Bijdrage Willemijn Kanters, viering 14 mei 2006
 
 
Voorganger:
Diana Vernooij
Overweging:
Willemijn Kanters

 
         
 

Lezingen:

Handelingen 9 : 26-31
1 Joh. 3 : 18-24 en

Joh. 15 : 1-8

         
         
 

Overweging.

Zoals er mensen zijn die zingen,
niet omdat zij dit willen,
maar omdat er een stem in hen oprijst-
zo zijn er ook mensen die geloven,
niet uit angst en niet op hoop van beloning,
maar omdat zij krachtens hun wezen niet anders kunnen’.

Met dit gedicht van Abel Herzberg begin ik vandaag mijn overweging. Het gedicht geeft aan dat geloof niet gaat over iets wat je moet of wilt, maar over iets waar je van overloopt. “Niet omdat zij dit willen, maar omdat er een stem in hen oprijst … omdat zij krachtens hun wezen niet anders kunnen”. Het gaat over een beweging die van binnenuit komt, waardoor je niet anders kan. Zoals Saulus, die door God geroepen werd, en opslag van vijand, de plaats van leerling innam.

Om bijbelteksten te doorgronden zou ik vandaag graag met u willen proberen de verhalen meer te ervaren, dan ze te begrijpen of te analyseren. Om de woorden die er staan als het ware levend te laten worden. Wat daarbij helpt is de tekst, of een deel ervan, een paar maal heel rustig te lezen en dan aandacht te geven aan wat het in ons te weeg brengt aan gevoelens, gedachten, mijmeringen of beelden. Door onze aandacht daar op te richten krijgt het verhaal een eigen betekenis, komt het in ons eigen leven terecht, in ons leven van nu. In onze maatschappij van nu.
Zo ben ik omgegaan met de teksten van vandaag, lezend, mijmerend en ervarend. Het is een manier van omgaan met bijbelteksten die in kloosters wordt geleerd. In de stille uren van het kloosterleven leert de monnik “lezen” wat er in zijn hart en om hem heen gebeurt. Hij leert Bijbelverhalen tot leven te laten komen en als Bron-woorden te gaan ervaren.
Ik ken een abt die soms op deze manier zijn overwegingen aanbiedt aan de zondagse kerkgangers. Een nieuwe vorm, dus spannend ook, want dat doet een ander appèl op de kerkganger dan men gewend is bij de ‘traditionele preek’. Het verrassende van deze vorm is dat de teksten daarmee toegankelijk worden voor iedereen, want ervaren doen we immers allemaal.

Zo ook sta ik hier, om iets van de vrucht van die ervaringen te delen, van ervaringen die zich soms moeilijk laten verwoorden, maar door een bijbelverhaal gemakkelijker worden uitgedrukt.

Christus gebruikte het beeld van de wijnstok. Ik ervaar het als een gebaar ten afscheid, alsof hij ons daarmee iets heel kostbaars in handen geeft. Dat wat hij daar zegt roept bij mij het beeld op van een vader die op zijn sterfbed zijn testament uitspreekt. Een vader die wil nalaten aan zijn dierbaren, dat wat voor hem, in zijn leven, van grote waarde is geweest.
Christus zegt; ‘Ik ben de ware wijnstok en mijn Vader is de wijnbouwer’. Hij spreekt van ware wijnstokken en geeft daarmee indirect aan dat er ook valse zijn. Valse wijnstokken. Wat er dan als beeld in me opkomt zijn de vele bewegingen die wij als mensen maken, buiten Hem om, en die dus niet diep in de grond geworteld zijn. Die bewegingen dragen misschien wel vrucht, maar geen blijvende.
Bijna iedereen doet dat wel, in meer of mindere mate, goed bedoelde bewegingen maken, maar die toch vooral voortkomen uit gewoonte, of geldende normen uit onze maatschappij. Ik noem maar een paar voorbeelden: veel energie, tijd en geld investeren in ‘buitenkant dingen’, té veel om op te noemen. Veel energie en tijd besteden aan allerlei verplichtingen; zoals bezoekjes en feestjes. Tegemoet komen aan allerlei verwachtingen die mensen van ons hebben. Eigen belang nastreven onder het mom van werk of gemeenschapsbelang en ondertussen, in al die bewegingen, onszelf voorbij rennend en daarmee ook onze meest dierbaren.

Wellicht dat de brief van Johannes ons hierbij wat verder kan helpen. In deze brief spreekt hij over waarachtige daden, daden die voortkomen uit de waarheid. Hij zegt daarin: ‘dan kunnen we met een gerust hart voor God staan’. Waarachtige daden vraagt hij en dat roept bij mij vragen op als: in hoeverre leven we ons leven zoals het werkelijk past bij onze eigen binnenkant, bij wie we zijn? Kennen we onze eigen binnenkant wel, in hoeverre hebben we daar contact mee en hoe onderhouden we dat contact dan? Zijn we daar trouw aan, durven we ‘echt’ te zijn, zonder masker?
Durven we ons te laten horen, nee te zeggen, ook als dat niet in dank wordt afgenomen? Ook al is dat misschien pijnlijk of teleurstellend voor de ander? Durven we dat ook t.o.v. van onze dierbaren, en doen we dat ook? Of waarachtig spijt betuigen bijvoorbeeld, voor onze daden die kwetsend zijn geweest? Enzovoort.

Johannes zegt: ‘En zelfs als ons hart ons aanklaagt: God is groter dan ons hart’. Hij roept ons op ons zelf eerlijk te bezien in hoeverre we ‘in waarheid met ons zelf zijn’, en in hoeverre we leven om ‘de waarheid van bovenaf te ontvangen’. We kunnen het ook lezen als een oproep ons door Christus te laten helpen, door ons bijvoorbeeld tot hem te richten met ons hart, dat ons aanklaagt, of dat nog niet voor zichzelf durft op te komen, of met ons hart van spijt. Want er staat immers: ‘God is groter dan ons hart, hij weet alles’, en daarmee zegt Johannes volgens mij: God kent je in het diepst van je zijn, God alleen kent jouw weg, laat Hem jou helpen, want zonder Zijn inmenging ben je als mens gewoon te beperkt om echt uit te groeien tot de waarachtige mens die je in het diepst van je wezen bent.
"Ik ben de ware wijnstok en mijn Vader is de wijnbouwer”. Christus zelf is niet denkbaar zonder zijn Vader. Dat heeft hij ons tijdens zijn leven op aarde op vele manieren duidelijk gemaakt, en vooral voor- geleefd. Zijn verbondenheid met ons is helemaal onzelfzuchtig. Hij bindt ons niet aan zijn persoon, maar hij wil zo graag dat wij één worden met hem, om met hem te delen in de liefde van de Vader. "Ik ben de wijnstok en mijn Vader is de wijnbouwer." Maar wat doet die wijnbouwer dan en hoe weten we dat we bij de goede Wijnbouwer zijn aangesloten? Laten we daar even naar kijken.

De wijnbouwer die gaat voor kwantiteit, zal zoveel mogelijk uit zijn wijngaard willen halen en daar ook synthetische middelen en kunstmest voor gebruiken. Het gebruik van die middelen maakt van de wijnstok een luie, oppervlakkige plant. Deze wijn wordt door kenners ‘laboratoriumwijn’ genoemd. Een wijn zonder karakter.
De wijnbouwer die voor kwaliteit gaat, zal met liefde en geduld zijn wijngaard verzorgen, zodat de stokken zich diep kunnen wortelen en de ranken kunnen uitgroeien, tot in hun volle smaak en kracht. Deze wijnbouwer brengt een eerlijke wijn op de markt die in balans is.
Dat klinkt heel simpel, maar het is de kunst van het snoeien en hard werken om het tot een dergelijke wijn te maken.
Nu we de verschillende wijnboeren, en ook de vruchten van hun werk kennen, lijkt een keuze maken niet zo moeilijk. Maar toch, is het niet zo dat we regelmatig, ‘beneveld door laboratoriumwijnen’, ons ook weer gemakkelijk laten verleiden tot allerlei ‘buitenkant gedoe’? Christus lijkt dat heel goed te begrijpen, hoe gemakkelijk we ons als mens laten verleiden. In de korte tekst van vandaag vraagt hij dan ook zes maal in verschillende bewoordingen: “Blijf in mij, dan blijf ik in jullie. Zonder mij kun je niets doen.” We kunnen het als een smeekbede horen, als een indringende vraag met een sterk appèl op ons geloof voor wat hij zegt. Christus had in onze dagelijkse taal ook kunnen zeggen: “geloof me, heb alsjeblieft vertrouwen in mij, ik heb me laten zien en laten horen, in dat wat ik beleef aan de Vader. Besef dat het Mysterie van de Vader niet te begrijpen is met menselijk verstand alleen, maar dat, wanneer je waarachtig wordt met Hem, Hij je helpt boven je menselijke beperkingen uit te stijgen.

De teksten doen alle drie een appèl op ons geloof in een liefdevolle Wijnbouwer die ons zoekt, die ons roept en in mijn beleving om ons smeekt. Die het beste met ons voor heeft en ons vraagt waarachtig voor Hem te komen staan, precies zoals we nu zijn, met of zonder bezwaard hart, met of zonder durf om onszelf te zijn.
Meer vraagt Hij niet.
Dat vraagt van ons een beweging vanuit ons hart; van ontvankelijkheid, van niet- wetend en niet- dwingend zijn. Misschien wel een houding zoals de ‘goede Wijnbouwer’? Dat geeft ons geen garantie voor een ‘vlekkeloze toekomst’, maar wel dat we op weg zijn om ‘ware wijn’ te worden, wijn met karakter; eerlijk en met een eigen smaaknuance.

Aan het einde van deze overweging wil ik u graag nog iets laten proeven van ’bijbelwoorden ervaren’, zo u dat wilt.
Het is echt een uitnodiging, voelt u zich vooral vrij!

Als we zittend of liggend naar muziek luisteren, of in de natuur zijn, dan sluiten we vaak onze ogen al vanzelf om ontvankelijker te worden, om nog intenser te beleven. Ik wil u dan ook vragen uw ogen te sluiten als dat oké is, of uw blik voor u te richten, zodat u meer aandacht hebt voor uw innerlijk.
We zullen even stil zijn en dan zal ik enkele woorden uit de tekst herhalen, even stil vallen en dan weer wat woorden herhalen. Ieder voor zich laat komen wat komt aan gedachten, gevoelens of beelden, u hoeft mij niet te blijven volgen.
De oefening zal overgaan in pianomuziek door Irina Antonova.

Dat het zo moge zijn. Amen.

       
       
 

| Diana' "Hoofdpagina" | Gastvoorgangers |

 
 

RG 2006-05-14 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl