesten we ook de uitvaartdienst van Babette verzorgen. En daar waar Ineke en Helma er voor elkaar zijn in hun wittebroodsweken, zo zullen wij er moeten zijn voor Jeroen en Ciske nu hun leven zo genadeloos op de grondvesten trilt.

 

Bij de voorbereiding van deze dienst dachten we eens na hoe moeilijk of gemakkelijk het is om er voor een ander te zijn. We kwamen tot de conclusie dat het niet zo moeilijk is om iets te betekenen voor een ander, als je je ogen maar open houdt. Een telefoontje met wat aandacht voor iemand die dat nodig heeft; de haren van je oma eens kammen omdat ze dat zo prettig zou vinden; een woord van bemoediging voor iemand die het niet meer ziet zitten; als vrijwilliger meegaan en rolstoelen duwen voor de Zonnebloem.

Voorbeelden van mogelijkheden waarin je een ander tot steun kunt zijn.

 

Ik denk dat we ons vaak niet bewust zijn van de dingen die we doen. Je maakt immers niet de godganse dag de afweging of iets wel of niet in lijn is met Jezus' woorden. Het is daarmee een levenshouding geworden. Precies wat Jezus van ons vraagt. Op talloze plaatsen in de bijbel staat immers dat je je niet moet laten voorstaan op de dingen die je doet, maar dat het een natuurlijke houding moet zijn.

 

Vaak denken we dat we grote dingen moeten doen. We moeten niet vergeten dat kleine dingen voor mensen die er behoefte aan hebben groots kunnen zijn.

Daarmee wordt het ons allemaal gegeven iets groots voor anderen te betekenen.

Het is gemakkelijk om te denken dat wij toch niets kunnen betekenen voor een ander. Omdat we daarvoor niet in de omstandigheden zijn bijvoorbeeld. Maar we moeten de ogen openhouden en de intentie hebben hulpvaardig te zijn voor anderen. Het is vaak gemakkelijker dan we denken. Voor de ander ben je daarmee “een engel op hun pad.”

 

Jezus vraagt van ons geen wonderen. Jezus vraagt ons handen en voeten te geven aan zijn aan de wereld nagelaten boodschap: er te zijn voor mensen die je nodig hebben. Dát is handelen in zijn geest. Wat mij betreft wordt dat mooi uitgedrukt in het lied dat we zongen:

 

Geest die weet wat liefde is en volvoert de aarde delen.

Hoeveel liefde zal het schelen

of er God of niet-God is?

 

Mens doe goed. God in ons hou aan.

Levensgeest, allemensengeest,

vuur liefde aan.

 

In een vrije vertaling staat hier zoiets als: het verschil tussen de aanwezigheid of afwezigheid van God op aarde is gelegen in de aanwezigheid van hulpvaardige mensen. In elk mens is God aanwezig. Elk mens heeft dus de aanleg om een ander tot steun te zijn.

Zo doend blijft God al-om aanwezig tussen mensen. Zo doend is God van mens-tot-mens aanwezig. Daarin schuilt het geheim van brood en wijn: door dit teken één zijn met elkaar. Daarmee zijn we terug bij de essentie van Sacramentsdag, maar dan een sacramentsdag zoals Jezus die bedoelde: brood en wijn; teken van één zijn met elkaar. Een sacrament van mens tot mens. Moge het zo zijn.

Nodiging

Vandaag hebben we stilgestaan bij het teken van brood en wijn. Teken van wat de één voor de ander wil en kan betekenen. Voorgedaan door Jezus; voortgezet door ons mensen van vandaag.

Wie zich aangesproken voelt door de woorden van Jezus; wie zich geïnspireerd voelt door zijn boodschap is welkom om mee te delen in het delen van brood en wijn. Vandaag heb ik gekozen voor verschillende soorten brood, omdat we allemaal op onze eigen wijze en met onze eigen talenten handen en voeten geven aan de woorden van Jezus van Nazareth. Het feit dat we hier zijn geeft aan dat we samen een wereld willen vormen zoals Jezus die bedoelde. Dat we samen vorm willen geven aan de wereld zoals God die bedoeld heeft. Dat wij samen als het ware Gods handen op aarde zijn.

 

Komt allen, wie je ook bent, waar je ook vandaan komt, welke achtergrond je ook hebt. Voel je welkom hier naartoe te komen als je je aangesproken voelt en mee wilt doen aan Jezus' programma. Alles staat intussen klaar.

 

Slotgebed

We zijn aan het einde gekomen van deze viering.

Hopelijk hebben Thea en ik iets kunnen aanreiken waarmee we de komende week iets kunnen.

Bedankt voor jullie aanwezigheid. Bedankt speciaal Thea die vandaag een zwaardere rol toebedeeld kreeg een bedankt Flora en koor. Ook iedereen die achter de schermen werk verrichten bedankt, zoals de mensen van de koffie en zij die zorgen voor het klaarzetten van alle spullen. Het lijkt zo vanzelfsprekend, maar het is goed dat het allemaal gebeurt.

We zien elkaar straks bij de kofiie en het napraten; dat hoort ook bij kerk-zijn. Wie weet horen we van mensen die onze steun de komende week hard nodig hebben !

 

Laten we ons nu gesterkt weten door de gedachte dat we allemaal, niemand uitgezonderd, iets kunnen betekenen voor een ander. Want dat is ons Godsgegeven geschenk.

 

En laten we, voor we naar huis gaan, de zegen vragen over ons doen en laten in de komende week:

 

Moge de Heer ons zegenen en behoeden.

Moge de Heer de glans van zijn gelaat over ons spreiden en ons genadig zijn.

Mogen de Heer zijn gelaat naar ons keren en ons vrede schenken.

 

In de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Amen.

 

Ik wens jullie allemaal een heel fijne zondag.

 
     
     
     
     
     
     
     
     
       
 

| Voorgangers |

 
 

RG 2005-05-29 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl