Bijdrage Rob Gijbels, viering  8 oktober 2006.
 
 

Voorganger: Rob Gijbels

en lector: Fred Vos

 
 

 

 
         
 

Lezingen:

Genesis 2; 18-23

Maleachi 2; 10, 13-16b

Marcus 10; 1-16

 
         
 

Welkom en inleiding. 

Hartelijk goedemorgen en welkom in De Duif, dit prachtige huis van God en mensen.

Jij die hier voor het eerst bent, welkom, we hopen dat je je thuis voelt in onze gemeenschap en ook al die Duiven die hier vaak op zondag zijn, welkom, want dankzij jullie hebben wij die trouwe gemeenschap met elkaar. Welkom ook namens Fred Vos, die vandaag mee voorgaat. Elke zondag – op de kop van een nieuwe week- komen hier mensen samen om elkaar te helpen groeien in hun relatie met God en met elkaar.

 

De aangereikte lezingen vormen allereerst aanleiding om meer genuanceerd stil te staan bij de wijze waarop de bijbel de rol van vrouwen positioneert. Van daaruit kijken we dieper naar wat begrippen als liefde en trouw voor ons mogen betekenen. Beide aspecten komen in de overweging aan bod. Ik hoop dat wij een mooi en liefdevol uur beleven met elkaar.

 

Ik wil je uitnodigen om dadelijk gezamenlijk het gebed om inzicht te bidden. Maar laten we eerst enkele ogenblikken stil worden in onszelf, om ruimte te maken zodat we aangeraakt kunnen worden door het vuur en de vlam van Gods geest ……………..

 

 

Overweging.

Wie de bijbel leest, moet zich ervan bewust zijn, dat hij terugblikt in een tijdbeeld van 2-3-4-duizend jaar geleden. Mensen blijven weliswaar mensen; zo kent elke levenscyclus vreugde en verdriet, successen en tegenslagen, geluk en eenzaamheid. Dat was altijd zo en zal ook wel zo blijven. Maar de samenleving is wel voortdurend aan verandering onderhevig geweest. Het gedrag van mensen en hun visie op de wijze van samenleven verandert in de tijd.

 

De bijbel –zowel OT als NT- plaatst ons terug in een patriarchale samenleving,

  • waar er voor je werd gedacht en gekozen
  • waar gehoorzaamheid aan kerkelijke wetten een voorwaarde was voor een waarlijk spiritueel leven
  • waarin het blijkbaar vanzelfsprekend was, dat de vrouw ondergeschikt was aan de man.

De vrouw speelt in de oude tijden een belangrijke rol binnen de veilige grenzen van de familie. ( Gen.16, Ex. 20;12; Deut. 5;16, 21; 18-21 ) In het openbare leven daarentegen is zij zeer beperkt betrokken. Zo wordt zelfs van de wijze koning Salomo geschreven dat hij 700 princessen tot vrouw genomen had en daarbij nog eens 300 bijvrouwen had … Polygamie was bij joden toegestaan, zoals de Joodse historicus Flavius Josephus schreef ( Vita 75 ). Sterke vrouwen zijn er in die tijd zeker geweest, maar zij komen in de bijbel maar sporadisch voor het voetlicht; ik denk aan Deborah, die samen met Barak het volk leidde ( Richt. 4; 1-24 en 5;1-31 ) of het doortastende optreden van koningin Esther. In de tijd van aartsmoeders als: Ruth, Hanna, Elisabeth, Maria … kwam vrouwenemancipathie nog niet in het woordenboek voor. Zou dit het beeld zijn dat de Schepper voor ogen had?

 

De stellingname van Jezus evenwel is helder; Jezus had ook de vrouw lief. Dwars tegen het cultuurpatroon van die tijd in, stelde hij de vrouw en het vrouwelijke volkomen gelijk aan de man en het mannelijke. Hij onderkende als geen ander de twee polen van het ene, de mens als beeltenaar van God. Enkele voorbeelden:

  • Jezus sprak in het openbaar met vrouwen
  • Hij is bij de bron van Jacob in gesprek met een Samaritaanse vrouw
  • Het was geen gewoonte dat een man bij vrouwen op bezoek kwam, maar Martha en haar zuster Maria ontvangen Jezus hartelijk bij hen thuis … en ook
  • Salome wordt genoemd als een van de vrouwen die Jezus volgden en hem onderhielden. (Thomas 61).
  • Martha, Maria en Salome stonden vast erg dichtbij hem; zij zijn er immers bij op Golgotha, bij zijn graflegging en zij kochten geurige kruiden om hem te balsemen.

Het is duidelijk, Jezus hield van mensen en dus ook van vrouwen.

Het is duidelijk, dat er naast de met name genoemde discipelen, een ruime kring vrouwen was die hem volgden en verzorgden en gesterkt werden door zijn liefdevolle boodschap. Op hùn manier zullen zij een rol hebben gespeeld in de verkondiging van hetgeen Jezus voorleefde..!

 

Die stellingname werd Jezus niet altijd in dank afgenomen; niet in de tijd waarin hij zelf leefde en ook niet in de latere tijd. De vrouw is door de vroege patriarchale kerk in de 3 e en 4 e eeuw - ten tijde dat de traditionele bijbel werd samengesteld - duidelijk naar de achtergrond geschoven. Recent ontdekte geschriften – die door de kerk toen uit de bijbel werden verbannen – laten nog sterker een beeld van Jezus zien waarin hij de rol voor man en vrouw gelijk aan elkaar stelt. ( zie oa. Ev. van Thomas, Ev. van Maria, Ev. van Philippus 25, Ev. van de Egyptenaren 3)

 

Met de huidige inzichten ligt het dan ook voor de hand om aan te nemen dat diverse vrouwen een veel voornamere rol speelden in zijn leven, dan ons tot voor kort bekend was. Sommige oude kerkleraren (Thomas van Aquino/ Summa Theologica) of zelfs tot heilig verklaarde mannen als Odo van Cluny hebben in het verre verleden zich ronduit schandelijk uitgelaten. De rol van de vrouw werd en wordt nog steeds door de trad. kerk miskend.

 

Maar - laten we met deze bril op nog eens terug stappen naar de lezingen: Genesis stelt: het is niet goed dat de mens alleen blijft; ik zal hem een ­ helper maken. In het hebreeuws staat daar “ ezer ”. En dat betekent méér dan hulpje, knechtje; het ligt dichter tegen redder, bevrijder aan of ik zou eigenlijk willen zeggen: een partner. God biedt de mens een partner aan, die samen met hem wil zijn; zijn vreugde en verdriet, zijn geluk en eenzaamheid wil delen.

“ Als een partner”, dwz.: deel zijn van … liefde, die hen samenbindt. Ik geloof overigens – en in deze gemeenschap belijden wij dat ook- , dat God evenzeer gedoeld heeft op een mogelijk verbond tussen twee vrouwen of tussen twee mannen. Wanneer twee mensen elkaar ontmoeten, en er liefde opbloeit tussen hen beiden, beloven ze elkaar trouw. Ze trouwen elkaar of anders gezegd: zij vertrouwen zich aan elkaar toe. In een huwelijk sluiten twee mensen een verbond, vol passie en overgave om gezegend samen verder te gaan.

 

In bijbelse tijden waren de wetten over huwelijk en echtscheiding niet eenduidig. Ook de Joodse Talmut geeft verschillende wetsregels. Je mocht onder bepaalde omstandigheden van je vrouw scheiden, mits je haar wel een zg. scheidbrief mee gaf. De rabbi Hillel – nogal vrijzinnig- vond zelfs dat je van de vrouw mocht scheiden als ze niet meer zo knap was of teveel zout in de soep deed! Te mal voor woorden inderdaad.

Als je dit historisch perspectief afpelt, zie je dat Jezus de mensen maant om hun verantwoordelijkheid naar elkaar te nemen en niet te spelen met je leven. Lees maar in Maleachi. Daarbij: het gaat niet zozeer om wetten, regels en richtlijnen.

Dit is van een hogere orde. Wat mij voor ogen staat – na verschillende situaties in oa. Deut., Matteus en bv. Korinthe – is dat God nimmer bedoeld heeft exacte sociale wetten uit te vaardigen; wèl dat elk mens te allen tijde persoonlijk zijn/haar verantwoordelijkheid moet nemen. Iemand verwoordde het kernachtig: “ het is de intentie , waarmee je iets doet of niet-doet. Je eigen innerlijke houding tov. de wereld, de naaste en jezelf bepaalt hoe rein jij tegenover God staat “.

 

Toen we daar zo op de liturgieavond spraken – stelden we elkaar de vraag of de onverbreekbaarheid van een verbond onder alle omstandigheden van toepassing is en blijft?!

Laten we allereerst vaststellen, dat het allerminst vanzelfsprekend is, dat je iemand op je levenspad tegenkomt, die verder met jou op wil lopen. Maar àls je dan trouw aan elkaar belooft, zul je alles wat in je vermogen ligt moeten aanwenden, om elkaar trouw te blijven. (in goede en slechte dagen) Je hebt je immers voorgenomen om continue in elkaar te blijven investeren.

Maar vooral: een derde mens mag geen inbreuk maken op dat verbond, maar dient het te respecteren.

Tot slot: in alle realiteit kùnnen er omstandigheden zijn, waarin mensen uit elkaar groeien; mensen veranderen, ontwikkelen zich… En wàt een geluk kan het zijn, als je daarna weer een nieuwe richting in je leven vindt.

 

Elke relatie moet je serieus nemen, maar als een relatie niet meer bestaat, dan is het niet aan ons om daarover een oordeel te hebben, laat staan een oordeel uit te spreken. Als mensen geen andere uitweg zien, en elk gescheiden verder gaat, dan is daar vaak een diep dal aan vooraf gegaan vol pijn en onbegrip.

 

Ook al zijn we geschapen als beeltenaar van God, we zijn mensen met eigen vreugde en pijnen. We moeten elkaar helpen om liefdevol en trouw te zijn en zo lang mogelijk: te blijven.

En bij “trouw zijn” hoort oprechte hartelijkheid, waardering, en ook; de onbevangenheid en het onbevooroordeeld-zijn. Zijn zoals kinderen - elkaar aanvaarden, zoals je bent. Zo'n levenswandel is synoniem voor het binnengaan voor het koninkrijk van God. (als bewustzijnstoestand in het hier en nu)

Je verantwoordelijkheid nemen, aandacht, attentie en tederheid delen … het zijn geen sociale richtlijnen, maar horen bij een god-gericht leven. Dat moeten we elkaar geven – handenvol.

En hoe je zelf ook in dit verhaal van vandaag zit: de Schepper zal ons daarin zegenen en omarmen. Zo moge het zijn.

 
     
   
     
     
     
     
     
     
     
       
 

Voorgangers |

 
 

RG 2006-10-08 | © copyright 'De Duif', Amsterdam | deduif@xs4all.nl