Bijdrage Marina Slot - viering 14 januari 2007
 
 

Voorganger: Marina Slot

 
 

 
         
 

Thema:

         
         
 

Welkom en inleiding

Lieve mensen, welkom in deze dienst van Schrift en Tafel in de Duif. Welkom als je voor het eerst te gast bent in onze gemeenschap, wij hopen dat je je hier thuis voelt en dat deze plek er een is om je te laven naar lichaam en geest.

Welkom ook voor al die Duiven die samen die onverbrekelijke groep van Godzoekers vormen. Welkom want door jullie is gemeenschap zijn mogelijk, door jullie is de band tussen en God en mensen voelbaar en zichtbaar. Wij geven met elkaar elke dag, en ook elke zondag weer vorm aan de liefde van de Eeuwige voor ons en voor elkaar. Zeker als je zoals ik een tijdlang niet hier bent geweest, is de rijkdom van de gemeenschap voelbaar en om heel dankbaar voor te zijn.

Wij lezen, zingen, bidden en luisteren naar koor en pianospel. Wij zijn stil bij onszelf en bij de oorsprong van al wat is.

Als aanloop naar de overweging lezen wij een deel van de proloog van het Evangelie van Johannes, waar nogal prominent het Woord met een grote hoofdletter staat. Dat klinkt voor ons calvinistische Nederlanders zwaar en dwingend, maar dit Woord heeft niets te maken met het Woord dat zo gretig bij de gereformeerde ouderling naar binnen gaat en wat wij protestanten vroeger van kaft tot kaft tot ons moesten nemen.

Eigenlijk is dit eerste deel van het Evangelie een mystieke vertaling van het scheppingsverhaal. Het Woord, de Logos staat voor de oorsprong van alles wat is, de goddelijke scheppingskracht die leven creëert, die licht aansteekt in de duisternis van de oerchaos en van ons leven, en die ook de wereld en alles wat daarin leeft en woont, heeft gemaakt.

Dus het Woord is sterk en zacht, het is afkomstig van een vrijgevige God die leven geeft, licht schept in de duisternis.

De tweede lezing is de zegenbede uit Numeri die wij dikwijls aan het einde van de dienst gebruiken. Ook daarin zien wij het licht verschijnen als uiterlijke verschijning van Gods gelaat, wat wij in het Oude Testament vaker aantreffen. De manifestatie van de Eeuwige gaat dikwijls gepaard met lichtverschijnselen, vuur, bliksem.

In het Nieuwe Testament is licht dikwijls een teken van vernieuwing van het leven. Het ijkpunt van goddelijke en menselijke veranderingsprocessen. Ik wens ons een mooi licht uur toe.

 

 

Overweging

Lieve mensen, als je zoals ik al een tijd aan het tobben bent met je gezondheid dan is het leven niet altijd even makkelijk. Dan krijgt je bestaan een donkere ondertoon en ligt het gevaar op de loer om in mineur te raken. Dan worden mensen letterlijk en figuurlijk minder bereikbaar en dan wordt ook God een verre vriend waar je vroeger iets mee had.

Als je het licht gekend hebt, erin geleefd hebt, is het leven wat ik net beschreef een flauw aftreksel van hoe leven kan zijn.

Maar als leven meestal duisternis is, kan schemer al een zegen zijn voor degene die daarin komt.

In de proloog van het Johannesevangelie wordt het licht gepresenteerd als leven, levenslicht voor de mensen. Een onderdeel van de schepping dat heel groot is en tegelijk ook heel klein en heel dichtbij, want licht is die grote zekerheid waar wij elke dag weer op kunnen vertrouwen dat het er weer is. Letterlijk licht, dag, de zon die de sneeuwberg doet smelten, die de vogels laat zingen, die de mens verlicht en lichter maakt tegelijkertijd.

En het is ook het licht van liefde, moed, kracht, kwetsbaarheid, geluk, goedheid, heling, ontmoeting, verdraagzaamheid, zorg etc.En dat is groot en klein tegelijk, dat licht is de mens die naast je is of tegenover je. Dat is de blauwdruk van zoals leven eigenlijk bedoeld is. Maar er is ook duisternis, er is ongeluk, onbehagen, ziekte, misverstaan, onverdraagzaamheid, kwaad. Zit dat nou ook in die blauwdruk van ons leven ??? Hoort dat er bij, bij het pakket ?? Als je in de duisternis zit, kan je niet weten hoe bij het licht te komen, het kan zelfs zo zijn dat je het licht bent gaan haten.

En toch is er zelfs in de duisternis licht, altijd en overal behalve in heel uitzonderlijke gevallen zijn er lichtpuntjes, kom je licht tegen, straalt er wat van mensen af.

Het is wel prettig als er wat getuigen van het licht, z.g. lichtopstekers in je buurt zijn. Als het je verteld wordt, als er licht aan je gedaan wordt. Als er mensen zijn die je helpen om op ontvangen te gaan staan. Met open armen en met open handen en met een heldere blik het licht ontvangen is lang niet iedereen gegeven. Soms moet je het honderd keer horen, soms moet het door een dikke laag van woede en teleurstelling heen, wantrouwen, oude angsten, reële angsten dat het nooit meer goed wordt. En dan is het heerlijk als mensen je vertellen wat zij allemaal zijn kwijtgeraakt in hun leven en wat ze weer hebben teruggevonden.

Dan ben je zielsgelukkig als je niet alleen bent als mens, als er mensen zijn in je omgeving die je meenemen, erbij sleuren, volhouden omdat ze zielsveel van je houden en weten dat leven soms lijden is, maar dat dat ook weer over kan gaan.

Dat er tijden zijn van vloek en zegen, droogte en regen.

En de Eeuwige, hoe zit het daarmee ?? Als licht ook een beeld van God is, is dat dan de grote zonnegod die alleen maar zit te stralen ?? Of is die Ene ook aanwezig in de duisternis? In de twijfel en in de wanhoop? Soms lijkt het er niet op, dan is de kilte te koud, en de pijn te scherp om ook maar iets van het heilige te ervaren. Dan is het gewoon een grote shitzooi en dan heb je alleen maar zin om te vloeken, God verdomme !!!

Is dat voldoende om Gods aanwezigheid te bevestigen ?? Is dat ook een woord waarop Gods zegen wordt gegeven ?? Of komt de zegen alleen maar na brave praat en mooie gladde woorden ??

Raak je met je kreet uit de duisternis de hartstocht van die Ene van toen ? Die Ene die je ooit kende als een God van Liefde en Barmhartigheid.

Ik hou me af en toe bezig met het boeddhisme en ik verwonderde mij eigenlijk altijd over de weg naar Verlichting. Er wordt veel gezegd over lijden en sterven, over ziekte en dood. Nu moet ik eerlijk zeggen dat als het allemaal goed met mij gaat, ga ik de moeiten niet opzoeken. Ik ben wars van de oude term uit mijn jeugd ‘door lijden tot heerlijkheid' en ik geloof er ook zeker niet in.

Maar ik moet wel bekennen dat ik door deze afgelopen periode meer over mijzelf en het leven heb geleerd dan in de jaren daarvoor.

Ik ben mijn ongeduld keihard tegengekomen, mijn angst voor de dood, mijn verlangen naar erkenning en status ..ga zo maar door.

Mijn eigen dood is geen vreemde meer voor mijn ziel, het leven is een gave waarvoor ik weer erg dankbaar ben. Gezondheid is met recht en reden een zegen te noemen en mijn geloof en vertrouwen zijn een beetje gedeukt en verfrommeld.

De rechtstreekse verbinding die ik altijd ervaarde met mijn God was behoorlijk gestoord. Het was gewoon eigenlijk doodstil tussen ons.

Ik kon niet meer bij het goddelijk stukje in mijzelf komen. De bron van mijn contact met de Eeuwige en Ene was zoek.

En toen begreep en voelde ik opeens de volle betekenis van het grote gebod ‘Heb de Eeuwige lief met heel je hart, al je verstand en al je kracht en Heb je naaste lief als jezelf.' Ik kon echt de Eeuwige niet liefhebben omdat ik mijn eigenliefde, mijn eigenwaarde en mijn zelfvertrouwen kwijt was. Ik had geen lef in mijn lijf, mijn hart zat op slot en mijn ziel was dof en oud. Om God te vinden, moet je met jezelf aan de slag. Dat is een ongewone volgorde, want wij zijn eraan gewend dat God ons wel vindt. Dat klopt, maar als wij Haar Naam niet uitspreken, kunnen wij haar stralend gelaat niet zien. Als wij vergeten dat die Ene met de vele namen en gezichten ons beloofd heeft, Ik zal er zijn, dan missen wij het licht en de zegen.

En we hoeven niet op elkaar te wachten. Ik en mijn God mogen gelijk op lopen, als wij beiden maar in beweging blijven, als wij de trilling gewaar zijn die er tussen ons kan zijn. Als wij maar met aandacht omgaan met geschenken als licht en liefde, genade en zegen.

En als wij als volwassenen maar niet blijven steken in de nee-periode.

Want in het donker kan er wat moois ontkiemen, maar je moet aan het licht om te kunnen groeien. Amen

Nodiging

In de wetenschap dat er licht is, dat er heling is en dat niemand in het duister hoeft te blijven, gaan wij straks aan de maaltijd van God, de goddelijke mooie dis die voor ieder van ons bereikbaar is.

Omdat Gij ons kent voordat wij werden geboren, is dat de beste plek voor ons Godzoekers die er op uit zijn om te vinden.

Wij willen herkend worden door die Ene die ons hartstochtelijk lief heeft en wij willen het leven delen met elkaar omdat wij mens zijn en omdat wij zoveel in elkaar en in elkaars leven herkennen.

Wij delen brood en wijn, tekenen van leven en licht en tekenen van samen, van vertrouwen en doen.

Komt want alles staat gereed.

 

 

Gebed

Barmhartige, dank voor de openheid, dank voor het vertrouwen dat het weer goed komt tussen mij en U. Want ik wilde niet meer gevonden worden. Wees met mij en al die anderen als de radiostilte te lang duurt. Sta ons bij in de verlorenheid en in het vreemde land.

 

Zegenbede

Moge de Eeuwige ons zegenen en ons beschermen,

Moge de Ene en Enige het licht van haar gelaat over ons doen schijnen en ons genadig zijn

Moge de Barmhartige en Rechtvaardige ons zijn gelaat toewenden en ons vrede geven.

Wij noemen Uw Naam opdat Gij ons zegent.

Amen.

 
       
   
       
   
       
   
       
   
       
 

| Archief/Bijdragen | Archief 2006 | Marina's "Hoofdpagina" | 

 
 

RG 2007-01-14 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl